I Buitenland. Twee dagen verliepen. De commandant van de »Atjeh" I inspecteerde zijn bemanning en na de officieren werden ook de adelborsten 2e klasse aangespruken. Onze jonker beefde van het hoofd tot de voeten, maar de comman dant deed alsof iiij hem nooit gezien had. Hij zal zijne gelegenheid afwachten om zich te wieken", dacht onze adelborst. Ja, Wichers had zijn wraak reeds voorbereid. Zooals bekend is, eet een bevelvoerder op een oorlogsschip altijd alleen, d. i. niet aan de officiers tafel, maar soms vraagt hij een of meer van zijne ondergeschikten ten gast. Zoodra de hooge dignitarissen hunne beurt gehad hadden, werd onze jonker genoo- digd, en toen hij met een zweetdroppel aan elk haar ten disch aanzat, bemerkte hij dat hij de eenige gast was. Wichers was vriendelijk als altijd, sprak over alles, alleen niet over zijn reis van den Haag naar Haarlem. De adelborst is thans officier, een sieraad onzer marine, even kloek als bescheiden en voorzichtig. »Na het voorgevallene", getuigde wijlen de edelaardige Wichers aan onzen zegsman, »zou hij voor zijn dienst en voor mij door het vuur zijn geloopen, in den letterlijken zin des woordshij kon niet dulden, dat over mij boe of ba werd gezegd." Men schrijft uit Sittard aan de N. R. Ct In de naburige gemeente D. zal aanstaande week eene verkiezing voor den gemeenteraad plaats hebben. Twee candidaten streven reeds eenigen tijd naar de eer om in de dorpsraadzaal een plaatsje te bekomen. Dinsdag jl. kwam echter geheel onverwacht een derde candidaat opdagen, en wel zekere Z., klompenmaker van beroep, die, aangemoedigd door vele vrienden, »ouch ambiesje hauw gekrege om ins in den roacl te koiniiie zitte." Woensdag vervoegde hij zich bij den burgemeester met de woorden: »Heer burgemeister ich kom uuch verzeuke veur de pampiere." »Wat voor papieren, vriend?" vraagde de burge meester. »Iju, heer burgemeister, dat zal ick uuch ins krek zegge", was het antwoord; »ick hub ooch ambiesje gekrege om in den road te komme zitte, en noe wol ich uuch vrujndlik verzeuke luich de pampiere in orde te laote maoke". »Ge verlangt waarschijnlijk de kiezerslijst", hernam de burgemeester lachend; rwelnu, goede vriend! ga maar naar den secretaris, die zal u wel helpen". Deftig stapt onze klompenmaker naar den secretaris, die zich juist in gezelschap van een der raadsleden bevond. lieer secretaris", begint Z., »de kompelemente van den heer burgemeister, geer zoudt mich assebleef de pampiere veur de keezing in orde maoke; ich hub ambiesje veur in den raod te komme en schtel mich noe kandedaat". »Ge bedoelt zeker de kiezerslijst, niet waar?" vraagt de secretaris. »Justement heer", antwoordt Z, »en ouch zoo ein annunske hauw ich ger veur in de gazet en get angersch nog veur op de sukkeleires te laote drukke." »Waat?" zegt hierop het aanwezig raadslid, biste gek jong, zooveul gejld schandig te maoke, das te dich kandedaat schtelst hubs te gliek, mé haut dich in Gosnaam aon gein annunskes en sukkeleires op. Dat kost dich eine ganse pungei gejid en doe kanst dat eigeste veul beterkoop hubbe. Loester. Doe geest doodeenvoudig bie Koob de Boö, en zekt hun, dat hè het dich gans plechtig oetbelt das te dich kandedaat schtelst, dat kost dich vief grosche en damit bisie van de ganse krempel af. Gleuf mich. jong, as ich ins weer gekoze mot worde, ich flik en eni ooch ezoo." Deze idee beviel onzen klompenmaker uitstekend, en na zich in de gunst van den secretaris en het raadslid beleefd te bobben aanbevolen en hun ieder een paar dprachtige klompe" te hebben beloofd, »es ze hem bie de keezers zoue aonvekommandeire," spoedde hij zich naar Koob de LJoó en beval dezen den anderen morgen zijne candidatuur plechtig »oet te belle." Koob, die ook vleesch »oet te belle" had, was 's anderen daags 's morgens reeds vroeg in de weer. Op de gewone plaatsen van afkondiging begon hij eerst hevig te schellen, en riep dan roet stentorstem: »Daar is te bekomen bij D. versch geslacht rund- vleesch van 56 cents de kilo, zegt dit voort." Toen schelde Koobnog heviger en veel langer dan de eerste maal, en begon weder: »Nu luistert allen aandachtig. De heer C. J. Z. brengt bij deze plechtig ter kennisse van de inwoners en vooral en bijzonder aan de heeren kiezers, dat hij zich bij de gemeenteraadsverkiezing van aanstaanden Maandag candidaat stelt en dat hij zich plechtig en beleefd in de gunst der heeren kiezers aanbeveelt. Zegt dit voort." De beide eerste candidaten zijn sedert dien niets op hun gemak, daar de nieuwe aanbevelingsmanier van den klompenmaker-candid «at vele kiezers te zijnen gunste heeft gestemd en er dus veel kans bestaat, dat zijn mui biesje om ouch in den road te komme" bevredigd zal worden. Over het wezen der zeeziekte en het voorkomen er van, deelt dr. Lahman o. a. het volgende mede:, De eigenlijke oorzaak van de zeeziekte is de schom melende beweging van het schip. Menschen die erg gevoelig zijn voor zeeziekte, hebben er dan ook last van op het vaste land, door het schokken van een spoorwagen of door het op en neer zwaaien van een schommel. De meeste menschen voelen bij het schom melen een onaangename drukking en beklemdheid in de maagstreek. Wat is de oorzaak van deze gewaar wording? Wanneer het lichaam plotseling omlaag gaat, als het bv. met het schip in een golfdal zinkt, gaan eerst de vaste lichamen, dus ook de wand van den buik mede, terwijl de minder vaste lichamen, (de darmen en de inhoud van de maag), naar boven gedrukt worden evenals uit een vol glas, dat men snel omlaag brengt, een gedeelte van den inhoud vloeit en dan tegen het middenrif stuit. Bij de tegenovergestelde beweging wordt een drukking uit geoefend op den onderbuik. Aan deze zuiver mechanische verschijnselen is ietier onderworpen. Door deze druk kingen worden weer de zenuwen geprikkeld en het geheele zeuwstelsel wordt in de war gebracht. Om de zeeziekte te voorkomen, komt het er dus in de eerste plaats op aan, den buikwand meer weerstands vermogen te geven en te verhinderen, dat de darmen zich in de buikholte kunnen bewegen. Dit doel bereikt men het best, door het geheele onderlijf stijf in een doek te wikkelen; dat verhindert tegelijkertijd een te sterke aanvoer van bloed naar de organen in de buikholte. Veel helpt ook het willekeurig ademhalen en wel het inademen, wanneer het schip omlaag gaat en het uitademen, met samentrekking van de buik spieren, wanneer het vaartuig zich opricht. Ten opzichte van het voedsel dient nog opgemeikt te worden, dat het aan te bevelen is, om, voordat men een zeereis onderneemt, een zooveel mogelijk droge, weinig vloeibare kost te gebruiken. Aan het bureel van de Tijd is door een harer lezers gedeponeerd een »kunstei", dat met nog eenige andere door een eierboer te zijnen huize voor een gewoon ei werd verkocht. Het surrogaat ei, groot van stuk en fraai van vorm, heeft de dubbele zwaarte van een ei van gewone grootte. Volgens verklaring van den zegsman van het blad, die, niet wetende met kunst-eieren te doen te hebben, begonnen was er een gekookt te verorberen, is het witter en compacter dan dat van een natuur-ei en heeft een onaangenamen geurwat den dooier betreft, bestond weinig of geen verschil. Aan een der punten van het ei is een witte vlek waar te nemen, die zoo het ei tegen het licht wordt gehouden, zich donker aftëekent. Ofschoon de Tijd er niet voor kan instaan, dat dit ei werkelijk door middel van chemische preparaten werd gemaakt, meende zij er toch de aandacht op te moeten vestigen, wijl vóór eenigen tijd een bericht heeft gecuculeerd over het oprichten van fabrieken in Amerika, waar kunst-eieren worden vervaardigd. Ongelukken, Kampen, misdaden, enz. De Haarlemmerstraat te Amsterdam werd deze week in rep en roer gebracht door het volgend voorval: Een beambte van het Bagagekantoor van het Cen- traal-Station was door zijn superieur beboet met 50 centen. Schijnbaar zich kalm houdende, wachtte hij totdat zijn chef huiswaarts keerde. Hij volgde hem echter en viel hem onverhoeds op de Haarlemmerstraat aan met een scheermes, waarmede hij hem een wond aan den hals en aan den rechterarm toebracht, welke echter niet levensgevaai lijk geacht vvoiden, door een geneesheer, die in allerijl ontboden was. De dader zag zich spoedig gegrepen en werd door de politie in arrest genomen. Hij staat bekend als een ijverig werkman en maakte nooit misbruik van sterken drank. Wraak schijnt de eenige drijfveer van zijn handelwijze te zijn geweest. Dicht bij Grenoble is dezer dagen een man levend begraven. De man had zich erg bedronken en verviel daardoor in een toestand van volslagen bewusteloosheid. Men meende, dat hij dood was, daar zijn geheele lichaam verstijfd en koud was. Zonder een arts te raadplegen, begroef men den armen drommel 22 uren later. Terwijl de doodgraver bezig was, de aarde boven het graf vast te stampen, hoorde hij den begiavene tegen de kist kloppen. Er werd onmiddellijk hulp gehaald, maar nu was de ongelukkige werkelijk dood. Bij zijne vertwijfelde pogingen orn de kist van binnen te openen, had hij de handen verwond en het hoofd verbrijzeld. De zaak is in handen van de politie. Spoorwegongeluk bij Brussel. Het aantal personen, die Zondag door dit ongeluk het leven hebben verloren, bedraagt 16, terwijl voor zoover bekend is 42 gewond zijn, in 't geheel dus 58 slachtoffers. De laatste berichten doen echter ver moeden, dat van de gewonden eenigen niet meer zullen herstellen. Zelfs onder de reizigers, die geheel onge deerd zijn gebleven, zijn er, die toch nog den treurigen invloed van den schrik ondervinden. Onder anderen is een daine, die zonder eenig letsel uit de puinhoopen is gered, den volgenden nacht uitsluitend tengevolge van de ontroering overleden. Het blijkt, dat personen uit den omtrek van de plaats, waar het ongeluk heeft plaats gehad, op onmenschelijke wijze van de ramp geprofiteerd hebben. In plaats van hulp te bieden aan de ongelukkige gekwetsten, hebben zij de slachtoffers beroofd van het geld en de sieraden, welke zij bij zich hadden. Een der gedooden is beroofd van zijn portefeuille, bevat tende 600 francs en van zijn portemonnaie met 50 francs. De ongelukkige begaf zich naar Wavre om deze som bij een deurwaarder te storten. Een ander slachtoffer, dat alleen gewond was en naar het hospitaal St. Jean werd vervoerd, vroeg geplaatst te worden in de zaal voor betalenden. Toen men van hem het geld bij vooruitbetaling verlangde, vroeg hij het uit zijn portemonnaie te nemen, waarin 200 francs zich moesten bevinden, doch niets was te vinden. De man had na het ongeluk op de plaats des onheils ruim een uur buiten bewustzijn gelegen en gedurende dien tijd moet men hem zijn portefeuille ontfutseld hebben. Ook andere slachtoffers maken van berooving melding. Mejuffrouw Dyna Beniner, de beroemde zangeres, behoorde onder de reizigers en bevond zich in het compartiment, grenzende aan dat, waarin een dame werd gedood. Zij verhaalde aan een dagblad-corres pondent, welk gevoel zich van haar meester maakte, toen zij na den schok uit den trein stapte en zich te midden van zooveel dooden en gewonden bevond. Zij zag reizigers, die als krankzinnigen in alle richtingen de vlucht namen. Een vrouw kwam haar buitengewoon waanzinnig voor, deze ongelukkige brulde, terwijl zij zich de haren uit het hoofd rukte en hare kleederen aan flarden scheurde, vervolgens zette zij het op een loopen en verbazend snel klauterde zij den spoordijk over en nam de vlucht in het bosch. Aan het station te Groenendaal weigerde men het telegram aan te nemen, dat mejuffrouw Beumer naar Brussel wilde zenden om haar familie gerust te stellen. Ondanks den schrik, dien zij had ondervonden, zong zij des avonds toch nog op het concert te Namen ten voordeele dei' armen. De zangeres heeft zich bereid verklaard, wanneer men een concert ten voordeele der slachtoffers waarvan velen in behoeftige omstandig heden verkeeren wilde organiseeren, op dit concert mede te werken. Nog is men onder den eersten indruk van deze groote ramp of een nieuw spoorwegongeluk heeft te Namen plaats gehad, Maandagavond heeft een trein, die uit Biussel kwam. een locomotief, die aan het rangeeren was, aangereden. De stoker en de machinist van de rangeerende locomotief bleven op de plaats dood. De machinist van de andere machine is ernstig gekwetst en men gelooft niet, dat hij het leven zal behouden. Een reiziger heeft zich licht bezeerd. F r a n k i* ij k. Een ambtenaar van het ministerie van oorlog, Boulogne genaamd, is wegens zijne bemoeiingen, ten gunste van generaal Boulangers verkiezing, ontslagen, en naar men zegt beeft een ambtenaar van het ministerie van posterijen in hetzelfde lot gedeeld. De Siècle vestigt er de aandacht op, dat de afgevaardigde Laguerre nog altijd den winstgevenden post van advocaat bij het ministerie van koophandel bekleedt. De République Francaise oordeelt dat »de minister des toekomsiigen Caesars" hoe eer hoe liever dient te worden afgezet. Volgens de Siècle is het ministerie daarvoor te verstandig en te voorzichtig. In een officieel telegram wordt verklaard, dat geen officier in wer- kelijken dienst aan de Boulangistische manifestatie te Tunis heeft deelgenomen. Engeland. Dat de publieke opinie zoowel als de regeering in Engeland steeds meer beseft, dat aan de nationale weerbaarheid met meer ernst en met meer oordeel dan sedert vele jaren geschied is, moet worden gedacht, blijkt, naar men weet tegenwoordig telkens. Lord Brassey. eene bevoegde autoriteit, oud-minister van marine, heeft thans, gelijk trouwens ook reeds vroeger, zijne stem in die richting doen hooren. Opmerking verdient o. a. in zijn betoog de uiteenzetting van de nietigheid der oude bewering, dat Engeiands vloot voldoende is, indien zij, zonal niet tweemaal dan toch een goed deel sterker is dan de Fransche. Men behoort, zegt lord Brassey, te vragenWat is de taak der Engelsche en wat die der Fransche vloot in tijd van oorlog? Zeker kunnen er groote zeegevechten geleverd worden; maar Engeland heeft bovendien de taak om zijnen handel, die zooveel uitgebreider is, te beschermen. De vraag moet dus, geheel afgezien van de zeemacht van andere natiën, zoo gesteld wordenIs de Engelsche vloot Op d antw gehe andei van der misbi van het ande 1 ook thans To de 4 het kran. opscl Aart neer van »De draa vrier der van legd carne staat kroo »Fra f Rum met Ui| De Duit! hun marl geba boot nem Ara' Sulti Duit Duit zijn opge die ter mog| scha voor waai weei wan nu in 1 en i zood staa D toog Een ond door en stoei ïW Wij nali de 1 T gen bes getr toile bij tum gen het klei.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1888 | | pagina 2