Z1ERIKZEMM COURANT. voor het arrondis- seinent Zierikzee. 1888. No. 22. Zaterdag 17 Maart. 91ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Binnenland. Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden f 1,-. Franco per post ƒ1,- Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad 10 Cent. PRIJS DER ADVERTENTIE N: Per gewone regel 10 Cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 Cent. Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. LAKE1VMAIV. ZIERIKZEE, 16 Maart 188 8. Eene commissie der radicale partij, in het district Wolvega heeft zich in betrekking gesteld met de hoofdpersonen der anti-revolutionaire partij in het district Schoterland, met den voorslag om elkander bij de herstemming te steunen. Naar medegedeeld wordt, schijnt men het hierover eens geworden te zijn, zoodafc anti-revolutionairen en radicalen gezamenlijk de liberale partij zullen bestrijden. Men leest in 't Groninger Weekblad Zullen de radicalen de anti-revolutionairen helpen zoo wordt gevraagd. Wij antwoorden met een wedervraag: zullen de anti revolutionairen de radicalen helpen? Ja - antwoorden zij in Winschoten. Neen, antwoorden wij daar kunnen wij het wel zonder uw hulp af maar wat zult ge doen in Schoterland? «Daarvan hangt voor ons alles af." Merkwaardig is het, dat de radicalen, die in Amsterdam de socialisten uit hunne vereeniging wilden verbannen, in het noorden juist de medewerking van de anti revolutionairen tot de verkiezing van het hoofd der socialisten in Nederland stellen als conditio sine qua non voor 't verleenen van hunnen steun aan de anti revolutionaire candidaten, die in herstemming komen. Het Volksblad, orgaan van «Volksonderwijs", schrijft omtrent den uitslag der stemming van 6 Maart: Droevig resultaat! droevig voor de algemeene volks ontwikkeling, droevig ook en vooral voor ons nationaal bestaan, omdat het Nederlandsche volk voort moet gaan, zijne beste en edelste krachten te verspillen in een strijd, door onze tegenstanders aangebonden onder onware leuzen en onder het opwekken van de gevaar lijkste van alle hartstochten, den relegiehartstocht. Minder dan ooit is de taak van «Volksonderwijs" afgewerkt. Vrienden en medestanders sluit de gelederen, verdubbelt uwen ijver, wekt de weifelenden en ont moedigden tot aansluiting op, verspreidt rondom u geestdrift voor het schoone doel onzer vereeniging, het behoud en de ontwikkeling der algemeene volks school, opdat althans de geslachten der toekomst niet reeds in de jeugd door godsdiensthaat tegen elkaar in het harnas worden gejaagd, en op de school ver draagzaamheid leeren en het besef erlangen, dat zij allen kinderen zijn van een eenig volk. De nieuwe Kamer zal nog in geruimen tijd niet geheel zijn samengesteld. Eerst moet de uitslag der herstemmingen op 20 dezer worden afgewacht, en eerst daarna kunnen de meeste der nieuwe verkiezingen worden uitgeschreven, waarmede weder ten minste 3 weken gemoeid zijn en waarop weder herstemmingen kunnen volgen. Eerst in het eind van April, misschien eerst in de helft van Mei, zal de «Kamer van Honderd" voltallig zyn. De Stand, schrijft: Zijn onze inlichtingen niet geheel onjuist, dan zou de heer van Asch van Wijck voor Kampen, de heer van Dedem voor Zwolle en de heer Oppedijk voor Harlingen kiezen. Tevens schijnt er uitzicht te bestaan, dat in Amers foort de heer JE. Mackay, in Ommen de heer J. van Alphen en in Sneek de heer Brantsen van de Zijp zullen gecandideerd worden. De kiesvereeniging «de Grondwet" te Amsterdam heeft voor de herstemming op 20 Maart met algemeene stemmen tot candidaat gesteld mr. W. H. de Beaufort. Van mr. Veegens was de schriftelijke mededeeling ingekomen, dat hij het onder de tegenwoordige om standigheden zijn plicht zou achten, eene eventueele benoeming voor het district Groningen aan te nemen. Het bestuur deed de toezegging, rnet de besturen van de andere kiesvereenigingen een denkbeeld van den heer G. M. Boissevain te zullen bespreken, om het onderling overleg tusschen do verschillende liberale kiesvereenigingen bij 't stellen van candidaten te be vorderen. Het denkbeeld van den heer Boissevain komt hierop neer, dat iedere vereeniging voorloopige candidaten stelle,- daarna moeten zij zich vereenigen om na onderling overleg en onderlinge bespreking in algemeene vergadering eene definitieve keuze te doen, door stemming over alle candidaten door de leden der vereeniging, welke stemming niet tijdens de ver gadering, maar den volgenden dag op eene daartoe aangewezen plaats zou kunnen geschieden. Het bericht, dat mr. J. D. Veegens aan het bestuur van «Burgerplicht" te Amsterdam bericht zou hebben, dat hij van die candidatuur in het district Amsterdam afziet, en dus bij de herstemming niet verder in aanmerking wenscht te komen, is naar men aan de N. R. Ct. uit Amsterdam meldt niet geheel juist. In de Donderdag avond door «Burgerplicht" gehouden vergadering is van het ingekomen schrijven van mr. Veegens mededeeling gedaan. Volgens het Vad. is het geschil onder de bestuurders der Nationale Unie bijgelegd. Het bestuur beveelt voor de herstemming alleen mr. L. G. Greeve aan. Het is niet de eerste keer, sedert 1848, schrijft het Hbl,dat er bij de verkiezing van eene geheele Tweede Kamer vele herstemmingen noodig waren. De eerste der vier belangrijkste ontbindingen vóór 1888 kwam voor: I. In 1853, na de Aprilbeweging, toen het Pro- testantsche Nederland legen de liberalen werd opgehitst, omdat deze aan de roomsch-katholieken volledige vrijheid van inwendige kerkelijke inrichtingen wilden laten. Toen kwamen van 88,600 kiezers 53,400 op of 60 pCt. Van de 68 leden, waaruit de Tweede Kamer toen bestond, werden slechts 48 dadelijk ge kozen; er moesten 20 herstemmingen plaats hebben. De nieuwe Kamer telde 28 nieuwe leden. II. In 1866 toen de eerste ontbinding onder het ministerie-Heemskerk plaats vond bestond de Kamer uit 75 leden. Er moest toen over 21 plaatsen herstemd worden en 17 nieuwe leden verschenen in de Kamer. III. In 1868 (tweede ontbinding-Heemskerk) werden 65,400 stemmen uitgebracht uit een kiezerscorps van 98,400, een opkomst dus van 66*/2 pCt. Van 75 leden werden 63 dadelijk gekozen; er waren dus 12 herstemmingen. Er werden 17 nieuwe leden in de Kamer gebracht. IV. In 1886 de ontbinding ter beslissing of de Grondwetsherziening zou worden voortgezet trots het non possumus der clericalen kwamen van de 135,500 kiezers 102,310 of ruim 75 pCt op. Terstond werden gekozen 80 leden van de 86; er waren dus slechts 6 herstemmingen noodig. Het getal nieuwe leden bedroeg 11. In 1888 hebben van 292,000 kiezers 239,000 gestemd, dus ruim 80 pCt. Er moet over 26 plaatsen worden herstemd. De opkomst is dus in 1888 betrekkelijk het sterkst geweest. Het getal herstemmingen was echter in 1883 en 1886 betrekkelijk nog grooter. De Stand, schrijft omtrent de candidatuur Domela Nieuwenhuis: In sommige kringen, en vooral in sommige buiten- landsche correspondentiën, wordt het voorgesteld, alsof het in herstemming komen van den heer Domela Nieuwenhuis een veeg teeken voor onze politieke toekomst ware. Ons dunkt het omgekeerde. Als men nagaat hoe in het streng en straf ge regeerde Pruisen, 7% maal zoo groot als ons land, heel een club sociaal-democraten in het parlement zit, en er niet het minste kwaad doet; hoe in Berlljnfde stemmen, op de sociaal-democraten uitgebracht, schrik aanjoegen door het hooge cijfer en in heel Duitschland honderdduizenden stemmen op sociaal-democraten zijn uitgebracht; dan verbaast het ons veeleer, dat in heel Nederland het steramencijfer nog slechts 3000 beliep, en ze slechts één candidaat in herstemming brachten, evenals de radicalen in Mansholt. Bovendien is niets onjuister dan te meenen, dat de verkiezing van een Domela Nieuwenhuis zijn invloed verhoogen zou. Buiten de Kamer, dit bleek in Pruisen overtuigend, zijn do sociaal-democraten uiterst gevaarlijk. In de volksvertegenwoording verspelen ze hun kracht. En zou dat ook zoo niet met Domela Nieuwenhuis zijn? Uit Pariraaribo wordt gemeld, dat de Gouverneur van Suriname, Mr. H. J. Smidt, aan de regeering zijn verlangen zou hebben te kennen gegeven, om, wegens gezondheidsredenen, in het voorjaar naar Nederland terug te keeren. Gelijk men weet, is de heer Smidt intusschen ge kozen tot lid der nieuwe Tweede Kamer en vindt hij dus na zijn terugkeer een nieuwen werkkring. Dat Staatstoezicht op de verpleging van krankzinni gen ook te onzent niet overbodig en ruime gelegen heid tot hun verpleging in gestichten behoefte is, blijkt weder uit het jongste verslag der inspecteurs, over den toestand in 1886. In een der kleine steden van Zuid-Holland vonden zij een krankzinnige opgesloten in een hok, dat van een klein venster met ijzeren traliën voorzien was. Dit hok was van een schuur afgeschoten en dus slechts spaarzaam verlicht en niet voor verwarming vatbaar, de lijder was niet behoorlijk gekleed en zag er vuil en verwaarloosd uit. In een Brabantsch dorp vonden zij een jongen krachtigen man in zijn bed vastgebonden ten huize zijns vaders, omdat deze geen ander middel bezat om hem in bedwang te houden. In een plattelandsgemeente in Limburg troffen de inspecteurs een arme weduwe met vijf kinderen aan, die een krankzinnigen broeder verpleegde en daarvoor van het armbestuur f 26 's jaars ontving! In dezelfde gemeente vonden zij in een gezin, be staande uit man, vrouw en verscheidene kinderen, de krankzinnige zuster van den man. De vrouw des huizes, die vijf dagen kraams was, vonden zij ijverig bezig met strijken in een armoedige omgeving. Zij vernamen van haar, dat de verdiensten van den man gering waren en dat zij geen tegemoetkoming voor de ver pleging der lijderes genoot. In een dorp van Drente vonden zij in een aan de hervormde gemeente toebehoorend armhuis een krank zinnig jong meisje (een ander krankzinnig meisje was afwezig), dat aan hoofdzeer leed, zonder dat daarvoor geneeskundige hulp was ingeroepen. De vertrekken van dat huis zagen er niet alleen armoedig, maar ook vuil en verwaarloosd uit. De nachtlegers bestonden uit stroo en onbeschrijflijk vuile vodden. In al deze gevallen traden de inspecteurs handelend op. In de fabriek van den heer Könings te Swalmen is in bewerking een kermisvermakelijkheid van geheel nieuwe constructie, nl. een draaimolen, op hoogst vernuftige wijze samengesteld; behalve paarden wier

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1888 | | pagina 1