Buitonland.
schouwde, en niet aan hem had het gelegen, dat zijn
wil op onmacht was afgestuit. Hij prees den heer
Pijnacker Hordijk gelukkig, omdat deze hier kwam
in de volle kracht van den mannelijken leeftijd, en
hij wenschte van harte, dat zijn opvolger onder Gods
zegen en de samenwerking van de regeering in Neder
land meer voor deze gewesten zou kunnen doen dan
het hem gegeven was, waarop te meer kans bestond,
omdat de rampen der laatste jaren thans voorbij
waren en er veel ter uitvoering was voorbereid.
Met heldere duidelijke stem zeide de heer Pijnacker
Hordijk ongeveer het volgende: Hij sprak zijn dank
uit voor de hartelijke woorden van welkomst en waar
hij daarop met een korte rede zou antwoorden, lag
het in den aard der zaak, dat het niet zou zijn een
weerslag op hetgeen de heer Van Rees had gezegd,
dat deze den blik had gewend naar het verleden, en
hij de toekomst in het oog had. Hij had de betrekking
van gouverneur-generaal niet begeerd, en aangenaam
zou het hem zijn geweest, indien Koning en ministers
op een ander het oog hadden laten vallen, doch dit
was geen grond voor hem geweest, de benoeming
niet aan te nemen. Een van de redenen, die hem
hadden doen aarzelen en doen bedenken of hij wel
de geschikte opvolger zou zijn van den heer Van
Rees, was, dat hij de ervaring miste, die deze zoo
ruimschoots bezat, doch het was meer voorgekomen,
dat mannen zonder eenige persoonlijke ervaring van
Indische toestanden tot zegen van Indië als gouverneur-
generaal waren werkzaam geweest, en bij de beraad
slagingen over het regeerings-reglement was het zelfs
gezegd, dat het wel goed was, indien nu en dan zulk
een man in deze gewesten het bestuur voerde. De
heer Van Rees zou uit een andere ambtsbekleeding
nog weten (de spreker glimlachte bij deze herinnering
aan de dagen, toen hij minister was van binnenl.
zaken en de heer Van Rees voorzitter der Tweede
Kamer) boe hij gewoon was uit eigen oogen te zien,
naar eigen inzicht te handelen. Doch daarom stelde
hij wel degelijk prijs op de adviezen van anderen,
zoo van ambtenaren als van particulieren, die in Indië
belang stelden: hij zou die der colleges en ambtenaren,
welke hij hoopte dat onbevangen zouden worden uit
gebracht, in den eersten tijd vooral zeer noodig hebben
en met de meeste zorg zou hij ze nagaan en er op
letten. Bij zijn bestuur zou hij zijn aandacht gevestigd
houden op het belang van den Nederlandschen staat,
op dat van de Nëderlandsche ingezetenen, die voor
den bloei en de ontwikkeling van Indië onmisbaar
zijn, maar eveneens in volle mate op dat der inlandsche
bevolking, want hij onderschreef geheel de woorden
in zekere openingsrede geplaatst, dat onze heerschappij
een zegen moet zijn voor Indië. Hij zou daarom de
stoffelijke ontwikkeling van die bevolking trachten te
bevorderen, maar niet minder de zedelijke en intellec-
tueele, en dit laatste kon het best geschieden door
het goede voorbeeld van de Europeesche en inlandsche
ambtenaren. Het was hier de plaats niet en ook geen
usantie bij een gelegenheid als deze een geheel bestuurs-
programma te gevendoch één punt wilde hij toch
aanroeren, iets dat in de laatste tijden gebleken was,
en dat was het bederf in de Indische ambtenaars
wereld; dat kwaad moest gestuit worden, daarmee
moest het uit zijn. Ten slotte uitte hij den wensch,
zeker door alle aanwezigen gedeeld, dat het den heer
Van Rees verder goed mocht gaan, dat hij behouden
in het vaderland mocht aankomen en daar nog vele
gelukkige jaren mocht doorbrengen.
Toen defileerden de hooge ambtenaren en officieren
voor de beide landvoogden en werden zij door den
heer Van Rees aan zijn opvolger voorgesteld. Ongeveer
een uur later had op het paleis van het Waterloo-
plein de overdracht plaats van het bestuur en werd
door Z. E. den gouverneur-generaal Pijnacker Hordijk
audiëntie verleend aan allen, die zich daartoe aan
meldden, op de wijze als dit op 's Koningsver jaardag
gebruikelijk is.
Oiigelukkeii, Kampen, Misdaden, enz.
Deze week was te Goes een echtpaar aan het
stoeien. Beiden trokken aan een sleutel en wilden
dien elkander afhandig maken; nog een ruk en de
vrouw liet los. Door dien schok kwam het voorwerp
in het oog van den man terecht, en kwetste dat
zoodanig, dat de stoeierij waarschijnlijk met een ope
ratie te Utrecht zal eindigen.
Brazil ië-
De Gouden Roos, voor dit jaar door den H. Vader
wegens afschaffing der slavernij toegekend aan de
regentes-kroonprinses van Brazilië, is haar op 28 Sept.
in de kapel van het paleis de Rio-de-Janeiro, plechtig
door mgr. Spolverini, pauselijk internuncius bij het hof
van Brazilië, overhandigd, in tegenwoordigheid van Hunne
Majesteiten, de geheele keizerlijke familie, de bis
schoppen van Rio-de-Janeiro, St.-Paul, Para en Olinda
(Pernambuco), vertegenwoordigers van den aartsbisschop
van Bahia en van alle overige bisschoppen, het geheele
diplomatieke corps, de hooge beambten des lands, de
ministers, deputaties van Senaat en Kamer en ge
meenteraad, van leger en vloot, van de rechterlijke
macht, enz., enz. De pauselijke internuncius en verdere
afgevaardigden des Pausen kwamen in vier koetsen,
voorafgegaan door een eere-escorte, uit het klooster
der Karmelieten, waar de Roos voorloopig neergelegd
was, naar het paleis. Nadat mgr. Spolverini een
plechtige hoogmis had opgedragen en de bisschop van
Para eene feestrede had gehouden, geleidde de graaf
d'Eu zijne gemalin (kroonprinses) naar het altaar,
waar zij knielend uit de handen van den nuncius het
symboliek geschenk des Pausen ontving.
Rusland.
Veel opzien heeft de bekeering verwekt van Leon
Tikhomiroff, de eenige overlevende van het vermaard
nihilistisch comité, dat Alexander II ter dood ver
oordeeld had en zijn vonnis uitvoerde. Dat comité
had in 2 jaren 5 aanslagen op het leven van den
czaar ontworpen, en die van 13 Maart 1881 gelukte.
Het was samengesteld uit zes personenvijf werden
dadelijk gevangen genomen en 10 April 1881 opge
hangen; Tikhomiroff alleen kon de grenzen bereiken
en vluchtte naar Genève. Vandaar zette hij zijn nihi-
listischen arbeid voort. Vóór eenigen tijd verscheen er
plotseling bij den uitgever Savine een vlugschrift in
't Russisch, getiteld: «Waarom ik geen nihilist meer
ben!" In dat vlugschrift verklaart Tikhomiroff, dat
op het oogen blik dat het comité den dood van Alexander
II besloot, hij aan de mogelijkheid eener revolutie in
Rusland geloofde. Thans echter is hij vast overtuigd,
dat de czaar zijn volk meer bemint dan de zoogezegde
vrienden van den moejick, de nihilisten. Hij zet daarom
al de Russische revolutionairen aan, zich met hem
onder het vaandel van den czaar te scharen en de
hervormingen van den goeden wil des keizers af te
wachten.
-Ouitsoliland.
De conservatieven houden zich overtuigd, dat de
regeering bij de verkiezingen voor den Pruisischen
landdag hare liefde op de nationaal-liberalen heeft
overgebracht. Een van de koryphaeën, de professor
Adolf Wagner, heeft zich dientengevolge openlijk tegen
den heer von Bismarck verklaard en verzekerd, dat
zijne conservatieve geestverwanten weigeren zouden,
den rijkskanselier langer te volgen. »De heer von
Bismarck moge bedenken", zeide de redenaar
«dat hij dikwijls heeft gedwaald, en dikwijls later
heeft gedaan, wat hij vroeger had afgekeurd." Doch
ook de nationaal-liberalen zijn ontevreden. De Köln.
Ztg. klaagt, dat de regeering haar macht te weinig
laat gelden.
B e I gf i e.
«De minister de Bruyn, zoo leest men in het
Hctndelsbl. van Antwerpen, heeft in een omzend
brief de aandacht getrokken op de pleegvormen, die
er noodig zijn voor het bekomen der toelating tot
het dragen van vreemde decoraties. De vele misbruiken,
die er worden gepleegd, maken strengere maatregels
noodzakelijk, die daarenboven door den omzendbrief
worden aangeduid. Geen enkele staatsambtenaar zal
nog een vreemde decoratie mogen dragen, indien de
decoratie zelf niet door het staatsbestuur erkend is.
Daarenboven is aan de ambtenaars streng verboden
langs rechtstreekschen of onrechtstreekschen weg eere-
teekens te vragen. Den beambten van het departement
van Landbouw is het zelfs streng verboden kunst- of
boekwerken aan vreemde staatsoversten op te dragen,
daar dergelijke opdrachten algemeen als een vraag
tot decoratie aangezien worden".
F r a n li i* ij k.
De heer Peytral, minister van financiën, heeft in
de Kamer verklaard, dat de regeering geen tijd had
gehad om een hervormingsbudget gereed te maken.
Doch de uitgaven zijn niet verhoogd, en zij worden
door de ontvangsten gedekt. Hij wederlegde verschillende
bezwaren en gaf opheldering aangaande de buiten
gewone begrooting van oorlog, die 918 millioen bedraagt,
waarvan reeds 220 toegestaan zijn. Het belang der
beraadslaging is dit jaar voornamelijk gelegen in die
buitengewone begrooting. Eene gebiedende noodzakelijk
heid maakt nog voor de eerstvolgende jaren eene
buitengewone begrooting van oorlog noodig. Voor dit
jaar worden er '130 millioen vereischt; doch er zal
slechts voorzien behoeven te worden in eene som van
92 millioen, daar er nog 38 millioen beschikbaar zijn
als overschot van de conversie. Het overige zal gevonden
worden door de uitgifte van schuldbrieven, die zes
jaren te loopen hebben. Hierna ontwikkelde de minister
zijne plannen tot verbetering van den financieelen
toestand. De geringe klasse moet ontheven worden
door verhooging van sommige bestaande belastingen,
zooals op den grondeigendom en op de successie, en
invoering van nieuwe, zooals de inkomstenbelasting.
Donderdagavond gaf de tegenwoordigheid van Bou-
langer met zqn familie in het Thé&tre lyrique aan
leiding tot groot schandaal en bij het uitgaan werden
zijn vrienden en vijanden handgemeen. Erger ging
het toe op een vergadering in de zaal Wagrem. Ook
daar werd gevochten en reeds werden velen bloedend
weggedragen, toen Charles Lullier een revolver afschoot.
Nu werd de verwarring onbeschrijfelijk; ieder zocht
een goed heenkomen, hetgeen niet gemakkelijk ging,
daar het gas werd uitgedraaid. Lullier is met een
mes in den nek gewond; of zijn schoten iemand
hebben getroffen, weet men niet.
Fritz Kilian, zich ook noemende van Hohenburg,
is door de rechtbank te Nice wegens spionnage tot
vijf jaren tuchthuisstraf veroordeeld. Kilian was gevat
den 29 Augustus op het oogenblik, dat hij aan het
postkantoor een pakketje bezorgde, waarin onder bloemen
een patroon van het Gras-geweer verborgen was.
Daarop werd een huiszoeking bij hem gedaan, waarvan
het gevolg was, dat een lijvig pak brieven en andere
schrifturen in de Duitsche taal gevonden en in beslag
genomen werden. Teekeningen van forten in het
departement der Zee-Alpen en andere aanteekeningen,
alle betrekking hebbende op de verdediging en sterkte
van Frankrijk, bevonden zich onder die papieren,
waarvan afschriften naar Berlijn waren gezonden.
Kilian heeft alles ontkend. De plannen en teekeningen
waren slechts een zaak van liefhebberij, schetsen van
de omstreken van Nicede patroon van het Gras
geweer was door hem uit aardigheid aan een vriend
te Berlijn gezonden. Hij heeft geen advocaat kunnen
vinden, die vrijwillig zijn verdediging op zich nam,
zoodat hem van ambtswege een advocaat was toe
gevoegd. De veroordeeling is gevolgd uit krachte der
verscherpte wet van 18 April 1886. Het is de eerste
maal, dat die wet een toepassing vindt. Kilian was
reeds vroeger tweemaal in hechtenis genomen als
verdacht van spionnage. Maar hij is toen vrijgelaten
wegens gebrek aan bewijs.
Gemeiigd Kuitenlandsch Nieuws.
De consul van Engeland te Chicago deelt in het
consulair bericht aan zijn regeering mede, dat de
varkens-cholera in de Vereenigde Staten hevig woedt,
en geheele troepen dier dieren afsterven. De gestorven
varkens worden in fabrieken tot reuzel, margarine en
zeepvet verwerkt. Voor de consumptie in eenige staten,
bijv. Iowa, moet het fabrikaat van het opschrift «vet
van gestorven varkens", voorzien zijn, doch dit geldt
niet voor den uitvoer, en ook is de consumptie niet
verboden^
Ook de bestuurders der meisjesscholen te Berlijn
hebben thans de ouders dringend gewaarschuwd tegen
het dragen van zware schooltasschen door de meisjes.
Deze waarschuwing is gegrond op de verklaring van
geneeskundigen, dat het zoogenaamde «scheef worden",
bij meisjes op den leeftijd van 11 tot 14 jaar veel
vuldig waargenomen, moet worden toegeschreven aan
het voortdurend dragen van zware schooltasschen aan
ééne hand.
In vele scholen te Berlijn is daarom ook voor meisjes
het gebruik voorgeschreven van tasschen, die bij wijze
van ransel op den rug gedragen worden, met riemen
over beide schouders, zooals jongens die veelal dragen.
Ook dan echter is het aan te bevelen, de tasschen
niet te zwaar te belasten.
Blijkens the Lancet heeft zich bij het heerschen
der pokken te Manchester sedert het begin van dit
jaar het merkwaardige feit voorgedaan, dat van de
talrijke joodsche bevolking niet één enkele persoon
onder het groote aantal der in pokkenhuizen opge
nomen zieken voorkwam, ofschoon die bevolking zeer
vele armen telt en van haar vele honderden als rood
vonklijders in hospitalen lagen. De verklaring hiervan
is, dat de joodsche kinderen goed ingeënt en de vol
wassenen grootendeels herent worden, en wel tengevolge
van den strikten maatregel van den kant der Israë-
lietische besturen, dat geen huisgezin, bij hetwelk
zich een niet gevaccineerd kind bevindt, eenige onder
steuning ontvangt.
Naar men ons mededeelt, komt dergelijke bepaling
ook in menig reglement van Nederlandsche Israë-
lietische armbesturen voor.
Kerk- en Schoolnieuws.
Op het drietal naar de Chr. Ger. Gem. te Schiedam
komt voor, ds. Goedbloed te Zierikzee.
Benoemd tot leerares in de Hoogduitsche taal te
Deventer, mej. J. M. E. Van deRivière, onderwijzeres
aan school E te Goes.