Buitenland.
Italië.
Zaterdag hadden in de omstreken van Rome vrij
ernstige ongeregeldheden plaats. Acht politieke ver-
eenigingen waren bij de Nomentano-brug in eene
herberg vergaderd om den slag bij Dijon in 1871,
waar de Garibaldianen vochten, te herdenken. Toen
heftige redevoeringen werden uitgesproken tegen het
huis van Savoye en de monarchie, kwam de politie
tusschenbeide en een gevecht ontstond, waarin de
politie het onderspit moest delven en verscheidene
agenten werden gewond. De manifestanten wilden toen
met de roode vlag de stad intrekken, maar werden
bij de Porta Pia afgeweerd. Zij begroetten daar de
politie met steenen en enkele revolverschoten, en de
orde moest door de troepen worden hersteld. Zestien
mannen werden gevangen genomen.
Duitsohland.
De Keizer heeft ter gelegenheid van zijn verjaardag
aan bijna 70 regimenten van het Pruisische leger de
namen verleend van diegenen zijn voorvaderen of
generaals en staatslieden, die recht hebben op »de
dankbare herinnering van Koning en Vaderland".
Bovendien aan negen regimenten de namen van enkele
familiën, welker leden sedert vele jaren in groot aantal
en hoogen rang tot het leger behoorden.
Het buitengewoon gezantschap van den souverein
van Marokko, dat keizer Wilhelm met zijne troons
bestijging komt geluk wenschen, wordt Woensdag te
Berlijn verwacht. Het bestaat uit den buitengewonen
gezant Sid Abdessolam ben Rechidel Harisi, vergezeld
van twee secretarissen, Sid el Hadj Mahamed el Zucari,
uit Tetuan en Sid Mohamed el Akhssassi, uit Fez,
vier officieren, een tolk van de Duitsche legatie te
Marokko, twee andere tolken, een voorbidder, drie
koks, een barbier en zestien bedienden.
De Vossische Zeitung en het Berliner Tageblatt
zien het gevaar van oorlog voor Duitschland nader
komen, dewijl Boulanger ten slotte de moeielijkheden,
die hij in het binnenland ontmoeten zal, door een
buitenlandschen oorlog zal willen afleiden. De National
Zeitung zegt, dat het eene spottende wending der
wereldgeschiedenis zou zijn, indien in hetzelfde jaar,
waarin het eeuwfeest der groote omwenteling gevierd
wordt, de republiek ineenzonk. De Nordd. Allg. Ztg.
noemt Boulangers overwinning eene gebeurtenis van
beteekenis voor de buitenlandsche staatkunde, eene
zware neerlaag voor het stelsel der parlementaire
republiek. De Post meent, dat indien Boulanger de
republiek omver wil werpen, hij zijne oogenbUkkelijke
zegepraal niet haren glans moet laten verliezen, maar
snel en krachtig moet handelen. De vraag is, of hij
daartoe de noodige vastberadenheid bezit. In alle geval
heeft de republiek zulk een stoot ontvangen, dat zij
nergens meer als eene ernstige regeeiing behandelt
zal worden.
Oosteni*ij li.
Het Huis Habsburg is door een zwaren slag ge
troffen. Door een onverwachte ramp is de eenige zoon
van keizer Frans Jozef in den bloei des levens weg
gerukt; hij is Woensdagmorgen tusschen 7 en 8 uur
aan een beroerte overleden, en werd dood in zijn bed
gevonden. Aartshertog Rudolf, die door zijn beminnelijk
karakter niet alleen bij de Oostenrijkers, maar ook
bij de Hongaren bijzonder bemind was, verliet de
hoofdstad voor een paar dagen, ten einde op het slot
Mayerlinden bij Weenen te jagen.
Den 20sten Augustus 1858 werd kroonprins Rudolff,
de eenige zoon van keizer Frans Jozef en keizerin
Elisabeth, geboren. De aartshertog, met een uit
stekenden aanleg begaafd, genoot een uiterst zorgvuldige
opvoeding. Reeds in zijn jeugd toonde Rudolf groote
liefde voor de natuurwetenschappen, terwijl in het
bijzonder de vogelwereld hem aantrok.
Met de meeste belangstelling volgde de kroonprins
de ontwikkeling van het Oostenrijkscb-Hongaarsche
leger.
Den lOden Mei 1881 trad Rudolf in het huwelijk
met de 17-jarige prinses Stephanie, de tweede dochter
van koning Leopold van België. Den 2den September
'1883 werd uit dit huwelijk de prinses Elisabeth
geboren, het eenige kind, waarmede dit huwelijk
werd gezegend.
Daar in Oostenrijk-Hongarije de vrouwelijke linie,
hoewel niet van de ïvgeering uitgesloten, toch eerst
in aanmerking komt, indien geen mannelijke afstam
meling uit de rechte lijn van het Huis Habsburg-
Lotharingen in leven is, treedt keizer Frans Jozefs
oudste broeder nu als troonopvolger op. Door den
dood van 's keizers oudsten broeder Maximiliaan van
Mexico, is nu aartshertog Karei Lodewijk de naaste
erfgenaam des keizers.
Aartshertog Karei Lodewijk is een man van 56
jaren, die, na eerst gehuwd te zijn geweest met prinses
Margaretha van Saksen en de aartshertogin Maria,
in 1873 ten derde male in het huwelijk trad met
de aartshertogin Maria Therisia.
't Laatst is de kroonprins Zondagavond in 't openbaar
verschenen bij de feestviering ten huize van den
Duitschen gezant ter herdenking van Keizer Wilhelms
30sten verjaardag.
De keizer van Oostenrijk verliest in den bloei van
zijn leven den prins, voor wien de kroon bestemd
was, de Keizerin verliest haar lieveling, den trots
van haar moederhart en de jonge aartshertogin legt
op 25-jarigen leeftijd het weduwenkleed aan maar
van groote beteekenis, van politieke beteekenis is het
verlies voor de Oostenrijksche natie. Het volk verliest
in prins Rudolf een geliefd, een populair vorst, die
de ware vrijheid op staatkundig en godsdienstig gebied
voorstond.
F r a n k i* ij k.
De ministers, die reeds Zondagnacht vergaderden,
zijn andermaal Maandagmorgen bijeengekomen. Er
werd besloten dat het ministerie volledig voor de
Kamer verschijnen zou en onmiddellijk elke interpellatie
zou beantwoorden. Mocht zich geen interpellatie voor
doen, dan zou de heer Floquet zoo spoedig mogelijk
in onderhandeling treden met de republikeinsche meer
derheid, om haar de politiek voor te leggen, die hij
denkt te volgen. Zijn programma zou drie hoofdpunten
bevatten: 1°. de kieswet herzien door instelling van
de verkiezing per arrondissement; 2°. de algemeene
verkiezingen verhaasten en zoo spoedig mogelijk doen
geschieden; 3°. indiening van een wetsontwerp ter
beteugeling van alle plebiscitaire handelingen. In
en voor het gebouw der Kamer was weinig beweging.
Voor de zitting hadden de republikeinen nog geen
vast besluit genomen, zoodat men nog niet wist of
eene interpellatie zou worden gedaan. De rechterzijde
en de Boulangisten hadden evenmin een besluit ge
nomen. De heer Gellibert des Séguins, die zijn voorstel
tot ontbinding opnieuw wilde indienen, zag op aan
raden zijner vrienden van dit voornemen af. De heer
Clémenceau werd bij zijne aankomst omringd door
journalisten. Op hunne vraag, wat hij dacht over den
toestand, antwoordde hij; »Wat wilt ge? Ik ben
minder bedroefd voor mij zeiven dan voor Frankrijk.
In alle geval, geen moed verloren". De heer Jouvencel,
die reeds vroeger een interpellatie had aangekondigd,
verklaarde dat hij eerst zijne vrienden der radicale
linkerzijde zou vragen, alvorens een besluit te nemen.
De heer de Cassagnac was van meening, dat de rechter
zijde de zaken hunnen loop moet laten en zich ont
houden moet een incident te verwekken. Een ander
lid der rechterzijde meende daarentegen, dat rnen aan
de Kamer vragen moest de voorstellen tot ontbinding
der Kamer en herziening der grondwet te bespreken.
Men bemerkte dat de secretarissen van den graaf van
Parijs druk in gesprek waren met de conservatieve
dagbladschrijvers. De royalistische rechterzijde ver
gaderde ten 2 ure onder voorzitterschap van den
hertog de la Rochefoucauld-Doudeauville. De hertog
deed uitkomen, dat de ontevredenheid der natie den
terugkeer tot de monarchie voorspelt, die aan Frankrijk
zijne verloren grootheid zal teruggeven. Later hielden
de drie groepen der rechterzijde eene vereenigde ver
gadering, waarin besloten werd op geen enkele manier
in de tegenwoordige omstandigheden op te treden,
d. w. z. geene interpellaties of voorstellen te doen en
af te wachten wat de regeering en de meerderheid
zou besluiten. De bureelen der groepen van de linker
zijde, verwittigd van het voornemen van Floquet, een
vergadering der republikeinsche partij uit te lokken,
hebben de meening uitgedrukt, dat zulke handelwijze
niet parlementair was en hebben Floquet doen weten,
dat zij van oordeel zijn, dat de minister op de tribune
alleen uitlegging heeft te geven.
Oemeiigü Buiteiilaiidscli Nieuws.
Over de Engelsche banknoten leest men in het
Vaderland
Wie ooit een biljet der Engelsche Bank in zijne
hand gefrommeld heeft, kent het hoogst eigenaardig
kraken, dat iets lijkt op het geruisch van Engelsche
pleister, slechts klinkt het fortissimo in de ooren.
Het Engelsche bankpapier kan men niet enkel op het
gehoor af onderkennen, doch tevens op het gevoel.
Een blinde zou zich te nauwernood kunnen vergissen
in een Engelsche banknoot. Haar gravure is ook hoogst
eigenaardig, tevens leelijk, doch de photographie slaagt
er in die na te bootsen en zelfs het watermerk over
te brengen. Het papier der Engelsche bankbiljetten
heeft men nog nooit kunnen namaken. Hoe het ge
fabriceerd wordt, weet niemand, weten althans zeer
weinige personen, die het proces zorgvuldig geheim
houden. Sedert meer dan twee eeuwen gaat het geheim
als een erfdeel van vader op zoon over in de familie
Dortal, Fransche Hugenoten, wier stamvader door de
opheffing van het Edict van Nantes naar Engeland
verdreven, het familie-geheim, dat zijn nazaten ver
mogend makeu zou, op Engelschen bodem overbracht.
De Dortals hebben een loopend contract met de Bank
van Engeland, dat hen bindt alleen voor haar te
werken en niemand papier te verkoopen. Terecht ziet
dan ook de bank-directie in dat bijzondere papier
den waarborg tegen vervalsching. Ja, als het geroofd
worden kon in groote hoeveelheden, zouden de falsarissen
aan de bank en, door haar, aan het openbaar crediet
een leelijke poets kunnen spelen. Vele jaren geleden
slaagden brutale dieven er metterdaad in, een meester
knecht bij de papiermolens van Dortal tegen grof geld
om te koopen, maar gelukkig werd het schelmstuk
nog bijtijds ontdekt, alvorens er veel kwaad gesticht
kon worden. De gevolgen zouden anders onberekenbaar
geweest zijn. Sedert de bestraffing der medeplichtigen
aan deze drieste schurkerij beeft er geen poging meer
plaats gehad, om het banknotenpapier van Dortal te
stelen. Er zijn nu ook zulke maatregelen getroffen,
dat het schier onmogelijk geworden is een diefstal te
plegen, zonder dat hij dadelijk ontdekt wordt. De
molens worden streng bewaakt en al het benoodigde
bankpapier naar de drukkerij gebracht, onder een
sterk geleide. Telkens wordt slechts een zekere hoeveel
heid papier vervaardigd en dan bedrukt. Die hoeveel
heid wisselt af en de geheime nummers of letters der
vellen zijn ook nooit dezelfde. Elke Engelsche banknoot
(elke echte) heeft ook een bijzonder kenteeken, waaraan
men de echtheid toetsen kan. Menschen die dit weten,
worden ook nimmer beetgenomen, al zou de aard van
het papier hen bedriegen, wat haast ongelooflijk zou
wezen.
De directie der Bank van Engeland neemt andere
maatregelen van voorzorg tegen falsarissen. Zij wil de
nieuwerwetsche niet steunen en voorthelpen met de
wetenschap, welke hunne voorgangers in het nabootsen
hebben aan den dag gelegd. Er bestaat in de kelders
der Bank een hoogst zonderling museum van valsche
banknoten uit vroegeren en lateren tijd, bij welker
bestudeering een schurk wel eens zijne gading zou
kunnen vinden.
De Bank bewaart ook in haar archief valsche bank
noten, die Napoleon de Eerste, om Engeland's crediet
te knakken, bij massa's liet vervaardigen, om ze in
Engeland docr geheime agenten te verspreiden. Destijds
stond de strop op het namaken van banknoten, maar
noch die gestrenge straf, noch de ijverige navorschingen
der Britsche justitie konden altoos er in slagen, dien
bedriegelijken omloop van valsche bankbiljetten te
beletten, en vaak was de bank om haar crediet ge
noodzaakt, desbevvust, zulke noten in te wisselen. Het
is waar, dat de Engelschen zich niet ontzagen, de
Franschen met hunne eigen wapenen te bestrijden en
kisten vol assignatiën, te Birmingham vervaardigd,
naar Patijs op te zenden, om daar te worden ge
realiseerd". Zulke methoden van krijgvoeren behooren
heden ten dage gelukkig tot het verleden.
In de laatste jaren is het bestuur der bank hoogst
moeielijk geworden in het vertoonen der geheimzinnige
en wonderlijke collectie. Men moet tegenwoordig al
bijzonder goed aanbevolen zijn, om daarin een kijkje
te mogen nernen.
Met al deze voorzorgen is het nauwelijks aan te
nemen, dat falsarissen er in zullen slagen, belangrijke
hoeveelheden valsche noten der Bank van Engeland in
omloop te brengen. De jongste inhechtenisneming van
twee mannen te Londen, die bezig waren biljetten
van vijf pond na te maken en reeds een zeker getal
klaar hadden, beeft dan ook geen bijzondere opschudding
teweeggebracht. Men zegt, dat het product hunner
pers zóó slecht en foutief is, dat zelfs een gewoon
burgerman, zonder speciale kennis van banknoten, de
vervalsching terstond zou hebben moeten ontdekken.
Dit is niet verwonderlijk. Het namaken der Engelsche
banknoten vereischt veel kapitaal en veel kunst om
te kunnen slagen. De beste graveurs en de fijnste
toestellen zouden daartoe noodig wezen, het papier
er dan nog buiten gelaten, menschen en zaken, welke
men niet immer krijgen kan, zonder veel risico te
loopen, waartegenover geen geëvenredigde hooge winst
staat, zelfs bij het aanvankelijk slagen der schelmerij.
Te Nizza zal den 16 en 18 Maart een internationaal
schoonheidsconcours gehouden worden.
Om tot den wedstrijd toegelaten te worden, moeten
de dames hare portretten vóór den 25 Februari
inzenden aan den directeur-generaal van het concours
te Nizza.
Dames, die als mededingsters naar den prijs door
het comité zijn toegelaten en die uit den vreemde
komen, krijgen hare reis- en verblijfkosten vergoed.
Er zijn vijf prijzeneen van duizend, een van zes
honderd, een van driehonderd francs, een kunstvoorwerp
en een prix de consolation, bestaande uit een getuig
schrift.
Over de leeszaal van het Britsch Museum te Londen
wordt in het Vad. het volgende geschreven
Die fraaie leeszaal, die met haar hoogen koepel,
welke de afmetingen van St. Pieter te Rome nabijkomt,
zulk een blijvenden indruk maakt op elk, die haar
voor de eerste maal bezoekt, dagleekent van het jaar
1857. De wanden in het rond, van den vloer tot aan
de ijzeren gaanderij, zijn opgevuld met vBooks of