ZIERIKZEESCHE COURANT.
voor liet arrondis-
sement Zierikiee.
1888. No. 28.
Woensdag 11 April.
91ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Binnenland.
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJ DAG- AVOND
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden ƒ1,-. Franco per post 1,-
Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad 10 Cent.
PRIJS DER ADVERTENTIE N:
Per gewone regel 10 Cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 Cent.
Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct
411e stukken, tie redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. LAKENMAIV.
ZIERIKZEE, 10 April 188 8.
Heden had alhier door het Kerkbestuur der Israëlie-
tische gemeente de openbare aanbesteding plaats van
het doen van eenige vernieuwingen en herstellingen
aan de Synagoge, waartoe het Kerkbestuur in staat
was gesteld door vrijwillige bijdragen van ingezetenen
dezer gemeente en van elders, zelfs uit andere pro
vinciën. Minste inschrijver was de heer M. van der
Linden voor 1544, waarvoor hem het werk is
gegund.
Te Breda overleed na eene ongesteldheid van slechts
twee dagen, jhr. rar. B. M. de Jonge van Ellemeefc,
president der arrondissements-rechtbank aldaar, welke
betrekking door hem slechts ruim 6 maanden vervuld
werd. De overledene, op zeer jeugdigen leeftijd tot
deze hoogst belangrijke betrekking benoemd, had den
leeftijd van 45 jaren .bereikt.
Den 19 April a.s. zal te Rotterdam de algemeene
vergadering van den Anti-Vaccinedwang-bond gehouden
worden, gevolgd door een openbare bijeenkomst op
denzelfden dag, des avonds om 8 uur in het Nut,
waarin de heeren M. J. van der Hoogt, predikant te
Zaandam en mr. L. W. C. Keucheniüs als sprekers
zullen optreden, met gelegenheid tot debat.
Het Vad. meent, dat men ten onrechte in de
clericale en radicale pers den heer Van Houten bespot
heeft om zijn thesis, dat zelfs in de tegenwoordige
omstandigheden de vrijzinnige partij geroepen zou
kunnen worden om te regeeren. Al wees men nu
triomfantelijk op het feit, dat de heer Mackay geroepen
is, om een kabinet te formeeren, daarmee was nog
geen kabinet uit de rechterzijde geboren, in geen
geval de levensvatbaarheid van zulk een kabinet bewezen.
De combinatie, die hij zoekt, thans naar men zegt
gevonden heeft, zal ongetwijfeld aan de conservatieve
neigingen van het grootste deel der rechterzijde
beantwoorden, maar slechts op zwakken steun, zoo
niet op stille vijandschap kunnen rekenen van haar
krachtigste en bewegelijkste elementen, gelijk ook van
de radicalen, die de clericalen zoo dapper hebben
gesteund, doch zullen bemerken, dat zij van zulk een
clericaal ministerie inderdaad niets hebben te verwachten.
Het is zeker zeer juist gezien van een roomsch katholiek
blad, dat dezer dagen schreef, dat een kabinet van
de rechterzijde nog minder zal te vreezen hebben van
de vrijzinnige Eerste Kamer dan van de onmatige
eischen van geestverwanten. Maar het blad vergeet,
dat het juist deze geestverwanten zijn geweest, die
de campagne tegen de vrijzinnigen hebben geleid en
die volgens parlementaire beginselen tot de Kabinets
formatie moesten zijn geroepen. Niet de heer Mackay,
die geen partijleider is, was de man van het oogenblik,
maar de heer Lobman. De heer Lobman heeft bij
eiken grooten parlementairen strijd op de bres gestaan,
de heer Lohman heeft waar het pas gaf de beginselen
der rechterzijde tegenover de vrijzinnige beginselen
ontwikkeld, de heer Lohman is de leider, die de
antiliberalen ter overwinning heeft gevoerd, en nu
de overwinning behaald is, is de grootste zorg van
den Kabinetsformeerder, hoe den heer Lohman buiten
zijn ministeriëele combinatiën te houden. Hoe onder
zulke omstandigheden te denken is aan een levens
vatbaar Kabinet der meerderheid der bovendien
over nagenoeg alle punten van staatsbeleid hopeloos
verdeelde meerderheid, zoo die meerderheid zich
althans hooger idealen stelt dan de administratie
gaande te houden, gaat ons begrip te boven.
Zelfs als dus, gelijk voor zeker wordt gehouden, de
heer Mackay reeds gereed is, kan het volstrekt niet
onmogelijk worden geacht, dat slechts een korte
levensduur aan zijn schepping is beschoren. En de
heer van Houten heeft volkomen gelijk, dat hij zijn
geestverwanten waarschuwt tegen het verder steunen
van zaakwaarnemers-ministeriën, die in geen der
parlementaire partijen hun oorsprong en hun steun
vinden. Zoo eerlang een nieuwe crisis geboren word of
de tegenwoordige crisis slepende blijft, zou het in de
parlementaire geschiedenis niet zonder precedent zijn,
dat de minderheid werd geroepen de teugels van het
bewind op te nemen.
Doch wat de vrijzinnige partij moge worden regeerings-
partij of oppositie, het advies van den heer van fouten,
dat zij kracht zoelte door concentratie, moge ^Joor
haar worden begrepen en aanvaard.
De Tijd maakt eenige opmerkingen aangaande het
griffierschap der Kamer.
»Een griffier is, behoort althans bij de uitoefening
van zijn ambt een volkomen neutraal persoon te zijn.
Tegen de benoeming van een bekwaam en eerlijk
liberaal voor den post van griffier zou dus op zichzelf
weinig te zeggen zijn, indien men wist,' dat de man
griffier bleef. Hetgeen thans echter met den heer
Veegens is gebeurd, geeft te denken.
De heer Veegens, de tegenwoordige griffier, welke
onlangs te Groningen tot lid der Kamer gekozen werd,
zal in de Kamer terstond onder zijn par tijgenooi en
een hooge positie innemen. Waarom? Wegens zijn
bekwaamheden? Gedeeltelijk; maar ook en voor
namelijk, omdat hij tijdens zijn griffierschap van alle
onderwerpen, die bij de Kamer in behandeling zijn
geweest, omdat hij van personen en zaken een ervaring
heeft opgedaan, gelijk maar zeer weinig oude en zeker
geen enkel nieuw lid bezitten zullenomdat hij het
voorrecht heeft gehad, voor het lidmaatschap der
Kamer een opleidings-cursus te doorloopen, zooals
niemand vóór hem heeft gedaan. Toen de heer Veegens
tot griffier benoemd werd, is zeker aan de metamor
phose tot kamerlid niet gedacht. Het antecedent echter
is gesteld, Het vooruitzicht, om eerst eenige jaren in
een eervolle betrekking met 4500 a 5000 trakte
ment werkzaam te zijn en gedurende dien tijd met alle
leden, als zelf geheel buiten gevecht, op den besten voet
te staan en dan, verrijkt met de opgedane kennis en
ervaring, als partijman naar een der beide kampen
over te gaan en daar als vanzelf den hoogsten officiers
rang terstond in te nemen, is zeker verleidelijk genoeg.
Doch niet alleen is het een voordeel voor den persoon
zeiven, aan wien zoodanige carrière te beurt valt, het
is ook een voordeel voor de partij, waartoe hij behoort.
En om die reden achten wij het in de gegeven om
standigheden niet langer een onverschillige zaak, of
een liberaal dan wel een anti-liberaal met het griffier
schap der Kamer belast wordt".
Zaterdag vertrok van Groningen, onder geleide van
den districts-inspecteur der Nederl.-Amerikaansche
Stoombootmaatschappij, den heer Kroes, een extra-
trein met circa 350 landverhuizers, bij welke zich,
op de reis naar Amsterdam, te Meppel en Zwolle nog
een groot aantal aansloten. Ook voor volgende
weken worden extra-treinen tegemoet gezien.
Dat het aantal landverhuizers thans groot is, blijkt
zeker daaruit, dat de directie van de Nederl. Ameri-
kaansche Stoomvaart-maatschappij haren agenten heeft
aangeschreven, dat tot en met den 28 April geen
Ille klasse plaatsen aan boord harer stoomschepen
meer beschikbaar zijn.
Wanneer iemand een stofje in het oog waait, tracht
hij dat, dikwijls vruchteloos, door wrijven te verwijderen.
Dit komt omdat hij het verkeerde oog wrijft.
Volgens een mededeeling in het Pbarm. Weekblad
moet men niet het getroffen, maar het andere oog
wrijven.
Deze ervaring is opgedaan door Engelsch spoorweg
personeel. De proef op de som kan bij gelegenheid
makkelijk genomen worden.
De onderhandelingen over de spoorverbinding Gouda-
Schoonhóven zijn in zooverre geslaagd, dat men aan
de totstandkoming niet meer twijfelt.
Binnenkort zullen eenige boerderijen, gelegen onder
de gemeenten Zevenbergen en Klundert, en vroeger
behoord hebbende tot het domein van wijlen Z. K. H.
Prins Frederik, door den Staat in publieke veiling
worden gebracht.
Weesinrichting te Neerbosch!
"^Een merkwaardig boek ontvingen wij. Iedere blad-
zijèH' daarvan getuigt van een vertrouwen, dat slechts
zeldev..; in ons goede land beschaamd werd, van toe-
wijdingAaan een goede zaak, van zeldzame dingen.
En het Veheel wijst velen op een voorbeeld dat na
volging vékjient.
Het is eedboek dat zeker bij menigeen de aandacht
trekken zal, '^amdat het betrekking heeft op een
algemeen bekeri%. instelling.
Wie toch kèiït; niet, zij het ook alleen bij naam,
de weesinrichting te Neerbosch, waar tal van ouder-
loozen worden opgevoed, waar zij gevormd worden
tot nuttige menschen in de maatschappij
Het weeshuis nu zal in Juni a. s. vijf-en-twintig
jaren hebben bestaan; en de directeur daarvan, de
heer J. Van 't Lindenhout, heeft de geschiedenis dier
inrichting beschreven en bij den heer P. J. Milborn
te Nymegen in het licht gegeven.
In het boek, dat zeer net gedrukt en in een keurig
gewaad gestoken is, vindt men de portretten van den
heer J. Van 't Lindenhout en zijne echtgenoote, die
een belangrijk deel had in zijn arbeid, benevens van
de 10 bestuurders der vereenigingen (waaronder de
portretten van de heeren L. J. Luyks en J. Van
Zwet Wz., beiden uit Rotterdam), terwijl een afzon
derlijke gedenkplaat de voornaamste gebouwen te zien
geeft.
Bij het werk is de door ons onlangs besproken
circulaire gevoegd, waarin eene commissie bestaande
uit de oudste weezen, die in de weesinrichting hun
opvoeding genoten, met het oog op het feest van het
25 jarig bestaan ervan, giften vragen, in de eerste
plaats tot onderhoud der weezen, in de tweede plaats
tot verbetering en uitbreiding der werkplaatsen, waar
de weesjongens hun handwerken leeren, alsmede ter
voltooiing van een nieuw weeshuis.
Over Amsterdam zijn van 1 Januari tot 1 April per
stoomschepen van de Nederlandsch Amerikaansche
Stoomvaart-maatschappij 1910 landverhuizers naar
Amerika vertrokken.
De werkstaking te Almeloo.
Van de hand des heeren A. Snellen, emeritus
predikant te Almeloo, is bij den heer Tjeenk Willink
te Haarlem een »open" brief verschenen, gericht aan
den heer J. C. Van Marken.
De heer Snellen kiest met den heer Van Marken
partij voor het volk. Een zoo aanzienlijke loonsver
mindering, geheel onvoorbereid en geheel ongemotiveerd
(althans niet in het openbaar gemotiveerd), midden
in den winter, nadat zoo kort geleden een der fabrieken
geruimen tijd had stilgestaan en er niets was uitbetaald,
is in het oog van elk ernstig mensch een hoogst
bedenkelijke zaak. Als er dus ooit voor werkstaking
wettige aanleiding was, dan, meent hij, was het nu.
Maar men moet, naar hij doet opmerken, meer