ZilRIKZEESCHE COURANT.
voor het arrondis- sement Zierikzee.
1888. No. 92. Zaterdag 24 November. 91ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Binnenland.
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden f 1,-. Franco per post f 1,-.
Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad '10 Cent.
PRIJS DER AD VERTENTIEN:
Per gewone regel 10 Cent. FI u w e I ij k s -Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 Cent.
Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct
Alle stukkeu, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. LAKENMAN.
ZIERIKZEE, 23 November 1 88 8.
Benoemd tot lid van het collegie van regenten over
het huis van bewaring te Zierikzee, jhr. C. H. Th. Six.
ingenieur van den Provincialen Waterstaat in Zeeland.
Bij de acte-examens M. 0., deze week te 's Hage
gehouden, is o. a. geslaagd voor Nederlandsche taal
en Letterkunde de heer J. G. Tuijtel van Haarlem.
De Nederlandsche Schaatsenrijdersbond zal in den
winter van 1888/89 op twee nader te bepalen dagen
te Heerenveen een internationale hardrijderij op schaatsen
houden, waarvan de aanvang is bepaald op 11 uur
's morgens.
Van het voormalig lid der Tweede Kamer voor
Schiedam, mr, J. G. Patijn, thans adv.-generaal bij
den Iloogen Raad, ontving het Hbl. een schrijven, in
antwoord op in dat blad opgenomen bezwaren over
zijne aanvaarding eener betrekking, die hem noopte
den te Schiedam verworven zetel in de Tweede Kamer
prijs te geven. Hij verklaart daarin, dat hij in de
maand Maart j.l. niet dan na herhaalden aandrang
en niet dan nadat nog bij een ander politiek persoon
eene, helaas! vruchtelooze poging was gedaan, de
candidatuur voor het district Schiedam heeft aan
genomen, zonder eenigerlei belofte voor de toekomst.
Zij is hem niet gevraagd en hij zou ze niet hebben
kunnen geven, alleen reeds om het feit, dat hij in de
districten Gouda en Bodegrave ook candidaat was
gesteld.
Over de juistheid zijner opvatting, dat hij onder de
gegeven omstandigheden volkomen verantwoord was zijne
tegenwoordige betrekking aan te nemen, verklaart hij
zich niet in beschouwingen te willen begeven.
Dc uitslag van de verkiezing te Schiedam is reeds
gemeld: Er werden n.l. uitgebracht 2398 geldige
stemmen; daarvan verkreeg jhr. mr. W. Six 1129
stemmen en A. P. R. C. baron van der Borch van
Verwolde 1265, zoo'dat de heer Van der Borch ge
kozen is.
Het aantal kiezers in het district bedraagt 2671.
Op 6 Maart werden uitgebracht 2434 geldige
stemmen, waarvan 1099 op den vrijzinnigen, 698 op
den R.-Katholieken en 625 op den anti-revolutionairen
candidaat.
Bij de herstemming op 20 Maart bedroeg het
aantal geldige stemmen 2426, waarvan 1323 op den
vrijzinnige en 1103 op den R.-Katholiek.
Naar men meldt, zijn de reeds sedert eenige jaren
tusschen Gedep. Staten van Groningen en die van
Drente gevoerd wordende onderhandelingen over de
oprichting van een geneeskundig gesticht voor krank
zinnigen, bestemd voor lijders uit beide provinciën,
voorloopig afgesprongen. Men schijnt het niet eens
te kunnen worden over de plaats, waar het gesticht
zou worden gebouwd.
Het tekort in de kas van den overleden betaal
meester te Groningen is gebleken f 60,324,78 te
bedragen.
De heer M. Cor van der Want, pijpenfabrikant te
Gouda, heeft voor de aardigheid een tabakspijp ver
vaardigd met den bekenden kop van generaal Boulanger
en den Franschen candidaat-keizer eenige exemplaren
toegezonden. Getroffen door dit gebakken eerbewijs
zond Boulanger den fabrikant een eigenhandig schrijven,
waarin hem dank werd betuigd.
»Wij verkoopen geen sterke drank", zeide een
bierhuishouder, die geen vergunning had. »We
zullen u een glas cognac geven en dan kunt u een
beschuitje voor drie stuivers koopen".
De bezoeker kreeg een glas cognac, sloeg het naar
binnen en de waard zette hem de trommel met
beschuiten voor.
»Ach neen", zei de man, »dat zal ik maar niet
doen ze zijn rne te duur. Ik kan overal elders voor
het halve geld een zak vol krijgen".
Vrijdag had op de beurs te Amsterdam een herstel
van eer plaats. De commissionair d. B. had den heer J.
belasterd in het openbaar. Deze had een aanklacht
ingediend en nu bood de heer de B. den heer J. zijn
excuses aan en herriep zijn beweringen ten aanhooren
van een groot aantal getuigen. De heer J. stelde zich
hiermede tevreden en heeft der justitie verzocht zijn
aanklacht als ingetrokken te beschouwen.
Dit is zeker een betere manier om een eerezaak
tot een eind te brengen, dan wanneer de heeren d. B.
en J. op elkander hadden geschoten of naar elkander
gestoken of gehouwen hadden, waarbij allicht de
beleedigde partij nog verwond, verminkt of gedood
kon worden.
Dezer dagen werden door een landbouwer te Anna
Paulowna, die bezig was met diepploegen op de Schor-
gronden in het Oostdeel, vijf doodkisten gevonden,
welke evenveel geraamten bevatten. Van tijd tot tijd
worden ook in andere deelen van de gemeente in den
grond de bewijzen gevonden, dat deze plaats in vroegere
eeuwen is bewoond geweest. Voor geschiedvorschers
is het wellicht niet van belang ontbloot, eens na te
gaan in welken tijd deze lijken aldaar aan den schoot
der aarde zijn toevertrouwd.
Het onderzoek in zake de bedriegelijke practijken
bij het regiment jagers in Den Haag, zal zeer omvangrijk
worden. Een nauwkeurig onderzoek naar de goederen
van ruim 4000 man blijkt noodig.
Op den 15 December e. k. vertrekt van Harderwijk
naar Rotterdam, om van daar per 9Drenthe" naar
Java te worden overgebracht, een detachement suppletie
troepen voor het Indische leger, ter sterkte van '100
militairen (96 minderen en 4 onderofficieren).
Men waarschuwt tegen het geven van knollengroen
dat bevroren is geweest, als voeder aan het rundvee.
In de omstreken van Deventer werden er eenige dieren
ongesteld van.
Te Haarlem heeft zich een comité gevormd voor
»het Dronkaards-asyl in Nederland".
Aan het Goereesche stand zijn aangedreven ongeveer
200 gave en 90 verbrande balken uit de »Ponoma".
Van bet schip zelf is niets meer te zien.
Het D. v. Z.-li. betuigt sympathie met de hoofd
gedachte der wet tot het tegengaan van overmatigen
arbeid van jeugdige personen en van vrouwen. De
jeugdige en vrouwelijke werknemers moeten tegen
exploitatie van hunne krachten beschermd worden.
Dat is een eisch der humaniteit, maar ook van het
welbegrepen sociaal belang. De samenleving heeft er
toch onmiddellijk belang bij dat aan al hare leden
zooveel doenlijk een lichamelijke en geestelijke welstand
worde verzekerd. Kunnen wij ons dus geheel vinden,
verklaart het D. v. Z.-ïL, in de economie der wet,
dit belet ons niet te erkennen dat het hier geldt een
zeer moeielijk vraagstuk.
Tegenover de eischen der hygiëne, welke innig
samenhangen met de voorwaarden voor een gezonde, nor
male ontwikkeling van het zedelijk bestaan, staan de
eischen des levens, dat wil zeggen, nog meer practisch
uitgedrukt, de quaestie van de maag.
Er zou zeker veel voor te zeggen zijn, om, afge
scheiden van het vraagstuk der individueele vrijheid,
waarop de wetgever zoo min mogelijk inbreuk moet
maken, nog verder te gaan dan bij het ontwerp-Ruys
plaats heeft. Maar hoe zullen dan vele duizenden ge
zinnen in hun onderhoud voorzien?
Beperking van den arbeid, waartoe de gansche
menschheid veroordeeld of gedrongen is, blijft altijd
een hoogst moeielijke, ja zelfs een teedere zaak.
Hier geldt echter de spreukwat het zwaarste is
moet het zwaarste wegen. Vooral nu in onzen tijd
de mededinging schier een Moloch is geworden, welke
de beste krachten der samenleving verslindt, schijnt
ook ons een beschermend optreden van den Staat on
ontwijkbaar toe.
De quaestie kan alleen Joopen over de grenzen,
binnen welke zich die bescherming bewegen moet.
En dan leggen wij er nadruk op, verklaart het
D. v. Z.-H., dat de wet voor ons het maximum
bevat; wij verschillen dus zeer van hen, die in haar
een minimum zien, voor nog veel gewichtiger uit
breiding vatbaar. Wij prijzen het in den minister,
dat hij zich bij zijn voorstel bepaald heeft tot hetgeen
door hem allernoodzakelijkst werd geacht. Naar onze
overtuiging zou hij met nóg minder hebben kunnen
volstaan.
Het hoofdbestuur der Maatsch. v. Geneesk. heeft
besloten een onderzoek, in te stellen omtrent het niet-
toelaten van geneeskundigen tot het lidmaatschap van
den gemeenteraad, op grond van art. 23 der ge
meentewet.
Het heeft daartoe de leden der maatschappij uit-
genoodigd, alle feiten, hun daaromtrent bekend, aan
het hoofdbestuur mede te deelen, opdat het blijke
hoe in verschillende streken van ons land in dat
opzicht gehandeld wordt.
Men verneemt, dat een paar fabrikanten in wollen
stoffen te Tilburg, in België aannemers zijn geworden
voor de levering van 10,000 meter fijn laken, ten
behoeve van het Belgische leger.
De St.-Ct. bevat het verslag der commissie, belast
met het afnemen van het groot-ambtenaarsexamen,
bedoeld bij art. 1 van het Koninklijk besluit van
29 Augustus 1833 No. 25 (Indisch Staatsblad No. 249.)
Daarin wordt 0. a. medegedeeld: »Op den tweeden
dag van het schriftelijk examen kwam den secretaris
der commissie ter oore, dat een der candidaten daarbij
gebruik had gemaakt van door hem medegebrachte
aanteekeningen.
Toen den volgenden dag het examen was begonnen,
werden bij den candidaat, wien de beschuldiging gold,
in een boek blanco papier verschillende aanteekeningen
gevonden betrekking hebbende op de vakken, waarin
dien dag examen moest worden afgelegd.
Aangezien deze candidaat wegens onvoldoend afge
legd examen afgewezen is, behoeven te zijnen aanzien
geen bijzondere voorstellen te worden gedaan.
Intusschen betreurt de commissie het, dat in het
reglement eene bepaling wordt gemist, als die in de
zesde alinea van artikel 10 van het reglement in
Staatsblad 4881, No. 153, en zij zich derhalve on
bevoegd moest achten, door het onmiddellijk verwijderen
van den delinquent, een indrukmakend voorbeeld te
stellen. Algemeen werd de wenschelijkheid uitgesproken
van het opnemen van zoodanige bepaling, ook in het
reglement voor het groot-ambtenaarsexamen, naar
aanleiding waarvan werd besloten een daartoe strekkend
voorstel aan de regeering te doen."