Z1ERIKZIESCHE COERANT. 1888. No. 2. Zaterdag 7 Januari. 91ste jaargang. O' NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD voor het arrondis- sement Zierikzee. 90. )g is dit bben wij wenscht waarin d van en ms |en ik de de .ren: lies, liet Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden f 1,-. Franco per post ƒ1,- Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad 10 Cent. PRIJS DER ADVERTENTIE N: Per gewone regel 10 Cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 Cent. Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. LAKENMAIV. Binnenland. ZIERIKZEE, 6 Jannari 188 8. In het Januari-Nummer van de Gids komt een studie voor van de hand van prof. R. Fruin, waarin hij op nieuw ter sprake brengt de kwestie of wel te Mainz of te Haarlem de boekdrukkunst kan zijn uit gevonden. Onderstaande regelen doen zien op welk een wijze hij het vraagstuk behandeld. Het betaamt mij te meer zegt hij jegens beide partijen in het geding de billijkheid te betrachten, dewijl ik mij in hetgeen ik ga betoogen bijna uit sluitend denk te bedienen van de bescheiden, die door haar aan het licht zijn gebracht. Mijn eigen nasporingen, bij de hare vergeleken, hebben weinig te beduiden. De eenige verdienste, waarop ik aanspraak mag maken, is gelegen in de kritische methode, die ik mij door langdurige oefening heb eigen gemaakt, en in mijn onverschilligheid omtrent den uitslag, waartoe het onderzoek ons leiden zal. Zijn onderzoek heeft geleid tot de navolgende slot woorden: Mochten ooit wat niet volstrekt onmogelijk is nieuwe bescheiden uit archieven of bibliotheken aan den dag komen, wier gewicht de schaal naar onze zijde deed overslaan, dan zouden wij het recht om van gevoelen te veranderen geenzins hebben ver beurd door thans onbewimpeld te erkennen, dat de kans vooralsnog veel gunstiger staat voor Mainz dan voor Haarlem. Tusschen de Tijd en het N. bl. v. Nederl. bestond verschil van meening over de beteekenis van het woord cache-nez. De Tijd vertaalde het met »neusfoedraal", een artikel waarvan het N. v. Ned. verklaarde nog nooit gehoord te hebben. De Arnh. Ct., dezen strijd vermeldende, teekent er bij aan, dat zij niet slechts van een neusfoedraal heeft gehoord, maar ze zelfs meermalen heeft gezien. Het is een dameshandwerkje, dat van wol gebreid wordt. Als aanvulling kan de Tijd melden, dat reeds in de 17e eeuw »neusfoedralen" bekend waren, doch toen niet bestemd werden om te verwarmen, maar om de ingeademde lucht te ontsmetten. Tijdens epidemieën plachten namelijk doctoren hun neuzen in kokers te steken, voor een deel gevuld met hetgeen men toen voor ontsmettingstoffen hield. Het Leger des Heils te Amsterdam maakt vorde ringen. Het heeft aldaar het gebouw genaamd »De "Vrede", op Rapenburg, met geheelen inventaris aan gekocht. Het geheel zal worden ingericht voor en ten behoeve van het Leger des Heils, dat daarin zoowel opleidingsschool, vergaderzaal, als anderszins zal vestigen. Te Arnhem is een plan in voorbereiding om een vaste brug over den Rijn te bouwen. Er worden zeer gedetailleerde teekeningen en ramingen gemaakt, opdat het Gemeentebestuur, wanneer binnen weinige weken de plannen zullen worden overgelegd en later ook de Gemeenteraad, wanneer de zaak dezen bereikt, een volledig overzicht van het belangrijk ontwerp zullen kunnen erlangen. F. A. v. S. deelt in het N. v. d. Boekh. bij zonderheden mee over een roman-dokter, waaraan het volgende is ontleend: De dagbladen hebben ons onlangs het overlijden bericht van de Leipziger Poppen-dokteres, eene weduwe van goeden huize, die, onverzorgd achtergelaten, een atelier had opgericht, waarin gebroken poppen werden opgelapt, met welke flikkerij zij ruimschoots haar brood verdiende. Dezer dagen ontdekte ik in den Nederlandschen Boekhandel den mannelijken pendant van deze Leipziger dame. Stel u voor een klein en smerig pakhuis in een afgelegen deel van ons Joden-kwartier. De beschikbare ruimte wordt ingenomen door stapels romans; in- compleete afleggers van stuivers-leesbibliotheken en pakken defecte, in veilingen als scheurpapier opgekocht. Daartusschen beweegt zich een klein bruin mannetje met levendige oogen, die op een lief hebberij-tooneel geen grime zou noodig hebben om als Atjehnees op te treden. Waarmee is hij zoo ijverig bezig? Aan gemoedigd door de gelijkvormigheid van papier, letter en formaat, aan romans van één tijdvak eigen, com pleteert hij op eigenaardige wijze de hiaten in zijn boeken, namelijk het een met het ander. Tot welke zonderlinge resultaten deze geneeswijze aanleiding geeft, bleek mij, toen ik in dit boeken- hospitaal Flygaren Carlèn's Handelshuis in deScheeren" in handen nam. Terwijl men op de eene bladzijde deelneemt aan een koude sledevaart over Noorwegen's sneeuwvlakten, treedt op eene volgende, even plotseling als ongemotiveerd, een Italiaansche graaf op, die in een prieel van bloeiende oranjeboomen, eene gloeiende liefdesverklaring declameert, om weinige bladzijden verder weer even plotseling en geheimzinnig te verdwijnen. Door de ontdekking van dnzen Romandok ter" is is er op eenmaal licht opgegaan over menige biblio grafische duisternis, waarmee ik in mijn jongelings jaren te kampen heb gehad. Ik placht toen ontzaglijk veel te lezen, rijp en groen, maar vooral groen. Daartoe bezocht ik trouw de nu niet meer bestaande lees bibliotheek van juffrouw Beerenstraat bij de -Keizersgracht. Men betaalde één stuiver per deel; bij aanvraag naar meerdere deelen was zij tot een accoord bereid. Daar er geen catalogus bestond, was de kens dikwijls moeielijk. Soms bepaalde ik er mij toe, de beslissing aan haar over te laten en in het algemeen te vragen naar »iets heel moois, van roovers of zoo", waarop zij dan de meest beduimelde boeken uitzocht. «Niet dat ik ze zei vers lees", placht ze dan te zeggen, »daar niet van, maar ik weet het van de meissies". Vrouwelijke dienstboden namelijk maakten het hoofd bestanddeel uit van hare clientèle. Zoo was ik er eens getuige van, hoe twee meissies" beide Jack Sheppard, het leven van den beruchten Londenschen dief, ver langden. Zoo'n casus bracht onze vrouwelijke collega volstrekt niet in moeielijkheid. Dood leuk gaf zij aan de eene het eerste aan de andere het tweede deel, en beide gingen getroost haars weegs. Hoogst merkwaardig was in zoo'n beduimelden roman het groot aantal haren, broodkruimels en botervlekken. Maar de hinderlijkste eigenschap dezer leesbibliotheek was wel, dat de roman-dokter" er veel over 4en vloer scheen te komen. Aan hem nu ik zijn snood bedrijf op 't spoor ben schrijf ik het toe, dat mijn romanverslindend brein dikwijls het spoor bijster werd, zoodat ik menigmaal mijn arm hoofd betastend, mij moest afvragen of ik krankzinnig was of de schrijver. Eén voorbeeld staat mij nog helder voor den geest. Aangelokt door den verleidelijken titel, had ik de »Geheimen van de Kwakersstad" gekozen. Maar hoe vlijtig ik ook las, de geheimen werden maar niet ontsluierd. De handeling bewoog zich voortdurend onder Spaansche smokkelaars en trotsche hidalgo's, zoodat aan het slot de mysteriën van gezegde kwakersstad voor mij nog geheimzinniger waren dan voor iemand anders. Nu evenwel is mij alles even helder als de dagHet boek moet een patient zijn geweest van onzen dokter, die voor een roman zonder titel een anderen, van een waarschijnlijk evenzeer defecten «Geheimen van de Kwakersstad" had ingepakt. Men kan een glimlach niet onderdrukken bij de gedachte aan de peillooze raadsels die deze boeken- flikker aan snuffelaars van later eeuwen zal te raden geven. Stel u zoo'n «stofneus" voor, die de geschiedenis der proza-litteratuur onzer 19e eeuw wil schrijven, en wien door het toeval de leesbibliotheek van juffrouw*** in handen wordt gespeeld! Bij de quaestiën, die hij zal hebben te ontwaren, zijn die van de uitvinding der boekdrukkunst, louter peulschillen. Zullen wij nu op u toornen, brave Bram N omdat uw nijvere hand zooveel bibliographische raadselen schept Ik niet, ik die daar weet hoe dapper gij met uwe kleine negotie een groot gezin aan de kost helpt. Neen, voor mijn part, ga rustig voort. Laat uwe Italiaansche graven en Spaansche roovers, uwe rood huiden en kaperkapiteins op het onverwachtst optreden aan Engelsche theetafels en op Hollandsche buiten plaatsen; laat Richard Leeuwenhart eens een enkele maal vriendschappelijk omgaan met den laatsten der Mochicanen, gun des noods aan de drie Musketiers een bescheiden plaatsje in de «Tafereelen der Lijk- straffelijke Rechtspleging"; moge gij daardoor ook al eenige verwarring aanrichten in de hoofden en harten onzer keukenprinsessen, wanneer maar op 't eind de held en de heldin in elkanders armen vallen, lost alles zich in hoogere harmonie op. Een varkenverstand. Men ziet wel eens dat een hond of een kat zijn oud kwartier weder opzoekt, doch dat een varken dit doet, behoort onder de zeldzaamheden. De heer C. van de Wouw te Moergestel had een varken gekocht bij Hoeks op den Hondsberg, een kwart uur van die gemeente. Nu is dat varken uit de kooi bij den heer van de Wouw gesprongen en heeft over de massa sneeuw weder zijn weg gevonden naar zijn vroegeren heer, wel een bewijs van een groot varkensverstand. Als een dubbele bijzonderheid deelt de N. Delftsche Ct. mede dat Zaterdag, de laatste dag van 'tjaar, ter gemeente-secretarie te Delft de 1000e jonggeborene in den Burgerlijken Stand was aangeteekend en, waar schijnlijk omdat de datum zijner geboorte juist met het heugelijk Leo-feest samenvalt, hem de namen zijn gegeven van Petrus Joseph Leo. Met het oog op de toenemende werkeloosheid te Amsterdam, heeft het bestuur der afdeeling Amsterdam van het «Algemeen Nederlandsch Werkliedenverbond" tot den gemeenteraad het verzoek gericht te bevorderen, dat Burgem. en Wethouders in de voorwaarden voor den bouw van een politiepost aan de Marnixstraat en den verbouw van het voormalig gymnasium, alsook in de voorwaarden van den bouw van verdere ge meentewerken een bepaling opnemen, dat zooveel mogelijk al het werk op het terrein van bebouwing moet worden uitgevoerd en daarbij de bestaande loonstandaard moet worden gehandhaafd. Naar wij vernemen is de oplevering van de werken der waterverversching te 's Gravenhage, die 1 Januari moest plaats hebben, thans bepaald op 1 Juli a.s. De vorige week Woensdagavond werd het stoffelijk overschot van den heer Mr. A. Th. Heiligers, oud referendaris bij het Departement van Koloniën, voor malig hoofdredacteur van Het Vaderland in allen eenvoud van Zutphen naar Amsterdam overgebracht en uit laatstgenoemde plaats naar Gotha vervoerd, alwaar het lijk Vrijdagochtend is aangekomen, ten einde te worden verbrand. Des namiddags 2 ure van denzelfden dag is de overledene naar de lijkenkamer gebracht en te 3 ure is de verbranding begonnen, welke in een uur was afgeloopen. De asch is in een bus vergaard, die hermetisch gesloten en naar de gebruiken van het kzee.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1888 | | pagina 1