Z1ERIKZEËSCI1E COURANT. voor het arrondis- sement Zierikzee. S27'» 1888. No. 41. Woensdag 30 Mei. 91ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD f 3-, vrage a lolJand, 533, JSS. 75,5/i6 X'5'» S9'5/i6 103'/, 65'/, 61'/,, 100'=/,, 99i/a 91'3/„ 80»/,. 121'/, 62'/, 61'/, 62'/, 63'/, 133 '/4 rë*/„ 1001/, 1Ö93/,, 541/, 91s/,. 59'3/„ 0,99 2,45 ,50 £0 ,75 ,25 izee, u zee. Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJ DAG-A VOND uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden f 1,-. Franco per post f 1,-. Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad '10 Cent. PRIJS DER ADVERTENTIE N: Per gewone regel 10 Cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 Cent. Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag- voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. LAKEWIAIV. Binnenland. ZIERIKZEE, 2 9 Mei 188 8. Examens voor apothekersbediende zullen worden afgenomen te Groningen op 6 en te Utrecht op 11 Juni a.s. en volgende dagen. Om brandwonden te genezen Een Fransch tijdschrift deelt mede, dat men door een toeval tot de ontdekking gekomen is van de heilzame uitwerking van gewoon houtskool bij brand wonden. Als men namelijk een stukje koude houtskool op een brandwond legt, zou de pijn terstond ophouden, en zoo men de houtskool ongeveer een uur lang er op liet liggen, zou de wond genezen zijn. Dit een voudige middel moet reeds in verscheidene gevallen de beste diensten hebben bewezen. Wat er van zij, het middel is eenvoudig, goedkoop en onschadelijk en is daarom waard beproefd te worden. De vermaarde zilveren ringkraag, oude banieren en Jacoba-kannen uit Schoonhoven worden tijdelijk afge staan voor de tentoonstelling van oude en nieuwe kunstnijverheid te 's Gravenhage. Er moet voornemen bestaan om te Amsterdam een pakketdienst op Zuid-Afrika te openen, wat onge twijfeld in een groote behoefte zou voorzien. In de te Amsterdam gehouden jaarvergadering van de Maatschappij tot opvoeding van weezen in het huisgezin bleek, dat in het afgeloopen jaar weder 24 weezen werden opgenomen, zoodat thans 174 door het genootschap worden opgevoed. In de 14 jaren van het bestaan van de Maatschappij bedraagt dit getal 314, van wie 137 ouderloozen tot allerlei nuttige vakken werden opgeleid, een zelfs is hoofdonderwijzer. De verwachting omtrent de thans gealimenteerden is gunstig. Aan contributie en giften werd ontvangen f 8498, terwijl de uitgaven f 11,300 bedroegen, zoodat het nadeelig saldo van f 2802 van het grondkapitaal moet afgenomen worden. De Zuiderzee-Vereeniging hield Zaterdag te Am sterdam een algemeene vergadering. De heer C. Lely, ingenieur, chef van het technisch onderzoek der ver- eeniging, hield daarbij een uitvoerige voordracht ter beantwoording der vragen: 1°. Waarom is, voor de drooglegging der Zuiderzeeeen nieuw onderzoek noodig, en 2°. Wat is er te onderzoeken? Volgens het plan van den ingenieur zullen vermoe delijk 4 indijkingen binnen de wellicht van Rijkswege tot stand te brengen afsluiting worden uitgevoerd, namelijk: 1°. een indijking van het zuidwestelijk gedeelte, 2°. een indijking van het zuidoostelijk ge deelte, met behoud van een open stroombaan tusschen deze en de vorige indijking, ter breedte van bijv. 1500 M. ten dienste der scheepvaart, 3°. een indijking van het Wieringermeer, 4°. een indijking van den hoek ten noordoosten van Urk, wanneer daar namelijk, zooals ondersteld wordt, vruchtbare gronden zijn. De scheepvaart op de Zuiderzee is hoogst belangrijk het is voornamelijk een binnenvaart tusschen Amsterdam en de noordelijke en de oostelijke provinciën. Bij de Oranjesluizen is, wat het aantal schepen betreft, het drukste verkeer van ons geheele land. In 1886 bedroeg het aantal in- en uitgevaren binnenschepen aldaar ruim 85000. Voor elk ontwerp tot droogmaking der Zuiderzee dient men daarom als eiseh te stellen, dat de scheepvaart onbelemmerd moet blijven, zoowel ge durende als na de uitvoering. Spreker toont aan, dat het door hem voorgestelde ontwerp daaraan voldoen zal. Van de Oranjesluizen is in de richting Urk een open stroombaan gehouden, ter breedte van 15 meter, die dus te bezeilen is. De belangrijke vaart tusschen Amsterdam met den Ketel, het Zwolsche Diep en den Lemme kan dus geheel onbelemmerd over het binnen meer, zoowel gedurende als na de uitvoering, zonder sluizen plaats hebben. De schepen, komende van Harlingen, zullen slechts een schutsluis moeten pas- seeren om op het binnenmeer te komen. De overige plaatsen zullen door ringvaartkanalen of door dwars- kanalen met het binnenmeer in verband worden gebracht. De Stand, schrijft naar aanleiding van grieven in de Amsterd. over den heer Beelaerts van Blokland: Tweeërlei grief wierd aangevoerd. Ten eerste, dat hij als Kamerpresident toch wachtgeld als ambtenaar van justitie trok, en ten tweede, dat hij Nederland en Transvaal onverbonden liet. De laatste grief is ten deele rechtmatig. Ook ons komt voor, dat hoe eer hoe beter officieele betrekking tusschen ons gouvernement en dat van Pretoria moet ontstaan. Iets wat uitnemend kan. Niets toch levert bezwaar op, dat het gouvernement van Pretoria een invloedrijk man in Den Haag aanstelle als minister resident. Maar de eerste grief komt ons onbillijk voor. Indien ook ten onzent de gewoonte bestond, dat een Kamer president ais zoodanig een zeer hoog salaris trok, zouden we deze klacht verstaan. Thans, nu dit niet het geval is, staat Beelaerts o. i. op voet van volkomen gelijkheid met alle liberale en met-liberale kamerleden, die als gewezen ambtenaar of officier wachtgeld trekken. En of nu Beelaerts president of gewoon Kamerlid is, maakt ten deze geen verschil. Ons stelsel wil, dat ook ambtenaren benoembaar zijn voor de Kamer, en dat hun ambt geen beletsel zij, om die keuze aan te nemen. Dit nu involveert, dat men niet aanstonds zijn rechten als ambtenaar inboet; iets wat weer niet anders denkbaar is, dan door het stellen op wachtgeld. Een andere vraag is het zeer zeker, of het ooit de bedoeling van ons stelsel kan zijn, dat iemand, die uit zijn hart alle bedoeling verloor, om ooit weer in zijn ambt op te treden, wel doet en zedelijk oirbaar handelt, met levenslang zijn wachtgeld te innen. Dit gelooven we niet. Eer komt ons voor, dat zedelijk alle recht op wachtgeld eindigt met het eigen oogen- blik, waarop men in zijn hart met zijn ambtelijke positie brak. Het zou dus o. i. aanbeveling verdienen, dat de wet den uitersten termijn voor zulk wachtgeld b.v. op tien jaren stelde. Zoolang echter zulk een bepaling niet bestaat, en alle Kamerleden van alle partijen er geen been in zagen, jaar in jaar uit hun wachtgeld te innen, zien we ter wereld niet in, hoe het Kamer presidium oorzaak kan worden om bij Beelaerts een anderen maatstaf aan te leggen dan bij andere leden. De N. Rott. Ct. wijdt een artikel aan de inter pellatie over de werkstakingen in onze veenen. Op merkelijk mag het heeten, dat de interpellant al zijne gegevens putte uit hetgeen hij elders openbaar gemaakt vond. Hij zou grooter indruk gemaakt hebben, wan neer hij de betrouwbare uitkomsten had kunnen geven van eigen onderzoek; roet de opgaven, die hij thans in de Handelingen heeft doen opnemen, zijn die van anderen geheel in strijd, en van meer dan ééne zijde is aangetoond, welke kapitale fouten er bij zijne berekeningen zijn begaan. Toch, al haalde in de Kamer ieder daarover zijne schouders op, doen straks diezelfde gegevens buiten de Kamer op nieuw dienst, om aan te toonen hoe de werklieden door de kapi talisten" worden uitgezogen, en aldus kwaad bloed te zetten. Geheel anders zou het wezen, wanneer terstond bij deze discussie met volledige kennis van zaken de onbetrouwbaarheid zijner gegevens had kunnen worden aangetoond, en tegenover zijne uit de lucht gegrepen cijfers de juiste cijfers hadden kunnen worden gesteld. Zóó alleen kan men de oppervlakkigheid den mond snoeren, en maakt men een verderfelijken invloed onschadelijk. Daarom moest het antwoord van den minister teleurstellen; het was slechts een van die algemeene praatjes, waarvan men zich pleegt te be dienen, wanneer men de dingen niet nauwkeurig, weet. Als er uit deze interpellatie iets is gebleken, dan is het de wenschelijkheid, dat de enquête worde voortgezet. Van de veelomvattende taak, die de enquête-commissie zich had voorgesteld, is nog maar een klein gedeelte volbracht. Zoo kwam op de lijst van vragen, die zij, alvorens haren arbeid aan te vangen, had vastgesteld, ook eene voor, de gedwongen winkelnering (het zoogenaamde trucksysteem) betref fende: een onderwerp, dat ook bij de interpellatie eene groote rol speelde. Dat men hier werkelijk te doen heeft met iets dat niet vrij is van misbruiken, erkende ook de minister van justitie; en hij bevestigde het met officieele rapporten. Had de enquête-commissie haar onderzoek kunnen voortzetten, zij zou ook voor de juiste beoordeeling van dit volksgebruik en van den invloed daarvan op den toestand der arbeiders de volledige gegevens hebben verzameld. Thans kwam zij daar nog niet toe, en ook de minister achtte grondig onderzoek noodig, alvorens er bij de wet maatregelen kunnen worden genomen, die in deze ingewortelde gewoonte ingrijpen. Zaterdag is te 's Gravenhage eene druk bezochte vergadering gehouden van aandeelhouders in de Eerste Nederlandsche Verzekering-maatschappij op het leven, tegen invaliditeit en ongelukken. Blijkens het verslag der directie, is men, opnieuw in beide afdeelingen, zoowel die van de levensverzekering als die van de ongelukken-verzekering vooruitgegaan. Het aantal in- dustrieelen, die hun werkvolk tegen ongelukken ver zekeren, neemt hier te lande aanmerkelijk toe. Op 1 Januari 1888 waren bij de »Eerste Nederlandsche" 178 collectieve verzekeringen gesloten, waaronder er zijn die 100 tot '1000 werklieden omvatten. Zoowel in de eerste als in de tweede afdeeling werd in 1887 eene aanmerkelijke winst gemaakt, zoodat na uitkeering van 5 percent aan de aandeelhouders nog f 1800 beschikbaar werd gesteld voor winst aan de verzekerden, en voor het zekerheidsfonds der 2e afdee ling f 2100. Practisch ervaren, physiek geschikte en bij voorkeur ongehuwde jongelieden, die: óf het diploma hebben van civiel-ingenieur, bedoeld bij art. 61 der wet van 2 Mei 1863, óf dat van architect of bouwkundig ingenieur, bedoeld bij artikel 62 der genoemde wet, óf met goed gevolg hebben afgelegd het examen voor opzichter bij den Rijks-Waterstaat in Nederland; kunnen ter beschikking worden gesteld van den gouverneur-generaal van Ned.-ïndië om te worden benoemd tot opzichter der 3e klasse bij den waterstaat en de burgerlijke openbare werken daar te lande. Nadere bijzonderheden bevat de St.-Ct. De heer Guljé, rechter in de rechtbank te Maas tricht, zal, naar men verneemt, als vice-president der Haagsche rechtbank optreden, terwijl de tegenwoordige titularis, mr. Laman Trip, den voorzitters-zetel zou innemen, die door den heer Weve wordt opengelaten. Alles wordt er op ingericht om de Haagsche kunst- nijverheidstentoonstelling a.s. Zaterdag tot de plechtige opening ook voor het publiek open te stellen. Op het terrein zijn nagenoeg alle gebouwen gereed. Vooral het Markerhuis, dat geheel (ook door de bewoners) zijn oorspronkelijk karakter zal hebben, zal zeer de

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1888 | | pagina 1