1 I If t ll Buitenland. tal van burgerhuizen verrijzen. Daar het getal inwoners, ofschoon werkelijk toegenomen, toch in geen verhouding staat tot het vermeerderen der woningen, is het zeer verklaarbaar, dat er veel bovenhuizen in de stad leeg staan. Men kan het den lui waai lijk ook niet euvel duiden, dat zij de voorkeur geven aan flinke, frissche woningen met tuin boven de over 't algemeen be krompen en lastige bovenwoningen, ook al liggen de eerste een weinig achteraf. Dat kleine nadeel wordt door tal van voordeeien ruimschoots vergoed. De heer A. A. Beekman heeft in eene brochure, getiteld: Is Nederland in gevaar? over deze door den heer Henry Tindal geopperde vraag zijne mepning uitgesproken. De schr. resumeert zijn oordeel in het antwoord, dat hij geeft op de drie volgende vragen: I. Is er werkelijk gevaar op dit oogenblik, en zoo ja, wat moeten wij doen om uit dien gevaarlijken toestand te geraken? II. Bezitten wij de kracht om, als onze levende strijdkrachten en tloode weermiddelen behoorlijk in orde zijn, ons met de hoop op goeden uitslag te ver dedigen III. Zijn de millioenen, gedurende jaren geofferd, nutteloos besteed en moeten wij weer van voren af aan beginnen? Zijn antwoordt luidt als volgt: »I. Den huidigen toestand acht ik zeer zorgelijk. Als men het geheel onzer tegenwoordige weermiddelen eenigszins vermag te overzien, met het hoofd in de hand ernstig nadenkt, de waarheid onder dn oogen durft te zien, dan voelt men iets dat moeielijk is weer te geven, omdat de woorden blijven steken in de keel of in de pen. Het zou wel moeite kosten", zeide de minister van oorlog. Ja, wel zou het moeite kostenEr is gevaar, zoolang geene maatregelen tegen verrassingen worden genomen. Daaronder behoort mijn inziens niet een bombardement van den Haag. Die maatregelen zijn te nemen, 't Is eene quaestie van organisatie, van eerbied. Zeer zorgelijk zoo niet gevaarlijk, blijft de toestand zoolang niet de getal sterkte, de indeeling, het gehalte onzer levende strijdkrachten zijn verbeterd. Die reorganisatie kan slechts dan voldoende vruchten dragen, als zij gepaard gaat met eene betere dislocatie van het leger dus geene adressen s. v. p. om ter wille van uwe stad wat garnizoen te houden en als in verband daar mede de oefeningen op meer rationeele wijze plaats hebben, zoodat naast de militaire vorming alleen grondig geleerd wordt wat noodig is. De taak der marine moet goed omschreven zijn en in verband daarmede zoowel het personeel als het materieel grondig worden herzien. Sommige fouten onzer stellingen, vooral van de Nieuwe Holt. Waterlinie behooren te worden weg genomen, zooveel mogelijkandere moeten door de verdedigers zooveel als kan worden onschadelijk gemaakt. Ernstige overweging verdient voorts het verplaatsen van sommige onzer militaire inrichtingen naar Am sterdam. Zeer vvenschelijk is de overbrenging der Regeering naar de hoofdstad reeds in vredestijd. sliet spreekt wel vanzelf, dat als de verbeteringen zijn aangebracht iets wat betrekkelijk spoedig kan gebeuren, als men maar wil men niet weer in de oude fout moet vervallen van gemis van eenheid maar dat men het beginsel hoog moet houden van alleen naar ééne leidende alles omvattende gedachte te werken. »Il. Zeker zullen wij ons dan niet alleen willen verdedigen, maar wij zullen het ook kunnen. Daarover is geen twijfel. Overmacht doet hier niets ter zake. Maar daarom de natie niet langer buiten het leger, maar dit laatste een integreerend deel der eerste. Dan is er belangstelling van weerszijden. Dan komt er zelf vertrouwen, want eerst dan is dit niet een vergelijkend optimisme, maai' ik herhaal het een vertrouwen op eigen kracht, van welke men gevoelt dat zij werkelijk aanwezig is, »III. Of het tot nu bestede geld dus weggeworpen is? Wel neen, zeker niet. Wal er voor verkregen is, hadden wij in liet algemeen genomen toch moeten hebben. Maar er is zeer duur gewerkt, omdat wij betere waar hadden kunnen verkrijgen voor ons geld en omdat wij nu hier en daar weer wat moeten vei beteren aan hetgeen reeds verbeterd is." Dinsdag avond te 8 uur is te Apeldoorn de erfprins van Nassau met gevolg aangekomen. Z. IJ. werd van wege H. M. de Koningin aan het station ontvangen door baron Taets van Amerongen, en begaf zich daarna naar het paleis. Woensdag is Z. 11. weder vertrokken. Men brengt dit bezoek in verband met de aan gelegenheden van het Luxemburgsche regentschap. De minister van oorlog heeft ter kennis van de militaire auloiiteiten gebracht, dat de regeering niet voornemens is, een wetsvoorstel aanhangig te maken tot het opnieuw verlengen van den diensttijd voor de ingelijfden bij de militie te land der lichting van 1883, althans indien geen onvoorziene omstandigheden zoodanige verlenging alsnog noodzakelijk rnaken. Daarentegen heeft een wetsvoorstel tot verlenging van den dienstijd van de miliciens der lichting van 1884 reeds het departement van oorlog verlaten. In veiband hiermede zullen de paspoorten van de miliciens der lichting van 1883 in gereedheid gebracht en de door hen opgelegde goederen in de kleeding- magazijnen ingeleverd worden. De datum van paspor- teering zal later worden opgegeven. Het volgende snel werkende middel tegen verkoudheid wordt door dr. Kohier aanbevolen Een theelepel kamferpoeder doet men in een kom, vult die half vol met kokend water, en bedekt die met een kegelvormigen papieren zak. waarvan men de punt afscheurt, in dier voege, dat men er gemakkelijk den neus door heen kan steken Nu ademt men 10 a 15 minuten achtereen de warme, kamferhoudende waterdampen door den neus in, en herhaalt dit 4 a 5 uur later. Volgens dr. K. zal zelfs de hardnekkigste verkoudheid door een driemaal herhaald inademen genezen; gewoonlijk is ééne inademing voldoende, wanneer deze juist wordt toegepast, en men zich niet door de minder aangename gewaarwording, die de kamferdanip in neus- en keelholte te weeg brengt, laat afschrikken. De warme dampen bewerken over vloedige afscheidingen van het neus- en keelslijmvlies. Het middel heeft o. i. boven andere de voorkeur, omdat het goedkoop en gemakkelijk toe te passen is. H. en I. De Staafs-Ct. bevat het volgende bericht omtrent den toestand van Z. M. den Koning: Volgens verklaring van prof. Rosenstein en de geneesheeren des Konings is, bij langzarnen achter uitgang van den algemeenen toestand van Z. M., ook eene geringe toename der plaatselijke ziekteverschijnselen waar te nemen. Staatsblad no. 33 bevat het volgende besluit van de Staten-Generaal in vereenigde vergadering van 3 April 1889, krachtens ait. 40 der Grondwet: De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten- Generaal. Overwegende, dat de Staten-Generaal heden in vereenigde vergadering hebben genomen het volgende besluit: »De Staten-Generaal in vereenigde vergadering verklaren, dat het in art. 38, 1ste lid, der Grondwet «omschreven geval aanwezig is." Gezien art. 40 der Grondwet; Gelast, dat dit besluit, door plaatsing dezes in het Staatsblad, wordt afgekondigd. 's Gravenhage, 3 April 1889. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, W. A. A. J. SCHIMMELPENNINCK, VAN DER OYE, Uitgegeven den derden April 1889. De Minister van Justitie RUYS VAN BEERENBROEK. In Luxemburg wachtte men het besluit der Neder- landsche Staten-Generaal af, alvorens handelend op te treden. Men wenscht er aan onze regeering mededeeling der stukken te vragen, op grond waarvan de Kamer zal kunnen verklaren, dat het geval van art. 7 der Grondwet aanwezig is. De vraag is gerezen, of de Kamer daarna den Hertog van Nassau zal uitnoodigen het regentschap op zich te nemen, dan of zij zijn proclamatie zal afwachten, waarbij hij zelf zal verklaren bereid te zijn het regentschap te aanvaarden, op grond van de hem krachtens de Grondwet en het familieverdrag van 1783 toekomende rechten. De Raad van State heeft in laatstbedoelden zin geadviseerd. De Keizerlijke approbatie, door het verdrag van '1783 gevorderd, woidt geoordeeld te zijn vervallen, sinds bij het tractaat van Londen van 1867 alle banden zijn los gemaakt, die het Groothertogdom verbonden aan den Duitschen Bond. Bij de aanvaarding zijner functiën moet de Hertog in de Kamer, krachtens art. 8 der Grondwet, den eed van trouw aan den Koning-Groothertog en aan de Grondwet en de wetten des lands afleggen. Omtrent den brand die te Leiden gewoed heeft in het museum voor natuurlijke historie, meldt het Leidsch Dagblad o. a. het volgende De brand is spoedig gebluscht, doch de schade is vrij belangrijk, want ongeveer 50 opgezette schrapachtige zoogdieren zijn öf geheel verbrand öf belangrijk door het vuur verschroeid. Men onderstelt, dat de brand is ontstaan tusschen het plafond van het vertrek van den assistent, door een of ander lek in den schoorsteen. Er was echter dien dag niet gestookt geworden. De heer Büttikofer, conservator, en twee beambten waren onmiddellijk met extincteurs in de weer en slaagden er zoo in met behulp kort daarna nog van de in het gebouw aanwezige brandkranen het onheil in zijn voortgang te stuiten. Zooveel mogelijk werden de overige in het lokaal aanwezige dieren tegen waterschade beveiligd. Het is algemeen bekend, dat elke maand van het jaar de nachtvorstin onze maan al haar standen doorloopt, zoodat wij in dien tijd gewoonlijk nieuwe maan, eerste kwartier, volle maan en laatste kwartier hebben. Die nu de moeite neemt, den almanak in te zien, zal bemerken, dat we in Februari geen nieuwe maan gehad hebben en we, niettegenstaande dit geval, in de eerste drie maanden van dit jaar: Januari, Februari en Maart te zamen, de maan viermalen in dezen stand hebben kunnen waarnemen, en wel den eersten en laatsten Januari en den eersten en laatsten Maart. Dit is stellig een bijzonder en zelden voorkomend geval, de moeite waard om er de aandacht op te vestigen. Ongelukken, Kampen, Misdaden, enz. Men schrijft uit Ter Neuzen aan de N. R. Ct: De werkman M. de Bruin, wien eergister ochtend aan de losplaats van den spoorweg te Ter Neuzen door eene locomotief de beide beenen werden afgereden, is des avonds overleden, nalatende eene weduwe met 7 jonge kinderen. De justitie uit Middelburg kwam gister namiddag te Ter Neuzen, tot onderzoek, daar het veelvuldig voorkomen van ongelukken op het spoorwegterrein aldaar door de werklieden grootendeels wordt toegeschreven aan het onverdachte rijden en verplaatsten van locomotieven en wagens. Te Maassluis is eene vrouw te midden van een gesprek plotseling ineengezakt en gestorven. Vier kinderen laat zij achter. Uit Dantzig wordt van particuliere zijde aan het Berliner Tageblatt gemeld, dat de stad Marienburg gedeeltelijk is overstroomd. Op de rivieren is veel ijsgar>g en het water in de omstreken zeer hoog. Ouk in de dorpen Bohnsach en Neufahr zijn ver scheidene huizen weggespoeld. De Bober is te Hirsch- berg Zaterdag 1 M. gestegen. De waterstand bedroeg 2,70 M. Op verscheidene plaatsen is de rivier buiten hare oevers getieden. In de San Carlo kerk te Rome is tijdens de prediking van den bekenden redenaar Agostino een bom ontploft. Het geraas en de ontsteltenis, welke dientengevolge onder de talrijke menigte toehoorders ontstonden, waren verschrikkelijk. De prediker verloor zijn kalmte niet, stelde de menschen gerust en kon met zijne prediking voortgaan. Een wacht van soldaten is om de kerk geplaatst, daar deze predikingen reeds sedert eenige dagen aanleiding tot wanordelijkheden geven. ÖULitsoUlarid. Kapitein Wissmann met een deel zijner mannen en dr. Petrus zijn te Zanzibar aangekomen. De drie stoombooten roet het overige deel van kapitein Wiss- mann's expeditie, dat uit ruim 400 Europeanen bestaat, benevens de Soedaneesche troepen, ammunitie en pak goederen, worden spoedig verwacht. Naar men zegt heeft de expeditie reeds 2.000,000 mark gekost. Er is echter nog meer geld beschikbaar. F r a n k r ij li. Het ceremonieel van het eeuwfeest der revolutie is vastgesteld. De president der republiek zal den 5 Mei, 's namiddags te 2 ure met eene talrijke begeleiding, zich naar Versailles begeven, waar hij plaats zal nemen op eene estrade tegenover het hotel des Menus- Plaisirs (thans de kazerne der genie) waar de eerste vergadering der Staten-Generaal gehouden werd. In den voorgevel van dit gebouw zal vervolgens, in tegenwoordigheid van den president, de ministers, de senatoren, de afgevaardigden en een aantal andere officieele personen, een gedenkteeken gemetseld worden. Daarna zal de president der republiek naar de Place d'Armes gaan, nabij den wachtpost der gardes d'honneur van het paleis. Daar zullen hem de troepen voorbij trekken. In het paleis te Versailles houdt hij later eene officieele ontvangst, gevolgd door een luncheon, 's Avonds zal Versailles verlicht worden. De gemeenteraad heeft daarvoor en voor de andere feesten 50,000 fr. toegestaan. De Staat levert eene bijdrage van 25,000 fr. 's Avonds keert de heer Carnot naar Parijs terug, om den 6 Mei de tentoonstelling te openen. Dien dag zullen ook te Parijs groote feesten plaats hebben eene illuminatie, vuurwerk op drie verschillende plaatsen, fakkeloptocht van kurassiers, pompiers en anderen, eene gondelvaart op de Seine, enz. enz. proces de werl

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1888 | | pagina 2