Buitenland. BerichtenEen hoopvol bericht over Het Nieuws van den Dag. Twee boekjes over Homoeopathie. Een werk met de samenstelling van 2438 middeltjes. Uit het Weekbl. v. h. Beeld. RechtszakenDe Magnetiseur Ragassy. De tuinman De Jong. De Wonderdokter Sirie. Grootere artikelenDe Pastilles van Brachat. Nogmaals de middelen van Mattei. Pastilles van Geraudel. Alweer een reclame in het Dagblad van Zuid-Holland. Waarschuwingen uit het buitenland. Boekheoordeeling. Ingezonden stukken. Corres pondentie. Herhaalde waarschuwingen: Kunst trommelvliezen van Nicholson. Pastilles Geraudel. Ongeljkken, Kampen, Misdaden, enz. Terwijl men in een woning in de Hamerstraat te 's Gravenhage druk bezig was met bruiloft vieren, kregen twee vrienden", die t.e veel gedronken hadden, twist over een kleine oorzaak. Een van hen, die het meest door den jenever was verhit, ontstak in zulk een woede, dat hij een bierglas opnam en zijne tegen partij daarmede op het hoofd sloeg, 't geen een bloedende woud veroorzaakte. Toen de dader den mishandelde bewusteloos zag neervallen, koos hij het hazenpad. Voor den lijder moest men geneeskundige hulp inroepen. De bi uilofispret had een droevig einde. Uit Duitschland en Oostenrijk-llongarije komen voort durend onrustbarende berichten omtrent den hoogen wateistand. Zooals uit Pressburg wordt medegedeeld, heeft het hooge water van de March een ongeluk veroorzaakt, waardoor vele gezinnen in rouw worden gedompeld. Door de aanbruisende watervloeden werd de brug over do March tusschen Hohenau en St. Johann medegosleurd. Ongelukkig passeerden er juist op het oogenblik dat de brug instoi tte, verscheidene personen 35 menschen vielen in het water, van wie er 12, waaronder enkele vrouwen, zich niet meer konden redden en den dood in de golven vonden. Van de lijken der verongelukten werden er tot nog toe slechts enkele gevonden. Ken dergelijk ongeluk gebeurde in Sassin, ongeveer vijf uien van Hohenau verwijderd. Daar stortte een gedeelte van de brug over de Miava in, waardoor ongeveer vijftig personen, die naar den ijsgang stonden te kijken, in de sterk gezwollen rivier stortten. De ineesten verdronken. De overigen hadden zich op een klein eilandje in de rivier weten te redden. Des avonds had men nog slechts elf lijken uit het water opgehaald. Het zeilschip »Lanoma", van Tasmanië met wol naar Londen onderweg, strandde bij Weymouth, Port land. De kapitein en elf matrozen verdronken. De »City Corinth" een ijzeren vaartuig van 1220 tonnen, van Iquique met salpeter naar Hamburg, werd bij Newhaven, in 't kanaal door een onbekend stoomschip in den grond geboord. De Stettiner bark »Louise Wichards", van Wilmington naar Londen koers zettende, met eene lading hars, heeft schipbreuk geleden. De bemanning heeft zich in booten kunnen redden en is te Liverpool aangeland. Dat niet alleen in ons land het hooge water schade veroorzaakt, maar in het buitenland zelfs behalve materieele schade nog menschenlevens zijn te be treuren, bewijst het volgende: I/i Herbeden (Duitschland) verdronken drie kinderen en in Steele twee voerlieden. Ook stijgt de rivier de Lemme hooger dan in dertig jaar het geval is geweest en de materieele schade is zeer groot. Ook de Elbe stijgt nog steeds en de hoogte bedraagt nu 410 meter te Dresden, terwijl de rivier op Boheemsch gebied nog met ijs bedekt is. In Spanje hebben ingevolge den dooi hevige over stroomingen plaats. De Ebro is vier meter boven haar gewoon peil gestegen en verschillende wijken van de stad Miiande zijn overstroomd. De Peking Gazette bevat een bericht van den gouverneur van Uliassutai, gericht aan den keizer van China, waarin wordt medegedeeld, dat de weg van de regeerings-koeriers, tusschen drie poststations in 't district Khalkha, in Mongolië, veranderd had moeten worden, wegens de talrijke zwermen ratten, die zich in die streek ophouden. Sedert twee jaren hebben deze dieren daar zulke verwoestingen aangericht, dat alles, tot op den laatsten grashalm is kaalgevreten. Het geheele land heeft van de plaag te lijden. De paarden en kameelen hebben geen voedsel en het is onmogelijk om de post door die landstreek te vervoeren. Uit Dantzig wordt bericht dat op dertien spoorlijnen (uitkomende op de stations Eylau, Oslerode, Schneide- muhl, Stolpmunde, Elsenau, Soldau, Thorn, Mariënburg, Lessen, Carthaus, Hohenstein, Mohrungen en Allenstein) wegens zware sneeuw de dienst tot nadere aankondiging is gestaakt. Uuitsohland. Terwijl te Berlijn de plechtige begrafenis van keizer Wilhelm plaats had, verhief zich de geheele Duitsche, neen de geheele Europeesche pers als ëén eenig man tegen een artikel in de KÓln. Ztg. betreffende de gezondheid van keizer Frederik III. Aan het hoofd van zijn kolommen heeft dit blad met vette letters de mededeeling gedaan dat men niet de minste hoop moet koesteren voor de gezondheid des keizers, de aard en de afloop der ziekte geven geen recht op eenige verwachting ten goede. In Duitschland zelf heeft dit artikel, denzelfden dag openbaar gemaakt dat 's keizers stoffelijk overschot in het Mausoleum werd bijgezet, een grooten indruk gemaakt. Men denkt dat de zaak dieper zit dan een bloote mededeeling aan de lezers, men zoekt er een politiek doe! achter, men zegt dat de bedoeling zou zijn den indruk te geven dat de tegenwoordige re geering niet lang zal duren, belangrijke hervormingen zouden dus nutteloos zijn zoowel onder de hooge ambtenaren als onder de ministers. Over de proclamatie en den brief aan Bismarck zegt de Nordd. AUg. Ztg., dat men het woord des Keizers niet mag critiseeren, maar dat zij toch met genoegen constateert, dat de opvatting der verschillende bladen op vele gewichtige punten overeenstemt. Vooreerst is overal vreugde en voldoening gevoeld en uitgesproken, dat de vredelievende politiek van Keizer Wilhelm wordt gehandhaafd. Vervolgens zijn allen het eens, dat het vertrouwen des Keizers in zijn volk gegrond en wnder- keerig is. Zoo nu de eenen meer op dit, de anderen meer op dat punt van het Regeeringsprogramma des nieuwen keizers nadruk leggen, is dit zeer nntuuHijk. De uitleggingen van enkele punten kunnen uitëèn- loopend en zelfs tegenstrijdig zijn, allen zijn overtuigd, dat zij met 's keizers opvatting voeling zullen kunnen hebben. De Reichsanzeiger geeft opheldering, waarom 's keizers proclamatie aan zijn volk in dit blad de onderteekening droeg van Frederik III, in strijd met de gewoonte van de Vorsten, die zulk een cijfer niet achter hunne naamteekening plegen te plaatsen. De Keizer had geschre ven »Friedrich I. R." (Imperator Rex)de klerk echter, die van het origineel een afschrift had te maken voor de zetterij van het offlcieele blad, zag die twee letters aan voor de drie strepen van een Romeinsche »Drie". Iets dergelijks is den laatsten Franschen keizer ook overkomen. Bij de*> coup d'état werd naar alle departementen een proclamatie getelegrafeerd, eindi gende met Leve Napoleon De telegrafist zag de uitroepingsteekens voor Romeinsche cijfers aan en Napoleon werd de derde genoemd. Men schat, dat tusschen den Dom en het Mausoleum te Charlottenburg een half millioen menschen op de been waren om de begrafenis des keizers te zien. De bevolking hield zich over 't geheel zeer waardig. Voor den lijkwagen werd door allen het hoofd ontbloot, terwijl de vaandeldragers met hun vaandels salueerden. De middenweg van Unter der Linden was bedekt met een laagje geel kiezelzand, waarover frissche denne- takken waren gestrooid. Nauwelijks was de stoet voorbij, of het volk maakte zich meester van de takken. Buiten de Brandenburgerpoort waren honderden in de boomen geklommen en hadden zich daar vastgebonden. De oude generaal Von Pape wekte algemeene bewondering. Zijn hand was nog zoo krachtig, dat hij de rijksbanier onbewegelijk kon houden, niettegenstaande den feilen wind. De Fransche regeering, zegt de Nordd. AUg. Ztg., heeft kordaat gehandeld door generaal Boulanger uit het actieve leger te verwijderen. IJet aarzelend weifelen, dat zoolang ten opzichte van den generaal heeft ge duurd, gold bij den grooten hoop voor een bewijs van vrees en had hem een aanzien gegeven, dat volstrekt niet op feiten was gegrond. Door eene energieke daad heeft president Carnot het beginsel van het staats gezag gehandhaafd. Nu aan den heer Boulanger zijn standpunt officieel duidelijk is gemaakt, zal de groote hoop ook wel het onderscheid inzien tusschen de aangematigde en de feitelijke beteekenis van den generaal. Italië. In de Kamer beklaagde de heer Cavaloti zich over de censuur, waaraan de berichten uit Afrika zijn onderworpen. De minister-president Crispi zeide, dat iedere regeering het recht heeft, de verspreidng van onware berichten tegen te gaan. Het speet hem, dat te Massowa dagblad-correspondenten waren toegelaten, want zij hadden het vertrouwen der regeering bedrogen. Eerst had de regeering ieder onwaar bericht laten weerleggen; zij meende met fatsoenlijke menschen te doen te hebben, maar toen hare welwillendheid niet baatte, moest zij haar toevlucht nemen tot strenge maatregelen. Als minister ziet men de zaken anders in, dan als afgevaardigde. »Als afgevaardigde noemde ik de wet van Napoleon III tegen het verspreiden yan valsche berichten onzinals minister zie ik het nut er van in. Ook wij waren in de dagen van den vrijheidsoorlog journalistenmaar de pers was toen maals een apostelschap, terwijl zij thans een werktuig wordt om den staat te benadeelen." De heer Comin roept: »Dat is schande! Gij moet fatsoenlijke bladen niet met onfatsoenlijke gelijk stellen.1" De voorzitter: »Gij hebt het woord niet." De lieer Comin »Als journalist moet ik protesteeren." (Er ontstaat een vreeselijk tumult. Crispi wil spreken, maar kan zich niet doen verstaan. Op de journalisten-tribune wordt Comin toegejuicht.) Comin »Men moet eerbied hebben voor de persVtylen hier in de zaal behooren er toe." (Bijval op de journalisten-tribune). De voor zitter gelast de tribune te doen ontruimen. De rechter zijde en het centrum roepen: »Er uit!" De journalisten roepen: »neen!" Ten slotte worden de journalisten verdreven onder geweldig rumoer in de zaal. De zitting wordt gesloten, doch na tien minuten weder geopend en aan de vertegenwoordigers der pers wordt vergund hunne plaatsen weder in te nemen. Crispi zegt, dat hij niet begrijpt, dat men aan zijne woorden zulk eene verkeerde uitlegging heeft gegeven. In de Kamer zijn slechts afgevaardigden, geene journalisten en in ieder geval behoefden fatsoenlijke journalisten zich zijne woorden niet aan te trekken. Daarop werd de zitting gesloten. De heer Bonghi, president der journalistenvereeniging, heeft haar tot eene buiten gewone vergadering opgeroepen. De bladen deelen een gesprek mede van den minister-president Crispi met eenen Franschen radicaal, waarin de eerste zich over de verhouding tusschen Italië en Frankrijk vrijmoedig uitliet. Hij ontkende, dat hij er ooit aan had gedacht, zich met eenige mogendheid te verbinden om Frankrijk aan te vallen. Dit werd door zijne vijanden, de clericalen, uitgestrooid. Wat zijn bezoek te Friederichsruhe betreft, hij was sedert jaren met Bismarck bevriend en er was niets tegen Frankrijk afgesproken. Het Duitsch Italiaansch tractaat was vier jaren geleden door Mancini geteekend en, toen het was afgeloopen, was het door Robilant vernieuwd. Het was Frankrijks schuld, dat Italië zich zoo nauw met Duitschland had verbonden. Het was op Napoleon verbitterd wegens Mentana en na de annexatie van Tunis waren de Italianen over tuigd, dat Frankrijk zijne verliezen in 1870 ten koste van Italië wilde herstellen. Terwijl anderen zich er toe bepaalden, hunne tegenwoordige positie te bevestigen, volgde Frankrijk eene kostbare koloniale politiek en trok het in Bulgarije tegen de vrijheid der volken partij. Crispi betreurde de expeditie naar Massowa, maar hij moest de eer van de vlag handhaven. De Fransche staatslieden hadden het wantrouwen van Italië opgewekt. De rede van Flourens, ter verdediging van het gezantschap bij den paus, was bijna eene bedreiging van Italië. Alle Fransche monarchalen waren voor het herstel der wereldlijke macht van den paus en Crispi had de bewijzen in handen, dat de graaf van Parijs den paus het herstel der wereldlijke macht had beloofd. Italië zou nooit een oorlog tegen Frankrijk beginnen, maar de Fransche monarchalen zouden waarschijnlijk, zoodra zij de macht in handen hadden, Italië aanvallen. Mac Mahon had kort voor zijn val met Oostenrijk over het herstel der wereldlijke macht van den paus onderhandeld. Daarop was de annexatie van Tunis gevolgd. Toen had Mancini het tractaat met Bismarck gesloten. Het is een uitsluitend defensief tractaat. Duitschland wil geen oorlog met Frankrijk. Bismarck zou er niets bij kunnen winnen en hij heeft genoeg te doen met de bevestiging van het Duitsche rijk. De dood van keizer Wilhelm brengt daarin geene verandering. Het sluiten van een handels-traktaat wordt belemmerd door den invloed der protectionisten in Frankrijk. Frankrijk zou van Italië niets te vreezen hebben, als het zich niet met de Vatikaansche politiek inliet. Frankrijk was de melkkoe van den paus. Het was niet waar, dat koning Humbert met het Vatikaan op een goeden voet trachtte te komen of dat er toenadering bestond. Aan een lid der koninklijke familie, die den paus een geschenk had willen geven, had de koning geschreven: »Doe, zooals gij wilt, maar als de gever bekend wordt, zal ik u openlijk moeten desavoueeren." De koning is een eerlijk, braaf president onzer republiek en wij zouden ieder land dankbaar zijn, dat den paus kon bewegen, zijne gastvrijheid aan te nemen. F i* a n li ï- ij li. Tot recht begrip van de straf, die generaal Boulanger is opgelegd, diene het volgende. Hij is niet vervallen verklaard van zyn rang. Den rang kan een Fransch officier slechts verliezen door liet verlaten van den dienst, door het verlies van de eigenschap van Franschman, tengevolge van een rechterlijk vonnis, en door afzetting, tengevolge van de uitspraak van een krijgsraad. Bij nonactiviteit behoudt de officier zyn rang en blijft hij onderworpen aan zekere ver plichtingen. De nonactiviteit is óf het gevolg van eene ministerieele beslissing, bij ontbinding van corpsen,

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1888 | | pagina 2