ZIERIKZEESCHE COURANT. voor het arrondis- sement Zierikzee. fS, m. 1888. No. 54. Zaterdag 14 Juli. 91ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD IS Binnenland. lien, MAN IOOIJ. IADE, AAR- tZEEP 1EER- J30R- 'EUR, 1T0P- 3lY. "15/ia M>15/ia 04 91 025/,, 85'//. M'3//. 84 «V» 06 64=/, 665,io BO 33 02//2 /0»/j. 13 ,03 7,40 0,50 5,70 5,40 5,20 4,90 4,75 4,50 3,60 3,10 7,50 7,10 !1,— ao,_ Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden ƒ1,-. Franco per post f 1,-. Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad 40 Cent. PRIJS DER ADVERTENTIE N: Per gewone regel 40 Cent. II u w e 1 ij k s -Geboorte- en Doodberichten van 46 regels 60 Cent, Dienstaanbiedingen van 4-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zendenaan den uitgever II. LAKE1MMAN. ZI ERIK ZEE, 43 Juli 188 8. Te Amsterdam is deze week geslaagd bij het le natuurkundig examen de heer P. J. Zaalberg. Op het adres van W. H. Martin te Vlissingen, verzoekende aan de Provinciale Staten van Zeeland uit de provinciale fondsen een subsidie van f 42,000 voor een aanleg- en wandelsteiger voor het badhotel aldaar, is afwijzend beschikt. Op een vergadering van de sociëteit »Nederlandsch loodswezen" te Vlissingen is met algemeene stemmen besloten tot het aangaan van een geldleening groot f 25,000, ten einde een eigen gebouw te stichten, aangezien de eigenaar van het tegenwoordige gebouw niet geneigd is het huurcontract te vernieuwen, dat 4 Juli 4889 ten einde loopt. Dinsdag heeft aan het Departement van Buitenlandsche Zaken de onderteekening plaats gehad eener schikking tusscben Nederland en België, betreffende de verlaging van het port van drukwerken tusschen de beide landen uit te wisselen. Mag men het eenparig oordeel der dagbladen over het wetsvoorstel-Nieuwenhuis tegen de gedwongen winkelnering als juist aannemen, dan is er één punt van overeenkomst tusschen den heer Nieuwenhuis en Thorbecke. Kunst is geen regeeringszaak, zeide Thorbecke. Regeeringszaken zijn geen kunst, antwoordde Domela Nieuwenhuistoen hij nog geen lid der Kamer was. Dwalen is menschelijk, bewezen beiden. Door de te Koog aan de Zaan gevestigde afdeeling van de Noord-Hollandsche vereeniging «Het Witte Kruis" is een doelmatig geschrift verpreid bevattende voorschriften over kunstmatige voeding van kinderen in het eerste levensjaar", samengesteld door Dr. B. Stepban, lid van het Hoofdbestuur van de vereeniging Het Witte Kruis." De omstandigheid dat een groot aantal kinderen 20 °/0) beneden het eerste levensjaar sterft ten gevolge van onregelmatige, ondoelmatige of geheel verkeerde voeding, raag zeker wel als motief gelden, om deze Voorschriften" in ruimeren kring te doen lezen. Dat zij mogen strekken tot verhooging der volks gezondheid Naar men verneemt is door den Minister van Oorlog de aankoop van postduiven ten behoeve van het departement van Oorlog opgedragen aan den heer A. J. Bronkhorst Jr. te Haarlem, die zich tot dat doel naar België heeft begeven. 's Ministers keuze is op den heer Bronkhorst ge vallen, omdat deze niet alleen als houder van een. aantal postduiven, maar vooral als kenner dezer vogels bijzonder gunstig bekend staat. O. a, weet de heer Bronkhorst de duiven zoodanig af te richten, dat deze van het eigen hok uit een reis maken om weder een bezoek te brengen aan het vreemde hok, waarmede men hen eens heeft doen kennismaken. Z. M. de Keizer van Duitschland heeft aan Z. Exc. den luitenant-generaal Jhr. Verspeyck een gouden doos met edelgesteenten en van zijn portret voorzien ten geschenke gegeven. De ordonnans-officier R. baron van Heeckeren van Molecaten is door Z. M. den Keizer van Duitschland benoemd tot ridder der orde van den Rooden Adelaar. De proef, die bij sommige regimenten genomen is, om den soldaat eens in de week aardappelen met salade en haring te geven, is slechts gedeeltelijk gelukt. Men is nu overgegaan om ze aardappelen met wortelen, zoutevisch en botersaus te geven, dat de algemeene goedkeuring wegdraagt. Tot eersten geneesheer in het krankzinnigengesticht «Voorburg" zal, volgens de Br. Ct., worden benoemd dr. P. A. H. Sweens, thans practiseerend geneesheer te 's Hertogenbosch. Uit een mededeeling van den heer J. E. Scholten te Groningen in de Asser Ct. blijkt dat het hoofdbestuur van den werkgeversbond besloten heeft, naar aanleiding van ontvangen wenken, de statuten te herzien, voordat verdere moeite tot het oprichten van afdeelingen zal worden gedaan. Z. M. de Koning heeft de betrokken ministers gemachtigd, het contract met de Nederlandsche Rijnspoorwegmaatschappij gesloten, tot wijziging dei- concessie, in overeenstemming met de directie dier Maatschappij te verbreken. Volgens een telegram uit Batavia, is de overeenkomst omtrent de pakketvaart in Nederlandsch-Indië met den Gouv.-Generaal door beide partijen geteekend> Wij ontvingen onderstaande circulaire, waarvan de strekking ons niet recht duidelijk is en daar dit het laatste woord is van den heer Hoekstra, valt het moeielijk op uitlegging aan te dringen. Mijn laatste woord. DANKBETUIGING aan de KIEZERS van NEDERLAND! voor hunne bemoeiingen in zake de samenstelling van de Kamers der Staten-Generaal. Immers de Kamers hebben veranderingen ondergaan, zoowel in getal als in gehalte. De uitwerking daarvan is reeds zichtbaar en kan doen vermoeden dat ware verdiensten zullen beloond worden. De spreuk «doe wel en zie niet om", schijnt door de Hooge Regeering nog niet vergeten te zijn. GOD ZEGENE HAAR! Dat de Ware-, Reine-, Edele Leer van Christus moge zegevieren boven de Moord-ademende kerkelijke Godsdiensten en Schijnheiligheden Schagen, is de wensch van E. HOEKSTRA. Juli 4888. De leden van de Eerste Kamer zijn ter vergadering bijeengeroepen tegen Maandag den 46 dezer, des na middags te één ure, in de vergaderzaal der Tweede Kamer. De Vereeniging van voorstanders eener Nederl. Octrooi wet heeft een adres gezonden aan Z. M. den Koning om Zr. Ms. aandacht te vestigen op de dringende behoefte, die er bestaat aan de zoo spoedig mogelijke invoering eener goede octrooiwet voor Nederland en zijne Koloniën. Afschriften van het adres zijn gezonden aan den Minister van Waterstaat en aan de 4e en de 2e Kamer. Naar men verneemt, zal er in de maand Augustus een transport onderofficieren der marine per particuliere gelegenheid naar Oost-Indië worden uitgezonden. Op de hoeve der Rijks-landbouwschool heeft men dit jaar geen maïs, maar in de plaats daarvan gras genomen om als groen voeder bewaard te worden. In vorige jaren werd dit bewaard in een gegraven kuil of een gemetselde silo,- in beide gevallen waren de wanden gedekt. Thans heeft men het gras op den gelijken grond opgestapeld en wordt het eerst na ineengezakt te zijn enkel van boven geballast. De buitenwanden van den stapel zullen dan wel voor voedsel ongeschikt worden, doch men verwacht, dat het binnenste door deze wijze van bewaren beter aan de eischen zai beantwoorden. De Hangsche kringen, schrijft de briefschrijver uit de hofstad van de Arnh. Ct., zijn diep getroffen dooi den dood van de voormalige prinses Hendrik dei- Nederlanden, die in een gelukkig en gezegend huwelijk eene rijke vergoeding gevonden had voor een treurig leven in haars vaders huis, en een tamelijk vreugde loos eerste huwelijk. Prins Hendrik heeft groote ver diensten voor Nederland gehad en de belangen van handel en industrie van zijn vaderland steeds met ijver, zooal niet altoos met verstandig inzicht, zooveel in zijn vermogen lag, bevorderd. Maar persoonlijk was hij een stil, teruggetrokken man, die voor de conver satie niet veel beteekende, en vooral in zijn laatster» levenstijd, die prinses Maria van Pruisen als gemalin met hem deelde, er niet op vooruitging. De jonge, levenslustige prinses paste kwalijk bij den bedaagden man, die meer peinsde en sliep dan zijne vrouw het hof maakte. Toch heeft zij den levensavond van haren gemaal door haar innemend en liefderijk karakter en door haar vroolijk humeur verlicht en veraangenaamd. In de kringen, waarin 2ij 2ich bewoog, werd de prinses op de handen gedragen, vooral later in haren weduwen- staat, na den rouwtijd, toen zij zich in al de kracht van haar gezond innerlijk en uiterlijk leven deed kennen. Zij was de ziel van en gaf een gullen toon aan de partijen, die zij gaarne bijwoonde, en was niet gewoon dood te blijven op de etiquette, die aan onze hofhouding nu en dan, bij vlagen, nauwgezet pleegt te worden geobserveerd. Nu en dan gaf dat wel eens aanleiding tot halve conflicten. Zoo meldde zich eens de zaakgelastigde of minister-resident van een der zuidelijke, groote mogendheden van Europa, bezield met al het besef van eigenwaarde en streng vasthouden aan de etiquette, bij onzen minister van buitenlandsche zaken met een ernstig beklag: op het souper van een bal was hem een beleediging aangedaan, hij was in zijne waardigheid gemanqueerd. Prinses Hendrik namelijk, die op dat bal tegenwoordig was geweest, had bij het samenstellen van haar souper gezelschap alleen prettige, onderhoudende gasten uit gezocht en den drogen, statigen Don niet daaronder opgenomen. Onmiddellijk op deze beleediging had de gezant met het gansche personeel zijner legatie, dat trouwens meer dames dan heeren telde, de balzaal verlaten, en kwam den volgenden dag aan het departe ment van buitenlandsche zaken zijn beklag doen. Hoe de minister zich daaruit gered heeft weet ik niet, maar de gezant is blijkbaar tevreden gesteld, want er is geen oorlog met Spanje uit dit verre d'eau ontstaan, en de prinses is voortgegaan met zich alleen te richten naar de voorschriften van een gezond en onberispelijk levensgenot, liever dan naar de regelen van préséance en diplomatieke volgorde. Heeft de prinses dus den Nederlandschen minister van binnenlandsche zaken althans één oogenblik van kommer en benauwdheid verschaft, er was een ander ras van Haagsche ambtenaren, die zich aan haar ergerden. Dat waren de Haagsche «dienstknechts", die zich maar niet voegen konden in haren wensch om met grooten spoed een diner of souper af te dienen. Voor het eerste stond zij een half uur, voor het tweede twintig minuten toe; waren die voorbij, de prinses stond op, afgediend of niet. Bij onze koningin Sophie kwam dat zelfde ook wel eens voor in dagen van slecht humeurdan liet zij ook met bliksem snelheid dienen en raakte zelve de spijzen niet aan. Maar wat bij de eene toeleg was en uiting van luim,

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1888 | | pagina 1