voor het arrondis- >4?a sement Zierikzee. 1888. No. 68. Zaterdag 1 September 91ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD ES Bilden, NMAN MOOIJ. tracten o te bij eringen, iani en Heeren J. T. 3 Com- 'bsss., elje, te ver- Regu- ïdenten bij den hage, ulden leven 3,11. 3,71. 14,53. w. t. 771/, 91 II 100<3/it 1041/, 89'/, *9i/, 643/le 1023/., 86 ion/, 85i/4 147 «PA. 86»/» 671/, 663/, 91 137 91V, 773/, 101»/a 39i/a 1161/, 573/i, 93'/» 97 99'/» l,16i/a 2,46 ZlEHIkZEESCUE COURANT. Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden 1,-. Franco per post 1,-. Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad 10 Cent. PRIJS DER AD VERTENTIEN: Per gewone regel 10 Cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 Cent. Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. LAKENMAN. Binnenland. ZIERIKZEE, 31 Augustus 188 8. In de eergisteren gehouden Gemeenteraadsvergadering is besloten, aan den heer A. C. van der Kloot, op zijn verzoek, voor f 1 per M2. in eigendom af te staan, eene oppervlakte gemeentegrond, groot ongeveer 60 M2., in de wandeling. Aan Mej. de wed. Ceulen, geb. Smits, is afschrijving van hoofdelijken omslag over 1888 verleend ten bedrage van f 1,635, wegens vertrek uit de gemeente. Naar aanleiding van een ingekomen brief van den waarnemenden Arrondissements-Schoolopziener, is de in de vorige vergadering gedane tijdelijke benoeming van Mej. J. H. Adriani, tot onderwijzeres aan de Meisjesschool, ingetrokken, opdat de wet geene tijdelijke opdracht der betrekking van onderwijzer door den Raad toelaat. Die opdracht zal alsnu door Burgem. en Weth. geschieden. Op een adres van eenige veehandelaars en vleesch- houvvers is besloten, alhier een veemarkt in te stellen van 1 Augustus tot half December des Donderdags van elke week. Deze markt zal worden gehouden aan de Balie. De geloofsbrief en de daarbij behoorende stukken van het op den 21 Augustus 1.1. verkozen Raadslid, de heer M. C. Mulock Houwer, zijn onderzocht en in orde bevonden, zoodat tot zijne toelating besloten is. Overeenkomstig het advies der Commissie van onder zoek worden onveranderd vastgesteld, de rekeningen over 1887 van de Gemeente, van de dienstdoende Schutterij en van de Bewaarschool voor minvermogenden met een goed slot respectievelijk van f 5308,27, f 71,83 en f 11,95. Aan Burgem. en Weth. is machtiging verleend tot het doen vernieuwen der bliksemafleiders van de Nobel- poort, waarvan de kosten zijn geraamd op f 175. Capelle, 28 Augustus. Ingelanden van den Polder de Vier Bannen van Duiveland hielden op heden ver gadering tot het aanhooren van de rekening en ver antwoording over het dienstjaar 1887 op 1888 van genoemden polder. Daaruit bleek dat de onvangsten hadden bedragenf 37165,08 en de uitgaven29965,68 zoodat de rekening een goed slot aan toonde vanf 7199,40 Verder werd nog besloten om het kaaigeld voor de suikerbieten, welke aan de haven te Stevensluis inge scheept worden, te bepalen op 10 cent per 1000 K.G. bruto gewicht. Tot lid der Staten van Zeeland is gekozen de heer C. L. Van Woelderen (liberaal) met 1578 stemmen. De heer L. Bossenaar (anti-revolutionair) kreeg 1297 stemmen. Men schrijft uil Delft: Door het gezelschap der Nieuwe Rotterdamsche Schouwburg-Maatschappij, directie Alex. Faassen en Co., werden gedurende de kermis aldaar een drietal voor stellingen gegeven van het ook te Rotterdam opge voerde kermisstuk: »Een Wijzertje Rond", waarvoor de belangstelling zóó groot bleek te zijn, dat voor de eerste voorstelling, die Woensdag plaats had, reeds des namiddags ten 2 ure geen enkele zitplaats meer beschikbaar was. Meer dan 200 personen moesten, naar men zegt, zonder plaats te hebben kunnen bekomen, terugkeeren. De dichter W. J. Hofdijk is Woensdagmiddag op ruim 72jarigen leeftijd overleden. Van jongs af leidde Hofdijk een zeer werkzaam leven. Hij werd opgeleid voor het onderwijsdoch zijn voornaamste vorming dankt hij aan zichzelf. Hij zag zijn ijver beloond met een aanstelling tot leeraar in de Nederlandsche letteren aan het Gymnasium te Amsterdam. Door zijn geschiedkundige en dichterlijke werken had hij zich daarenboven een eervollen naam ver worven. Door zijn standaardwerk »Ons Voorgeslacht" heeft hij duizenden aan zich verplicht; terwijl ook zijn gedichten, waarbij zijn geliefd »Kennemerland" eene eereplaats inneemt, insgelijks aan duizenden genotvolle oogenblikken hebben verschaft. De herziening van het kon. besluit van 14 Maart 1880, Staatsbl. 31, houdende bepalingen omtrent te nemen voorzorgsmaatregelen bij het dreigen of heerschen van besmettelijke veeziekten, heeft de regeering aan leiding gegeven om, evenals voor de besmettelijke vlek ziekte der varkens, ook aangaande het kwaadaardig klauwzeer der schapen bij de ambtenaren van het veeartsenijkundig staatstoezicht inlichtingen in te winnen omtrent het voorkomen, de oorzaak en den aard dezer kwaal hier te lande. Van de 65 districts-veeartsen en plaatsvervangende districts-veeartsen hebben 64 aan die uitnoodiging gevolg gegeven, luidens een onder dagteekening van 3 Aug. verschenen verslag, opgesteld door den direc teur van 's rijks veeartsenijschool te Utrecht. De zake lijke inhoud van de verschillende rapporten, door genoemde heeren uitgebracht, komt in het kort op het volgende neer: 1. dat de kennis van het kwaadaardig klauwzeer als eene zelfstandige ziekte hier te lande in meer dan één opzicht, namelijk wat haar ontstaan, haar beeld, hare geneeslijkheid en hare oeconomische beteekenis betreft, hoogst onvolledig moet heeten 2. dat hoofdzakelijk in de provincie Noord-Holland, en verder in Zuid-Holland, in een deel van Zeeland alsmede in gedeelten van Limburg, de bedoelde aan doening in meerdere of mindere mate bekend is ge worden, in de drie eerstgenoemde provinciën echter nog aan 1 van de 3 districts-veeartsen en aan 16 van hunne 23 plaatsvervangers onbekend is gebleven; 3. dat overal en ten allen tijde de ervaring op gedaan is, dat een meer uitgebreid voorkomen der kwaal samengaat met het bestaan van vochtigheid, hetzij van bodem of van weder, of wel van beide 4. dat de meening, dat zij ontstaat door overgang van het eene dier op het andere, geen onverdeelden steun gevonden heeft, al zijn dan ook waar- en proef nemingen bekend, die aan eene infectieziekte dpen denken 5. dat over hare geneeslijkheid verschillend wordt geoordeeld, maar dat toch zij, die in ruime mate over eigen ervaring beschikken kunnen, de kwaal in dat opzicht weinig belangrijk, en in verband daarmede hare oeconomische beteekenis gering achten 6. dat zij in de provinciën Friesland, Groningen, Drenthe, Overijsel, Gelderland, Utrecht en Noord- Brabant tot nog toe grootendeels onbekend is gebleven. De genoemde conclusies hebben de regeering doen besluiten, het kwaadaardig klauwzeer der schapen voorshands nog niet op te nemen onder de besmette lijke veeziekten, waarvoor bepaalde maatregelen van overheidswege dienen genomen te worden. In de afgeloopen week is men begonnen met het opruimen van de wrakstukken der »Lutine". Groote stukken zijn door de booten opgehaald. Men hoopt daarna beter de schatten te kunnen bereiken. Opge zogen werden in de vorige week slechts 29 Spaansche matten. In een artikel in de Tijd verklaart de heer B. R. F. van Vlijmen, lid der Tweede Kamer, zich op ver schillende gronden tegen afschaffing der plaatsvervan ging hij het leger. De plaatsvervanging, betoogt hij, geeft veel geoefende soldaten aan het leger. Immers, het is bekend, dat 25 pCt. van de plaats vervangers jongens zijn, die vroeger als milicien gediend hebben en dus geoefend zijn. Door die geoefendheid worden zij dikwerf zeer spoedig bevorderd tot scherp schutter of zelfs tot korporaal. Ook gebeurt het niet zelden, dat een plaatsvervanger ten slotte zich zóó wel bevindt in den dienst, dat hij zich verbindt als vrijwilliger. De discipline der plaatsvervangers laat bovendien weinig te wenschen over. Die van »jongeheeren uit den aanzienlijken stand" daarentegen wel: in korten tijd kan men daarvan geen bruikbare soldaten maken. Verderfelijk noemt de heer van Vlijmen het privilege, dat door den voiigen minister van oorlog in 't leven geroepen is, om de vervulling van den persoonlijken dienstplicht bij de militie smakelijk te maken, n.l. het voorrecht om, onder zekere voorwaarden, na verloop van vier maanden eersten diensttyd, in het genot van groot verlof te worden gesteld. De mannen der practijk wederom zullen, volgens den heer v. V., getuigen, dat op deze wijze slechts een denkbeeldige geoefendheid verkregen wordt. »Trouwens", zegt hij, »elk gezond verstand kan gemakkelijk bevroeden dat, waar door vele vakmannen de éénjarige eerste oefeningstijd nog als te kort be schouwd wordt, men van een jongeling, al bezat hij Salomo's wijsheid, niet in vier maanden tijds een grondig geoefend soldaat kan maken. »Wat wij boven alles noodig hebben, is: geoefend heid, en deze wordt niet verkregen, door afschaffing van plaatsvervanging of door het voorrecht van vier- maandelijkschen diensttijd, maar door een doeltreffende tijdsverdeeling en door een doeltreffende bepaling van het tijdstip van opkomst onder de wapenen". Men schrijft uit Terschelling, dd. 25 Aug.: »Door den heer M. Bruijne te Amsterdam, zijn de drie op Te»schelling gestationneerde reddingsbooten voorzien van een toestel om olie uit te storten bij een woedende zee. Die toestel bestaat uit een zinken trommel in den voor- en achtersteven, met kraan en handel, een koperen trekker waaraan een gutta-percha slangetje is bevestigd, dat buiten boord uitkomt. Het wordt gevuld met machine-olie. Het geheel is dus hoogst eenvoudig; de plaatsing maakt het onnoodig om bij het gebruik de riemen los te laten. De heer Bruijne vertrekt ook naar de andere stations op de Noordzee-eilanden". Te 's Hage heeft Dinsdag te 2 ure in tegenwoordig heid van den wethouder voor openbare weiken, den architect-directeur, den brandweer-commandant, den opperbrandmeester, den administrateur van den schouw burg, enz., een beproeving plaats gehad van de brand- blusch- en reddingsmiddelen in en om den schouwburg. Vooreerst werd het regentoestel, dat op het tooneel ter blussching van brand is aangedacht, in werking gesteld, waarbij in een paar seconden een dichten regen kletterend nederviel. Daarna werden excercitiën met de reddingsladder uitgevoerd en ten slotte een proef genomen met een kortelings in Engeland uit gevonden schiettoestel, om lijnen over gebouwen te brengen, waarin brand is uitgebroken en zoodoende een verbinding te maken tusschen de in gevaar v§r- keerende personen en hen, die pogingen ter redding aanwenden. Dit laatste toestel van The line throwing Gun Com pany lim. te Dundee, wordt geleverd in drie vormen, als pistool, als buks en als mortier en wordt met eene gewone kruitlading met percussie bediend. Met het pistool schiet men een in een bordpapieren huls opgerolde lijn tot op een afstand van 60 meters

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1888 | | pagina 1