Buitenland. dan de heer v. M. gedaan heeft, in het oog houden, dat de werkgevers, ofschoon werkelijk gefortuneerd, groote verliezen kunnen geleden hebben. Voorts dat een dergelijk abrupt aankondigen van loonsverlaging in Twente onder de fabrikanten niet vreemd is. IJij acht het voorts een fout van den heer Van Marken, dat hij zich zoozeer met de sociaal-democraten Bennink en Exoo heeft ingelaten. Toen de heer v. M. zich eenmaal tot Bennink had gewend, heeft het hem, meent de heer S., aan kracht ontbroken zich aan hem en zijn voorstellingen van de Almeloosche zaak te ontworstelen. De heer S. meent dat de bemoeiingen van den heer v. M. de macht zeer versterkt hebben van de, naar den heer S. gelooft, betrekkelijk weinigen, die van geen toegeven hoegenaamd willen weten. Hij vreest dat daardoor en de ellende verlengd is, èn de invloed zeer vergroot van een partij, waarvan ook de heer v. M. allerminst heil verwacht, die der sociaal democraten. Een zeer klein gedeelte van de financieele ondersteuning komt van de eigenlijke sociaal-demo- cratrische partij, en toch gaat alles door dien af schuwelijken trechter, toch moeten Bennink en Exoo in alles gekend worden en wordt elke hulp als een hulp van den kant der socialen voorgesteld. Is het niet verklaarbaar, vraagt de heer S., dat men hier huiverig is, geld te geven, wanneer men weet, dat men daardoor in zoo hooge mate de kracht der sociaal-democratie in onze omgeving steunt? Gij denkt u, schrijft de heer S. verder o. a., veel te veel twee vijandige partijende heeren Scholten aan den ecnen en de werkstakers in massa aan den anderen kant. Er zijn hier echter veel meer machten in het spel, en ik zou althans van drie partijen willen spreken: A de werkgevers. B de Leeshuispartij (onder sociaal-dernocratischen invloed) en C het gros der arbeiders. B wil verzet tot het einde, tot een honger oproer toe en wil dit gedeeltelijk uit haat, gedeeltelijk om den macht der sociaal-democraten te vergrooten. C wil dolgaarne den arbeid hervatten, zelfs voor veel geringer loon. Dat deze beide laatste categorieën door iemand die slechts korten tijd hier was min of meer vereenzelvigd en als één worden voorgesteld, is niet zoo geheel onnatuurlijk, want de scheidingslijn is zeer moeielijk aan te geven naarmate de Leeshuispartij ruimer bij kas is en ruimer uitdeelingen doet, 'wint zij in kracht en maakt zij meer aanhangers. Nqarmate zij minder uitdeelt of hare uitzichten voor de toekomst slechter worden, wint weer het verlangen van C, om aan het werk te gaan meer veld. »Het droevige nu van den toestand is hierin gelegen, dat C zich van B ten eenemale afhankelijk heeft gemaakt en daarvan vooral nu ook door bemoeiingen van den heer v. M. haast niet meer te scheiden valt. Niet een enkel maal, maar telkens en telkens zijn er arbeiders geweest om te vragen, of ik niets iets wist te doen, dat men weer aan het werk kwam. Velen, zeer velen (ik schatte het aantal na de eerste 3 weken zeker 2/3 of 3/4 van het aantal volwassen werkstakersnu is het minder naar ik mij voorstel) zijn bereid wat toe te geven, mits ze maar van de straat komen en niet langer gebedeld brood behoeven te eten. Maar dezen durven niet te beginnen en kunnen ook niet zoolang Bennink en Exoo de teugels in handen hebben en gesteund worden." De brochure is uitgegeven »ten voordeele van de werkstakers." De heer Snellen wenscht de arbeiders tegemoet te komen als het werk begonnen is. De fabrieksbevolking is uitgeput. Alle huishuur is achter stallig en er is geen geld om pootaardappelen aan te koopen; meubelen zijn verpand enz. Is het werk hervat, dan zal hulp dringend noodig zijn. Zoolang geen vergelijk getroffen is, strekt iederen cent die men geeft ter versterking van het verzet a outrance en tot meerdere glorie van de sociaal-democratische partij. Aan die macht moet 't volk onttrokken worden. En de heer Snellen is nog van meening dat zóó iemand, de heer Van Marken, daartoe in staat is. »Het is waar dat gij dan uwe gedragslijn in dezen eenigermate zult moeten wijzigen zoo besluit hij dat gij dan zult moeten erkennen, hier en daar te hebben misgetast, maar ik geloof dat gij ook daartoe hoog genoeg staat." De algemeene Groninger Werklieden-Vereeniging en de afdeeling Appingedam van het Algemeen Neder- landsch Werklieden-Verbond hebben besloten geen gelden voor de werkstakers te Almeloo af te staan. Belgie. Onder de door de Belgische regeering aan de Tweede Kamer ingediende wetsvoorstellen is er ook een betreffende de arbeiderswoningen. Deze worden van onderscheiden zegel- en overdrachtsrechten geheel of gedeeltelijk vrijgesteld, en de koninklijke kas der spaarbank en der verzekering tegen ouderdom mag een deel harer gelden voor de oprichting van arbeiders woningen uitleenen. Ook verlangt de regeering de bevoegdheid om hen, die in het bezit eener woning wenschen te treden, van de personeele belasting vrij te stellen. Bijzondere commissiën zullen met de regeling der zaak belast worden. In de toelichting tot het wetsontwërp wordt ook de aandacht van stedelijke en armbesturen op het onderwerp gevestigd, in dien zin, dat zij aan de ondernemers met hunne gelden crediet verleenen. Zuid-Afrika. Men leest in de Volksstem: »llet nieuws uit de Kaapstad, waar wij op wijzen, is de uitgave van een Kngelsch blad: Excalibur, dat zuiver republikeinsche beginselen voorstaat, en in plaats van de knollen door de Afrikaner bond op de markt gevent, citroenen aanbiedt. Het denkbeeld, dat de redactie voorstaat is ééne republiek of eene vereeniging van republieken. Wij hopen van ganscher harte, dat dit denkbeeld zal winnen in kracht. Het uitzicht wordt dan geopend, dat gaandeweg wij allen in Zuid-Afrika óns zullen kunnen vereenigen; een nieuw volk, vrij binnen onze eigen grenspalen, vrij tegenover de buitenwereld, vrij van en tegenover elke Europeesche mogendheid. Het bedoelde weekblad noemt zich en is republikeinsch. Wij vreezen, dat het voor ons zou mogen heeten, tegen den stroom te roeien, als wij gingen optreden voor een Afrikaansch koningschap. Wij zullen dus onze meer of minder monarchale sympathiën maar het zwijgen opleggen. Hoewel, wij komen er voor uit, dat wij meer dweepen met een constitutioneel koningschap dan met eene zoogenaamde republiek, waar de Staats president, of wel de Volksraad, willekeurig regeeren. De geest des tijds is voor eene republiek. Welnu, dit zij zoo, maar laat het dan ook zijn: één groote repu bliek, geconfedereerd uit de republiekende Kaap kolonie, oostelijk en westelijk, de republiek Natal, de Oranje-Vrijstaat en de Z.-A. Repubiek, met een Presi dent, een senaat, een wetgevende vergadering, een eigen leger en marine en een eigen Bondsvlag. Het nieuwe verschijnsel komt ons van zooveel belang voor, dat wij werkelijk van meening zijn, dat het zaak wordt: tegenover alle Afrikaner of niet-Afrikaner Bonden een nieuwen Republikeinschen Bond op te richten. Namelijk voor onze broeders in Natal en de Kolonie. Want wij hier zijn reeds Jang en allen leden van zulk een Bond". Frankr ijlt. Anarchistische werklieden hebben een meeting over de afschaffing van de huur en verhuurkantoren ge houden. Louise Michel had zich laten verontschuldigen. In tegenwoordigheid van 4 a 500 personen werd de zitting door burger" Lutz geopend, die zich er toe bepaalde te zeggen dat de «doodslagerijen", welke na de jongste meeting voorgevallen waren, niemand vrees zouden aanjagen. Een anarchist verweet op de heftigste wijze aan de arbeidende klasse «zich in den modder rond te wentelen voor een gepluimden generaal." Daarna viel hij de werkliedenpartij aan, die hij beschuldigde het parlementarisme na te apen en de burgerlijke Kamers na te volgen." »Onze vaderen", besloot hij, »hebben zich niet tevreden gesteld met het verbreken van de monarchale zinnebeeldenzij hakten den Koning den hals af. Doet hetzelfde met de verhuurders van werklieden." »Men moet niet evenals de studenten een kalme manifestatie doen", riep een ander, »maar het is voldoende, dat 10 personen bij zulk een ver huurder een betrekking gaan vragen en van de gelegen heid gebruik maken om hem op rustige wijze te worgen." »Wat ik zeg", voegde de spreker er zoetsappig bij, »is geen aanhitsing tot moord; maar ik geef u eenvoudig het middel aan de hand om de huur- en verhuurkantoren uit den weg te ruimen." Na afloop der bijeenkomst maakten de anarchisten zich gereed om eene manifestatie op straat te doen. Zij zouden dit voor de huur- en verhuurkantoren doen en volgens hun uitdrukking beproeven »eenige daarvan uit te roeien." Gemengd Huitenlandscb Nieuws. Uit El Paso, Texas, wordt naar aanleiding van haar dood, omtrent een vrouwelijke Mexicaansche bandiet het volgende medegedeeldDe heldin van 't verhaal verloor als jong meisje haar beminde, die waarschijnlijk ook een roover was, door den kogel van een soldaat. Op zijn graf zwoer zij een duren eed, dat zij hem wilde wreken en minstens vijf menschen elk jaar zou dooden. Dezen vreeselijken eed is zij nagekomen. Haar eerste heldenstuk was het berooven van een postkoets, welk wangstuk zij geheel alleen ondernam. Zij dreef de koetsier op de vlucht, terwijl zij hare bende, die schijnbaar zich achter een boschje hield, maar in werkelijkheid niet bestond, toeriep, niet te schieten, zoolang er geen tegenstand geboden werd, waarop de acht passagiers zich in het onvermijdelijk noodlot schikten en zich lieten uit plunderen. Jaren lang was zij de schrik van de Mexicaansche staten Sinaloa, Zacatecas, Aguas, Calientes, Jalisco en Sonora, en door hare rooverijen verzamelde zij langzamerhand groote rijkdommen. Nadat haar ouderdom een einde had gemaakt aan hare misdaden, ging zij stil leven en wijdde zij zich aan de lief dadigheid. Zij stierf een natuurlijken dood en liet haar vermogen aan de armen na. Te San Antonio, in den staat Zacatecas, werd zij aan de zijde van haren vermoorden minnaar begraven. In een der laatste nummers van het Journal of Commerce wordt het volgende verslag gegeven van de behandeling, welke een der stoomschepen van de «British and African Steam Navigation Co.," de «Sherbro", kapitein J. A. Rutherford, op hare reis van de Westkust van Afrika naar Engeland heeft ondervonden te Bageida, eene haven, van welke nog niet lang geleden bezit genomen is door Duitscbland. «Den 19 Februari ter hoogte van genoemde haven gekomen, strandde het stoomschip. Reeds spoedig kwam er van wege het Duitsche bestuur iemand den kapt. hulp aanbieden. Ten einde het schip weder vlot te krijgen, werd een gedeelte der lading vaten palm olie en kisten met palmpitten overboord gezet. Deze goederen dreven in het water, en het was de bedoeling ze weder op te visschen, als het schip vlot gekomen was. Verscheiden hoofden der bevolking kwamen echter met hunne mannen naar de kust en dezen werden door den Duitschen gouverneur over gehaald om bijna alle vaten palmolie (ongeveer 500) en kisten met pitten aan land te brengen. Den kapitein werd de verzekering gegeven, dat de goederen voor hem zouden worden beschermd en bewaard door de Duitschers en inderdaad werd er een aantal soldaten voor dat doel naar het strand gezonden. Inmiddels kwamen er twee Engelsche stoombooten ter plaatse, van welke eene, de «Coanza", aan dezelfde maatschappij behoorende als de «Sherbro". Met behulp van deze twee schepen kwam de «Sherbro" weder vlot; zij was ongedeerd en. de uitgeworpen lading lag nog op het strand. De kapitein meldde toen den Duitschen gouverneur, dat zijn schip weder vrij was en gereed lag om de uit geworpen lading weder in te nemen, en dat hij be reid was voor de hem ter kust bewezen diensten te betalen. De kapitein had vroeger met den gouverneur afgesproken, aldus te zullen handelen. Tot zijne ver wondering echter kreeg hij ten antwoord, dat de olie en pitten het eigendom waren van de Duitsche regee ring, en dat zij in het openbaar geveild zouden worden. Toen de kapitein dit bericht ontving, was het tijdstip voor den verkoop vastgesteld, reeds verstreken, zoodat hem geen verzet meer baten kon. De gouverneur stemde er evenwel nog in toe, dat de helft der lading teruggegeven zou worden, zoodat de andere helft, ruim 280 vaten, onder den hamer kwam. Alle in veiling gebrachte olie kwam, met uitzondering van ongeveer 20 vaten, in handen van twee Duitsche kooplieden, tegen een gemiddelden prijs van minder dan 3 pd. st. per vat, terwijl zij in werkelijkheid ruim 10 pd. st. per vat waard was. De Duitschers zonden toen de olie naar de «Sherbro", en de kapitein kon niet anders doen dan een nieuw cognossement teekenen. De gouverneur behield bovendien 24 vaten, als betaling voor het overbrengen van de olie van de kust naar het schip. De kapitein had van te voren toegestemd daarvoor een bepaald bedrag te betalen, maar nu verdubbelde de gouverneur dit bedrag. Voorts werd door dezen beslag gelegd op ongeveer 100 ton pitten, zoodat hij, alles bijeengenomen, voor ongeveer 4000 p. st. aan waarde van de lading onder zich hield, als betaling voor hulp, die met 200 of 300 p. st. goed betaald zou zijn geweest. De handelwijze der Duitsche beambten wekte zeer de verwondering, maar de kapitein der «Sherbro" was verstandig genoeg, zich geheel te onthouden van handelingen, die tot verwikkelingen hadden kunnen leiden. Hij achtte het beter, het voorgevallene ter kennis te brengen van de reeders van het schip, opdat dezen, desgewenscht, handelend zouden kunnen optreden. De kapitein had geen oogenhlik de bedoeling, zijn recht op de lading te laten varen, en toen hij haai' overboord wierp, wist hij haar met weinig moeite weder te zullen kunnen opvisschen. Zijne agenten hadden boven dien 50 man op de kust klaar staan, die zich naar het schip zouden begeven, om de drijvende lading bijeen te houden, maar zij konden niets uitvoeren, met het oog op de bevelen van den Duitschen gouverneur aan de hoofden van de plaats en hunne volgelingen." Het kiesrecht van vrouwen. De stad Sebastopol is dezer dagen het tooneel geweest van de eerste ver kiezingen, waaraan rechtstreeks werd deelgenomen door het zwakke geslacht, dat gewoonlijk in Rusland door tusschenkomst van de mannelijke kiezers gebruik maakt van het kiesrecht, waar dit aan de dames is verleend. Gekozen moest worden een syndicus der dames kleermakers. Daar een aantal leden der corporatie, die haar syndicus moest benoemen, dames zijn, die kiesrecht hebben, stelde de president voor al de naaisters saam te roepen, die dit recht hebben, daar

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1888 | | pagina 2