Z1EEIKZEESCIIE COURANT.
voor het arrondis-
sement Zierikzee.
rij
kar
gt-
3
.F'»
J£5/"
1889. No. 32.
Woensdag 1 Mei.
92ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Binnenland.
den.
Es.,
ranco,
cents,
'orden
t. 78'/,,
94'/a
105
88%.
721%.
49
66%
402%
91%
102% G
9»%
93%
456
70%
'1%6
nf'«
92%
451
94%
401%
422%
62"/.,
98'j
101%.
101%.
005/,,
112%
1.25%
- 2,45
8,35
6,85
I
5-
3,75
5,50
4,25
3,75
3,—
6,—
'11,—
11,50
8'25
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND,
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden f 1. Franco per post 1,—
Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad 10 Cent.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Per gewone regel 10 Cent. II u w e 1 ij k s-Geboorte-
en Doodberichten van 1—0 regels GO Cent.
Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct.
Alle stukkende redactie betreffendegelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. LAKENMAN.
ZIERIKZEE, 30 April 188 9.
Tot leden in de commissie tot het afnemen van
eind-examen voor de rijkslandbouwschool voor het jaar
1889, zijn benoemd tot lid en voorzitter de heer
dr. W. B. J. van Eyk, inspecteur van het middelbaar
onderwijs; tot leden: de heeren D. Moeke Dzn. te
Zonnernaire, L. Broekema, directeur der rijkslandbouw
school te Wageningen; professor dr. A. Mayer, dr. O.
Pitsch, dr. J. Ritzema Bos, dr. E. Giltay, S. Lako,
J. Jurling en mr. Reijlingh Dzn., leeraren aan de
rijkslandbouwschool te Wageningen, met bepaling dat
voornoemde commissie te Wageningen zal zitting
houden.
Luidden de jongste berichten omtrent Z. M. den
Koning bij uitstek gunstig, naar wij uit zeer vertrouwbare
bron vernemen, gaat Z. M. dagelijks in beterschap
vooruit en bestaat er alle hoop op herstel van gezond
heid. Blijft deze gunstige wending aanhouden, dan zou
door Z. M. in overleg met zijne geneesheeren besloten
zijn dezen zomer in 't buitenland door te brengen tot
volkomen herstel van krachten.
Zelfs wordt reeds de 3e Mei genoemd als de dag
waarop het vertrek van Z. M. is bepaald.
Een later bericht in het Utr. Dacjbl. meldt
Men seinde ons Zaterdag uit den Haag het in ons
blad van gisteren medegedeelde bericht, dat indien
's Konings toestand zoo gunstig bleef, Z. M. op 3 Mei
zich naar het buitenland zou begeven, om daar verder
herstel te vinden.
Hoewel het een natuurlijk gevolg zal zijn, dat, bij
voortgang der beterschap. Z. M. in een milder klimaat
zal gaan vertoeven, kunnen wij thans uit goede bron
melden, dat bedoeld bericht minstens genomen voor
barig is, daar voor het oogenblik van een buitenland-
sche reis nog volstrekt geen sprake is.
Voor het overige is de toestand volkomen bevredigend,
zooals de officiëele bulletins constateeren.
Nu er betere tijdingen van het Loo komen, maakt
meer dan een zich bezorgd, dat het thans wel eens
spaak kan loopen met het in te stellen regentschap
en de stagnatie van 's lands zaken weder kan terug-
keeren.
»Naar 't ons voorkomt, schrijft de Standaard, is
deze vrees ten eenenmale ongegrond. Van tweeën één
toch. Of de blijde tijdingen uit het Loo houden aan,
en dan lijdt het geen twijfel of onze Koning, geheel
zichzelf weet- meester, zal zelf bestendiging van rust
begeeren en de eerste zijn om rnet geheel zijn volk
een regentschap van de Koningin voorshands wenschelijk
te keuren. Wenschelijk voor 's Konings rust en voor
s volks welzijn.
»Of wel, de beterschap zal onverhoopt slechts een
vleugje blijken en in nieuwe onhelderheden ondergaan,
en dan kan noch Raad van State, noch Staten-
Generaal aarzelen, en volgt de benoeming van een
regent buiten medeweten van Zijne Majesteit om.
«Zij er dus dank en vreugde voor eiken dag van
verademing en beterschap, aan onzen lijdenden Koning
geschonken. En zij er volkomen onbezorgdheid over
den gang van 's lands zaken. Voor willekeur is hier
geen speelruimte. De Grondwet en de wet beslist."
Men schrijft uit Apeldoorn:
Reeds in het begin dezer week moet Z. M. de
Koning den wensch hebben uitgesproken HD. geneesheer
dr. Vlaanderen, te Apeldoorn, te benoemen tot ridder
van den Gouden Leeuw van Nassau. Daar de Gouden
Leeuw van Nassau een huisorde is, en Z. M. het
desbetreffende stuk niet teekenen mocht, daar elke
werkzaamheid Z. M. verboden is, en nu de stukken
geteekend worden door den Raad van State, kon
alleen de Neder). Leeuw geschonken worden.
Z. M. heeft de orde Donderdag persoonlijk aan
dr. V. overhandigd onder vleiende en dankbare be
woordingen.
Het bericht dat de Amsterdamsche brievenbestellers
een adres tot den minister hebben gericht, ter ver
krijging van hooger bezoldiging, is volgens het. Ilbl.
in zooverre onjuist, dat de directeur van het post
kantoor er niet van op de hoogte was gesteld.
Intusschen had de directeur zelf reeds op loons-
verhooging voor de bestellers aangedrongen en wat
meer zegt ook verkregen. De directeur achtte, met
het oog op de in werking treding van dit besluit,
het tijdstip nog niet gekomen, die gunstige beslissing
aan hen mede te deelen, hetgeen thans echter is
geschied.
Een echtpaar te Bezoijen, 24 jaar getrouwd, werd
deze week verrast met het twinstigste kind. Dat
zal het volgend jaar een drukke zilveren bruiloft geven.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp
tot voortzetting der arbeidsenquête. De commissie zal
bestaan uit 13 leden, waarbij een bezoldigd secretaris
en drie adjunct-secretarissen. Zij za! gesplitst worden
in 3 afdeelingen, die gelijktijdig in verschillende deelen
des lands verhooren kunnen afnemen. De commissie
kan ook schriftelijk inlichtingen inwinnen. Vóór 1891
moet de enquête afgeloopen zijn.
De directeur der weesinrichting te Neerbosch werd
op het Paaschfeest verblijd met een kolossaal krenten
brood van 30 kilo. Het was zoo groot dat het op een
wagen moest gelegd worden, om op Neerbosch te
worden gebracht. Het is een geschenk van de Nijmeeg-
sche broodfabriek.
Uit Lochem kwam als geschenk een kist met 260
eieren en uit Varseveld een groote mand metworsten.
Wat de beteugeling van besmettelijke ziekten betreft
is Nederland Duitschland toch in één opzicht voor.
Daar te lande is het niet, zooals bij ons, gebruikelijk
dat een plakkaat den bezoeker meldt, dat in eenig
huis een besmettelijke ziekte voorkomt. Duitsche bladen
vestigen thans op dezen goeden Ilollandschen maat
regel de aandacht der autoriteiten.
Door den beer W. A. Scholten, te Groningen, is
aan L. Bijlstra, die voor 5 jaren in de stroopapier-
fabriek te Sappemeer een arm verloor, levenslang een
wekelijksch pensioen verleend van f 1,50.
Volgens het weekblad De Ingenieur is weldra een
algemeene wettelijke regeling van de verzekering van
werklieden tegen ongelukken te verwachten.
De toestand van het kamerlid generaal Reuter is
zeer ernstig; hij bracht een onrustigen nacht door en
is daarbij zeer zwak.
Mr. J. A. Levy heeft gastvrijheid gevraagd in het
W. v. h. R., om ernstige bedenkingen te doen gelden
tegen het hoofdartikel in dat blad»Beteugeling van
de woelingen der sociaal-democratie." Dat artikel maakte
een pijnlijken indruk op mr. L. omdat tusschen de
regels viel te lezen een neiging tot het beantwoorden
in bevestigenden zin der vraagof men niet aanstalten
behoort te maken tot een onderzoek, in hoeverre het
gemeene recht behoort te worden verscherpt. De onder
stelling is alzoo, dat de gemeene wet de moedwillige
aanranding van het huwelijk, de familie, het privaat
eigendom, keeren zou. »Ik vraag zonder omwegen,
schrijft mr. L., met welk recht? Wij lezen:
«Kritiek mag alles onderzoeken. Wij verlangen zelfs
geen uitzondering voor »'t kritiekste". Maar iets anders
is de meest onbeperkte vrijheid van onderzoek en van
mededeeling der uitkomsten van dat onderzoek, zelfs
in populairen vorm, iets anders de openlijke, steeds
in heftigheid toenemende, moedwillige aanranding der
grondslagen, waarop onze Staat en onze maatschappij
nog steeds berusten, eene aanranding, die meest
gepaard gaat met de opzetting tot en het voeden van
feilen en woesten klassenhaat".
Nu zal ik de laatste zijn om de gegrondheid dezer
acte van beschuldiging tegen de sociaal-democratische
woordvoerders en pers te ontkennen. En de eerste
om te verklaren, dat zij door hun dolzinnig optreden
afbreuk doen aan het grein waarheid, dat hunne leer
behelst. Maar dat strafbaarstelling van moedwillige
aanranding iets anders zijn zou dan het aan banden
leggen der vrijheid van onderzoek zie, dat vermag
ik niet in te zien. Evenmin is het mij mogelijk te
bevroeden, waar tusschen geoorloofde kritiek en straf
bare gedachten-uiting de grenslijn liggen zou.
Dat het huwelijk, de familie, het privaateigendom
grondslagen zijn onzer maatschappij en dit voorloopig
nog wel blijven zullen, is ook mijne meening.
In den bestaanden vorm zijn die begrippen de
resultante eener ontwikkelings-geschiedenis, waartoe
eeuwen van veelzijdige toetsing en ernstige overweging
der beste denkers hebben medegewerkt. Men bedriegt
zich echter, wanneer men meent, dat zij voor heilig
en onaantastbaar kunnen worden verklaard. Men
bedriegt zich, wanneer men gelooft, dat zij de eenige
absoluut denkbare voorwaarden zijn eener beschaafde
samenleving. En bovenal bedriegt men zich, wanneer
men waant een onderzoek gefnuikt of eene propaganda
aan banden gelegd te hebben, nadat men strafrechtelijk
tusschen beiden getreden zou zijn.
Instellingen, van welken aard ook, moeten op eigen
krachten, op eigen gehalte steunen; kunnen zij dit
niet, dan moeten 2ij hervormd worden of bezwijken.
Eene uitzondering op dien regel voor het huwelijk,
de familie, het privaateigendom of welken maat-
schappelijken grondslag ook, bestaat niet. Dezen zou
men wel mogen »onderzoeken", niet ze «aanranden"
zegt ge. Wie geeft voor eene dezer bedoelingen een
afdoend criterium? En zal het een ander kunnen zijn
dan uitloopt op de meest loomlooze willekeur?"
Met welk nut? vraagt mr. Levy verder. »Hoe
tallooze malen is het niet gebleken, dat ideeën lachen
om uwe vervolging en spotten met uwe kerkers. Maak
uwe wetten gelijk gij wilt zooveel waarlijk zedelijke
waardij er ligt in beweging, onverschillig welke, ook
in der sociaal-democratie, zooveel zal verwezenlijkt
worden. Aldus wil het de wereldorde, wier hoogste
uiting de rechtsgemeenschap voor allen is. Niet be-
moeielijking, maar bespreking, niet terechtstelling,
maar overtuiging baat hier. Het zij herhaald: voor
gansch het optreden der sociaal-democratie hier te
lande heb ik niet de minste sympathie. De minsten
harer apostelen schijnen zich bewust, dat het einddoel
van hun streven verwildering der maatschappij zijn
zou. Maar sympathie heb ik nog minder met de
verkettering van leerstelsels, met de drijfjacht op
personen, wier gebrekkige vorming maar al te zeer
vat op ben geeft. Wat droevig testimonium pauper -
tatis reiken wij toch aan onze maatschappelijke instel
lingen uit, nu wij telkens een phrasenheld, die zo
heet te verguizen, bij den kraag pakken en in de
gevangenis stoppen. Is zulk «eereherstel" nu het kort
begrip onzer staatkundige wijsheid? Zou het niet veel
voornamer zijn, indien wij den hoon hooghartig lieten
rusten en veel verstandiger, indien wij de dwaling
manmoedig bestreden? Maar dan ook worde het valsche
woord door het wederwoord bejegend en de drogreden