Buitenland.
Het D. v. Z.-H. noemt het zeer merkwaardig dat
al de vrijzinnige bladen het ministerie aanzetten om
toch vooral de schoolquaestie op te lossen. «Meer
dan vermoedelijk zal in die pressie door het nieuwe
ministerie een wenk worden gezien om zijne krachten
eerst aan de oplossing van andere vragen van practisch
volksbelang te wijden en de wijziging der onderwijswet
eerst dan ter hand te nemen, als de gemoederen
wederzijds wat gekalmeerd zijn. Er moet nog eerst
eene winterkoude worden afgewacht, welke ook de
»onderwijs-zenuwen" sterken zal. Bij de begrooting
voor 1889 kan administratief reeds tegen de onder-
wijsweelde worden gewaakt en speciaal de kunstmatige
onderwijzersteelt worden tegengegaan."
Ziedaar reeds een bewijs, hoe ernstig gemeend die
opgeschroefde klachten waren, door de tegenpartij
jaren achtereen aangeheven over de bestaande onder-
wijsregeling. Ilet D. v. Z.-H. zong dapper mee in
dat koor; maar nu de gelegenheid daar is om aan
die, naar 't heette, duldelooze grieven tegemoet te
komen, nu komt van die zijde het advies, dat do
wijziging der onderwijswet wel kan wachten en moet
achterstaan bij »de oplossing van andere vragen van
practisch volksbelang."
Naar aanleiding van de werkstaking in De Krim
levert de Zwolsche Ct. eene bijdrage tot de kennis
van de toestanden aldaar. Wij ontleenen daaraan het
volgende
«In den regel wordt, voor het begin der werk
zaamheden in de venen, door de voornaamste heeren
verveners een vergadering gehouden en bij overeen
komst bepaald, hoe men zal werken en tegen welk
Joon. Gewoonlijk is dit bij allen hetzelfde. Dit heeft
ook dit voorjaar plaats gehad, men besloot het loon
te bepalen, zooals dit het vorige jaar was geweest.
Nu is voor een paai' jaar door de heeren verveners
de zoogenaamde »stok" met één palm verlengd, terwijl
het graafloon met 2 centen per stok is verminderd.
De verveners rekenen de turf bij het «dagwerk;" het
dagwerk telt 45 stok. Een stok nat veen is een
vierkant van 2,5 M. lang. Door het langer maken
van den stok blijft wel het getal turven in het dag
werk geleverd even groot, maar iedere turf wordt
grooter. De gravers klagen dat het werk hun daardoor
te zwaar wordt. Men verzekerde ons toch dat zoo'n natte
turf, die uit de kuil wordt gestoken en met de spade
op den kruiwagen geworpen wordt, ongeveer 12 pond
weegt. Dit is wel een der voornaamste redenen van
de werkstakersde fabrieksturf- wordt te groot en
het werk te zwaar. De eisch is eensdeels den stok
terug te brengen van 25 dM. in 't vierkant op 24,
anderdeels het oude loon van vroeger: dat is 90 cents
per dagwerk meer dan thans.
Enkelen beweerden ook, dat sommige verveners aan
de gravers, die vooral uit Noordwolde (Friesland)
komen, hooger loon, ongeveer 25 ct. per dag, hadden
toegezegd dan aan de inwoners van De Krim. Doch
Woensdag waren het niet alleen de ingezetenen, maar
ook de vreemdelingen die aan 't muiten sloegen.
Ook de winkelnering, die wel eens wat gedwongen
wordt, is een grief van vele arbeiders. Zij wenschen
uitbetaald te worden in de venen en niet ten huize
van de onderbazen, die er vaak een winkel op nahouden.
Dinsdagavond (van de vorige week) is de werkstaking
in de venen begonnen. Zij is zoowel voor de werk
gevers als voor de arbeiders hoogst nadeelig. Voor de
verveners, omdat het thaus de gunstige tijd van
graven is en ze dan tegen Juli of Augustus de turf
kunnen afleveren. Wordt er niet gegraven, dan trekken
ze ook geen voordeelen uit hunne veenderijen, die de
meesten duur hebben aangekocht. En waarlijk, de
verveners hebben ook hun besten tijd gehad. Maar
vooral voor de arbeiders ware het te wenschen dat
de werkstaking weldra tot de geschiedenis mocht
behooren. Als zij niet werken dan staat gebrek voor
de deur. 't Is dan ook de wensch van alle weidenkenden
dat spoedig een schikking getroffen wordt."
Ongelukken, Kampen, Misdaden, enz.
Een duel tusschen vrouwen. Een tweetal furies in
de gemeente Chiatra (Frankrijk) leefden reeds lang
met elkander op gespannen voet en deden al het
mogelijke om elkaar het leven onaangenaam te maken.
Dezer dagen nu, namen zij het besluit dat een van
beiden van het wereldtooneel moest verdwijnen, een
duel zou beslissen wie.
Zoo gezegd zoo gedaan, als wapen werd de dolk
gekozen en de jongste werd doodelijk in het hart
getroffen, zoodat zij na eenige oogenblikken den geest gaf.
Een zekere Nicolaï, die reeds sedert jaren Corsica
onveilig maakte, kreeg het dezer dagen in den zin
eens een bruiloftspartij bij te wonen in het dorpje
Testa en om de gendarmes te misleiden trok hij
vrouwenkleederen aan.
Op een of andere manier kregen de politie-mannen
lucht van 's mans brutaalheid en in den nacht weid
het huis omsingeld, er werd een onderzoek ingesteld
en eindelijk werd Nicolaï in zijn vrouwenpak gevonden.
Hij beproefde te vluchten, wierp een gendarme met
een slag ter aarde en bracht zijn pistool te voorschijn,
toen hij eensklaps door twee geweerschoten doodelijk
werd getroffen.
In de menagerie-Kendsky te Welvvarn bij Praag
gelukte het gedurende een voorstelling aan een leeuw
uit zijn kooi te ontsnappen tot groote ontzetting van
het publiek, dat huilend van angst naar den uitgang
snelde.
De temmer slaagde er in het dier voor te komen,
hij plaatste zich voor het woedende beest, dit zich
onmiddellijk op zijn meester wierp en hem het vleesch
van het lichaam scheurde. Toen de bedienden der
menagerie er in slaagden het dier weder in de kooi
te doen terugkeeren, was het voor den ongelukkigen
dierentemmer reeds te laat.
In een kolenmijn in Champagne gebeurde dezer
dagen, toen de arbeiders uit de mijnschacht naar
boven werden gevoerd," een verschrikkelijk ongeluk.
De ketting waaraan de bak hing, die de arbeiders
omhoog bracht, brak, toen deze bijna boven was. De
bak, waarin zich tien mijnwerkers bevonden, stortte
naar beneden. Twee werden er dadelijk gedood, de
overigen zijn doodelijk gekwetst.
Te AlJoth (Hongarije) zijn twee gendarmen in
hechtenis genomen. Zij hadden namelijk een zekeren
Michael Raczkovics, die wegens een klein vergrijp
gevangen zat, doodgeslagen en daarna zijn lijk aan
een strop opgehangen. De vermoorde zou reeds als
zelfmoordenaar worden begraven, toen het bij een
onderzoek van het lijk bleek, dat hij was gedood en
alleen was opgehangen om de misdaad te verbergen.
F r a n k r ij k.
Men zegt, dat er oneenigheid bestaat onder de
aanhangers van den graaf van Parijs. De groep van
Orleanistische senatoren is niet voor herziening van
de constitutie, de leden der Kamer wel. De graaf
heeft zich bij het gevoelen van deze laatsten aange
sloten. Ook in het Boulangistisch kamp schijnt men
het oneens te zijn. La Gocarde verklaart, dat de
generaal zich bij alle verkiezingen candidaat moet
stellen. La Lanternela France en VIntransigeant
beweren, dat de plebiscifcaire beweging moet ophouden.
Wat het comité van nationaal protest betreft, het
zal ophouden te bestaan, liet is la Gocarde die dit
mededeelt. Wat zal Bouianger doen? Zal hij afge
vaardigde van het Noorderdepartement blijven om aan
de heeren Rochefort, Lalou en Mayer te behagen, of
zal hij zich laten plebisciteeren om den heer Georges
de la Bruyère pleizier te doen? Men beweert dat hij
gaarne naar het laatste zou overhellen, maar hij zou
dat niet durven doen om aan de anderen niet te mis
hagen. Te elfder ure deelt de Agence Havas de vol
gende opmerking aan de dagbladen medeDe generaal
verklaart, dat hij niet opgehouden heeft in volkomen
overeenstemming van gedachten met het comité van
nationaal protest te zijn, dat altijd zou bestaan blijven.
Bouianger verklaart, altijd volgens de mededeeling van
lJavas, elke candidatuur in de departementen Isère
en Opper-Savoye te zullen weigeren. De correspondent
van L'Independence Beige noemt den heer Bouianger
een slaaf van de heeren Rochefort, Mayer en consorten,
tot nader order.
Oosteni*ij Ir.
Naar aanleiding van de ontmoeting van den keizer
van Oostenrijk en de koningin van Engeland schrijft
de Pester Lloyd; «Wij Hongaren roepen der heer-
scheres over het vrije en machtige Engeland van
ganscher harte het welkom toe en wij erkennen, dat
wij het met vreugde zien, wanneer de vriendschap,
die tusschen onze monarchie en Engeland gelukkig
bestaat, nog sterker wordt bevestigd. Wij twijfelen
er ook niet aan, dat in dit gevoel de overige volken
en stammen der monarchie met ons instemmen,
gelijk wij ons overtuigd houden, dat het Engelsche
volk sympathie gevoelt voor onze monarchie en bepaald
voor Hongarije. Engeland en Oostenrijk-Hongarije
hebben vele aenrakingspunten, verscheidene overeen
stemmende belangen en kunnen niet alleen bij zeer
gewichtige internationale quaesties hand aan hand
gaan, maar trekken er beiden voordeel uit, wanneer
zij zich in gelijke richting bewegen. Engeland streeft
evenals Oostenrijk-Hongarije en zijne bondgenooten
op het vasteland er naar, den vrede in stand te houden
en de ontwikkeling overeenkomstig de tractaten in
het oosten te verzekeren. Engelands belang eischt
evenals het onze, gewelddadige storing van het be
staande te vermijden en het streven tegen te gaan
naar een verandering van het evenwicht en de ves
tiging van eene uitsluitende heerschappij in het oosten.
Engeland staat aan de zijde van den Europeeschen
vredebond en heeft met enkele der verbondenen zeer
intieme betrekkingen. Ofschoon bet met Oostenrijk-
Hongarije geen bepaald verbond heeft gesloten, mag
men zeggen, dat het in menig opzicht, vooral wat
het Balkan-schiereiland betreft, eene opvatting heeft,
die met de Oostenrijksch-Hongaarsche overeenkomt
en men mag misschien zeggen, dat de gelijksoortige,
ja de gemeenschappelijke gewichtige belangen in de
bedoelde richting ook zonder eene «beschreven" alliantie
op het beslissend oogenblik Engeland en Oostenrijk
gemeenschappelijk zullen doen handelen. Als het ernst
werd, heeft Engeland nog altijd krachtig de plichten
zijner wereldheerschappij nagekomen en men mag
onvoorwaardelijk vertrouwen, dat het in het vervolg
niet minder dan tot nu toe zijn man zal staan, als
het geldt zijn woord over de inrichting van het oosten
in den schaal te werpen. Met Duitschland verbindt
ons het openbaar gemaakt tractaat, met Engeland de
overeenstemming van vele belangen op het Balkan
schiereiland. Evenals dat tractaat onze zelfstandige
politiek in alles, wat ons in de eerste plaats en alleen ons
aangaat, geen haar breed beperkt of kan beperken,
zoo kan ook ons samengaan met Engeland, op een
voor Duitschland vreemder gebied, ons nauwkeurig
omschreven landgenootschap met Duitschland niet
raken. Het is overigens boven allen twijfel verheven,
dat men in Duitschland het zeer gaarne ziet,
dat Engeland met de vredesmogendheden medegaat.
Daarom moet ook de ontmoeting te Innsbruck in
Duitschland met welgevallen worden beschouwd.
Bismarck zelf heeft verklaard, dat hij met vreugde
de aansluiting van andere mogendheden bij den vredes-
bond begroette en Duitschland kan het dus niet anders
dan welkom zijn, dat zijn Oostenrijksch-Hongaarsche
bondgenoot machtige vrienden heeft en wijslijk en
gepast de hartelijkste betrekkingen met hen onderhoudt.
De Neue Freie Presse zegt, dat de koningin van
Engeland, die thans voor het eerst den Oosten rij kschen
bodem betreedt, steeds persoonlijk veel sympathie voor
Oostenrijk heeft getoond. «De Engelsche staatsman,
die op het congres van Berlijn altijd aan onze zijde
stond, werd door haar met blijken van welwillendheid
overladen, en zijn leerling, de man, die thans de
lotgevallen van Engeland bestuurt, sprak bij het
ontvangen der tijding, dat de Duitsch-Oostenrijksche
alliantie was gesloten, de onvergetelijke woorden:
«Eene blijde boodschap is tot ons gekomen." Deze
beide mannen, Benjamin Disraeli en Lord Salisbury,
hebben in de laatste twintig jaren het vertrouwen
der koningin genoten, terwijl Gladstone, die zijn afkeer
van Oostenrijk niet heeft verborgen, zich.noch in hare
welwillendheid, noch in haar vertrouwen kon verheugen."
«Het is sedert eenigen tijd mode geworden" zoo
gaat de Neue Freie Presse voort «met eene
zekere minachting te spreken over de macht van
Engeland, en de regeering van den heer Gladstone
heeft, door haar halsstarrig vasthouden aan het beginsel
van non* interventie, alles gedaan wat zij kon om deze
geringschatting te rechtvaardigen. Maar voor Engelands
buitenlandsche politiek hebben de perioden van Gladstone's
bestuur slechts eene voorbijgaande beteekenisonder
de leiding van lord Salisbury is deze politiek weer
teruggekeerd op den gezonden bodem der reëele
belangen, en het is herhaaldelijk gebleken, dat zij,
indien zij zich op dit standpunt handhaaft, een machtigen
invloed op het lot van Europa kan uitoefenen. Nog
kort geleden, toen er sprake was van de on wettigheids -
verklaring, tegen prins Ferdinand van Coburg gericht,
is het gebleken, hoe groot gewicht Engelands woord
bij alle beslissingen op het Balkan-schiereiland in de
schaal werpt. Tot die verklaring was de Porte over
gegaan, toegevende aan de door Duitschland, Rusland
en Frankrijk gemeenschappelijk uitgeoefende pressie
de verklaring bleef echter zonder eenige uitwerking,
omdat Engeland, Oostenrijk en Italië zich niet hierbij
aansloten." De Presse komt tot het resultaat, dat
men voor zekere eventualiteiten, vooral waar het geldt
de kusten der Middellandsche Zee te beschermen, kan
rekenen op overeenkomsten, die Engeland bijna tot
een feitelijken bondgenoot maken van Oostenrijk en
Italië. «De Engelsche regeering hiernaar gevraagd,
heeft weliswaar in het Parlement uitvoerige inlichtingen
geweigerd, maar zij heeft alleen het bestaan van
schriftelijke verbintenissen geloochend, en wel in een
vorm, waaruit men zonder buitengewone scherpzinnigheid
kon opmaken, dat aan de ondersteuning van Engeland
niet te twijfelen valt, wanneer Oastenrijk en Italië
in de noodzakelijkheid komen om hunne belangen met
het zwaard in de hand te verdedigen."
Gemengd Buitenlandscli Nieuws.
Alvorens Madrid te verlaten is Patti, de groote
zangeres, op bijzondere audiëntie ontvangen door koningin
Christine van Spanje. Voordat zij heenging sprak de
diva den wensch uit aan den kleinen koning te worden
voorgesteld, daar hij de eenige souverein van Europa
was, dien zij niet persoonlijk kende.
De koningin glimlachte en liet Alfonsus XIII komen,
door een gouvernante gedragen. Patti boog diep en
bracht de hand van den kleinen vorst aan de lippen.
«Mijn zoon is een Spanjaard - zeide de koningin -