VERGADERING VAN DEN GEMEENTEDAAD
ZIERIKZEE,
verband met dit adres, niet tot een overeenstemmend
besluit te hebben kunnen komen.
Ter herinnering volgt hier nog het vroeger reeds mede
gedeelde verzoekschrift van den heer Mus.
Volgens de opgaven van den adressant zijn de ontvangsten
en uitgaven voor zijne school over vier jaar geweest
als volgt
Uitgaven.
4 jaren huur van het lokaalf 340,
Aankoop van gereedschappen enz170,
Boeken en werktuigen175,—
Hout140,—
Herstellingen aan het lokaal60,
Tekort op het onderwijs140,
Vuur, licht enz80,
Verlies op gemaakte verkochte goederen 50,
Verw, spijkers enz30,-
Gemaakte modellen-100,
f 1285,—
Ontvangsten.
Snbsidie 1884 f 200,—
1885 400.
1886 400,
Ontvangst onderwijs 460,
f 1460,—
Zoodat het overschot bedraagt f '175.
Wanneer bij, zegt adressant, in aanmerking neemt, dat
in die vier jaren meer dan 70 leerlingen aan zijne inrigting
onderwijs hebben genoten, waaronder er waren tot een
leeftijd van 28 jaren en dat daaronder velen waren die
tot groot genoegen van henzelven en van hunne ouders
goede vorderingen hebben gemaakt, dan bestaat er reden
tot zelfvoldoening genoeg, maar is daarentegen de zuivere
belooning van f 43,75 onbegrijpelijk nietig voor een inge
spannen en deskundige werkzaamheid van minstens 2500 uren.
Al is de school niet opgezet om daarin eene brood
winning te vinden, maar meer met het doel om na een
zwaar werkzaam leven nog nuttig bezig te zijn en anderen
gelukkig te maken, zoo is toch die belooning of vergoeding
of liever dat zakduitje al te gering.
Do inkomsten van de school der Vereeniging hebben
bedragen
Aan subsidie over 4 jaarf 2000,
Toelage van de afdeeiing «Nijverheid" 300,
Contributie der ingezetenen450,
Winst aan toegevoegd timmerwerk 400,
Vrij gebruik van lokaal340,
Te zamen 3490,
De inkomsten zijner ambachtsschool verschillen dus zeer
met de verbazende inkomsten van de school der Vereeniging
voor het geven van onderwijs alleen in het maken van
kleine voorwerpen om eenige kennis in het bewerken van
bout te verkrijgendat eigenlijk bij een baas beter praktisch
kan geleerd worden dan op eene school, hetgeen adressant
als oud timmerman, architect en aannemer genoegzaam
hekend is.
Tot heden is dan ook in vier jaren slechts een diploma
kunnen worden uitgereikt aan twee leerlingen der school
van de Vereeniging, die tot heden nog geen vastén werk
baas hebben gevonden.
Als er in aanmerking genomen wordt, dat adressant
zijne school oprigtte op een oogenblik toen er niets van
dien aard te Zierikzee bestond en zijn leerplan zich veel
verder uitstrekt en loopt over een groot aantal vakken;
dat de uitkomsten der school van de Vereeniging gering
zijn en die van de school van adressant algemeen bekend,
dan durft hij hopen, dat bij toekenning' van subsidie aan
de school der Vereeniging, 's Raads wijsheid en helder
doorzigt in het waarachtig belang der ingezetenen niet
zal toelaten, dat zijne waarlijk nuttige inrigting wegens
gemis aan fondsen zal moeten ophouden, doch dat men
hem de geringe subsidie die bij vraagt zal verleenen.
De Voorzitter deelt mede, dat de termijn, waarvoor
door de gemeente subsidie aan de school van E. W. Mus
is toegekend, een jaar later eindigt dan dien voor de school
dor Vereeniging.
Hoewel Burgem, en Wetb. zich niet tegen het verzoek
verklaren, hebben zij op deze begrooting geen andere som
dan de vroegere subsidie voorgedragen, omdat zij het regel
matiger zouden vinden, dat eerst in het volgend jaar,
wanneer de verlenging der subsidie aan de orde komt
over het tegenwoordig verzoek wordt beslist; waarom zij
voorstellen den adressant thans geen nieuwe toelage boven
de vroeger toegekende subsidie te verleenen, doch bij de
behandeling der gemeentebegrooting voor 1889 het nu
gedaan verzoek in overweging te nemen.
De heer Moolenburgh vraagt, wat er waar is van de
bewering van den adressant, dat zijne inrigting beter is
dan de school van de Vereeniging. Als zijne opgaven
omtrent de uitkomsten van zijne school en die van de
Vereeniging waar zijn, dan vraagt Spr. zich af of er wel
redpnen bestaan om die twee scholen in het leven te houden.
Gaarne had Spr. gezien, dat bet bier aanwezige bestuurslid
van de school der Vereeniging, omtrent de beweringen in
het adres eenige inlichtingen had verschaft.
De Voorzitter zegt, dat de school van E. W. Mus dient
tot opleiding van jongelieden tot werkbazen en opzigters
en dus van een anderen aard is dan die van de Vereeniging.
De heer W. A. Ochtman verklaart daarop, dat de voor
stelling door den heer Mus omtrent de school der Ver
eeniging gegeven, in strijd is met de waarheid. Op die
school zijn thans tien leerlingen, aan wie het bewerken
van bout in zijn geheelen omvang en niet van kleine
voorwerpen, zooals adressant beweert, wordt onderwezen;
deze leerlingen zijn tevens leerlingen der Burger-Avondschool.
De opgegeven cijfers omtrent de inkomsten der school
noemt Spr. uit de lucht gegrepen. De cursus der school
duurt drie jaar en daar zij eerst sedert 4 jaar bestaat,
kon er ook nog slechts tweemaal sprake zijn van. het
uitreiken van een diploma; de eisch voor het verkrijgen van
het diploma is, dat de leerlingen tevens de Burger-Avond
school hebben afgeloopen.
Spr. geeft verder te kennen, dat de heer Mus bij de
oprigting der school naar de betrekking van onderwijzer
heeft gesolliciteerd, doch dat het bestuur enkele eigen
schappen in hem missende, die zij in een onderwijzer
noodig' achtte, een ander heeft benoemd. Daarop heeft de
heer Mus zijne school opgerigt en zich uitgelaten, dat hij
de school der Vereeniging wel ten onder zou brengen; de
oprigting zijner school schijnt dus met niet zeer vriend
schappelijke bedoelingen tegenover de school der Vereeniging
te zijn geschied.
In den winter zijn er aan de school van den adressant
bijna geen leerlingen en het is bekend, dat hij in den
afgeloopen zomer met zijne leerlingen reparatiën aan woon
huizen heeft gedaanterwijl het toch wel niet de bedoeling
zal zijn geweest hem subsidie te geven om aan de ambachts
lieden afbreuk te doen. De op de school der Vereeniging
vervaardigde voorwerpen worden niet anders aan particu
lieren verkocht, dan door tusschenkomst van bazen of
handelaars, zoodat aan de ambachtslieden geen afbreuk
wordt gedaan.
Dat adressant vele leerlingen heeft gehad, die goed zijn
teregtgekomenneemt Spr. gaarne aanmaar er zijn er
ook velen, die mislukt zijn.
De heer Moolenburgh betuigt den heer W. A. Ochtman
dank voor de gegeven inlichtingen.
De heer van Manen zou wenschen, dat bij aanneming
van het voorstel van Burgem. en Weth., aan adressant
werd te kennen gegeven, dat zijn verzoek in het volgend
jaar in overweging zal worden genomen.
De Voorzitter zegt, dat hieraan zal worden voldaan,
waarna het voorstel van Burgem. en Weth. zonder hoofde
lijke stemming aangenomen wordt.
Wegens het vergevorderde uur wordt de verdere be
handeling der gemeentebegrooting aangehouden en sluit de
Voorzitter na omvraag de vergadering.
TE
gehouden den 31 October IS 8 7-
Voorzitter Mr. J. P. N. Ermerins, Burgemeester.
Afwezig zijn bij de opening der vergadering, de heeren
Moolenburgh, Mulock Houwer en Schneiders van Greijffens-
werth, allen buiten de gemeente, en de heeren van Manen,
volgens kennisgeving verhinderd, en Fokker. De laatste
is echter later ter vergadering gekomen.
De notulen van het verhandelde in de vorige vergade
ring worden aangehouden.
De behandeling der gemeentebegrooting voor 1888 wordt
voortgezetbeginnende bij II. VIII der Uitgaven.
H. IX, Art. 6 (Kosten van markten) f 120.
De Voorzitter stelt namens Burgem. en Weth. voor, de
belooning van den te benoemen Marktmeester vast te stellen
op 100 en het artikel met dat bedrag te verhoogen.
Hij deelt mede, dat Burgem. en Weth. tot hun voorstel,
om f '100 als jaarwedde vast te stellen, zijn gekomen,
omdat den Gemeentebouwmeester het eerste jaar voor de
waarneming dier betrekking een gelijk bedrag is toegekend
later heeft deze ten gevolge der meerdere inkomsten die
hij van de g'emeente genoot als Directeur der gasfabriek,
als Marktmeester geen belooning meer gehad.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt
overeenkomstig het voorstel besloten.
De Voorzitter zegt, dat nu eene oproeping van sollici
tanten naar de betrekking van Marktmeester zal worden
gedaan en dat die betrekking thans onder zijn toezigt
tijdelijk wordt waargenomen door de beambten van politie.
Hij brengt daarna ter tafel, een door Burgem. en Weth.
ontworpen Instructie voor den Marktmeester en stelt die
in handen eerier Commissie, bestaande uit de heeren W. A.
Ochtman, S. J. Ochtman en Six.
De behandeling van H. IX, Art. -14 (Aankoop van In
schrijving op de Grootboeken der Nat. Schuld) f 2826,64
en van II. XArt. 1 (Onvoorziene Uitgaven) f 2 9 2 7,045,
wordt voorloopig aangehouden en daar de artikelen van
Uitgaaf overigens zijn vastgesteld, wordt overgegaan tot
de behandeling der
INKOMSTEN.
H. II, Art. 13 (Opbrengst van den verkoop van schor-
aarde, leem en graszoden) f 650.
De heer Six herinnert, dat de Commissie van onderzoo.,
der begrooting voor 1887 ten vorigen jare gewezen hee.
op de gebrekkige contröle van den afg-eleverden schot'gron,
in deze gemeente, waartoe de inhoud van het vaartuig toti
maatstaf wordt genomen, en dat zij om de gemeente voor
nadeel te vrijwaren heeft aanbevolen de hoeveelheid afge-
leverden grond op het terrein zelf op te meten, evenals
zulks te Sint-Annaland geschiedt.
Spr. vraagt, of Burgem. en Weth. deze zaak, zooals
door hen was toegezegd, hebben overwogen.
De Voorzitter antwoordt, dat Burgem. en Weth. die
dadelijk hebben overwogenmaar er geen verandering in
hebben kunnen brengenzij hebben er met den Gemeente
bouwmeester over gesproken, doch deze had bezwaar tegen
hetgeen de Commissie aanbevalomdat aan eene opmeting op
het terrein nog al moeilijkheden zijn verbonden. Hij heeft
echter op zich genomen de controle met bijzondere naauw-
keurigheid op de thans gevolgde wijze te doen plaats hebben.
De heer Six meentdat eene controle zooals hij bedoelt,
in het belang der gemeente zou zijn. Te Sint-Annaland is
er iemand die de opmetingen doet en daarvoor eene vaste
som per kub. meter ontvangt en het is hem niet duidelijk
waarom hier niet eveneens zou kunnen worden gehandeld.
Hij wijt ook de tegenwoordige, naar zijn inzien minder goede
wijze van behandeling, niet aan de ambtenaren, maar aan
de methode.
De Voorzitter antwoordt, dat door den Sasmeester en den
Gemeentebouwmeester nagegaan wordt wat er aan grond
afgestoken is en hoe groot de inhoud van de schepen is.
Zooveel mogelijk wordt hierop naauwkeurig acht geslagen
en het verschil voor de gemeente kan dan ook naar beider
inzien van zeer weinig beteekenis zijn.
De heer Boeije geeft daarop te kennendat toen Burgem.
en Weth. over den wenk der Commissie met den Gemeente
bouwmeester hebben gesproken, hij den indruk heeft ge
kregen, dat de gemeente geenszins door de tot nu toe
gevolgde wijze is benadeeld. Men meende toen ook, dat
het opmeten op het terrein nog al bezwaar had, omdat
voor die opmeting een bepaald persoon moet worden aan
gewezen en dit noodwendig tot onkosten voor de gemeente
zou leiden, daar het van den Sasmeester zonder hem afzonder
lijk te beloonen niet te vergen zou zijn, gedurig zich voor
eike schuit naar het op eenigen afstand buiten de gemeente
gelegen terrein te begeven. Men kan de verkoop hier,
waar men ambtenaren heeft, niet gelijk stellen met die
van een particulier.
Aangenomen dat de methode der Commissie meer zeker
heid geeft dan de nu gevolgde, bestaat er gevaar voor
door de gemeente te maken onkosten, en zoolang nu niet
blijkt, dat de tegenwoordige wijze van handelen volstrekt
nadeel voor de gemeente oplevert, vindt Spr. het een
bezwaar, daarin verandering te brengen.
De heer Six betuigt den Voorzitter en den heer Boeije,
zijn dank voor het door hen medegedeelde. Het is hem,
niet mogelijk om bepaald te zeggen, dat de gemeente
thans schade lijdt en als Burgem. en Weth. er werkelijk
bezwaar in vinden, in de tegenwoordige wijze van handelen
verandering te brengenzou hij de zaak thans willen laten
zooals ze is.
De heer Zuurdeeg vraagt, of niet uit de grootte der
schepen, die toch bekend is, de hoeveelheid van het afge
leverde voldoende kan blijken.
De Voorzitter antwoordt, dat dit juist nu geschiedt. Hij
verklaart zich echter bereid, de zaak opnieuw bij Burgem.
en Weth. ter sprake te brengen.
De beraadslagingen over dit onderwerp worden ver
volgens gesloten.
H. V, Afd. II, Art. 3 (Verkoop van zelkasck.) f 5000.
De Commissie vraagt aan het Dagelijksch Bestuur, of
het den Raad nieuwe gezigtspunten kan mededeelen ten
opzigte der oorzaken van de verminderde opbrengst der
zelkasch.
De Voorzitter geeft te kennen, dat Burgem. en Weth.
deze vraag ontkennend moeten beantwoorden.
Het artikel wordt op het uitgetrokken bedrag vastgesteld.
De Inkomsten worden zonder verandering vastgesteld op
f 114978,99.
Daarna worden vastgesteld de aangehouden Artt. 14
van Hoofdstuk IX der Uitgaven en Art. 1 van Hoofdstuk X
der Uitgaven (Onvoorziene Uitgaven), het laatste tengevolge
der verandering die enkele artikelen hebben ondergaan,
op f 2806,34s.
Zullende er magtiging worden gevraagd om zonder nadere
goedkeuring van de Gedep. Staten van dezen post af- en
overschrijvingen te doen op de bij de begrooting aan
gewezen artikelen, mits de gezamenlijke af- en overschrij
vingen de som van f 2000 niet te boven gaan.
"Van die in de begrooting aangewezen artikelen, wordt
op voorstel van Burgem. en Weth. afgevoerd, Art. 2
der 5e Afd. van het 7e Hoofdstuk door Burgem. en Weth.
voor «Memorie" uitgetrokken, doch door den Raad op
f 70,70 vastgesteld.
De heer Fokker is ter vergadering gekomen.
De Uitgaven worden vastgesteld op het uitgetrokken
bedrag van f 114978,99, waarna de geheele begrooting
met algemeene stemmen aangenomen wordt.
De Voorzitter sluit na omvraag de vergadering,
Snelpersdrukkerij van H. LAKENMAN te Zierikzee.