ZÏER1KZEESCHE COURANT voor liet arrondis- sement Zierihee. 1889. No. 34. Woensdag* 8 Mei. 92ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD i ïi n e n 1 a n d. Buitenland. Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden f 1.Franco per post f 1,— Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad 10 Cent. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Per gewone regel 10 Cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 10 regels 60 Cent. Dienstaanbiedingen van '1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct. Alle stukkende redactie betreffendegelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKENMAN. Z I E RI K Z E E7 Mei 1 8 8 9. Het Sociaal Weekblad, hoewel waardeerende de indiening van een wetsvoordracht strekkende om de halverwege gestaakte arbeids-enq'uête te doen voort zetten door eene staatscommissie, die zitting kan houden ter plaatse, waar het belang der zaak zulks medebrengt, en die bovendien, voor zoover noodig of wenschelijk, 't zij in haar geheel, 't zij door commissiën uit haar midden, den toestand kan gaan onderzoeken in de fabrieken en werkplaatsen zelve, verklaart, dat deze waardeering gepaard moet gaan met critiek ten opzichte van de volgende pnnten 1. Volgens de considerans van het wetsontwerp zal het onderzoek loopen over »den arbeid in en den toestand van fabrieken en werkplaatsen, met het oog op de veiligheid, de gezondheid en het welzijn der werklieden". Van fabrieken en werkplaatsen. Dus valt de veldarbeid er buiten. Hoe is dit te rijmen met de houding, die door de regeering, bij de behandeling van het wetsontwerp in zake den arbeid van jeugdige personen en vrouwen, ten aanzien van den veldarbeid is aangenomen? 2. Luidens de omschrijving, zooeven aangehaald, valt ook de toestand van het personeel bij vervoer middelen buiten het kader van het onderzoek. Toch is het die toestand, met name bij spoor- en tramwegen, die waarlijk niet in de laatste plaats aandacht verdient en belangstelling. 3. Van elk afgenomen verhoor zal, door den bij iedere afdeeling der staatscommissie behcorende adjunct secretaris »een zoo volledig mogelijk proces-verbaal" worden opgemaakt, en dit te gelegener tijd in druk algemeen verkrijgbaar worden gesteld. Een zoo volledig mogelijk proces-verbaal. Daardoor schijnt uitgesloten een stenographisch verslag als flat, hetwelk aan het afgeloopen deel der enquête zoo bijzonder hooge waarde heeft verleenden zelfs een snelschrift-verslag, dat al het gesprokene wel niet woordelijk teruggeeft, maar toch, door den vorm van vragen en antwoorden, in de verklaringen der getuigen dien persoonlijhen toon tot zijn recht doet komen, die ter kenschetsing van toestanden allicht van evenveel beteekenis kan zijn als de vermelding van feiten. Naar men verneemt, heeft het O. M. bij de rechtbank te 's Hage berust in het vonnis, in zake den heer Verstege gewezen. Ook de heer Verstege komt daarvan niet in hooger beroep. De Famüiebode verneemt, dat het requisitoir van den officier van justitie te Amsterdam, in zake den kapitein W. E. Willink Ketjen, luidt: buiten vervolging stelling. Naar men wordt, medegedeeld is van wege de Maatschappij van Weldadigheid eene overeenkomst gesloten met den heer G. Ilovens Greve te Steenwijk, waarbij diens drukkerij den naam ontvangt van boek drukkerij der Maatschappij van Weldadigheid en er de gelegenheid wordt geopend tot opleiding van jonge lieden uit die Maatschappij tot letterzetters, boek drukkers en binders. De Kamer van koophandel en fabrieken te Schiedam wendde zich eenigen tijd geleden tot den minister van financiën met het verzoek, dat bij uitslag van gedis tilleerd uit doorloopend crediet, met consent tot uitvoer aan den belanghebbende zou worden kennis gegeven van de verrichte verificatie. Daar dit tot nu toe niet geschiedde, gaf dit aanleiding tot onregelmatigheden in de peilrekeningen en moeilijk heden. Bij missive van 27 April 11., afdeeling invoer rechten en accijnzen no. 14, heeft de minister aan de Kamer medegedeeld, dat voortaan aan haar verzoek zal worden voldaan. De St. Ct. verneemt, dat die maatregel reeds in werking is getreden. Wegens het Engelsche besluit, om den invoer van levend vee uit Nederland te verdagen tot 1 September a.s., is het plan opgegeven van een rechtstreekschen stoombootdienst tusschen Zwolle en Londen, hoofd zakelijk voor veevervoer. De minister van Binnenlandsche Zaken brengt ter algemeene kennis, dat de Rembrandtzaal in 's rijks museum te Amsterdam, van 14 Mei tot en met 4 Juni 1889, voor het publiek zal gesloten zijn. Naar bericht wordt, is de heer H. A. M. Roelants Jr., te Schiedam, door den president der Vereenigde Staten van Venezuela benoemd tot kom mandeur der Orde van het Borstbeeld van Simon Bolivar, de bevrijder, van Venezuela, naar aanleiding zijner uitvoerige mono graphic van genoemde republiek, getiteld: Venezuela. Een bijdrage tot de kennis van land en volk". De langdurige pokken-epidemie te Tilburg schijnt thans voorgoed geweken te zijn, na twee slachtoffers gevraagd en een-en-twintig personen besmet te hebben. Sedert ongeveer vier weken zijn geen nieuwe gevallen meer waargenomen. Van de gelegenheid tot kostelooze inenting is ijverig gebruik gemaakt. Ongelukken, Kampen, Misdaden, enz. Toen Vrijdag een bewaker van het krankzinnigen gesticht Veldwijk te Ermeloo met 5 zoogenaamde »rustige patiënten" op Veldwijk wandelde, ontsnapte een hunner aan den bewaker en begaf zich op de spoorbaan van den Centr. Spoorweg, juist toen er een trein in aantocht was. Niettegenstaande de bewaker alle mogelijke pogingen in het werk stelde om den man weg te rukken, eer de trein hem bereikte, mocht dit niet gelukken, zoodat de krankzinnige van de locomotief een stoot ontving, die hem eén eind wegslingerde en zoodanig aankwam, dat de ongelukkige een half uur later een lijk was. In de Victoria Regina Zilvermijn, in het district Pretoria, heeft zoo schrijft de Volksslem een ernstig ongeluk plaats gehad. De bestuurder der mijn de heer Dorey, werd door een der mijnwerkers, een zekere Martin, gewaarschuwd, dat er een vogel in de nabijheid zat. De bestuurder ging daarop naar binnen om zijn geweer te halen. Hij kwam terug en wilde op den stoep het slot van zijn geweer dicht klappen. De naald van het geweer was echter iets te lang en deed den patroon ontbranden. Het schot ging af en trof Martin in de rechterborst. Alle omstanders schoten dadelijk toe, een dokter werd gehaald, doch het was te laat, de getroffene was overleden. r ix ïïx enië. Feestelijk is in Bukarest de troonopvolger ingehaald. Koning Carol, die in 1860 als vorst in Rumenië kwam, werd in 1881 tot koning gekroond. Zijn echt met Elisabeth von Wied meer bekend als Carmen Sylva bleef kinderloos. Hun neef, prins Ferdinand von Hohenzollern, is nu door koning en volksvertegen woordiging als erfgenaam van den Rumeenschen troon aangewezen, 't Was op dringend verzoek des konings, die de hoop der Russisch-gezinde partij wilde fnuiken, dat de prins zijn vertrek naar Bukarest vervroegd had. Hij zal nu dadelijk zitting nemen in den Senaat en de aanstaande openbare feesten kunnen meemaken. Van de zijde der bevolking was de ontvangst zeer hartelijk. De huizen waren versierd met vlaggen, groen en wapenschilden, waarop de erfprins in dicht en ondicht verwelkomd werd. Belangrijk was de mede- deeling in de Staats-Courant van alle stukken, be treffende de troonsopvolging en een door alle ministers onderteekende verklaring, dat de erkenning van prins Ferdinand tot kroonprins van Rumenië volkomen in overeenstemming was met de grondwet, en de waarborg was voor de toekomst van het koninkrijk. Tot de ministers die deze verklaring hebben onderteekend, behooren o. a. de premier Lascar Catargi, Barnescu en Lahovary, die als leden der oppositie jarenlang de erfopvolging als een agitatiemiddel hebben gebezigd. De koning en de heer Bratiano hebben dus dezer dagen eene schoone overwinning behaald. De Nordd. Zeitung wenscht den koning Carol er geluk mede. JGngfeland. Het besluit der regeering is door het Lagerhuis goedgekeurd, dat de termijn der toelating van levend Nederlandsch vee, die op 1 Juni e.k. gesteld was, tot 1 September e.k. werd verschoven. De Britsche maat schappij van landbouw had op dat uitstel aangedrongen. De heer Birbeck vroeg aan de regeering, of zij ook in overweging genomen had eene verklaring, voort komende in het rapport der vereenigde Kamers van landbouw, volgens welke, zonder de thans bestaande voorzorgen, geen levend vee uit een land, dat geo- grapbisch gelegen is, als Nederland is, in Engeland mocht toegelaten worden. De minister antwoordde daarop alleen, dat de regeering niets anders besloten had dan uitstelling van den termijn tot 1 September. Nu vroeg de heer Mundella of er iets was, dat op dit oogenblik de wering van gezond Nederlandsch vee rechtvaardigde volgens de bestaande wet. De minister zeide, op de vraag niet zonder dat zij vooraf aange kondigd was, te kunnen antwoorden. De heer Chaplin, de bekende tegenstander van den invoer van Neder landsch vee, vroeg nu veelbeteekenend, of het mond en klauwzeer niet vrij hevig heerschte in Duitschland aan de andere zijde van de grens, die Nederland van Duitschlancl scheidt. Hierop antwoordde de minister toestemmend. Een ander protectionist vroeg daarop, of er niet zelfs onlangs te Hartlepool in Engeland eene lading besmet vee uit Nederland was ingevoerd. De minister ontkende dit; maar wel was te Hartlepool eene lading Duitsch besmet vee aangebracht. Een tegenstander van het protectionisme, de heer Craig, vroeg den minister, uit welk deel van Duitschland dit was geweest, maar ook op deze vraag zeide de minister niet zoo terstond te kunnen antwoorden. Duitschland was zoo groot, maar hij geloofde dat er tien a twaalf districten in Duitschland besmet waren. Vrij groote aandacht onder de koloniale specialiteiten heeft de afscheidsrede getrokken, welke sir Hercules Robinson, Gouverneur van de Kaapkolonie, gehouden heeft alvorens naar Engeland scheep te gaan. Volgens sir Hercules zou de toekomst van Zuid-Afrika niet gebaat wezen door eene imperialistische politiek te volgen, doch door de inachtneming eenei' federaal- republikeinsche. De Kaapsche pers wijdt over 't algemeen in lof uit over deze staatkundige uiting. B e 1 g- i e. Men leest in het Handelsblad v. ADe Duitsche stoomboot »Prinz Friedrich Wilhelm" heeft 71 land verhuizers aangebracht, die uit Brazilië en La Plata terugkeerden. Het waren West-Vlamingen, Walen en vier of vijf Antwerpenaars. Zij klagen over het leven aldaar, dat volgens hen waarlijk niet houdbaar moet zijn. De lieden sterven er van gebrek en ellende en het leven is een ware slavenhandel. Van een groep van 800 stierven er 35 per dag, zeggen zij. Een

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1888 | | pagina 1