Buitenland. Uit verschillende landen komen berichten van sneeuw stormen. Te Parijs heeft het Donderdag den geheelen dag gesneeuwd. In Engeland is op verschillende punten het spoorwegverkeer gestremd. In het noorden waren treinen den geheelen nacht in de sneeuw blijven steken en kon er eerst des ochtends hulp worden gebracht. In Ierland is het Woensdag de koudste dag van den winter geweest. In Grauwbunderland staat alle verkeer stil. De Simplon is ontoegankelijk. Ook in de Jura is veel sneeuw gevallen. De trein van Parijs naar Bern kon Woensdag niet verder komen dan Andelote. Duitsohland. In den Rijksdag werd een voorstel behandeld, betreffende de afschaffing van de certificaten van oorsprong voor granen. De afgevaardigde Lohren verklaarde, dat daardoor de monopoliën van de groote industrieelen en de buitenlandsche speculatiën on schadelijk zouden worden en het inlandsche graan dezelfde rechten zou hebben als het buitenlandsche. Hij betoogde verder, dat de bewering van de pers, dat, voor het geval dit voorstel werd aangenomen, het goede inlandsche graan uitgevoerd zou worden en buitenlandsch graan van slechte qualiteit zou worden ingekocht, op eene dwaling berust. Bovendien is, volgens spreker, het ingevoerde buitenlandsche graan van goede qualiteit; in de marktberichten is de prijs daarvan zelfs hooger genoteerd, dan van het beste inlandsche. Hij verklaarde verder een beslist tegenstander van uitvoerpremiën op granen te zijn en constateerde, dat daarvan in dit wetsontwerp ook geen sprake kan zijn, omdat graan van ongeveer gelijke waarde wordt in- en uitgevoerd. De afgevaardigde Richter verklaarde tegen dit ontwerp te zullen stemmen. Volgens hem berust toch het geheele voorstel op de fictie, dat overal in Duitschland de graanprijs dooi de invoering van het beschermend tarief gestegen is en wel tot het bedrag van de geheven rechten. Is het systeem, waarvan het voorstel uitgaat juist, dan moet het ook op andere artikelen als ijzer en hout worden toegepast. Hij eindigt met de opmerking, dat welke beginselen men ook zij toegedaan, hetzij men protectionist is of niet, het aanhangig wetsontwerp afkeuring verdient. Graaf StolbergWemigerode was voor het voorstel met het oog op den toestand, waarin de landbouw verkeert. Het voorstel zal de graanprijzen meer gelijk doen worden en tevens de belangen van handel en scheepvaart bevorderen. Nadat het lid van den Bondsraad, de heer von Puttkamer, de bevrediging van de regeering betuigd had, dat, behalve de heer Richter, zich geen lid in beginsel tegen het voorstel had verklaard, werd besloten dit ontwerp in handen eener commissie van 28 leden te verwijzen. De wond van den Kroonprins wordt kleiner en staat zeer goed. Koorts is niet aanwezig; het opgeven is eenigszins toegenomen, terwijl de eetlust vermeerdert. Aldus luidt het Zondag uitgegeven bulletin. De Keizer is zeer treurig gestemd over de ernstige berichten, welke uit San Remo komen. Zijn gezondheid is er door geschokt en voortdurend verblijft een ge neesheer in het paleis. Aan de Rep. Frangaise wordt uit Weenen gemeld, dat in de diplomatieke kringen aldaar verhaald wordt, dat de vorige week Dinsdag te San Remo een ernstig tooneel heeft plaats gehad. Opnieuw werd bij den Prins aangedrongen, dat hij besluiten zou afstand te doen van zijn rechten op de kroon. Men hield hem voor, dat hij nog lang van Berlijn verwijderd zou blijven; dat de Keizer eensklaps zou kunnen vallen, en dat in den tegenwoordigen toestand, waarin Europa verkeert, het van belang is, dat de regeering van Duitschland in een vaste hand berust. De kroonprinses heeft toen hare .verontwaardiging niet kunnen weerhouden, waarna de prins op kahnen toon geantwoord moet hebben, dat hij geen afstand zal doen van de kroon, omdat hij er geen recht toe heeft. De toestand van Europa en die van Duitschland zouden er niet slechter door worden, wanneer hij aan het bewind kwam, het tegendeel zou waar zijn, en dat weet men te Berlijn zeide de kroonprins. IV oord-Amerika. De commissie voor het initiatief uit het Huis der Volksvertegenwoordigers te Washington heeft gunstig geadviseerd op het reeds door den Senaat aangenomen voorstel om in het vervolg de nieuwe verkiezingen voor een president der Vereenigde Staten 30 April in plaats van 4 Maart te doen plaats hebben. Dien tengevolge zou Cleveland dus nog tot 30 April 1889 president blijven. Nu Blaine voor de candidatuur bedankt heeft, vermoedt men, dat de senator Sherman de meeste kans heeft om door de republikeinen gesteld te worden, terwijl de democraten waarschijnlijk Cle veland zelf op nieuw tot hun candidaat zullen kiezen. Italië. In de oorlogshavens worden toebereidselen gemaakt, alsof men aan den vooravond van een oorlog is. Een koortsachtige werkzaamheid is er waar te nemen om de havens van Napels, Spezzia en Genua op voet van oorlog te brengen. 4000 werklieden zijn onlangs aan genomen, die dag en nacht werken, des nachts met electrisch licht. Te Napels en Genua moeten een honderdtal koopvaardijschepen geïnspecteerd worden, ten einde deze daarna als kruisers te wapenen in geval van oorlog. In het arsenaal en de artillerie kazerne te Venetië wordt nacht en dag gewerkt aan het monteeren van kanonnen. De minister van marine heeft gelast de hoogste klasse mder zee-academie te Livorno te sluiten en de dertig onderofficieren, die deel dezer klasse uitmaken, op de oorlogsschepen te plaatsen, welke in gereedheid worden gebracht. Engeland. In het Lagerhuis zal weldra het voorstel der regeering tot wijziging van het reglement van orde worden behandeld. Het doel daarvan is, alle pogingen, welke de oppositie weer ter vertraging der werkzaamheden wil beproeven, te beletten. De hoofdbepaling is, dat voortaan voor de sluiting der beraadslagingen niet meer de tegenwoordigheid van 200 leden vereischt wordt, maar dat het voldoende is, indien nog 100 leden aanwezig zijn en daarvan de meerderheid zich voor de sluiting verklaart. Bovendien wordt de bevoegdheid van den voorzitter betreffende de beoordeeling van den aard der moties uitgebreid en hem het recht gegeven den afgevaardigde het woord te ontnemen, zoodra deze na een waarschuwing de argumenten herhaalt, welke reeds door hem of anderen uitvoerig zijn uit eengezet. Betreffende de zittingen wordt bepaald, dat het Lagerhuis, behoudens een andere beslissing der meerderheid, eiken Maandag, Dinsdag, Donderdag en Vrijdag van drie uur 's middags tot een uur 's avonds zal vergaderen met een pauze van acht tot negen. Tegen deze bepaling is echter nog al verzet, daar vele leden den tegenwoordigen openingstijd te vier uur willen handhaven en dan de pauze laten vervallen. B e 1 g i e. Voor den krijgsraad van Antwerpen verschenen twee soldaten, die door den advocaat Pauwels verdedigd werden. Tot nog toe werd voor den krijgsraad in het Fransch gepleit, doch mr. Pauwels gebruikte de Nederlandsche taal in zijne pleitrede. Toen de eerste aangeklaagde ver scheen, welke verscheidene diefstallen te zijnen laste had, begon het openbaar ministerie de lezing der verslagen en verhooren in het Fransch en nam eene Fransche conclusie. Daarop nam mr. Pauwels het woord in 't Vlaamsch en verlangde dat het openbaar ministerie het Vlaamsch zou gebruiken, opdat de beschuldigde zou kunnen verstaan, wat men tegen hem inbracht. Dit verlangen werd afgeslagen op grond, dat de wet van 1873 niet toepasselijk was op de krijgsraden. Doch toen eischte mr. Pauwels, dat alles zou vertaald worden door den tolk, wat dan ook geschiedde. Frankrijk. De Figaro behandelt de vraag, wat er van de Fransche natie zou worden in elk der beide onder stellingen, dat Frankrijk in een oorlog overwon of eene nederlaag leed. In ieder geval zal een oorlog aan Frankrijk, zoowel als aan Duitschland, volgens de be rekeningen van den heer Leroy-Beaulieu, zes tot acht milliarden en 600,000 a 700,000 man kosten. Dat de oorlog onbeslist zal blijven, is niet onwaarschijnlijk, omdat de Fransche en Duitsche strijdkrachten vrijwel gelijk staan. De strijd zal worden gevoerd met een grooter aantal troepen en met meer verbittering dan in 1870 en '71; elk der volkeren zal weten, dat ziju nationaal bestaan op het spel staat, en de verliezen zullen dus ongetwijfeld veel aanzienlijker zijn dan in den laatsten Fransch-Duitschen oorlog. Maar als de oorlog geheel ten nadeele van een der beide partijen uitviel, dan zou de bekende uitspraak van den heer von Bismarck over het saigner a blanc worden toe gepast. De overwonnene zou waarschijnlijk twintig milliarden betalen en het staatsbankroet zou onver mijdelijk zijn, terwijl de mogendheid, die zulke zware offers moest brengen, vijf en twintig jaren lang in Europa niet meer zou medetellen. Slechts als de over winnaar tegelijk ontwapening voorschreef, zou er eenige kans bestaan op een spoediger herstel. Nu kan men wel luide verklaren »wij zijn niet bang! Wij willen vechten"; maar het geldt hier geen personen, maar het bestaan van het vaderland. Wat zal het lot van den overwinnaar zijn? Om deze vraag te beantwoorden, beroept de schrijver zich op de uitspraak van Hebert Spencer: »De overwinning heeft ten gevolge, dat het overwinnende volk aan het despotisme wordt onder worpen." Iedere schoolknaap kan die wet verifieeren, als hij zijne geschiedenis doorloopt. Ga voor elke natie de tijdperken na van haren grootsten roem; het zijn tevens de tijdperken van het meest krasse despotisme. Na de overwinning blijven de burgers onderworpen aan hem of hen, die hen hebben aangevoerd; de in dividu's worden meer dan te voren het eigendom van den staat, dat wil zeggen, van den imperator en diens handlangers. Zedelijkheid en intelligentie nemen af, en ook de stoffelijke welvaart vermindert, omdat er te veel personen zijn, die, zonder te werken, van ruime inkomsten verzekerd zijn. Men bedenke, wat Frankrijk zou zijn, als het niet van '1792 tot 1815 twee millioen menschen had opgeofferd, en wel de besten en de krachtigsten der natie. »Stel u voor, met welk eene razernij van geestdrift de man zou worden toegejuicht, die ons Elzas en Lotharingen terug gaf! Hij zou onvermijdelijk door tien millioen stemmen tot keizer worden uitgeroepen!" Voor de monarchie is dit gevaar niet zoo groot als voor de republiek, omdat in de eerste het traditioneel gezag van den vorst boven de nieuwe glorie van den gelukkigen veldheer staat. Aan de tegenwoordige crisis moet een einde komen. De oorzaken van die crisis, van al de tegenwoordige wapeningen, zijn haat en vrees. Die oorzaken moet men trachten weg te nemen. De Duitschers hebben hun droom zien verwezenlijken. Zij zijn eene natie geworden, en zij willen dit blijven. Maar Elzas- Lotharingen? zal men vragen. Welnu, komt niet alles in het leven terecht, als men slechts den haat niet inroept Gemeurd Buiteniandsck Nieuws. Door een Perzisch handelaar is aan het museum voor volkenkunde te Berlijn een zeer belangwekkend geschenk gegeven, n.l. een model van een dier ver schrikkelijke torens, waarop de aanhangers van den overouden godsdienst van Zoroaster, die evenals onder ons de Joden, onder de Indiërs verspreid zijn, hunne dooden plegen bij te zetten. Zij hebben de godsdienstige overtuiging, dat de drie heilige elementen; vuur, water en aarde, niet verontreinigd mogen worden en daarom bestaat bij hen 't gebruik, hunne dooden aan de gieren prijs te geven. Hiertoe bouwen zij op heuvels hooge torens, die een omvang van 300 voet hebben, van een hooge borstwering zijn voorzien en een naar binnen schuin afbellend platvorm hebben, in het midden waarvan zich de opening bevindt van een ongeveer 150 voet diep gewelf. Het platvorm is in drie afdee- lingen verdeeld, waarpp de lijken van mannen, vrouwen en kinderen worden'gelegd. Dadelijk storten de gieren zich op de doode lichamen en ontvleezen die in korten tijd; de overblijvende beenderen worden dan door het in verscheidene goten afloopende regenwater naar het gewelf gespoeld en daar opgelost. Door vier onder- aardsche kanalen wordt het water weder afgevoerd en in filters gereinigd. Een correspondent van de XIX Siècle verhaalt, dat koning Humbert van Italië in Mei naar Berlijn zal vertrekken. De Koning is chef van een Pruisisch huzaren-regiment en hij zou zijn portret, waarop hij in huzaren-uniform afgebeeld is, aan den Duitschen keizer gezonden hebben met het opschrift: »Keizer Wilhelm's trouwe huzaar". In Tours brak dezer dagen een leeuwin uit een menagerie los en bracht een bezoek aan de drukkerij van Wilson's blad, La petite Francewaar ze met groote kalmte naar de satineer-machine ging zitten kijken. Met eenige moeite gelukte het haren eigenaar, haar weer in haar kooi te krijgen, zonder dat zij iemand had aangevallen. De Britsche vereeniging van zuivelbereiders heeft, op voorstel van den heer George Barham, besloten, eene gouden medaille aan te bieden voor eene methode om de vervalsching van versche melk met geconden seerde melk en water te ontdekken. De Times juicht dit toe, want, zegt het blad, het is bekend, dat groote hoeveelheden gecondenseerde melk uit Nederland worden overgebracht. Deze melk wordt met water vermengd en aan versche melk toegevoegd, en het mengsel wordt daarop als versche melk verkocht in de groote steden. In de Fransche Kamer is een wetsvoorstel aanhangig om uit het oogpunt der zedelijkheid het medespelen op het tooneel van kinderen beneden de 16 jaar en in het bijzonder meisjes, te verbieden. De tooneelcritici komen eenstemmig tegen dat plan op en Sarcey, de bekende critici, zegt dat die maatregel, hoewel goed in beginsel, weinig practisch zou zijn, te meer daar weinig groote stukken kunnen worden uitgevoerd zonder kinderen. In een vakblad schrijft een Duitscher, die te Barcelona vertoeft, over de schadelijkheid van platanen. Sedert jaren begonnen geregeld in het voorjaar zijne huisgenooten evenals hijzelf, sterk te hoesten. Bij een microscopisch onderzoek van de slijm, vond hij merk waardige lichaampjes in den vorm van een ster en hij vond diezelfde lichaampjes ook in het stof op de vensterkozijnen. Bij een nader onderzoek bleek het dat deze microscopisch kleine deeltjes niets anders waren dan de fijne haartjes van het jonge platanenloof, die zich aan het ongewapend oog voordoea als een

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1888 | | pagina 2