ZIERIKZEESCIIE COURANT. voor het arrondis- sement Zierikzee. 1889. No. 4. Woensdag 16 Januari. 92ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Binnenland. Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden f 1,-. Franco per post 1,- Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad 10 Cent. PRIJS DER AD VERTENTIEN: Per gewone regel 10 Cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 Cent. Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. LAKEBïMAN. ZIERIKZEE, 15 Januari 1 8 8 9. Het onderzoek met het duikertoestel van den visscher Van Gelderen uit Goedereede naar het wrak van de »Ango" voor Scheveningen heeft geen gunstig resultaat opgeleverd. De duiker heeft waargenomen dat het wrak veel te diep in 't zand ligt om 't los te krijgen. Verder ontdektte hij dat het sterk gekoperd was en vond veel staal, touwwerk van het want, ankers, kettingen, trossen en meer tuigage; maar alles ligt zoo verward, dat 't niet naar boven te krijgen was. Reeds Zaterdag is het personeel met den duiker terug gekeerd. Wellicht, dat de kooper nog zal beproeven met eene oude schuit bij 't wrak te gaan liggen om er uit te halen wat er uit te krijgen is. Blijkens aankondiging van den commissaris des Konings van Zuid-Holland in de St.-Ct. zal, aangezien het wrak van de »Ango" de vaart belemmert, krachtens de artt. 1 en 2 der wet van 23 Juli 1885, onverwijld van rijkswege worden overgegaan tot opruiming van het wrak. Dr. Mezger heeft te Wiesbaden sedert een week zijn praktijk in het Rheinhotel aanvaard. De aandrang van patiënten was reeds vrij groot, en onder dezen telt men twee prinsen, n.l. Motta Bognara, uit Rome, en prins Demidoff, uit Petersburg. De bureaux van het Wiesbadener Bade-Etablissement" zullen in het Taunushotel gevestigd worden. Het Pruisische Ministerie heeft aan dr. Mezger vergunning verleend tot uitoefening van de genees kundige practijk in haar geheelen omvang in alle plaatsen des Rijks. Terwijl in Engeland, Nederland en elders de Sab- battisten niet ophouden te betoogen dat de Zondag, de eerste dag der week, als rustdag plaats behoort te maken voor den zevenden, dat is dus den Zaterdag, hebben de invloedrijkste Joodsche kerkelijke bladen in Noord-Amerika eene beweging op touw gezet om den Sabbat op Zondag te houden. Tot nu toe hadden vele Israëlitische winkeliers des Zaterdags den Sabbat gevierd, maar ook des Zondags hun winkels gesloten, ten einde de meerderheid der bevolking geen ergernis te geven. Natuurlijk veroorzaakte hen dit groote schade in hun nering, en nu zeggen de bedoelde bladen, organen van orthodoxe Joodsche godgeleerden, dat met den zevenden dag geen bepaalde dag genoemd is en er geen reden bestaat waarom Christenen en Joden niet denzelfden rustdag zouden hebben. De Times van 9 Januari 11. bevat de dezer door den directeur der posterijen opgemaakte bepalingen betreffende het verloren gaan van postpakketten. Voor de pakketten naar Nederland, de Nederlandsche be zittingen en het groothertogdom Luxemburg bestemd, die verloren raken, zal een vergoeding van 1 pond sterling f 12) worden betaald. De afzenders zijn echter aan de bepalingen aangaande inhoud en ver pakking der zendingen streng gebonden. Het Hbl. herhaalt de vraag, op Burgerplicht gesteld: Wat doet de Liberale Unie? Het blad is overtuigd, dat het bestuur niet stilzit, maar wat het bestuur doet, weet het volstrekt niet. En zoo ooit, dan is het thans tijd in 't belang der vrijzinnige zaak werkzaam te rijn. De uitkomst der verkiezingen legt aan de Unie bijzondere plichten op. Een nederlaag, als bij de stembus in Maart is geleden, weikt op velen ontmoedigend, demoraliseerend. Zij doet bij den een de vraag rijzen.' hebben wij die nederlaag aan eigen tekortkomingen, onvoldoenden ijver, gebrekkige voorlichting en samenwerking, nawerking van vroegere oneenigheid en stilstand te wijten Bij anderen wekt zij twijfel aan de deugdelijkheid der vrijzinnige beginselen en de toekomst der vrijzinnige partij. Beide heeft de Liberale Unie zich aan te trekken. Dat ligt opgesloten in hetgeen haar huishoudelijk reglement, behalve steun bij verkiezingen, verder als hare taak opnoemt Het inwinnen en verschaffen van inlichtingen omtrent de behoeften der vrijzinnige partij in verschillende deelen des lands; »het leiden der openbare roeening: l°door de pers, 2°. door voordrachten en 3°. door vergaderingen »het organiseeren van samenwerking der vrijzinnigen, vooral door het bevorderen van de oprichting van kiesvereenigingen." Men heeft wel nog eenige jaren voor zich alvorens de algemeene verkiezingen weder aan de orde zijn, maar de tijd is waarlijk niet te lang voor een goede organisatie. Zal in 1891 de strijd met eenige kans op beteren uitslag worden gestreden, dan moet de Liberale Unie onverpoosd en met onverflauwden ijver de middelen toepassen, die haar reglement haar aanwijst, en moeten telkens als dit geschiedt de vrijzinnigen in den lande worden herinnerd, dat er gewerkt wordt, zoodat bij geen hunner de vraag kan rijzen: Waartoe dient de Liberale Unie? Op een vergadering van het Centraal Comité (van anti-revolutionaire Kiesvereenigingen) dezer dagen gehouden, zond de heer Prof. D. P. D. Fabius, na tienjarige waarneming van het secretariaat, zijn ver zoek om ontslag als secretaris in. Dit werd hem onder hartelijke dankbetuiging verleend, en in zijn plaats tot secretaris van het Centraal Comité benoemd de heer Jhr. Mr. T. A. J. Van Asch van Wijck, lid der Staten-Generaal. Inhoud van No. 1 van den negenden jaargang van het Maandblad uitgegeven door de Vereeniging tegen de Kwakzalverij. Hoofdartikel: Hulde aan Dr. G. W. Bruinsraa en Dr. Vitus Bruinsma. Berichten: Vervolging wegens onbevoegd uitoefenen der geneeskunde. Circulaire van het Ned. Tand- heelk. Genootschap. Oplichting met Haarlemmerolie. Groot.ere artikelenHet doel der Vereeniging. Institut dynamodermique. De magnetiseurs beoor deeld. Windelincx en Co. Nog eens Nicholson en zijn gehoortrommels. Verbod van adverteeren in het buitenland. BoekbeoordeelingKindervoeding door Dr. Stephan. Correspondentie. Herhaalde WaarschuwingenKunst-trommelvliezen van Nicholson. Middel tegen dronkenschap van Reinoud Retzlaff. Antimasmatiek van Koene. Het B. Hbl. bevat een artikel over de keuze der landvoogden van Nederl. Indië, waarin er op gewezen wordt, dat van de negen landvoogden, die sedert 1856 in Indië zijn opgetreden, er zes meesters in de rechten waren en dat allen, met uitzondering van den heer Sloet, een politieke loopbaan in Europa gehad en de meesten zelfs ministerieele zetels bekleed hebben, zoodat klaarblijkelijk uitsluitend politieke mannen in de laatste dertig jaren het oppergezag in de koloniën hebben uitgeoefend. Maar al te duidelijk is bet, volgens het B. Hbl dat de benoeming van louter politici tot landvoogden een der hoofdoorzaken is van den tnaterieelen achter uitgang dezer gewesten, te meer daar die zelfde politici, toen het werkelijk op het ioonen van staat kundig doorzicht aankwam, fouten begaan hebben, zoo kolossaal als die der oorlogsverklaring aan Atjeh en die der afkondiging van de tegenwoordige belas tingen. Een waarheid is het dan ook, dat de Nederlandsche regeering, sedert de invoering van het regeerings- reglement, voortdurend de koloniën bekijkend door haar politieke bril, telkens heeft misgetast in de keuze der Indische landvoogden en dat het haar onverschillig is geworden of de door haar voorgedragen kandidaat nimmer in Indië geweest is. Waar zulk een scepticismus voorzit aan de keuze van de landvoogden over koloniën, wier toekomst geheel afhangt van de ontwikkeling barer stoffelyke krachten, baart het geen verwondering, dat de Ned.- Indische koloniën even snel achteruitgaan als de Australische in bloei toenemen. Eerst dan wanneer N.-Indië zich zelf zal besturen, bestaat er uitzicht dat het zich niet meer zal laten opscheppen met landvoogden, ten eene male vreemd aan zijn innigste belangen. Over den jeugdigen Amerikaan, die te Amsterdam op de 2-mijls baan den prijs won, wordt het volgende geschreven Jozef F. Donoghue, van Newburgh, in de Vereenigde Staten, is nog geen achttien jaren, daar hij eerst 41 Februari a.s. dien leeftijd bereikt. Hij is een flink gebouwde jonge man, van donker uitzicht, eenigszins mager en eer klein dan groot. Hy rijdt op zeer lange schaatsen, nl. 46 y2 centimeters, met zeer regel matigen slag, het lichaam eenigszins voorover gebogen en ge woonlijk met de handen op den rug, waardoor bij bij het rijden het leelijke gezwaai met armen vermijdt. Hij heeft de eigenaardigheid om bij het rijden zich voortdurend den neus te snuiten en dat wel op de meest eenvoudige manier. Bij het rijden is hij gekleed in blauw tricotbuis, het insigne der Amsterdamsche IJsclub, in rood geborduurd op de borst, en korten broek. Hij draagt gewoonlijk een witte muts met kwast, die wel iets heeft van een Hollandsche slaap muts. Donoghue stamt af van een schaatsenrijders familie. Zijn vader, broeders en 3 zusters zijn, evenals hij, echte ijs-kunstenaars. Voor zijn landgenooten is hij een even gevreesd mededinger als voor vreemden. Aangaande de gezondheidstoestand van Z. M. den Koning, nemen wij 't volgende uit het R. Nbl. over: 't Loo, 13 Januari, ('s morgens.) De minder gunstige toestand van Z. M. den Koning houdt aan. Ook de afgeloopen nacht werd niet rustig door gebracht. Herhaalde malen vertoefde dr. Vinkhuizen aan het ziekbed. De eetlust is gering, waardoor de krachten nog meer afnemen. 't Loo, 13 Januari, ('s middags.) Het officiëele bulletin, aan de Intendance van het Paleis aangeplakt, luidt als volgt »Z. M. de Koning heeft den nacht onrustig door gebracht en in de laatste 24 uur weinig voedsel gebruikt. De algemeene toestand bleef overigens onveranderd". 't Loo, 13 Januari, ('s middags.) De toestand des Konings blijft ernstig en zorg wekkend. Een der lagere Hofbeambten zeide, dat Z. M. een aanval van beroerte, heeft gehad, waardoor hij gedeeltelijk is verlamd.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1888 | | pagina 1