ZlllllkZIISIIÏi; COURANT.
voor liet arrondis- aAsk sement Zierikzee.
1888. No. 53.
Woensdag 11 Juli.
91ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden 1,-. Franco per post f 1,-.
Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad '10 Cent.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Per gewone regel 10 Cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van '16 regels 60 Cent.
Dienstaanbiedingen van '1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan dén uitgever II. LAKENMAIY.
Binnenland.
ZIERIKZEE, 10 Juli '1 8 8 8.
Uit Bruinisse wordt aan de N. R. Ct. gemeld:
Nadat de bezinking en bestorting van den oever
van den Onrustpolder op Noord-Beveland slechts enkele
dagen voltooid is, heeft dezer dagen, tusschen het
nieuwe verdedigingswerk en den ouden Camperlandschen
veerdam weder eene oeverafschuiving plaats gehad en
is daarmede weder eenige oppervlakte in zee verdwenen.
De zeedijk van den Anna Erisopolder (westkust van
Noord-Beveland) is op enkele plaatsen door de stormen
der vorige week zoo weggeslagen, dat men, op den
binnenberm staande, in zee kan kijken.
Het groote werk, de ontruiming van de buiten
werken (steenglooiingen) van den dijk, kan derhalve
niet te krachtig worden voortgezet om nog te redden
wat te redden is niet alleen, maar ook om voldoende
hoeveelheid materieel te bemachtigen voor dadelijke
voorziening (verdediging) van den inlaagdijk, hetwelk
daar hoog noodig wordt geoordeeld.
Het bestuur der Rotterdamsche Diergaarde zal
trachten, door vrijwillige bijdragen, een fonds op te
richten ter ondersteuning van beambten en werklieden.
Het meent daartoe noodig te hebben een kapitaal van
ongeveer f 20,000, in aansluiting met het vroeger
door een speciale commissie bijeengebrachte bedrag
van pl. m. '1500. Reeds is er voor een aanzienlijk
bedrag ingeschreven, doch nog niet voldoende om de
zaak ineens tot een goed einde te bréngen.
Uit Rotterdam wordt gemeld
De alhier gevestigde afdeeling der Nederlandsche
Vereeniging tot bevordering van Zondagsrust heeft
eene circulaire verspreid, waarin een beroep wordt
gedaan op de algemeene medewerking onzer ingezetenen.
Zij wenscht in de eerste plaats den omvang van den
Zondagsarbeid hier ter stede te leeren kennen, en
heeft daarom bij hare circulaire een briefje gevoegd,
eenige vragen bevattende, waarop zij de antwoorden
wenscht ingevuld te zien. Zoo mogelijk, wenscht zij
vóór '15 Juli die antwoorden te ontvangen, om daarna
uit deze gegevens een overzicht samen te stellen, en
vervolgens te beslissen welke middelen er zijn aan te
wenden om den arbeid op Zondag tegen te gaan.
Naar men verneemt zal ons land (in de eerste
plaats Rotterdam) binnenkort bezocht worden door een
beroemd Fransch paardenspel, waaraan tevens een
tooneel is verbonden. De groote aantrekkelijkheid van
dit spel zal zijn, dat veel werk gemaakt wordt van
de opvoering van tooneelstukken, waarin de paarden-
dressuur op het gunstigst uitkomt.
Men schrijft van Terschelling, d.d. 6 Juli.
De stoomschelpenzuiger «De Friesland" was heden
weder boven het goudschip de »Lutine" werkzaam,
toen de groote zuigbuis door midden brak en een
belangrijke averij ontstond. De boot gaat nog heden
nacht naar de werf aan den Kinderdijk om te repa-
reeren. De schade is nogal aanzienlijk. De opbrengst
van het kuilzuigen is van zeer geringe beteekenis:
slechts nu en dan wordt een enkele Spaansche mat
opgehaald.
Iets over de «sylpha opaca" den verwoester der
beetwortelvelden niet slechts in Amerika maar thans
ook in Nederland:
De «sylpha opaca" is een soort liever niet ongelijk
aan de »doryphora", die de aardappelen in Noord-
Amerika teistert.
De larve is zwart glimmend en als zij volwassen
is 14 tot 16 millimeters lang. Het lichaam is plat
en gevormd uit twaalf ringen, waarvan de drie eerste
van pooten zijn voorzien. Het lichaam loopt puntig
uit en is voorzien van twee kegelvormige aanhangsels.
Als men een dergelijk insect »sylpha opaca" geheeten,
aangrijpt, laat het aan beide zijden een zwartachtig
vocht los. De eerste larven verschijnen den 20 Mei
en de laatste verdwijnen den '10 Juni. In twaalf dagen
zijn zij volwassen. Den winter brengen zij door in den
grond tot op 40 centimeters diepte. Zij voeden zich
alleen met beetworteleu. Zijn die planten sterk, dan
vergenoegen zij zich met de bladen, maar zijn de
planten klein, zooals dit jaar, omdat het weer te
droog geweest is, dan eten zij blad en wortel op. En
zijn er geen planten meer, dan vreten zij elkaar op.
In den regel voeden zij zich in den vroegen morgen
en 's avonds.
Naar wij vernemen zal het hoogste pensioen voor
weduwen van burgerlijke ambtenaren, volgens de thans
in wording zijnde nieuwe wet op de pensioenen, f 600
bedragen.
Te hopen is het, dat de indiening dezer wet, die,
tot schande voor Nederland, reeds zoovele jaren van
de baan werd geschoven, niet lang meer op zich laat
wachten't is het onweerlegbaar goed recht der
duizenden, die thans nog angstvallig de toekomst
verbeiden. Arnh. Ct.
In de jaarvergadering der Vereeniging tegen de
Kwakzalverij", 23 Augustus a.s. te Amsterdam te
houden, zal worden voorgesteld de vereeniging te
ontbinden. Mocht dit voorstel worden verworpen, dan
zal een nieuw bestuur moeten worden benoemd, daar
het tegenwoordige zijn taak niet wenscht voort te
zetten.
De leden der «Holland Society" te New-York, die
een bezoek zullen brengen aan Nederland, zijn voor
nemens 28 Juli per stoomschip «Amsterdam" van
New-York naar Rotterdam te vertrekken.
Niettegenstaande de vogel wet van het jaar 1880
bestaat, en de overtreders met boete gestraft worden,
hoort men door geheel ons land slechts klagen over
de menigvuldige strooperijen, die op dat gebied worden
uitgevoerd. De Woensdag- en zeer zeker ook de Zater
dagmiddag worden met het oog op den vrijen school
tijd hiervoor het geschiktst geoordeeld en er is niemand
die er een oog op houdt. Nog kort geleden verscheen
in den handel het zoo gunstig beoordeelde werkje van
den kapitein Van Hooydonk over onze vogelwet, dat
ter bescherming aan de jeugd werd aanbevolenmaar
zoolang hierover niet bij herhaling door de onderwijzers
met de jeugd wordt gesproken, zoolang valt het moeielijk
om hen liefde voor ons gevederd heir in te boezemen;
en het vernielen van nesten, vooral van onze groote
weldoeners, de insectenverdelgeis, te voorkomen.
Het Hbl. zet nader uiteen, dal het wetsvoorstel
van den heer Domela Nieuwenhuis op de gedwongen
winkelnering een doodgeboren vrucht is. Toch is het
een nuttig voorstel, juist wegens zijne gebrekkigheid.
«Werd het voorstel morgen wet, de dwaaste ver
houdingen zouden in het leven worden geroepen.
Niemand, die bij een ander in dienst is, zou anders
dan bij de week mogen worden betaald, geen minister,
geen ambtenaar, geen generaalzelfs betaling
eiken dag zou strafbaar zijn met boete en bij herhaling
met gevangenisstraf! Geen enkele winkelier, die aan
een of meer anderen werk geeft en nagenoeg
allen hebben immers een of meer bedienden mag
tegen hoogere prijzen verkoopen dan die door den
burgemeester bij tarief zijn vastgesteld, «in overeen
stemming met de prijzen in andere winkels der plaats",
dat zijn dan degenen, welke gehouden worden door
winkeliertjes, die niet tevens «werkgevers" zijn, dus
geheel alleen hun zaak drijven. De schulden der
werklieden, in winkels van werkgevers gemaakt, worden
door den Staat betaald voor zonder beperking
van tijd of bedrag, zoodat de winkelhouders, welke
de voorsteller juist wil bestraffen, een vrijbrief zouden
erlangen om voor fabelachtig hooge prijzen met het
doen van leveranties voort te gaan, daar zij toch
voor 2/3 een vooraf geaccepteerden wissel op de schat
kist krijgenDe winkelneringen zouden als paddestoelen
uit den grond rijzen
Zulken wetgevenden onzin kan men in het voorstel
van den heer Nieuwenhuis lezenDe hervormer der
maatschappij, de bediller van al wat anderen hebben
verordend, zou met zijn eerste hervormingsdaad alles
in de war sturen. Dat heeft hij natuurlijk niet bedoeld,
maar het is daarom niet minder waar, dat het
voorstel die gevolgen zou hebben.
Van waar die onevenredigheid tusschen wil en daad,
dat streven naar het goede en edele, en tevens de
duidelijk gebleken machteloosheid om een dragelijke
uitvoering aan te bieden?
Het antwoord ligt voor de hand. De voorsteller is
niet waarvoor zijn aanhangers hem houdenhij is
geen ernstig hervormer, geen degelijk, logisch denker.
Hij is volksredenaar, als zoo velen zijner aanhangers,
maar staat in talent en bekwaamheid om werkelijk
partijhoofd te zijn, niet ver boven hen. Halve wijsheid,
onvolledige voorbereiding, onbekendheid met toestanden
en met de kracht van woorden en uitdrukkingen, is
zijn deel. Dat heeft hij getoond reeds bij de eerste
gelegenheid, die hij zelf heeft uitgekozen, om de maat
van zijn bekwaamheid te geven."
Daarom noemt het Hbl. het voorstel van den heer
Nieuwenhuis een nuttig voorstel. Het kan velen de
oogen openen, die in hem meer zien dan een onprac-
tischen, halfwetenden en daarom onvertrouwbare idealist.
Een inzender in het Handelsblad vraagt of in het
Reglement van Orde der Tweede Kamer niet een
bepaling zou kunnen worden opgenomen, volgens welke
voorstellen alleen dan in behandeling komen, wanneer
zij minstens door 2 of 3 leden onderteekend zijn. Als
een voorstel maar iets goeds bevat, zegt hij, dan zijn
licht een paar leden tot onderteekening te vinden.
Zoo althans wordt voorkomen, dat met de behandeling
van voorstellen als van Schoterland's afgevaardigde
heel wat «nationale tijd" verloren ga.
Ook de Standaard laat zich zeer ongunstig uit
over het wetsontwerp tegen de gedwongen winkelnering,
door den heer Domela Nieuwenhuis ingediend.
«Dat over het wetsvoorstel van den afgevaardigde
van Schoterland, betreffende de gedwongen winkelnering,
geen gunstig oordeel wordt geveld, zal niemand ver
wonderen", zegt het blad. «In zijn onvolledigheid
draagt het ontwerpje het kenmerk van dezelfde opper
vlakkigheid als des voorstellers interpellatie te dier
zake in de jongste Kamerzitting. En anderzijds bevat
het in enkele artikelen voorstellen van zoo ingrijpenden
aard, van zoo zuiver socialistische strekking, dat de
voorsteller al wel zeer naïef moet zijn, om te meenen,
dat het ook maar eenige kans zou hebben van aan-
genomeu te worden.
«Een zoo groote mate van naïviteit kan echter
moeielijk bij den lijder der socialistische partij worden
ondersteld, en er blijft dan ook geen andere indruk,
dan dat de afgevaardigde van Schoterland met deze
indiening zichzelf de voldoening heeft willen bereiden,
om te kunnen zeggen, wat hij trouwens dan ook zoo
ongeveer gezegd heeft: «Ik heb nu het mijne gedaan,
ik heb gewild en dat is in het groote genoeg".
Soda-vervalsching
In zijn Maandblad deelt dr. Van Hamel Roos mede,