Ij
het goed dat over het program niet meer gesproken
wordtbekommert zich om al wat aan de kiezers
werd voorgespiegeld, al even weinig als het ministerie
zelf.
De pen aarzelt, om aan zulk een politiek bedrijf
den naam te geven, die er voor past.
Maar ergerlijker nog dan deze houding van kabinet
en partij, is de wijze, waarop zij verdedigd wordt
door de Standaard.
De N. R. Ct. betoogt, dat de anti-revolutionaire
partij tegenover het land gebonden is aan haar «pro
gram van actie." Men is gerechtigd, nu zij bij de
stembus haar doel bereikte, haar te vragen: wat
wordt er van dat program? Niet om het te verscheuren,
zoodia men bij de stembus zou geslaagd zijn, werden
al de kiesvereenigingen opgeroepen om er zich over
te verklaren; werd het in eene plechtige zitting van
deputaten vastgesteld; werd het aan de kiezers voor
gelegd als eene belofte voor de naaste toekomsten
werden de Candida ten er aan vastgelegd.
Wil de Standaard «onderscheiden", dan moet zij
onderscheiden tusschen de houding der regeering en
die van de partij. Al zou de regeering den spot drijven
met het «program van actie", de partij behoorde het
krachtig te handhaven.
En wat zien wij? Dat zelfs dr. Kuyper het loslaat!
Hierop komt dan nu ten slotte de «toestand" zooals
de Standaard dien opvat, neer, dat het «potsierlijk
en onzedelijk allegaartje" herleeft in het ministerie,
en dat de anti-revolutionairen, omdat de rechterzijde
uit twee partijen bestaat, daarin moeten berusten.
Om tot dezen toestand te komen, moest de samen
werking op den ouden voet met de roomschen worden
opgezegd; moest er «officieele onderhandeling" plaats
hebben op den grondslag van een deugdelijk program;
en moest er een «program van actie" zijn, waarmede
de komende regeering zedelijk verplicht zou zijn
rekening te houden."
De heer A. B. F. Ivonwenberg, president der Leo-
Vereeniging te Amsterdam, schrijft in het Centrum
onder andere het volgende:
«Het bericht, als zou de WelEerw. heer pastoor
Brouwers langs een smalle trap en een onbekende
gang de tribune hebben verlaten, om in veiligheid te
komen, is onjuist. Velen der heeren verslaggevers
weten, met wat waardige houding Zijn Eerwaarde op
het terrein der verwoesting verbleef; en velen zullen
gezien hebben hoe de held Bos (sociaal-democraat)
gepoogd heeft Zijn Eerwaarde aan te vallen, doch door
één der onzen daarin werd verhinderd. Zijn Eerwaarde
is langs den gewonen weg door een paar verslaggevers
en eenige vrienden naar een der kamers van den heer
Stroucken geleid.
«Ik geef u de verzekering, dat het Nederlandsch
Pauseiijk-Zouavenbloed nog steeds* onze aderen door
stroomt en van onze zijde, met den Wei-Eerwaarden
heer Brouwers in ons midden, niet zouden hebben
geaarzeld, om een ongeordenden hoop woestelingen te
geven wat hun toekomt, indien het in onze beschaafde
maatschappij gebruikelijk was, zichzelven recht te
verschaffen.
«Ik meen intusschen de aandacht te mogen vestigen
op de houding der onzen, die door een enkel woord
van mij vóór het openen der vergadering, zich wisten
te bedwingen, en eerst in het uiterste oogenblik han
delend optraden tegenover den bandeloozen troep, die
door haar leiders Van der Stad (sociaal-democraat),
Bos en anderen niet kon worden bedwongen, wijl
hierdoor te meer schitterend is bewezen, wat heil-
en rechtsaanbrengend genot van deze martelaren
voor recht en wet, voor den werkman in het algemeen
is te wachten."
Door het Nederlandsch Tandheelkundig Genootschap
is een schrijven aan de geneeskundige inspecteurs
verzonden, ten einde aan te dringen op verscherping
van het toezicht op onbevoegde uitoefening der tand-
heelkunst. Het Genootschap wijst er op, dat door het
voeren van titels, als: mee. dentiste o. a. het publiek
in den waan wordt gebracht, dat deze personen be
voegd zijn de tandheelkunst uit te oefenen.
Z. M. de Koning heeft tot verbetering van den
veestapel in Limburg aan het hoofdbestuur der Lim-
burgsche Landbouw-maatschappij ten geschenke aan
geboden '1 stier en 4 koeien. Dit gescjienk is met de
meeste erkentelijkheid aangenomen.
Door de Regeeringen van Nederland en Oostenrijk-
Hongarije zijn verklaringen uitgewisseld, betreffende
maatregelen tegen den zoogenaamden handel in jeugdige
vrouwen en meisjes.
Pieternella Oostakker, verpleegde in het gasthuis
te Goes, vierde Zaterdag haar honderdsten vei jaardag.
Het oudje is nog goed gezond, alleen wat doof. In
het gesticht was het feest, en de jubilaresse weid met
geschenken vereerd.
De door de regeering ingediende pensioenwetten
sluiten zich in hoofdzaak aan bij de voorstellen der
Staatscommissie van '1881. Alzoo worden ten 'le de
bestaande weduweufondsen voor verdere deelneming
gesloten, terwijl de tegenwoordige deelhebbers hun
bestaande rechten behoudende aan die fondsen ver
leende steun uit de kanselarijleges vervalt. Ten 2e
wordt het pensioenfonds voor burgerlijke ambtenaren
opgeheven en worden de pensioenen gebracht ten laste
van den Staat, terwijl het fonds den eersten grondslag
vormt voor een weduwen- en vveezenfonds. Uit dit
fonds wordt echter 8 millioen uitgekeerd aan den
Staat. Ten 3e wordt het weduwenpensioen bepaald
op l/4 der laatstgenoten bezoldiging, tot een maximum
van f 600, met */5 verhooging voor ieder kind beneden
'18 jaar tot een maximum van f 1200. Het weezen-
pensioen wordt voor elk kind bepaald op ys van het
weduwen-pensioen of yi2 der som, die tot grondslag strekt
voor de pensioenberekening van den vader. Kinderen van
vrouwelijke ambtenaren krijgen, als hun vader niet
meer in leven is, pensioen tot yi2 van de som, die
tot grondslag voor de pensioenberekening der moeder
strekte. Het gezamenlijk bedrag der weezenpensioenen
mag l/4 van den pensioensgrondslag van vader of
moeder niet overschrijden. Ten behoeve van al deze
pensioenen wordt op de tractementen en pensioenen
of wachtgelden een doorloopende korting van 5 pCt.
(1 pCt. bij vrouwelijke ambtenaren) toegepast.
Naar de N. Asser Ct. verneemt, is te Assen uit
's Gravenhage het bericht ontvangen, dat de Koning
vernietigd heeft het besluit van den gemeenteraad van
Smilde, om de 8 ondei wijzers aan de openbare lagere
scholen in die gemeente met 1 April a.s. te ontslaan.
De Vereeniging van voorstanders eener Nederlandsche
octrooi wet zal 29 Dec. a.s. te Amsterdam eene alge-
meene vergadering houden, ter behandeling van de
door het bestuur ontworpen proeve van een ontwerp-
wet, houdende bepalingen op de. octrooien voor uit
vindingen voor Nederland, zijn bezittingen en koloniën.
Men leest in de Tijd:
Naar ons van hoogst betrouwbare zijde wordt mede
gedeeld, schijnen stadgenooten in geen geval meer op
de hulp van dr. Mezgef te mogen rekenen. Een dame
van aanzienlijken stand, die zich onder zijne behande
ling wilde stellen, werd dezer dagen op 's dokters
eigenaardige manier door hem weggestuurd, zoodra
hij van haar vernomen had, dat zij een Amsterdam-
sche was.
In een vergadering van. besturen der landbouw-
vereenig/ngen Steenbergen, de Heen, Nieuw-Vosmeer,
Halsteren, Standdaarbuiten, Dinteloord, Ossendrecht en
Fijnaart is met algerneenè stemmen besloten, voorgoed
te breken met de tegenwoordige wijze van contrac
teeren met de suikerfabrikanten.
In het Nieuw Advertentieblad van Heerenveen
komt van de hand van den heer P. J. D. van Slooten
eene zeer interessante opgaaf voor van den prijs der
rogge (per last) tusschen de jaren '1481 en 1888.
Het laagste was de prijs in het jaar 1481, nl. f '13
(Ned. cour.); daarop volgt het jaar 1510, toen het
last f 14 gold. liet hoogst steeg de prijs in 1847,
nl. tot 493 en 1631 tot f 358 per last. Gedurende
de laatste twintig jaren varieerden de prijzen tusschen
f 121 in 1887 en f 280 in 1874 (beide cijfers geven
voor die jaren den hoogsten marktprijs aan). Opmerke
lijk is het, hoe de prijzen der rogge vooiaI in de
15e en 16e eeuw afwisselden. Zoo bedroeg hij in
1555 f 35. In 1556 steeg hij tot f 162, om in
1557 weer tot f 56 terug te gaan.
Dan niet alleen was het verschil groot tusschen
het eene jaar en het anderemaar ook in den loop
van een jaar wisselde de prijs aanmerkelijk af. Zoo
betaalde men b.v. in laatstgenoemd jaar, in het voor
jaar, in sommige streken van Friesland, voor een
roggebrood van 11 pond f 1 enkele dagen later,
nadat de Oostzeevloot binnengekomen was, daalde die
prijs tot f 0,25. Het dagloon ten platten lande bedroeg
toen in Friesland 3 a 4 stuivers.
De oudste opgaven, namelijk die tusschen de jaren
1481 en 1557, zijn genomen uit het werk van dr.
P. J. Blok, «Eene Hollandsche stad onder de Bour-
gondisch-Oostenrijksche heerschappij", die ze op zijne
beurt ontleende aan de gasthuisrekeningen van Leiden.
De cijfers van de jaren 1558 tot 1645, van 1659
tot 1691 en '1778 tot 1846 putte de schrijver uit
de Diagramme, représentant les prix rnoyens au m.irché
d'Arnhem, par Baron Sloet van den Beele, terwijl
verder geput werd uit de «Recherchés sur le commerce,
par Van der Oudermeulen."
De prijzen na 1847 werden door een graanhandelaar
verstrekt.
Onder de vele interessante opgaven, in laatstgenoemd
werk, komt o. a. deze voor: In 1448 bedroeg het
dagloon van een timmerman en metselaar 4 stuivers.
Daarvoor kon hij koopen 28 liter tarwe of 41 liter
gerst, 45 liter haver, 34 liter groene erwten, V8 schaap,
5/l2 va,'ken, koe, J/2 last turf, l/i vat bier. In
'1488, een van de duurste jaren der 15e eeuw, was
het dagloon Al/2 stuiver. Daarvoor kon men toen
koopen 4 liter tarwe, 14 liter rogge, y7G os, ye0 koe^
V5 varken, V4 last turf, */4 vat bier.
Het Bestuur der Nederlandsche Heidemaatschappij
heeft in de onlangs te Arnhem gehouden vergadering
benoemd tot Ambtenaar der Mij. met den titel van
houtvester, de Heer Willi. Pley, Oberförster-Candidat
te Hannover, die in het begin van het volgende jaar
zijn betrekking zal aanvaarden en zich daartoe te
Wageningen zal vestigen.
Het lid van het Bestuur, de Heer G. Tutein Nol-
thenius aldaar, heeft op zich genomen, zich tijdelijk
met de functiën van Directeur te belasten.
De Secretaris deelde- mede, dat op de Circulaire
aan de Hoofden der Gemeenten in Nederland, waarin
verzocht werd in 't belang der Maatschappij te willen
optreden, tot dusverre ongeveer 50 antwoorden inge
komen waren.
Het Ledental bedroeg toen bijna 1000, terwijl een
80tal begunstigers toegetreden zijn: een aanwinst die
nog wel niet groot genoemd kan worden, maar waar
door de Maatschappij toch in staat is, het eerste
dienstjaar reeds weikzaam op te treden. Zoo spoedig
mogelijk in 't nieuwe jaar, zal de eerste aflevering
verschijnen van het Tijdschrift; dat, eenvoudig ingericht,
aan alle leden gratis zal worden toegezonden Verder
zullen er enkele voordrachten over boschcultuur en
over de werking der Maatschappij gehouden worden
en vleit het Bestuur zich dat de meer dan 1000
Gemeenten, waaruit het nog geen antwoord op zijn
circulaire ontving, nog een flink aantal leden bezorgen
zullen: alleen door groote deelname toch, zal het
mogelijk zijnmet kracht te kunnen optreden.
De Standaard schrijft
Tot ons genoegen deed de Minister van Justitie
toezegging van bescherming voor den boer tegen den
jager en zijn wild.
Ons heerlijk jachtrecht is op den duur niet vol te
houden. Het offert te veel degelijke belangen op aan
puur pleizier en lekkernij.
De maatschappij laat zich uitermate viel zonder
hazen en faisanten denkendaargelaten nog, dat de
invoer van wild onze poeliers uitnemend wel voor
zien kan.
Al bleek dan ook, dat vrijlating van wildjacht aan
eiken eigenaar, meer dan één wildsoort verdwijnen
deed, wat zou er mee verloren zijn?
En ook al mocht men dit nadeel hooger aanslaan,
dan nog zij gevraagd, of het ook maar van verre
opweegt tegen de velerlei schade, die het wild aanricht.
Strooperij bederft het karakter, en het is van ouds
bekend, hoe de guerilla tusschen de stroopers en
koddebeiers tot de wreedste en meest wraakzuchtige
bitterheden leidt.
Dat nu de minister daarom heel het heerlijk jacht
recht niet aanstonds wil afschaffen, is tot daaraan
toe. Oude boomen vallen niet voor den eersten slag
van den bijl.
Toch gaat het reeds den beteren weg op, zoo de
Minister beseft, dat bier landbouwbelangen gekrenkt
worden, en dat het niet aangaat, een zoo hoog belang
aan jachtpret en wildbraad op te offeren.
Hoog wild moest althans in ons kleine, weinig
boschrijke land niet anders dan binnen omrasterd
terrein mogen loopen en ook gebleken en aanwijsbare
schade aan het veldgewas moest door den bezitter
van het heerlijke jachtrecht worden vergoed.
Ongelukken, Kampen, Misdaden, enz.
Terwijl de echtgenoote van den landbouwer Mid
delman te Geldersch-Veenendaal bezig was met het
voederen der koeien, stiet een der dieren, haar met
een der horens in het oog.
Dr. Martinius verleende voorloopige heelkundige
hulp; naar het Nederlandsch Gasthuis voor ooglijders
te Utrecht overgebracht, oordeelde men het noodig,
het oog weg te nemen. Thans is haar toestand zeer
gunstig.
In het dorpje Losdorp (prov. Gron.) wilde in den
nacht tusschen 11 en 12 dezer een steenfabrikant
met de noorderzon vertrekken en alle roerende goederen
mede nemen, zonder aan zijn nog aanwezige Duitsche
weiklieden het verschuldigde loon (pl. m. f 1000) te
hebben uitbetaald. De werklieden, geholpen door oud
en jong, hebben toen het huis omsingeld en ten slotte
de glazen ingeworpen. Van den fabrikant hebben zij
toen in afkorting f 125 ontvangen, benevens een
wissel op zicht. Een zeker bekend zaakwaarnemer te
Groningen, die als raadsman voor den fabrikant optrad,
moet eenige revolverschoten gelost hebben, zonder
echter iemand te raken. De politie heeft een onderzoek
ingesteld.
en
de
zaak
werl
ook
voor
slav
een