de Beaufort en Veegens zich van aanbeveling te onthouden. Op voorstel van nir. Th. Heemskerk werd besloten, deze houding nader in 't openbaar te mo tiveer en. Als curieuse kiesmanoeuvre dient vermelding, dat in eenige dorpen in het Zuiden van Limburg het portret van een der candidaten den kiezers werd vertoond Het Algemeen Nederlandsch Imformatie- en Schuld- invorderings-Bureau, onder directie van den heer D. J. H. Van Tusschenbroek, te Zwolle, heeft in het eerste jaar van zijn bestaan een ongekende vlucht over geheel Nederland genomen. Vele informatiën werden genomen, die den handel bevorderden, maar ook velen voor oplichterij vrijwaarden. Aanzienlijke sommen verouderde schulden werden langs minnelijken en rechterlijken weg ontvangen. Bij de loting voor de nationale militie heeft zich in Limburg het volgende zonderlinge geval voorgedaan. Een jongmensch, die tijdelijk in Pruisen verblijf hield, wiens voogd te Mook was overleden, zonder dat een opvolger werd aangewezen, werd te zijner tijd door ziekte verhinderd zich voor de nationale militie te doen inschrijven. Bij de ten vorigen jare gehouden loting werd hij wegens dit verzuim niet toegelaten, dit jaar meldt hij zich opnienw aan, doch wordt ten tweeden male afgewezen. Men lijft hem niet in, men laat hem niet toe tot de loting, men stelt hem evenmin vrij, men is dus benieuwd te weten op welke wijze deze zaak in het reine zal gebracht worden. Mr. A. J. W. Farncombe Sanders te 's Gravenhage heeft zijne benoeming tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor het hoofdkiesdistrict Haarlem aangenomen. Ongelukken, Kampen, Misdaden, enz. Een grijsaard op Tessel, die Dinsdag 6 Maart voor het eerst van zijn leven een stembiljet zou invullen, had zich zoodanig aan misbruik van sterken drank te buiten gegaan, dat men hem op weg naar het stembureau naar het politie-bureau moest brengen. In Parijs is een origineele tak industrie, nl. maken van kreupelen, ontdekt. Onlangs bracht men zulk een kreupele naar het politiebureau van de Madeleine, waar het bleek, dat hij in een paar uren 10 francs door bedelen verdiend had. Bovendien vend men bij hem 30 francs in vijf- francsstukken en een prachtigen chronometer met een gouden ketting en medaillon, ter waarde van 300 francs. De kreupele was een knappe jonge man van 22 jaren. Hij verzekerde dat hij het horloge van eene dame gekregen had en dat de galanterie hem verbood, haar naam te noemen. Niettegenstaande deze verklaring werd hij in hechtenis gehouden. De politie kwam er bij deze gelegenheid achter, dat in Lavallois- Perret, bij Parijs, een heele kolonie van kreupelen bestaat, wier medeleden de Fransche hoofdstad over- stroomen en die zich op kleine karretjes met- behulp van hunne handen voortbewegen. Het is zoo goed als uitgemaakt dat al die leden niet van nature kreupel zijn, maar dat ze door hunne ouders verminkt werden om door bedelen gemakkelijker aan den kost te komen. De dagelijksche verdienste van zulk een kreupele bedraagt in den regel 15 francs en door het ver zamelen van eindjes sigaren wordt die dikwijls .nog aanmerkelijk vermeerderd. Een bedelaar verklaarde dat zijn dagelijksch bezoek aan twee koffiehuizen op de boulevard voldoende was, om hem drie francs op te brengen. Buitenland. r> tvitsclil a n cl. De dood van Keizer Wilhelm, misschien de belang rijkste gebeurtenis, maar ongetwijfeld de meest treffende van alle voorvallen der laatste jaren, beheerscht nu en zal nog vele dagen den politieken toestand van Europa beheerschen. Voor men den invloed er van kan berekenen, zij het ook slechts bij benadering, moet men zich vóór de grortte van het feit plaatsen. Het is in een ernstigen tijd dat Keizer Wilhelm de oogen voor immer gesloten heeft. Met groote be zorgdheid en ongerustheid is door de geheele wereld het treurig nieuws ontvangen. Keizer Wilhelm stond den vrede voor, zijn politiek strekte tot het behoud van het kostbaarste van alle zaken in een tijd dat de grootste gevaren van alle zijden dreigden. Europa is tot de tanden gewapend, alle natiën hebben zich reeds sinds een tiental jaren tot den oorlog toegerust, alsof de strijd van allen tegen allen onvermijdelijk is. Reeds herhaaldelijk stond de oorlog voor de deur, maar de overledene vorst heeft hem zeventien jaar lang steeds bezworen. Nimmer echter was de toestand ernstiger dan in het laatste jaar. Verstomt nu ook voor een wijl tegenover den dood alle haat en nijd de vijandschap blijft bestaan, Duitschlands vijanden in het Oosten en Westen leggen hun wrok niet af, zy dan ook de oorzaak verschillend. Spoedig doet de ware gezindheid zich weer kennen, en dan zal aan Duitschlands volk blijken welk een krachtige steunpilaar voor den algerneenen vrede is verloren gegaan. Gelukkig zal het goede zaad niet verstikt worden, want Friedrich III en vorst Bismarck zullen toonen goede landlieden te zijn. Wij staan voor het feit, maar het kost ons moeite te gelooven, dat een vorst, die zulk een hooge plaats heeft ingenomen in de wereld en in de wereldge schiedenis, niet meer is dan een herinnering. De naam van den vorst is veranderd, maar de Duitsche politiek blijft in handen van den staatsman, die er reeds sedert een kwarteeuw de ziel van is. Nog in zijn laatste levensuur moet de Keizer ge sproken hebben van de verhouding van Duitschland met Rusland, en hij sprak daarbij de overtuiging uit, dat het niet tot een oorlog zou komen en raadde aan met czaar Alexander de meest vriendschappelijke betrekkingen te onderhouden. De ICreuz-Zeitung herinnert, dat nu keizer Wilhelm is gestorven, koning Willem der Nederlanden de oudste der Europeesche vorsten is. Dan volgen de 69 jarige koning Christiaan IX van Denemarken, de even oude koningin van Engeland, keizer Pedro van Brazilië, die 62 jaar is, en koning Oscar van Zweden en keizer Frans Jozef, die beiden 59 jaren oud zijn. Door het overlijden van keizer Wilhelm is de kroon van Pruisen, krachtens de grondwet, onmiddellijk overgegaan op zijn zoon en daar art. 1 der rijks grondwet bepaalt, dat »het presidium van den bond wordt uitgeoefend door den Koning van Pruisen, die den titel van Duitsch keizer voert", is ook de keizerlijke kroon van Duitschland onmiddellijk overgegaan. Keizer Frederik III komt heden te Charlottenberg aan. Zijne ziekte heeft aan de helderheid van zijn geest geen afbreuk gedaan en verhindert hem niet, ten minste vooreerst, de regeering te voeren. Slechts als hij daartoe geheel onbekwaam was, zou er van een regentschap kunnen sprake zijn, dat dan aan zijn oudsten zoon, prins Wilhelm, zou moeten worden opgedragen. De keizer en koning kan evenwel, als hij verhinderd is alle regeeringszaken af te doen, een plaatsvervanger benoemen en naar goedvinden zijne bevoegdheid om schrijven. De plaatsvervanger is dan gehouden te handelen in deh geest, ;des konings. De regent is in zijn handelen vrijhij kan aan de politiek eene andere richting gevenandere ministers aanstellendoch de plaatsvervanger mag niets doen, wat in strijd is met den wensch des konings. Als plaatsvervanger zijns broeders heeft de overleden keizer met het ministerie Manteuffel geregeerd, maar zoodra hij regent was geworden, koos hij raadslieden van een andere richting. De Pruisische grondwet schrijft voor, dat de nieuwe Koning in tegenwoordigheid van beide Huizen van den Landdag den eed aflegt, »de grondwet van het Koninkrijk vast en onvei breekbaar te houden en in overeenstemming met haar en met de wetten te regeeren." De Landdag is tegenwoordig veigaderd, zoodat de eedsaflegging spoedig zou kunnen geschieden, doch het is eene Pruisische traditie, dat de nieuwe koning zich van politieke handelingen onthoudt, zoolang het lijk zijns voorgangers boven aarde staat. Die traditie is ook door koning Wilhelm na het overlijden zijns broeders gevolgd. Eene zijner eerste regeeringsdaden was het verleenen van eene amnestie voor allen, die wegens hoogverraad, majesteitsbeleediging, schending der openbare orde, misdaden of overtredingen, in verband met de uitoefening van staatsburgerlijke rechten, waren veroordeeld. Tengevolge van den sterken sneeuwval ontstond te Charlottenburg een vertraging van driekwartuurs. Ter begroeting waren aanwezig de kroonprins Wilhelm en zijne gemalin, prins Hendrik, benevens de erfprins en de erfprinses van Meiningen. Van het station tot aan het paleis was, ondanks de dichte sneeuw, een groote volksmenigte bijeen. Onmiddellijk na aankomst van den trein bestegen de leden der familie het salonrijtuig, en begroetten keizer Frederik en zijne gemalin op de hartelijkste wijze. De keizer, die pet en uniformmantel droeg, zag er goed uit. De prinsen kusten den keizer en omarmden de keizerin. De keizer en zijne gemalin begaven zich onmiddellijk uit het salonrijtuig, door het met bloemen versierde paviljoen, naar de gereedstaande rijtuigen, en reden naar het paleis van Charlottenburg, vóór en achter begeleid door afdeelingen der lijfwacht. Langs den geheelen weg was eene groote menigte geschaard. Engeland. Home rule voor Schotland is de nieuwe leus der Schotsche radicalen. De naaste aanleiding tot de vorming eener »Schotsche partij" heeft de verkiezing in West- Edimburg gegeven, waar de tot Gladstone teruggekeerde voormalige liberale unionist Buchanan werd herkozen. Gladstone heeft zich over de nieuwe partij welwillend, doch voorzichtig uitgelaten. Dat de eisch van home rule voor Schotland nog weinig op den voorgrond is getreden, ligt aan de gewoonte van het Parlement in zuiver Schotsche aangelegenheden zich naar den wensch der Schotsche leden te voegen. Sir G. Campbell, een radicaal Schotsch lid, heeft in het Lagerhuis reeds voorgesteld een vast, groot comité in te stellen voor de overweging van alle wetsontwerpen, die op Schotland betrekking hebben. Gladstone verklaarde dat hij voor wetgeving in Schotland en Wales was, overeenkomstig den wensch van het volk, vooral daar de Schotsche instellingen zeer verschillend waren van Engelsche. Een Schotsch comité zou dus naar den zin der Schotten zijn. De minister Balfour bestreed dit. Hij wees er op, dat verleden jaar een aanmerkelijk aantal wets ontwerpen voor Schotland waren afgedaan, en de Schotsche zaken zouden in 't vervolg door de voor gestelde nieuwe regeling van werkzaamheden ook gebaat zijn. Niet de lokale zaken, maar de beginselen volgens welke zij geregeld werden, moesten aan het oordeel van het gansche Parlement onderworpen blijven, en ieder lid van het Huis vertegenwoordigde het geheele land, maar dit alles zou ten onderste boven worden gehaald door een Schotsch comité. Nadat nog eenige leden voor en tegen hadden gesprokenbeweerde de lord-advocaat voor Schotland, dat het voorstel niets anders was dan eene poging tot home rule. Het was de eerste zet in een spel, dat. zoo het slaagde, op een ander gedeelte van het vereenigd koninkrijk zou worden overgebracht, en eenig en alleen voor partij bedoelingen diende. Na nog veel discussie werd het amendement met 214 tegen 137 stemmen verworpen. Lord Hartington hield te Ipswich eene redevoering op eene bijeenkomst van unionistische liberalen. Hij zeide o. a. dat er voor hem geene quaestie van zijn kon, te verklaren, dat hij eenige kans zag op ver zoening tusschen de vaneen gescheurde deelen der vroeger zoo machtige en groote liberale partij. Voor de unionistische liberalen bleef er dus niets anders over dan een derde te blyven vormen. Hy wees er op, dat zij met goed gevolg gepoogd hadden de conser vatieven van hun ouden tegenzin tegen sommige hervormingen terug te brengen. Een afzonderlijk parlement voor Ierland kon niet verleend worden, bleef hij meenen, zonder het oppergezag van het rijks-parlement in gevaar te brengen. De aanvallen op de dwangwet en hare toepassing waren, naar zijn oordeel, allen mislukt. Er zou nu een regeerings- voorstel tot uitbreiding van het plaatselijk zelfbestuur in Engeland en Schotland aan de orde komen. Daaruit zou voor de Ieren veel te leeren zijn; zij zouden daaruit zien, wat ook voor hen verkrijgbaar zou zijn. Meer kon hun zeker niet verleend worden. Bulgarije. De Bulgaarsche quaestie heeft nog geene vorderingen gemaakt. De oppositie van den vorst put kracht uit des sultans verklaring, dat zijne regeering onwettig is en sommige Duitsche bladen hebben beweerd, dat door deze verklaring opstand tegen hem zou zijn gewettigd. Deze meening wordt niet te Weenen en te Pest gedeeld. De officieuse Pester Lloyd komt er tegen op, dat het gouvernement, dat orde en rust in het vorstendom handhaaft, vogelvrij zou worden ver klaard. Het blad wijst er op, dat revolutionaire agitatie in Bulgarije naar Macedonië en Servië zou kunnen overslaan. De drie mogendheden, die tot nog toe Ruslands stap lijdelijk hebben aangezien, zouden zich laten hooren als de Porte op een weg werd gedreven, die tot revolutie moest leiden. Dan zou Duitschland, zegt de Lloyd verder, moeten kiezen tusschen Peters burg en Weenen. Men gelooft daarom te Weenen, dat Duitschland de verdere ontwikkeling der crisis niet zal bevorderen. Indien vorst Ferdinand werd verdreven, voordat uien weet, wie hem zal opvolgen, zou oorlog tusschen Oostenrijk en Rusland haast niet te ver mijden zijn. Nog is de verwachting gegrond, dat de vrede zal worden bewaard, mits de voorzichtige gang der Oostenryksche politiek niet wordt gestoord. Frankrij k. De Syndicale Kamer der wijnslijters te Parijs heeft eene samenkomst belegd tegen de strafbaarheid van het aanlengen van wijn met water, welke Woensdag heeft plaats gehad en door ongeveer 3000 personen werd bijgewoond. Na allerlei redevoeringen, waarbij het soms rumoerig genoeg toeging, werd eene motie aangenomen, waarbij o. a. in naam der rechten van den menscb op vrijheid voor het beroep van wijnslijter werd aangedrongen, en voorts op intrekking der be palingen, welke verlies van politieke rechten verbonden aan veroordeelingen wegens wijnvervalsching, op am nestie voor die veroordeelingen enz. Men verhaalt, dat verleden Zondag iemand te Parijs een weddenschap aanging, dat hij deor twee woorden te schrijven de geheele stad in beweging zou brengen.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1888 | | pagina 2