ZIERIKZEESCHE COURANT. 1888. No. 17. Woensdag 29 Februari. 91ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD voor het arrondis- semewt Zierikzee. Binnenland. Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden f 4,-. Franco per post f 1,-. Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad 10 Cent. PRIJS DER ADVERTENTIE N: Per gewone regel 10 Cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 Cent. Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct rille stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. LAKENMAN. ZIERIKZEE, 2 8 Februari 1 8 8 8. Begunstigd door schoon weder had gisteren alhier plaats de Hardrijderij op Schaatsen voor leden of zonen van leden der Zierikzeesche IJsvereeniging. 15 personen namen aan den wedstrijd deel. De eerste prijs bestond uit een gouden remontoir, de tweede een koekoek-klok, de derde een barometer en de vierde een paar Friesche schaatsen. De baan was met het keerpunt meegerekend 400 Meters lang. De eerste prijs werd behaald door P. van Duivendijke (48 sec.), de tweede door M. v. d. Ende H.Cz., de derde door J. de Granje en de vierde door W. Ribbens. Er werd vlug gereden. Een talrijk publiek was tegenwoordig. Een zilveren feest. Een 25e druk van een schoolwerkje was onder de Wet van 1806 een gewone zaak en met reden: De schrijvers voor de jeugd: Wester, Nieuwold, Anslijn, Prinsen en enkele andere waren op de vingers te tellen, en hun boekjes: «Kleine Piet", »De brave Hendrik", »De brave Maria", «Vader Jacob", «Moeder Anna", «Raadgevingen" enz. vormden een stereotype opvolging, voor genoegzaam alle scholen. Sedert de Wet van 1857 is dit anders geworden. Met nieuwe denkbeelden en nieuw leven in het onderwijs, is het aantal schrijvers en daarmee de lees- en leerstof zoozeer toegenomen en op zoovelerlei wijze verwerkt, dat de schoolboeken elkaar als 't ware verdringen. Bij zoo'n overproductie moet wel veel verschijnen om spoedig te verdwijnen, en daarom vestigen wij gaarne de aandacht op een waarlijk zeldzaam verschijnsel in onze huidige schoolliteratuur, op den vijfentwintig sten druk van Rood, Wit en Blauw, Leesboekje voor de Laagste Klasse, door J. M. H. Bosman. In Mei 1873 zagen deze werkjes het licht, en thans beleeft No. 1 zijn zilveren feest, steeds op de hielen achterhaald door zijn opvolgers en de seriën voor de Middelste en Hoogste KlassenVeelkeurige Bloemen en Zoutkorreltjes. Waar deze boekjes door hun eenvoud en natuur lijkheid zóó voor zichzelf spreken, mogen onze beste wenschen ze vergezellen op den tocht naar hun gouden feest. In het jaar 1887 zijn aan de Noordzeesluizen te IJmuiden geschut, ruim 3300 zeeschepen, met een gezarnenlijken inhoud van 8,100,000 M3. Bovendien werden nog ruim 2909 visschers- en andere kleine vaartuigen geschut. Eerstgemelde cijfers, vergeleken met die van 1886, toonen een vooruitgang van 150 zeeschepen met bijna 2 millioen M3. inhoud. Jhr. mr. De Savornin Lohman heeft te pergum als volgt de vraag beantwoord, waarom anti-revoluti onairen en radicalen bij de verkiezingen samen kunnen gaan. «Een radicaal is ontevreden op de liberalen en dat zijn de anti-revolutionairen ook, dus zijn ze een! Men vraagt hoe een verstandig man, Zoo iets onnoozels zeggen kan De heer Armand Diepen heeft in het Soc. Weekbl. de artikelen van mr. J. D. Veegens tot bestrijding van het stelsel van bescherming beantwoord. De weder legging van den heer D. betreft inzonderheid het be toog van Mr. V., dat een inkomend recht op graan van f 2,40 per H.L. voor elk gezin van vier personen, dus ook het arbeidersgezin, op een jaarlijksche ver meerdering van uitgaven van f 24 zou neerkomen, waarvan de druk door de minst gegoeden het meest gevoeld zou worden. De heer D. komt in zijne wederlegging tot de slotsom, dat de vermeerdering der gezamenlijke uit gaven, die het gevolg is der prijsverhooging van het graan, in sterke mate overtroffen wordt door de ver meerdering der gezamenlijke inkomsten, die eensdeels aan diezelfde prijsverhooging en voorts aan overvloediger arbeid haar ontstaan te danken heeft. «Eischt nu de heer Veegens, dat ik hem in guldens voorreken, welk evenredig aandeel in de vermeerdering der inkomsten en welk in de vermeerdering dier uit gaven ten bate en ten laste zal komen van den werkman, dan vraagt hij méér dan ik op dit oogen- blik en te dezer plaatse geven kan. «Maar heb ik het bewijs geleverd, dat, in haar geheel genomen, de Nederlandsche bevolking bij land- bouw-bescherming in welvaart zal toenemen, laten wij dan gerustelijk vertrouwen, dat het den werkman alléén daarbij niet slechter zal gaan. «De werkman besteed, percentsgewijs, een aan zienlijker gedeelte zijner inkomsten aan brood; de meergegoede, percentsgewijs, een geringer gedeelte; het is volkomen juist. Doch men vergete niet, dat, indien men graanrechten heft tot zóódanig bedrag, dat de uitgaven voor brood met, 24 per gezin zullen stijgen, de schatkist (wijl Nederland toch nog steeds behoefte zal hebben aan vreemde granen) méér mil- lioenen zal ontvangen dan noodig zijn om de afschaffing van alle accijnsen op de eerste levensbehoeften moge lijk te maken. En evenals de werkman in verhouding tot het inkomen, méér dan de welgestelde de uitgaven voor brood zal zien stijgen, zal hij, in verhouding tot het inkomen, méér dan deze door de afschaffing der accijnsen gebaat worden. Op dit oogenblik offert elk gezin van vier personen f 3,48 's jaars wegens den accijns op het zout, f 7,32 wegens dien op de suiker, f 2,68 wegens dien op zeep, bier en azijn, zonder nog te spreken van den accijns op het gedistilleerd, die gemiddeld elk dergelijk gezin met een jaarlijksche uitgave van f 21,44 belast. «Voorts vergete men niet, dat, tegelijk met de graan- en broodprijzen, de prijzen zullen stijgen van veel zaken, die de werkman volstrekt niet verbruikt. De meergegoede zal juist in de aanschaffing van deze het meest de stijging zijner uitgaven gewaar worden, terwijl de werkman, wegens het vervaardigen daarvan, hooger loon zal genieten. Is het niet vrijwel om het even, op welke wijze de uitgaven stijgen, indien zij alle stijgen? En is dat stijgen beter nog, normaal worden der prijzen en der uitgaven geen weldaad, wanneer het tengevolge heeft, dat de inkoms ten, zooals ik meen bewezen te hebben, in beduidend sterker mate toenemen U. D. De Liberale Unie hield Zaterdag te Arasterdam eene algemeene vergadering, onder leiding van mr. R. van de Werk, bij ontstentenis wegens ongesteldheid van den voorzitter van het bestuur, mr. E. H. Karsten. Uit het verslag van 1887 blijkt, dat op 1 Jan. van dat jaar de Unie bestond uit 66 kiesvereenigingen, ruim 5000 leden. Op dit oogenblik is het getal der kiesvereenigingen, door ontbinding of samenstelling, tengevolge van de nieuwe indeeling der districten, gedaald tot 59 kiesvereenigingen, met een totaal leden- cijfer echter van 6500 leden. Het getal buitengewone leden bleet stationair en bedroeg ruim zevenhonderd. De voorzitter verklaarde in zijn openingswoord, dat de circulaire aan het bestuur niet is op te vatten als een nauw afgebakend programma, wat zou strijden tegen den geest der L. U. en ook tegen het reglement er wordt alleen in algemeene trekken uitgedrukt wat in de naaste toekomst door de liberale partij als verkrijgbaar moet worden vooropgesteld. De circulaire lokte op sommige punten critiek uit; o. a. was de heer v. d. Zee uit Enschedé niet tevreden over de paragraaf omtrent de arbeids-wetgeving, en mr. E. S. van Nierop niet met die in zake belasting hervorming. De heer Armand Sassen verbaasde zich, dat het beginsel van vrijhandel in het programma niet was opgenomen, en mr. Willeumier over het zwijgen omtrent Indië. Mr. J. A. Levy verdedigde het beginsel, waarnaar de circulaire is opgesteld. Men had niet willen uitputten alle onderwerpen, die ep een liberaal program kunnen voorkomen. Men moest wel onderscheiden, hetgeen reeds verkregen is en behouden moet worden en datgene wat de lib. partij in de naaste toekomst zich heeft te verwerven. Het beginsel van vrijhandel, waarvan Nederland de bakermat is, is met de liberale partij als samengegroeidmen heeft slechts te strijden voor zijn behoud. Spr. constateerde, dat de gemaakte beden kingen niet golden de algemeene strekking van het programma, en deed uitkomen, dat de circulaire voldoende belichaamt de grondslagen, waarop het beleid der liberale partij in het volgend tijdvak behoort te rusten. Hij stelde ten slotte de volgende motie voor: «De vergadering, van oordeel, dat de algemeene strekking der circulaire beantwoord aan het streven der liberale partij nopens de daarin vermelde punten, besluit: dat zij het -algemeen richtsnoer behoort te zijn van al onze geestverwanten bij de aanstaande verkiezingen". De motie-Levy werd met algemeene stemmen aan genomen, waarna de vergadering overging in comité- generaal. Alvorens de openbare vergadering te sluiten, sprak de voorzitter de hoop uit, dat de eendracht, die bij deze discussie bleek, ook bij de verkiezingen moge bewaard worden, opdat ééne groote liberale partij en eene krachtige regeering worden verkregen. Spreker spoorde aan tot ernstigen arbeid en eendrachtige samenwerking. Ook de liberals pers moet zich niet onbetuigd laten en het voorbeeld geven. Bedenkt, mijne heerenzeide spreker ten slotte, dat deze verkiezingen beslissend zullen zijn voor langen tijd, wellicht voor meer dan 4 jaren. Acht uwe tegen standers niet gering, maar overschat ook niet hunne krachten. Laat geen moedeloosheid, waar en hoe ook, u bevangen. Met zekerheid kan niet gezegd worden wat in de toekomst ligt, maar eendracht maakt macht en de vergadering heeft bewezen, dat er eendracht is mogen de verkiezingen van 1888 daarvan het door slaand bewijs geven Kunst, Wetenschap en Letteren. Aan de Sterrewacht te Utrecht is per telegraaf het bericht ontvangen, dat aan de Kaap de Goede Hoop door den heer Sawerthal een voor het bloote oog zichtbare komeet ontdekt is. Ongelukken, Kampen, Misdaden, enz. De horlogemaker J. V. d. H., te Dassen (Noord- Brabant), is aldaar dezer dagen aangehouden en naar de gevangenis gebracht, verdacht als valsche munter, Vier valsche kwartjes, alsmede de vorm, waarin deze gegoten waren, zijn bij hem gevonden. In een herberg te Haxleton in Pennsylvanië werd een danspartij gegeven, waarbij, om eene nietige oorzaak, twist ontstond tusschen twee bezoekers, die elkander reeds lang niet mochten lijden. Men begon tot hand tastelijkheden over te gaan, de aanwezigen verdeelden zich in twee partijen, de kloppartij werd algemeen, er vielen schoten, messen werden getrokken, vrouwen en meisjes vielen in onmacht; intusschen werd een petroleumlamp van den zolder gerukt en de brandende

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1888 | | pagina 1