1
ZMlKZEESCHE COURANT.
voor het ai'rondis- sement Zierikzee.
J3»
F'*
1889. No. 24. Woensdag 27 Maart. 92ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
te
Binnenland.
tbuien.
worden,
iddelen
tering
f, goed
ioor de
Jongen
ng met
ir heden
lag lijn
Alle
enezen.
vochtig
oway's
torten,
ok het
at.
f3.-,
vage a
Bolland,
1, 533,
P.
7515/
1015/,
lêêVi
701/,
i9'k
64ii /lt
10113/
895/,,
1025/,.
981/,
905/,.
158
683/,,
6S'i/„
69V,e
68s/,
913/,,
151
90
83
975/,
1015/,,
1011/,
791/,
1,26
2,451/,
25
50
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND,
uitgezonderd op FËESTDAGE.N,
Prijs per drie maanden 1.Franco per post 4,—
Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad 10 Cent,
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Per gewone regel 40 Cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 Cent.
Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. LAKENMAN.
ZIERIKZEE, 26 Maart 488 9.
De Ilooge Raad heeft verworpen het cassatieberoep
van den Staat der Nederlanden tegen A. P. v. S. c.s.
in zake den eigendom van schorren en slikken in den
Wilhelrninapolder in Zeeland.
In het gezin te Middelburg, waarin reeds drie per
sonen aan pokziekte lijden, is een vierde patiënt duor
dezelfde ziekte aangetast, en wel de zuigeling. De
toestand van alle aangetasten is echter niet on
gunstig.
De gemeenteraad van Middelburg besloot op het
verzoek van den heer J. Boudewijnse, om concessie
voor den aanleg van geleidingen voor elect rische ver
lichting, aan dezen mede te deelen, dat wanneer eene
duidelijker aanvraag en omschrijving wordt ingezonden,
de gemeenteraad bereid is dit te overwegen.
Voorts werd besloten, de gasfabriek belangrijk te
verbeteren en uit te breiden. De kosten zijn geraamd
op f 78,400, te vinden uit eene te sluiten geldleening.
Behoort een regentschap tijdens de ziekte van
Z. M. den Koning op te treden?
Er zal een beslissing moeten komenzegt de Stand.
Toch verhele men zich de overgroote moeielijk beid
niet, waarmee het Kabinet ook op dit punt te worstelen
heeft.
Ware er een Prins uit den bloede, in den bloei
zijns levens, de iegent zou zijn aangewezen, en zelfs
op zijn invloed aan het Hof kon gerekend worden.
Een man als Prins Frederik of Prins Hendrik zou
ons thans alles waard zijn.
Nu echter heeft het Kabinet te rekenen met een
prinseloos .Stamhuis, met een erfgename der kroon
van nog kinderlijken leeftijd, en met een Koningin,
die, aan het ziekbed van Haar Gemaal gebonden, niet
optreden kan.
En terwijl reeds van die zijde de kans zoo hachelijk
staat, is er geen ziektetoestand denkbaar, die een be
slissing zoo pijnlijk maakt als het Jijden van onzen Vorst.
Zijn ijzersterk gestel biedt weerstand aan de steikste
storingen iri zijn zenuwleven, waardoor toestanden van
gewone helderheid en besef van kracht zich telkens
met andere oogenblikken van algeheele onbekwaamheid
afwisselen.
Dit maakt het voor de geneesheeren zoo moeielijk,
om een stellige prognose te maken, en zoo ui lenst
moeielijk voor onze staatslieden, die handelen moeten,
om niet te vroeg door te tasten en niet te laat
te komen.
Men deelt uit Arnhem mede, dat de kamer van
koophandel en fabrieken aldaar besloten heeft, de
Tweede Kamer in overweging te geven, het ontwerp
van wet tot voorkoming van het bedrog in den boter-
handel niet aan te nemen, op grond vooral van de
overweging, dat het protectionistisch is en slechts
één tak van landbouw schijnt te beschermen, en de
achteruitgang in den botei handel die reeds dag-
teekent van vóór de margarine slechts kan worden
hersteld, wanneer de waar wordt verbeterd. De kamer
acht het voorts bedenkelijk, dat de fabricage van
margarine aan zulke knellende banden za) worden
gelegd als het ontwerp bedoelt.
De inzending van-.de afdeeling Landbouw, voor de
Paiijsche wereldtentoonstelling bestemd, is derwaarts
vanwege de Nederlandsche commissie verzonden.
Van woorden komen moorden!
Handelsblad en Dagblad maken de opmerking,
dat wanneer woeste daden volgen op de opruiende
taal van Domela Nieuwenhuis in Recht voor Allen,
het Nederlandsche volk weet, wie de verantwoordelijke
man is.
Dat is, zegt het Haagsche Dagbladzoo helder
als de dag.
Mag nu echter niet in naam van dat Nederlandsche
volk gevraagd wordenAls men bijna met zekerheid
kan voorspellen, dat op die oproerige woorden moorden
zullen komen, zijn dan de Regeering en de Volks
vertegenwoordigers verantwoord nu zij het drukken
en verspreiden dier woorden, welke tot moorden voeren,
toelaat
Moet de drukpersvrijheid zoo onbegrensd worden
opgevat en toegelaten, dat men dood laconiek, alsof
het de natuurlykste zaak ter wereld ware, het voor
bereiden van de sociale revolutie lijdelijk duldt
Alweder vragen wij: Bevat het arsenaal onzer
tegenwoordige wetgeving geen wapenen tegen zulke
aanvallen op Staat en Maatschappij?
Zijn ze er wel in aanwezig, welnu, hanteert ze dan.
voorkomt de moorden.
Zoo niet, smeedt ze dan. Het is onverantwoordelijk
de samenleving onverdedigd te laten.
Laat u niet terughouden door het radicaal ge
schetter van reactie. Js sociale revolutie dan beter?
Of denkt gij, dat lieden, aan wie de overheid als
een roofdier wordt voorgesteld, en die in zulke beelden
welbehagen vinden, zullen worden teruggehouden van
het moorden door gemoedelijke vertoogen en door
billijke arbeidswetten?
De maatschappij gaat donkere dagen tegemoet, als
niet met kracht tegen haar belagers wordt opgetreden.
De sociale verhoudingen zijn, ten nadeele van de
veiligheid der samenleving, in den loop van deze eeuw
bedenkelijk geworden. Het gezag wordt niet meer zoo
hoog gesteld als noodig is om de maatschappelijke
ordeningen wij spreken nog niet eens van de hand
having der staatsinstellingen te doen eerbiedigen.
Langer aarzelen om energiek tegen de rnaatschappij-
b es tor titers op te treden, zou de jammerlijks te gevolgen
kunnen opleveren.
Thans zijn de vrienden der ware vrijheid en der
orde nog in de meerderheid. Zij kunnen nu nog be
veiligend handelen,
Blijft men, gedreven door een misplaatste liefde
voor de vrijheid en door een onjuiste voorstelling van
hetgeen de vrijheid is, werkeloos, dan zal de verant
woordelijkheid voor het moorden, dat van woorden
komt, worden verplaatst, en de Natie zal dan ook
weten doch te laat! wie de schuld voor de
sociale revolutie te dragen heeft.
De Nederlandsche Vereeniging tot bevordering van
Zondagsrust heeft in een adres aan de Tweede Kamer
te kennen gegeven:
dat zij met ingenomenheid heeft begroet het wets
ontwerp tot het tegengaan van overmatigen arbeid
van kinderen, jeugdige personen en vrouwen, dewijl
in art. 8 het beginsel van de Nederlandsche Vereeni
ging tot bevordering van Zondagsrust is gehuldigd,
om te trachten zooveel mogelijk Zondagsrust aan het
volk te verzekeren:
dat zij met eenige bezorgdheid heeft kennis genomen
van het amendement op bedoeld artikel 8 door de
corrtm. van rappoiteurs voorgesteld, aldus luidende:
»L)eze bepaling is niet toepasselijk op de personen, van
welke wordt aangetoond, «dat hun regelmatig een
andere volle dag in de week verzekerd zij"dewijl
de Vereeniging tot bevordering van Zondagsrust van
oordeel is, volgens hare bepalingen art. 46., dat niet
een andere voile dag in de week als rustdag, maar
de Zondag, voor zoo velen mogelijk, een rustdag moet
zijn, op gronden, veel malen in het openbaar bepleit
en bekend, en daarom hier niet te herhalen;
redenen waarom zij de Kamer verzoekt, met allen
ernst hare stem tegen bedoeld amendement te willen
laten hooien en het beginsel in art. 8 van het bedoeld
wetsontwerp wel te willen ondersteunen.
De dichter J. J. A. Goeverneur is Vrijdag begraven.
Aan de groeve werd hulde gebracht aan zijne nage
dachtenis door den heer R. N. de Haas, namens de
redactie van den Groningschen studentenalmanak,
waarvan Goeverneur een der stichters is geweest;
verder door den heer II. W. van Sandiek, door dr. W.
Zuiderna, die in een gedicht Goeverneur als kinder
vriend huldigde, en door een bestuurslid van de
Groninger werkliedenvereeniging. Namens de familie
werd dank gezegd door prof Valeton uit Utrecht.
In de Volksvriend maakt de heer E. J. W. Koch
melding van een navolgenswaardig voorbeeld, door een
zilveren bruidspaar te Amsterdam gegeven. Er was
een avondpartij, die zeer lang duurde. De rijtuigen
waren besteld tegen twee ure, maar men ging eerst
ten drie ure uileen. Intusschen werd aan al de
koetsiers der veertig rijtuigen broodjes met ham en
koffie, alsmede sigaren verstrekt.
Als een gelukkig voorbeeld van verzekering tegen
ongelukken, deelt hel Sociaal Weekblad eene bepaling
mede, voorkomende in een bestek (met de naamteeke-
ning van den architect Gosschalk) voor een villa te
Hilversumin welk bestek art. 25 aldus luidt
^Ondersteuning bij ongevallen.
De aannemer is verplicht, al zijne werklieden, geene
uitgezonderd, gedurende den geheelen duur van het
werk (dat wil zeggen: tot de eerste oplevering toe)
tegen ongelukken en invaliditeit te verzekeren bij de
Eerste Nederlandsche Verzekering-maatschappij tegen
invaliditeit en ongelukken te 's Gravenhage, Hij moet
daarvan een polis aan de directie overleggen, die deze
voor gezien moet teekenen.
Hij is bovendien verplicht de, ingevolge de polis,
verzekerde som te vermeerderen met het één vijfde
gedeelte dier som, wanneer daarbij een som inééns
wordt bedongen, of wanneer de in termijnen uit te
keeren som in een som inééns is veranderd; en wan
neer een uitkeering in termijnen uit de polis voort
vloeit, een som gelijkstaande met een vol jaar der
uitkeering. In beide gevallen wordt het bedrag van
de aannemingssorn afgetrokken.
Indien deze niet of niet meer toereikend blijkt te
zijn, blijft de aannemer met zijn borgen aansprakelijk,
geheel volgens bet bepaalde in art. 44.
Alleen wanneer een ongeval het gevolg is van eigen
opzet of nalatigheid van een werkman zelf. volgens
oordeel der directie, zal de bovenbeschreven vermeerde
ring der uitkeeringssom niet plaats hebben.
Door de bepalingen van dit artikel neemt de aan-
besteder geenerlei verplichting op zich wegens onge
vallen, aan weiklieden op het in dit bestek omschreven
werk overkomen".
Het is niet de eerste maal, dat dergelijke bepalingen
in bestekken voor particuliere werken worden opge
nomen; maar de vorm, waarin dit thans geschiedt,
verdient de aandacht. Aan den eenen kant wordt aan
den aannemer de plicht van verzekering opgelegd;
maar anderzijds is de zaak zóó geregeld, dat de aan
nemer ook zelf geldelijke schade lijdt, indien een
ongeluk plaats heeft, omdat hij verplicht wordt, bij
de som, door de verzekering-maatschappij uit te keeren,
zelf ook nog een evenredig bedrag te voegen.
Dit juiste beginsel komt aan liet S. W. voor
alleszins overweging waard te zijn bij de regeling,
die van de regeering is te wachten, ten einde bij
publieke, van rijkswege aanbestede werken werklieden
te doen verzekeren tegen ongelukken bij den arbeid.