voor het arrondis- sement Zierikzee.
1888. No. 87. Woensdag 7 November. 91ste jaargang-
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
pbieden.
liaven-
Ichts V,
worden.
ogmaals
ng van
le Voor
in wier
voorstel
gevoelen
de zijn.
i vraag,
|ldzou
bij het
getroffen
zullen
van de
maken,
btenaren
t gevolg
•emeente
tot den
oet. Als
•namelijk
pkkehjk
Hij moet
suiker-
Eloch dat
'el voor-
oorwaar-
I 'gem. en
beraad-
Rijk ten
hderwijs)
ikel ver
ging van
ferwijzers
27s.
artikelen
t. 1 van
n de be-
3104,935.
zonder
izen post
grooting
k bedrag
|75.
voor, het
lige leve-
wijze van
gewijzigd
wijzigen,
abonne-
de steen
es in het
ot f 200..
van hulp
lis en het
et bergen
termarkt,,
|eld word!
25.
^gaan den
xlgemeene
an tot de
narkt, ter
overlijden
de heer
verkreeg
urgem. en
W agenaaiv
weerszijde1
erwijderew
ïjn bedrijf
i. gehoord
'en enkele
ft, vonden
et verzoek
pnd daarop
lak bij den
jth. stellem
Beschikken,
esloten.
naar aan-
ifschrijving
s wonende
an 5,44..
irgadering;.
erikzee.
zlmkzeisciië courant.
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden f 1,-. Franco per post f 4,-.
Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad 40 Cent.
411e stukken, de redactie betreffende, g-elieve men uiterlijk een dag voor de nit^ave in te zenden aan den uitgever II. LAKENMAN.
PRIJS DER AD VERTENTIEN:
Per gewone regel 10 Cent. Hu wel ij k s -Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 Cent.
Dienstaanbiedingen van 4-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct
Binnenland.
ZIERIKZEE, 6 November 1 8 8 8.
Aan de November-kroniek der Stemmen voor Waar
heid en Vrede ontleenen wij het volgende
Ook de leden van onze Tweede Kamer, die op reces
uiteen ging, kunnen van dit schoone jaargetijde ge
nieten, al reizen niet allen naar Baden-Baden, zooals
de heer Huber. En behalve dat, zij die lid der
anti-revolutionaire Kamerclab werden, kunnen ernstig
nadenken over de vraag: welke zijn de grenzen van
mijn vrijheid en verantwoordelijkheid, en wat doe ik
op het Binnenhof met mijn geweten?
Hetgeen door de Stand, tegen de heeren Fabius en
Huber werd geschreven, mag echter niet alleen door
onze volksvertegenwoordigers, maar ook wel door de
kiezers worden overwogen.
De heer dr. J. H. Gunning J.Wzn. gaf er zijn leed
wezen over te kennen, dat onze christelijke pers de
aandacht niet gevestigd had op de bedenkelijke strek
king van het gewijzigd Reglement van Orde voor de
Tweede Kamer, dat reeds voor maanden was ingediend.
Het bad zeker zijn nuttigheid kunnen hebben, maar
men moet niet vergeten, onder welke omstandigheden,
op welk parool de anti-revolutionairen zijn gekozen.
De leuze wasde liberalen er onderDaarin was men
het eens. De liberalen moesten het weten, dat het
einde hunner macht gekomen was.
Daar ook de roomschen en de radicalen vijandig
gestemd waren tegen de liberalen, werden zij als
bondgenooten aangenomen, en inderdaad in de Kamer
verscheen een anti-liberale meerderheid.
Nu is de heer de Savornin Lohman er de man niet
naar, om in dezen half werk te doen. De liberalen
zouden voortaan in de Kamer op den gang der zaken
slechts zooveel invloed uitoefenen, als zij proportioneel
mochten bezitten. Bovendien moest er iets op gevonden
worden, om de leden van de Club, die nog van eenige
zelfstandigheid blijk gaven, buiten gevecht te stellen,
als het belang der partij het eisehte.
Had de heer Lohman daarin ongelijk? Immers neen,
indien men zich op zijn partijstandpunt plaatst. In
de dagen der verkiezing, op de beruchte Deputaten-
"Vergadering, hadden al de heeren zich laten kneden
als was welnu, waarom zou men hen nu ook niet
als stem-werktuigen beschouwen en gebruiken, nu
het op afdoening van zaken aankwam, nu de slag
moest vallen, nu de winst moest worden ingevorderd?
Het heeft ons genoeg leed gedaan, dat mannen,
van wie ik iets geheel anders had verwacht, in den
verkiezingsstrijd gezwegen hebben, en zich in de Kamer
lieten brengen door den invloed van de heeren Lohman
en Schaepman.
Maar is er nu voor den heer Lohman geen reden
tot toorn, nu hij op eenmaal, in een kritiek oogenblik,
zich door twee zijner mannen verlaten ziet, en daar
door een geducht échec lijdt? Wie in Maart zoo gedwee
was hoe wordt hij nu op eenmaal zoo prat op
zijn onafhankelijkheid
Men kende toch de heer de Savornin Lohman wel,
en men wist welk een Jehu's ijver hem bezielt. Fana
tisme en slim overleg gaan bij hem hand aan hand.
Van hem hebben de liberalen geen genade te wachten
en zijn plannen beraamt en ontvouwt hij met een
koenheid, die op cynisme gelijkt.
En nu bij zóó gefaald heeft; nu hij den tegen
stander in zulk een oogenblik moest zien ontsnappen
nu kan het niemand verwonderen, dat hij en de Stand.
i met een ware woede op de heeren Huber en Fabius
I zijn aangevallen.
De heer Huber heeft zijn abonnement op de Stand.
opgezegd. Zal hij er nu ook toe komen, om zijn lid
maatschap op te zeggen van de anti-revolutionaire
Kamerclub? De heer Fabius is geen directeur meer
van de Vrije Universiteit" en leest dus zeker niet
meer met instemming de Herautdoch zal hij nu
ook op politiek terrein zich vrij maken van den invloed
van dr. Kuyper?
Ik wil nog wel eens zeggen, wat de groote illusie
is, waarin velen worden gehouden door de woord
voerders der anti-revolutionaire partij. Zij is deze:
wie gelooft in Jezus Christus én wie in ons land
de eer van God wil bevorderen hij moet anti
revolutionair zijn.
Dit beweren is zóó onwaar, dat de heer de Savornin
Lohman zelf heeft beweerd, dat ook een atheïst
anti-revolutionair kan zijn. Men ziet óók, dat mannen,
aan wier geloof niemand twijfelt, volstrekt niet zijn
ingenomen met het anti-revolutionaire staatsrecht.
Wie eenige kennis heeft van de politieke partijen en
verhoudingen in verschillende landen, kan zich daarvan
dagelijks overtuigen. Ik wil er toch, ten overvloede,
een paar voorbeelden van bijbrengen.
De moedige en begaafde Edmond de Pressensé,
zeker een der edelste belijders des evangelies, in onze
eeuw, is ook een der vurigste verdedigers eener politiek,
welke alles eerder dan anti-revolutionair is.
De leden der vrije kerk in Schotland, en bijna alle
Dissenters in Engeland, zijn aanhangers der liberale
partij in Brittannië.
Gladstone heeft in weinig gedeelden van het Britsche
rijk zooveel vurige vereerders als in het orthodoxe
Schotland.
In Amerika wordt de vraag: anti-revolutionair
of liberaal? niet gesteld. Daar worstelen nog altijd
de twee partijen: democraten en republikeinen, met
elkander; maar aan beide zijden vindt men eerlijke
en besliste christenen.
En zou dan in ons land de toestand zóó geschapen
staan, dat alle belijders van het evangelie zich moesten
aansluiten bij één politieke partij? Dat zou toch wel
zeer zonderling wezen. Dat is in de hoogste mate
onwaarschijnlijk.
Hoe vele vraagstukken zijn er niet, waarin een
regeering moet beslissen, en die hoegenaamd niets
met het geloof te maken hebben..
In hoe vele gevallen zijn de liberalen niet veel
christelijker geweest dan hun tegenstanders.
Heeft niet de heer Iieuchenius den heer Groen
bekeerd van zijn conservatieve, koloniale politiek, en
is niet de vrije pers, het vrije woord, de vrijheid van
vereeniging, en zoo menige andere vrijheid, een ge
schenk der liberalen, waarin wij allen ons dankbaar
verheugen?
Daarom moet men niet zeggenwie gelooft moet
anti-revolutionair zijn.
Is het ook wel geoorloofd, op die wijze het geloof
te verbinden met het behooren tot een staatkundige
partij? Het evangelie geeft geen antwoord op zoo
menige kwestie, die een staatsman wordt voorgelegd.
Het evangelie is een levensbeginsel. Wie den naam
van Jezus Christus noemt, staat af van alle onge
rechtigheid, van alle leugen, van alle geweldenarij.
En hieraan moet de wereld weten, of wij christenen zijn.
Christenen mogen, als zoodanig, geen staatkundige
partij vormen. Zulk een partij moet streven naar
aardsche macht, en dat verderft haar reeds. Zulk een
partij komt er onwillekeurig toe, om zich te bedienen
van wapenen, die den stempel des H. Geestes niet
vertoonen, en zij trekken dus den naam en de zaak
van den Heer omlaag, in het stof der politieke harts
tochten en berekeningen. Zij heeft geen eerbied meer
voor de gewetens, doch alleen voor het stemmen-aantal.
Men ziet het aan hetgeen in de anti-revolutionaire
Kamerclub gebeurt.
Meent gij, dat hetgeen daarvan wereldkundig wordt,
iemand eerbied inboezemt voor het evangelie? Roept
de wereld met het oog op die heeren uit; »Ziet hoe
lief zij elkander hebben"! En daarom zal de wereld
toch bekennen moeten, dat wij 's Heeren discipelen zijn.
Krijgt de wereld eerbied voor de louterheid, de
waarheidsliefde, de zelfverloochening der geloovigen,
als zij een blik mag slaan in de samenkomsten der
anti-revolutionaire Kamerleden? Niemand zal het be
weren. Maar niemand zegge dan ookwie gelooft in
den Heer Jezus Christus moet anti-revolutionair zijn.
Maar wat moet hij dan wezen? Een eerlijk man,
die de vraagstukken, waarover hij te oordeelen heeft,
naar zijn beste krachten bestudeert; die niet vraagt:
komt het van liberale of niet-liberale zijde, maar die
wel vraagt: is het rechtvaardig, is het verstandig, is
het eerlijk? Bovenal zal hij nooit zich verbinden mogen
tot het uitbrengen van zijn stem overeenkomstig het
gevoelen van de meerderheid van een club.
De heer de Pressensé, wiens naam wij zoo even
noemden, is een onafhankelijk lid van den Franschen
Senaat. Ieder weet, hoe lief hij het evangelie heeft,
en hoe louter zijn karakter is. Zijn woord heeft dan
ook grooter zedelijke kracht dan dat van den anti
revolutionairen leider in onze Tweede Kamer.
De Haagsche correspondent van de Zaanlandsche Ct.
schrijft
De verkiezing, in het district Schiedam noodzakelijk
geworden door de »onpartgdige" benoeming van den
oprecht aan onze partij verknochten Mr. Patijn tot
advocaat-generaal bij den Hoogen Raad, heeft heel
wat moeielijkheden te voorschijn geroepen. Op Schiedam,
ge weet het, is steeds de hoop der Katholieken ge
vestigd geweestmeermalen hebben zij er hun best voor
gedaan om een district Schiedam te verkrijgen, alleen
reeds omdat zij door hun numerike kracht, zich zeker
waanden van de overwinning. Bij de vorige verkiezing
moesten zij echter, omdat de anti-revolutionairen een
der hunnen candidaat hadden gesteld, 't onderspit
delven. Toen waren we nog niet in de periode der
opoffering van eigen overtuiging. Nu is er een vacature
en opnieuw hebben de heeren van Dordrecht (de anti
revolutionairen) zich gehaast een van de hunnen, den
heer Van der Borch van Verwolde, als de candidaat
der rechterzijde te proclameeren.
De Katholieke toongevers te Schiedam waren des
wege niet tevreden en hebben bij de hooge politieke
autoriteiten geappelleerdzij willen hun candidaat,
den vader van het nieuwe district Schiedam, zijn
eereplaats geven. Het moet onzaglijk veel moeite
hebben gekost om de heéren te doen begrijpen, dat
er voor een vertegenwoordiger van Rome ditmaal geen
ruimte was. Het dreigde tot een scheuring te komen,
tot 't stellen van twee candidaten van de rechterzijde,
waardoor allicht de liberaal de zege zou hebben behaald.
En hoe is men nu tot een vergelijk gekomen
Ge raadt het niet, en ofschoon ik het uit goede
bron vernam, kan ik het zelf bijna niet gelooven
Men heeft de Katholieke leidei s in het district
Schiedam voorgepraat, dat de anti-revolutionairen bij
de begrooting vergoeding zullen geven voor de in
schikkelijkheid doorhet toestaan van gelden voor
een gezantschap bij den Paus!
De pensioenwet voor de ambtenaren is naar de
briefschrijver uit de residentie van het Z. D. bericht
nu aanhangig bij den raad van ministers. »Ik
vernam", zegt hij, »dat de leges niet geheel zullen
vervallen, doch vele stukken er van worden vrijgesteld.
De leges, welke men zal blijven heffen, zullen worden
gestort in de Staatskas, De ambtenaren, die nog leges
genieten, zullen deswege worden schadeloos gesteld.
Het maximum van pensioen zal op f 600 worden
gesteld voor de nieuw te benoemen ambtenaren. De
bestaande behouden, ook bij verhooging in rang, hun
verkregen rechten. Het weduwenfonds voor de ambte
naren bij de departementen van algemeen bestuur