Z1ERIKZEESCHE COURANT.
voor het arroniiis-
seiiiesit lierikee.
1887. No. 86. Zaterdag 5 November. 90ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Binnenland.
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden f 1,-. Franco per post f 1,-
Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad '10 Cent.
PRIJS DER ADVERTENTIE N:
Per gewone regel 10 Cent. H u w e 1 ij k s -Geboorte-
en Doodberichten van 1G regels GO Cent.
Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve inen uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. lAIiEKMAlV.
Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel
't welk Woensdag reeds aan de abonné's binnen
de stad is verzonden.
Z I E RI K Z E E, 4 November 1 8 8 7.
Het lid der Prov. Staten van Zeeland, de hear
J. H. Snijders, heeft het volgende voorstel ingediend
Het college van Gedeputeerde Staten uit te noodigen
tot het bepalen van een billijken termijn, binnen
welken door de Société anonyme de tramways a vapeur
de Fiessingue-Middelbourg et extentions haar gecon-
cessioneerde stoomtramweg van »Vlissingen naar Middel
burg naar het lokaal- en havenstation en eventueel
naar de badplaats" in zijn geheel in exploitatie zal
moeten zijn gebracht. Het voorstel was vergezeld van
eene memorie van toelichting.
Te Neuzen is eene afdeeling opgericht van den
bond tot verkrijging van algemeen Kies- en Stemrecht.
De Arnh. Ct. verwacht, dat nu de regeering daar
aan niet gedacht heeft, de Tweede Kamer het initiatief
nemen zal om aan de ingediende begrootingswetten
hun eigenaardig karakter van verzekering van den
dienst aileen te geven en ze dus in overeenstemming
te brengen met de politieke omstandigheden des lands.
»In die omstandigheden vermelden wij, schrijft de
Arnh. Ctthans eenvoudig pro memorie een bedenking,
welke wij in gewone omstandigheden met nadruk
zouden doen gelden, en wel tegen liet bij de millioenen-
speech dooi' den minister van financiën geopperd
denkbeeld, om in het tekort van den dienst 1888 te
voorzien dooreen batig slot van Indië. Al hadden
wij tegen de zaak zelve geen bedenking om Indische
saldo's, in plaats van ter voorziening in tal van niet
vervulde Indische behoeften, als vanouds te doen
strekken tot dekking van de gevolgen van het ver
keerd beheer der financiers in het moederland, wij
zouden er tegen opkomen, dat bij eene begrooting,
zoo te zeggen incidenteel en bij verrassing zou worden
beslist over eene quaestie, welke reeds eene rijke par
lementaire geschiedenis heeft, en behoort te worden
opgelost door eene vaste, organieke regeling bij de
wet. Het is echter tamelijk onnoodig, voor het oogen-
blik bij dit punt lang stil te staan. Vooreerst omdat
uit het nog altoos indienen van het voor zulk eene
uitkeering noodzakelijk wetsontwerp tot wijziging van
de Indische begrooting kan opgemaakt worden, dat de
opvatting en plannen van den minister van financiën
door zijn ambtgenoot van koloniën niet ten volle
worden gedeeld; maar nog meer omdat, indien de
Tweede Kamer aan haar standpunt tegenover de Staats-
begrooting voor 1888 blijft vasthouden, het haar niet
moeielijk zal vallen, zooveel posten daarvan weg te
schrappen of te verminderen, dat er aan een batig
slot uit de Indische geldmiddelen in 1888 tot het
doen sluiten der kredietwetten met de geraamde
middelen geen behoefte zal bestaan. Juister gezegd:
het is gemakkelijk zooveel op de begrootingswetten te
bezuinigen, als het door den minister van financiën
geraamd Indisch batig slot bedraagt."
Na reeds eenigen tijd ongesteld geweest te zijn
overleed Woensdagnacht dr. J. N. Ramaer, sedert 30
Aug. 1884 inspecteur van het Staats-toezicht op krank
zinnigen en ridder der orde van den Nederl. Leeuw.
De ontslapene had zich op het gebied der psychiatrie
een beroemden naam in ons vaderland verworven.
Gedurende een reeks van jaren was hij geneesheer
aan het geneeskundig gesticht voor krankzinnigen te
Delft. In die functie onderscheidde hij zich door de
edelste toewijding aan zijn moeielijke taak. De inrich
ting, waaraan hij verbonden was, verkreeg onder zijne
leiding een gunstigen naam. Zijn kennis was even
veelomvattend als zijn ervaring rijk en zijne humaniteit
groot.
Nadat hij zijne betrekking te Delft had nedergelegd,
vestigde hij zich te 's Hage als consulteerend geneesheer
voor zenuwziekten. Een tal van patiënten vertrouwde
zich aan hem toe en velen van hen genoten de geluk
kige vruchten zijner grondige wetenschap.
Toen er sprake kwam van de benoeming van
inspecteurs voor het Staats-toezicht op krankzinnigen
was hij een der aangewezen personen. Hij beantwoorde
volkomen aan de verwachting door de regeering van
hem gekoesterd.
Zijn naam en werk zullen nog lang in gezegend
aandenken blijven.
Het Vaderland deelt mede, dat het gerechtshof te
's Gravenhage in hooger beroep rechtsingang heeft
verleend tegen Methöfer, den schrijver van het artikel
«Jeanne Lorette en Domela Nieuwenhuis in den kerker."
De instructie is aangevangen.
In de Bakker scour ant wordt gewezen op de eigenschap
van brood, om gassen op te slorpen, waardoor brood
in een winkel verkocht waar petroleum voorhanden is,
daarnaar zal smakenditzelfde heeft natuurlijk ook
met kaas en andere zaken plaats. Put de Bakkers
courant hieruit de leering, dat bij het vestigen van
een brooddepót, de depótgever er op moet staan dat
daar niets anders dan brood verkocht wordt, wij meenen,
dat afsluiting in een gesloten winkelkast voldoende is.
De nieuwe burgemeester van Den Haag, mr. Roest,
heeft voorloopig geen ongunstigen indruk gemaakt,
zegt de Haagsche briefschrijver van de Zutph. Ct. Hij
vertoont zich weinig, bedankt voor eere-voorzitter-
schappen en serenades, is teruggetrokken en afgemeten,
stelt zich in niets partij en presideert uitstekend. Bij
de behandeling van de begrooting ging liet dezer dagen
soms warm toe, maar de burgemeester het allen uit
spreken, en kwam alleen tusschenbeide als het voor
de orde noodig was en liet de verdediging der posten
aan de wethouders over.
Twee van de Fransche heeren, die te Dordrecht
den graaf van Parijs kwamen bezoekendroegen
klompen, ofschoon zij overigens naar de mode gekleed
waren. Waarschijnlijk hebben de heeren zooveel gehoord
van de vochtigheid van ons land, dat zij zekerheids
halve maar op klompen daarheen gingen.
Maandag- op Dinsdagnacht ongeveer 12 ure waren
te Gouda bij de Kielwegsbrug eenige personen aan
't werk (ten dienste van de tramweg) toen plotseling
de nachtelijke stilte werd verstoord doordat uit een
der huizen van den Kleiweg een man en vrouw op
hen toevlogen, blijkbaar zeer verschrikt door een of
andere vreeselijke gebeurtenis. Het waren cle bewoners
in eigen persoon, die zeer ontsteld mededeelden, dat
er één of twee dieven in hun huis waren, waarvoor
zij op de vlucht waren gegaan. Genoemde werklieden
verklaarden zich tot hulp bereid. De deur was op slot
gevallen, zoodat men door het raam moest klimmen.
Na een kleine aarzeling kwam men op die wijze
binnen, zocht links, zocht rechts, maar nergens waren
dieven te bespeuren. Ten slotte vond men een kat,
die een half open zalmblikje bad weten te bereiken,
waarin zij haar kop gestoken had, zonder die er weer
uit te kunnen halen. Zij was toen eerst op zolder en
later een verdieping lager heen en weer geloopen,
telkens trachtend zich te bevrijden van dien onge-
wenschten helm, waardoor heel wat geraas veroor
zaakt werd.
Naar men mededeelt, is de heer Cremer, lid van
de Tweede Kamer voor Amsterdam, voornemens nog
in dit jaar, na afloop der behandeling van de Indische
begrooting voor 1888, op reis naar Oost-Indië te gaan.
Voor het examen van apothekersbediende, dat te
Breda zal afgenomen worden, hebben zich aangemeld
31 mannelijke en 25 vrouwelijke, dus te zamen
5G adspiranten.
Het Petit Journal bevat onder het opschrift «Un
ami de la France" een zeer waardeerend artikeltje
over het overleden lid der Kamer den heer De Bruijn
Kops, aan wiens verdiensten als economist warme
hulde wordt gebracht.
De voorstellingen te Amsterdam van het Italiaansche
balletgezelschap zullen niet doorgaan. De heer Rossi,
die als directeur zou optreden, heeft zich «verwijderd",
en volgens een gerucht een voorschot van f 1200 bij
de directie van het Nederlandsch tooneel onaangezuiverd
te laten.
De inlandsche vrouw Si Raina Rawa Mangoen
(Meester Cornelis op Java) begaf zich naar de sawah
(rijstveld) om daar haar dagelijksch werk te gaan
verrichten. Toen ze terugkeerde, droeg ze een pas
geborene in de armen en verraste er ten zeerste haar
echtvriend mede.
Door de Koninklijke Deventer Tapijt fabriek is een
prachtig en zeer kostbaar tapijt afgewerkt, door een
Haagsch ingezetene bestemd als geschenk voor den
Paus bij gelegenheid van diens 50-jarig priesterschap.
Midden in het tapijt is een wapenschild van 's Pausen
familie Pecci met eenige insignes der Pauselijke waar
digheid. Het ligt in een veld van ranken en bloemen,
zooals de Oostersche volken dit schilderen. Dit vak is
omringd door een goudgeel veld bezaaid met sterren,
die het licht der wereld voorstellen. Een rand in ge
kleurde gothische vormen omsluit het geheel.
De Jury der te Parijs gehouden Tentoonstelling van
voorwerpen betreffende de spoorwegen, beeft de hoogste
belooning, «Diplome d' honneur", toegekend aan den
heer J. W. Post, Ingenieur dei- M. tot Expl. van Staats
spoorwegen wegens door dezen geëxposeerde dwars
liggers met verbindingsdeelen.
De directie van den Kon. West-Ind. Maildienst heeft
het voornemen opgevat, een maandelijkschen geregel den
stoomvaartdienst tusschen Suriname en New-York te
openen.
Als de daardoor noodige uitbreiding van materieel
op tijd gereed is, zal het eerste vertrek van Suriname
op den len Maart 1888 plaats vinden.
In verband met de mogelijkheid van overbrenging
van den Coloradokever, werd eenigen tijd geleden de
invoer van aardappelen in Duitschland verboden. Dit
verbod is thans zoodanig gewijzigd, dat de invoer van
aardappelen uit Nederland weer mag geschieden, mits
de bezending vergezeld is van een bewijs van een
burgemeester, houdende opgave, dat de aardappelen
niet afkomstig zijn uit Amerika, maar geteeld in de
velden dier gemeente binnen het koninkrijk der Ne
derlanden.
De Stand, komt thans zelf verklaren, dat er te
groote ophef gemaakt was van zijne verklaring, dat
de anti-revolutionairen terugkeerden in hun isolement.
Men heeft hier een «hooghartig zeggen", een «be
dreiging", een soort «oorlogsverklaring" in gezien,
terwijl het voor den Stand, niets was dan het con-
stateeren van het feit, «dat de gedeeltelijke en zeer