Zll lUkZI ISi m fOlHAYI.
voor het arrondis- sement Zierikzee.
n
L888. No. 20. Zaterdag 10 Maart. 91ste jaarg^"
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
HP I
12,—
10.45
10,45
10,45
10,45
10,45
1,30
1,30
Voorkajuit:
f 1,25
1,—
0,50
'IEB.
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND,
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden f 1,-. Franco per post ƒ1,-
Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad 10 Cent.
PRIJS DER ADVERTENTIE N:
Per gewone regel 10 Cent. II u w e 1 ij k s -Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 Cent.
Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct
Alle stukken, (le redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. 1AKEMAK.
Binnenland.
ZIERIKZEE, 9 Maart 1 888.
Bij de verkiezing van een lid voor de Tweede Kamer
dei' Staten-Generaal in het Hoofd-Kiesdistrict Zierikzee,
waren ingeleverd 3171 stembriefjes, waarvan 14 in
blanco en 2 van onwaarde; het getal geldige
stemmen bedroeg mitsdien 3155 en de volstrekte
meerderheid 1578. Hiervan verkreeg de Heer J. J.
van Kerkwijk 1797 en Mr. D. P. D. Fabius 1351.
De Heer van Kerkwijk is alzoo met meerderheid van
stemnen herkozen.
Bij de op 8 Maart 1888 gehoudene openbare aan
besteding bij enkele inschrijving door
1°. het Dagelijksch Bestuur van 't Waterschap
Schouwen van het leveren van 1200 M3. gewone
grint voor het onderhoud der rijbanen over de dijken
van 't Waterschap, te leveren aan de verschillende
losplaatsen enz., volgens bestek No. 125, is de minste
inschrijver H. C. van den Ende te Zierikzee, voor
1,40 per M3., aannemer geworden;
2°. de Commissie voor de Grintwegen in Schouwen
van het leveren van '1750 M3. gewone grint, voor
het onderhoud der grintwegen, te leveren aan de
verschillende losplaatsen, volgens bestek No. '125, is
de minste inschrijver C. Bakker Wz. te Sliedrecht,
voor 1,46 per M3., aannemer geworden.
Na een langdurig lijden is Maandag tc Haarlem
overleden de heer. J. J. Beijnes, rijtuigfabrikant aldaar.
De overledene was een man van ondernemingsgeest.
Als jongen in een kleine wagenmakerij geplaatst, heeft
hij zich door taai geduld en oefening een werkkring weten
te openen, waarvan met grooten lof kan worden gewaagd.
Gedurende een reeks van jaren is zijn rijtuigfabriek
onder de beste inrichtingen van dien aard geteld.
Vooral had hij in Nederland en ook buitenslands
een grooten naam verworven in het vervaardigen van
spoor- en tramwagens. Ook viel hem de eer te beurt,
een kostbaren salonwagen voor Z. M. den Koning te
leveren. De heer Beijnes was versierd met de orde
van den Nederlandschen Leeuw.
Een briefkaart, door den secretaris van Algem.
Kies- en Stemrecht te Amsterdam gericht aan den
candidaat dier Vereeniging »den heer D. R. Mansholt
te Westpolder," kwam, na eenige dagen zwervens,
weder aan den afzender terug, voorzien met de post
stempels: Rotterdam, Etten, Oosterhout, Klundert,
Raamsdonk en Amsterdam. Men had de woonplaats
van den Kamer-candidaat in de provincie Groningen
niet kunnen vinden!
Naar aanleiding van het bericht, dat te Maastricht
een Engelschman vermist wordt, die naar Tilburg
vertrokken was, schrijft men uit Tilburg aan de Amst.
het volgende:
»Een Amerikaan, uit Canada, was op weg om eene
groote uitvinding te doen op het gebied der ververij,
waardoor het carboniseeren van wollen stoffen geheel
zou vervallen. Na voor dit doel zijn geheelen rijkdom,
men zegt anderhalf millioen, opgeofferd te hebben,
kwam hij door een louter toeval tot zijn doel: Een
kat stiet een flesch met chemische vloeistof om, die
terecht kwam in eenen op het vuur staanden ketel,
en het probleem, dat hij met behulp zijner chemische
formules niet had kunnen uitwerken, werd hierdoor
opgelost. Met deze eigen wetenschap toegerust sloot
hij met zekeren Cohen te Lissabon een contract, dat
o. m. inhield, dat het geheim aan den nieuwen deel
genoot zou toevertrouwd worden. Hierover spijt ge
voelende, vertrok de uitvinder naar Nederland, alwaar
hij, nadat zijne uitvinding was bewezen deugdelijk te
zijn, een contract sloot met drie heeren te Maastricht,
die eene fabriek zouden oprichten. Intusschen liet de
Engelschman in verschillende plaatsen onderdeelen
van zijne machinerieën vervaardigen, o. a. te Tilburg,
waar een koperslager langen tijd koperen toestellen
van allerlei vorm voor hem maakte. Hij was erg
gejaagd, omdat hij vreesde elk oogenblik bericht uit
Lissabon te krijgen. Een paar dagen geleden, ontving
de Amerikaan een telegram van een zijner associés
uit Maastricht, waarin hem gemeld werd dat Cohen
uit Lissabon aldaar was aangekomen om hem te
spreken. Sedert dat oogenblik is hij spoorloos verdwenen."
Goed op de hoogte!
Een buitenlandsch blad verhaalt onder andere
merkwaardigheden over ons Prinsesje, het volgende:
»De Koningin reed met Prinses Wilhelmina in
een prachtige slede langs het ijsveld, dat tusschen
het Koninklijk slot en Den Haag ligt. (Volgens dat
blad ligt »het Loo" bij Den Haag.) Onderweg ont
moetten zij een schare vroolijke kinderen, die met
sneeuwballen wierpen. De Prinses gaf haar verlangen
te kennen om mede te spelende Koningin liet
stilhouden en gaf haar dochtertje verlof, zich bij de
spelende kinderen te voegen. Eerst na een half uur
kon de Koningin de Prinses, die zich door bijzonderen
ijver in 't sneeuwballen werpen onderscheidde, bewegen,
om weer in den wagen te stappen.
Men lette op de slede, die onder het spel van het
Prinsesje in een wagen veranderde!
De heer J. van Gilse verdedigt in de Vragen des
Tijds, den leerplicht als een eisch des tijds.
De schrijver toont in de eerste plaats aan dat het
met den intellectueelen toestand der bevolking in
Nederland bedroevend slecht staat, tengevolge van
het absolute en relatieve schoolverzuim en de volkomen
onvoldoende regeling van het herhalings-, voortgezet
en vakonderwijs. Er zijn door vele particulieren en
door onderscheiden maatschappijen en vereenigingen
pogingen gedaan om hierin verbetering te brengen,
maar deervaring heeft geleerd, dat een en ander
het kwaad wel iets kan temperen, maar nimmer
geheel uitroeien. Dit doel is, naar 't hem voorkomt,
slechts te bereiken door invoering van den leerplicht.
De invoering stuit af op bezwaren, maar het komt
den heer v. Gilse voor, dat men het gewicht daarvan
overschat. Een van die bezwaren is gelegen in »den
ongeoorloofden dwang", dien de Staat daardoor op
zijn burgers zou uitoefenen, iets waartoe de Staat
onbevoegd zou zijn. Dit bezwaar begrijpt de schrijver
niet. De Staat legt den burger de verplichting op
een deel van zyn inkomen als belasting af te staan,
verplicht hem tot den militairen dienst, dwingt hem
getuigenis af te leggen in rechten, straft hem als hij
zijn kind beneden 42 jaar in dienst van anderen
loonarbeid doet verrichten, in één woord beperkt de
vrijheid van den burger, voor zoover het algemeen
belang of de vrijheid van zijn medeburgers dat eischt.
En zou de Staat dan niet bevoegd zijn van de ouders
en verzorgers de nakoming te eischen van de plichten
jegens hun kinderen, welke reeds sedert 1838 in het
burgerlijk wetboek hen zijn opgelegd? De Staat legt
dwang op in het belang der gemeenschap en bovenal
in dat van het kind, dat aan zichzelf behoort en
niet aan de ouders, zooals de woordvoerders der
kerkelijke partijen in hun strijd tegen de openbare
school ten onrechte steeds laten klinken. Het kind is
ook individu, de mensch en burger der toekomst, die
wegens zijn leeftijd behoefte heeft aan bescherming,
aan behartiging zijner belangen door anderen. De
plicht dier bescherming rust in de eerste plaats op
de ouders, maar wanneer deze dien plicht vergeten,
dan heeft het kind recht op bescherming van den
Staat, zoo noodig zelfs tegen zijn ouders.
Dat er zelfs liberalen zijn die dat, in naam der
gewetensvrijheid, ontkennen, begrijpt de heer v. G.
niet. De openbare school is öf bruikbaar voor alle
burgers öf niet. Acht men ze niet bruikbaar, dan
kan men ook onmogelijk haar voortbestaan verdedigen;
acht men ze wèl bruikbaar, dan kan het onmogelijk
gewetensdwang zijn van de ouders te eischen dat,
in het belang van de gemeenschap en van de toekomst
van het kind, hun kroost van het onderwijs, in die
school gegeven, gebruik maakt.
Over gemoedsbezwaren denkt de heer van Gilse
niet al te zwaar, 't Is edel op gemoedsbezwaren te
letten, maar 't algemeen belang mag niet uit het
oog worden verloren. In Nederland is men er dan
ook toe overgegaan de doopsgezinden, ondanks hun
gemoedsbezwaren, te verplichten tot den krijgsdienst.
En als het er op aankomt, zulllen er z. i. onder de
duizenden en nog eens duizenden ouders in Nederland,
die thans hun kinderen het allernoodzakelijkste onderwijs,
öf geheel onthouden, öf slechts zeer gebrekkig en te
kort verschaffen, wellicht geen tien zijn die aldus
handelen wegens gemoedsbezwaren. Dat één ernstige
vrome, voor de keuze gsplaatst, zijn kroost naar de
openbare school te zenden of het geheel zonder
onderwijs te laten, het laatste zou kiezen, gelooft de
schrijver niet.
Dat leerplicht uitvoerbaar is, ook zonder te grooten
dwang, blijkt volgens hem ten duidelijkste uit het
ontwerp voor Volksonderwijs. Hij hoopt dat de Kamer
van Honderd spoedig tot de invoering zal besluiten.
Utr. Dagbl.
De Berlijnsche correspondent van de N. R. Ct. seint:
Te Batavia, alwaar men tot nog toe een gewoon
Duitsch consulaat heeft, zal een beroepsconcul worden
gevestigd. Voor dien post zal worden benoemd de
heer Schmidt, thans consul te Kaïro. De reden dezer
verandering ligt in vermeerdering van relatiën tusschen
Duitschland en Nederlandsch-Indië, die nog kunnen
worden uitgebreid door het binnenloopen van Duitsche
postschepen te Soerabaia en doordien er uit den Maleischen
archipel thans meer werklieden worden gehaald voor
het Duitsch beschermingsgebied in de Zuidzee.
Naar wij met genoegen vernemen, is door de ijvervolle
vereeniging »Mirlitophylen" te Valkenburg (Limburg),
besloten het Panopticum in de onderaardsche groeve
tot een ruime en prachtige zaal voor vreemdelingen
in te richten. Mochten door de hand dezer vereeniging
reeds vroeger groote en mooie werken in de groeve
voltooid worden, zij zal ditmaal, naar wij hopen, voor
zeker niet minder in haar goede plannen slagen.
Aangenaam is het te zien, hoe deze vereeniging steeds
beoogt, in broederlijke eensgezindheid, tot verfraaiing
van Valkenburgs bezienswaardigheden te werken en
aldus een behulpzame hand aan de goede werken der
vereeniging »Het Geuldal" te bieden.
De dagen van Methusalem komen weerom!
Op onaantastbaar offlcieele wijze hebben we nu
den alleroudsten Hagenaar ontdekt.
'tls wie twijfelde er aan? natuurlijk een
Scheveningsche visscher. Deze, Job Taal geheeten, is
namelijk, blijkens de kiezerslijst, geboren den 19den
Maart 1315 en zal dus eerlang 573 jaren oud zijn.
Tegelijk hebben we nu óók op gezag van de
kiezerslijst den jongsten Hagenaar voor te stellen
het is de heer C. M. J. Blokker, die zoo voorspelt
het stadhuis den 9n November 1934 zal geboren
worden.
Overigens is de oudste kiezer de heer D. Dirksen,
die den 25n October dezes jaars 100 jaar hoopt te
worden (wanneer de offlcieele kiezerslijst waarheid is.)
Een ijmker te Ooststellingwerf, zijn koninkrijken
inspecteerende, kwam tot de ontdekking, dat in enkele