ZIERIkZEESClIE COURANT. voor het arrondis- seiueiit Zierikzee. 1887. No. 88. Zaterdag 12 November. 90ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Deze Courant verschijnt DINSD/VG- en VRIJDAG-AVOND, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden f Franco per post f 1,- Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad 10 Cent. PRIJS DER ADVERTENTIE N: Per gewone regel 10 Cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 Cent. Dienstaanbiedingen van '1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct Alle stukken, de reductie betreffende, gelieve men niterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKENHAL. Binnenland. ZI ERIK ZEE, 11 November 1 8 8 7. Wij ruimen gaarne een plaats in voor onderstaand stuk, ons toegezonden door de Redactie van het Dagblad De Wereld Indien er één land in ons werelddeel is, dat de belangstelling van koopman en industrieel verdient, dan is het voorzeker Spanje. Langzamerhand en stap voor stap teruggedrongen door de Engelschen en Duitschers moet het aan 't Nederlandsche koopmans- hart wel eenigszins zwaar vallen te moeten denken »de millioenen bij millioenen die dat land afwerpt, worden door Engelschen en Duitschers ingezwolgen." 't Is een feit, dat tal van onze artikelen, van onze voortbrengselen, van datgene wat ons kleine Nederland levert, door vreemde kanalen naar Spanje wordt vervoerd, en daar ter markt gebracht. 't Is ook een feit en wij zouden dit door meer dan één voorbeeld kunnen staven, dat Hollandscbe kooplieden, met den echten handelsgeest bezield, naar Spanje togen en door eigen ondervinding en onderzoek geleid, hun omzet van honderden guldens 's jaars in duizenden zagen overgaan. Met het oog op de Internationale Tentoonstelling, die in April a.s. te Barcelona zal worden gehouden, neernt de ondergeteekende, als daartoe aangewezen voor Nederland door den president van den Alge- meenen Raad der tentoonstelling, den Meer Francisco de P. Ruis y Taulet en bij schrijven van den Secretaris den Heer Juan B. Euganez, dato 28 Oct. '87, de vrijheid zich tot alle kooplieden, nijveren en fabrikanten, enz. te wenden, ten einde hen aan te sporen om gebruik te maken van de tentoonstelling te Barcelona om aldaar ons Vaderland niet bij andere landen te doen achterstaan. Overtuigd als hij is, dat zeer zeker Nederland een goed figuur kan maken, nieuwe bronnen voor onzen handel en onze nijverheid kunnen worden geopend, de innerlijke kracht en energie van ons volk naar waarde zal kunnen worden geschat enz. enz., doet hij een beroep op geheel Nederland, op al zijne land- genooten om te toonen wat »het kleinood uit wier en dras geweld" kan. Beleefd verzoekt ondergeteekende derhalve al degenen, die inlichtingen of wat ook verlangen zich tot hem te wenden en zulks liefst zoo spoedig mogelijk. Amsterdam, 8 Nov. '87. G. J. A. Cocq v. Djslwjjnen v. h. Comité der Tentoonstelling. Pres. De Ruis y Taulet. Seer. Juan B. Euganez. Men schrijft uit Middelburg: In de Maandag te Middelburg gehouden vergadering van de afdeeling Walcheren der Zeeuwsche Maatschappij van landbouw en veeteelt, werden de aftredende be stuursleden de heeren W. H. de Bruijn van Melis- en Mariekerke, M. Volkrijk Liebert, W. Maas, J. H. Snijders en T. J Voorbeytel, allen herkozen, en in de plaats van het bestuurslid den heer A. den Boer, die om gezondheidsredenen verzucht had niet meer in aanmerking te komen, de heer J. Peper. Daarna werden benoemd tot voorzitter de heer J. Riemens, te Sero'oskerke; tot vice-voorzitter de heer II. J. E. Gerlach, te Middelburgtot secretaris de heer W. Maas, te Serooskerke, die deze betrekking tegelijk met het ontvangerschap zal waarnemen. Verder werd besloten aan den heer F. Hombach, te Hulst, het verzoek te richten, om op 26 dezer alhier eene lezing te houden over 't wenschelijke tot heffing van een inkomend recht op vreemde granen en op meel. Een voorstel om ook niet-leden te introduceeren, werd met groote meerderheid van stemmen verworpen, zoodat de lezing uitsluitend voor leden der afdeeling toegankelijk is. Daar er van den Lincolnshire beer niet meer vol doende gebruik wordt gemaakt, werd besloten, te trachten het dier te verkoopen en, zoo dit mocht mis lukken, het onder de leden te verloten. Nadat nog door een grondeigenaar was meegedeeld dat hij de bij art. 461 bedoelde waarschuwing op zijne gronden zichtbaar had geplaatst en er dientengevolge een levendige discussie was gevoerd over 't al of niet wettige van jachtrecht, werd de vergadering gesloten. De Midd. Ct. spreekt ten stelligste tegen het bericht van de Amsterdammer, dat dr. J. M. Smit niet zou zijn gehoord door het hoofdbestuur der Vereeniging van leeraren bij het middelbaar onderwijs. In hoever hetgeen de Amsterdammer overigens mede deelt omtrent de vergadering, door het hoofdbestuur de vorige week Donderdag gehouden, kan de M. Ct. niet beoordeelen. De Haagsche correspondent van de Arnh, Ct. begint zijn laatsten brief als volgt: In een lagere school wordt een les gegeven, bij voorbeeld over de eigenaardigheden van de plaats van inwoning der leerlingen. Een hunner steekt den vinger op. «Meester mag ik even naar buiten gaan?" «Neen jongen, straks." «Ja maar meester en nu volgt de werkelijke drangreden, die den knaap het verzoek deed doen. «Nu ga dan maar. Anders heb ik het niet gaarne, dat jelui juist onder deze les wegloopt." Ziedaar een gesprek, dat zeker honderde malen in het jaar in de lagere scholen in Nederland en elders gevoerd wordt en in die plaats niets vreemds noch abnormaals is. Maar verplaats hetzelfde tooneeltje in een andere omgeving, welk een geheel andere be- teekenis verkrijgt het dan. In den Haagschen ge meenteraad vervoegd een der leden zich bij den voorzitter, met de woorden «Burgemeester, hebt u er bezwaar tegen dat ik, wegens ambtsbezigheden, de zitting wat vroeger verlaat?"; en in plaats van een glimlachend: «Wel volstrekt niet, mijnheer", klinkt het vrij stroef: «Wanneer het noodig is, kan ik er niets aan doen maar ik heb anders niet gaarne, dat de leden van den raad bij de behandeling der begrooting wegloopen." Dit voorval van den dag heeft onder onze gemeente raadsleden zeker sensatie gemaakt, ja zelfs een greintje ontevredenheid gewekt. Te Rotterdam zijn ondertrouwd een jongen van vijftien en een meisje van zestien jaren. Naar aanleiding van het voorgenomen huwelijk tusschen een knaap van vijftien en een meisje van zestien jaar te Rotterdam, wordt herinnerd aan art. 86 van het burgerlijk wetboek, volgens welk artikel de jongman den vollen ouderdom van '18 en de jongedochter die van 16 jaar moet bereikt hebben, willen zij kunnen huwen. De Koning kan echter om gewichtige redenen hiervan dispensatie verleenen. Curieus is het volgende, dat wij onder de Corres pondentie in het Dordrechtsche Nieuwsblad lezen. «Voor den löjarigen bruidegom en de 16jarige bruid uit Rotterdam, ontvingen wij een schriftelijke toezegging van een zakje knikkers en een springtouw. «Daar het briefje ongeteekend is, moeten wij het tot ons leedwezen, naar de snippermand verwijzen." Ook onder de Rijks-ontvangers der directe belastingen en accijnzen circuleert een adres van adhaesie, in zake het adres aan Z. M. den Koning tot verkrijging van pensioen voor weduwen en weezen van burgerlijke ambtenaren. Aan de D. Ct. wordt opgemerkt, dat aan het recht om te zijn kiezer van leden der Tweede Kamer van de Staten-Generaal, voor de Provinciale Staten en voor den Gemeenteraad, volgens de nieuwe kieswet onder anderen verboden is de voorwaarde, dat de aanslagen in de grondbelasting en personeele belasting ten volle voldaan zijn. Zonder die betaling van den geheelen aanslag, kunnen derhalve de belastingschuldigen geen kiesrecht uitoefenen. De bekendheid van deze voorwaarde kan er toe leiden om te bevorderen, dat niemand van zijn kiesrecht verstoken blijft. Onderstaand adres is door het bestuur van den Nederlandschen Journalistenkring aan de regeering verzonden Aan Z. Exc. den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid. De Nederlandsche Journalistenkring, erkend bij Kon. besluit van 24 Juni '1884, Staatsblad no. 165, wendt zich tot Uwe Excellentie met het verzoek, dat voor de verzending van gedrukte stukken tusschen Nederland en België het posttarief moge verlaagd worden. Dat het porto voor deze stukken zooveel hooger is dan de som der porto's voor binnenlandsch vervoer in de twee rijken geheven, zou op zich zelf geen reden van beklag kunnen zijn, aangezien daarvoor ruime ver goeding wordt gevonden in de lage vrachten naar afgelegen landen. Voor eene verlaging van het porto tusschen Nederland en België bestaan er echter bij zondere redenen. Met het grootste gedeelte van het Belgische volk spieken wij ééne taal, en voor beide takken van den Duitschen stam is het eene wezenlijke behoefte, en een nationaal belang, een levendig ver keer met elkander te onderhouden. Tegen de ontwikkeling van dat verkeer nu is het hooge tarief voor de gedrukte stukken, meer bepaalde lijk de dag- en weekbladen, eene ernstige hindernis. Een dagblad van twee vellen (groot formaat), dat in België voor ya cent, in Nederland voor '1 cent vervoerd wordt, heeft van Nederland naar België, en omgekeerd vijf cents te betalen, dat is per jaar ongeveer den prijs van het blad zelf. Het gevolg van het hooge port is, dat in België slechts meer gegoeden zich de weelde kunnen veroorloven van een Neder- landsch dagblad te hebben, en dat, terwijl bij de toe nemende belangstelling in de moedertaal in de Vlaamsche provinciën een ruim veld voor de Nederlandsche pers openligt, de verspreiding van onze bladen in België zeer gering is. Van de Belgische bladen in Nederland is de afzet nog geringer. Moest het toestaan van ons verzoek de schatkist op belangrijke offers te staan komen, wij zouden aarzelen, thans deze zaak bij Uwe Excellentie te bepleiten. Zonder twijfel echter zou het offer zeer gering zijn, indien het al eenig offer kosten zou. Wat de dag- en weekbladen betreft, is het aantal, dat tusschen de beide landen gewisseld wordt, thans zoo klein, dat het aan vracht te lijden verlies al spoedig door het drukkere verkeer zou vergoed worden. En andere gedrukte stukken worden thans, afgeschrikt door het hooge port, óf niet verzonden, óf verzonden langs andere wegen. Bij lager port zou het verzenden'van prospectussen, circulaires enz. zeker eene groote uit breiding ondergaan, en de schatkist in het getal ruimschoots terugvinden, wat zij in het bedrag ver liest. Het is ons niet onbekend, dat Uwer Excellenties voorganger op het adres van den Uitgeversbond heeft

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1887 | | pagina 1