ZÏlHKZEESfflF, milMIVT.
voor het arrondis- sement Zierikzee.
1887. No. 75. Woensdag 28 September. 90ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Binnenland.
O
055/,«
aangevende
srtentiën
vooraf
eleverd.
lier publici-
de daarin
Iplaats van
Reel Nedcr-
king is dit
hebben wij
'au wensclit
is, waarin
ijke order
cent
Snelpers-
alsmede
AM
pt- 73'/,6
ms
98,3As
105
911/»
63
J6'5/"
Ml'/, a
85%
101'/s
1341/,
641/,
5*»"
S6/»
M'/io
32%
«5=/,s
/iG
SU/I
®53/i«
1,05
2,48
I
Doze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJ DAG-AVOND
uitgezonderd op FEESTDAGEN. i
Prijs per drie maanden f 1,-. Franco per post f 1,-.
Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad 10 Gent.
PRIJS DER AD VERTENTIEN:
Per gewone regel '10 Cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 1G regels GO Cent.
Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den nitgever H. IAKENMAN.
ZIERIKZEE, 27 September 1 8 8 7.
Onder de militairen te Middelburg heeft zich een
geval van roodvonk voorgedaan.
Onder het bestuur der Louisa-stichting werd Zaterdag
de eerste steen van het gebouw te 's Hage aan het
Alexandersveld gelegd door den gedeputeerden groot
meester mr. A. M. Maas Geesteranus in tegenwoordigheid
van genoemd bestuur, oud-regenten, groot-officieren
van de orde van de vrijmetselaren, vertegenwoordigers
van verschillende loges in Nederland en zijne koloniën
en belangstellenden.
De nieuwe cursus der Gerard-Adriaen van Swieten-
Tuinbouwschool te Frederiksoord is begonnen met 13
leerlingen, van wie 6 in het eerste leerjaar, namelijk
3 uit de bevolking der Maatschappij van Weldadigheid
en 3 van elders op eigen kosten. Aan 3 aanvragen
kon niet worden voldaan.
De zes jongelieden, die dezen zomer voor het eind
examen slaagden, zijn reeds allen geplaatst; een bewijs,
dat de school in eene behoefte voorziet.
Mr. S. C. H. Nederburgh, oud-lid in den raad van
Ned-Indië, heeft zijn voorstel om Groot-Atjeh, met
uitzondering van een enkel aan zee gelegen punt, te
ontruimen verdedigd en nader toegelicht in een tweede
vlugschrift, waarin hij in 29 punten, de bestrijding
wederlegt, aan bedoeld voorstel te beurt gevallen van
den heer Kielstra, lid van de Tweede Kamer, in den
Tijdspiegel van December j.l. De Schr. hernieuwt
voorts zijn betoog aangaande de noodzakelijkheid der
ontruiming, voornamelijk omdat het bezet houden van
onze tegenwoordige stelling op den duur zulke zware
offers aan soldaten en geld vorderen zal, dat het
Indische leger onmogelijk op zijne tegenwoordige ge
talsterkte te houden zal zijn, veel minder de uitbreiding
en versterking zal kunnen ondergaan, welke het noodig
heeft, indien het zijne taak naar behooren zal kunnen
volvoeren. Bij dezen stand der zaak is, volgens den
heer N., ontruiming van Groot-Atjeh in elk geval
noodzakelijk, gepaard aan gestadige en krachtige ver
sterking der Indische land- en zeemacht. Vooraf wil
hij, zoo mogelijk, het sultanaat van Groot-Atjeh hersteld
zien, met dien verstande, dat des sultans onbeperkt
gezag over alle binnenlandsche aangelegenheden ge
ëerbiedigd worde, doch de sultan zich verbinde Ne
derlands suzereiniteit te erkennen, waartegen hem
en zijnen rijksgrooten jaargelden uit de Indische schatkist
zullen worden toegekend. Blijkt het niet mogelijk
zoodanige overeenkomst te sluiten, dan moet, volgens
den heer N., de ontruiming niettemin geschieden,
doch behooren wij voort te gaan met pogingen om
Groot-Atjeh tot rust te brengen, door vreedzame
middelen, en zoo deze niet baten, door met onze
zeemacht de positie der Groot-Atjehers onhoudbaar te
makenalsmede: «krachtig te streven naar het herstel
en de handhaving van rust en veiligheid in de onder-
hoorigheden en op de eilanden, en naar de versterking
van onzen invloed, een en ander inzonderheid door
diplomatieke en maritieme middelen."
Het honinggewin is in Overijsel ruimer dan men
verwacht had. De honing is zeer blank en uitstekend
van qualiteit. Prijzen kunnen nog niet opgegeven
worden, omdat men nog niet aan het uitsnijden is.
De vereeniging tegen de kwakzalverij hield hare
algemeene vergadering op Zaterdag j.l. Uit het verslag
bleek dat het ledental in 1886 was 1082 tegen
1102 in het jaar te voren. Het nadeelig saldo der
rekening is 2061.
Mi'. J. C. Meyer, periodiek aftredend, werd herkozen
en dr. H. P. Kapteyn, die bedankt had, werd ver
vangen door dr. J. A. Quanjer.
O. a. werd behandeld de vraagIs er kans dat de
aanhangige wetsontwerpen tot herziening der genees
kundige wetten, zoo zij tot wet verheven worden,
iets zullen bijdragen tot bestrijding der kwakzalverij?
Na beraadslaging werd eene motie aangenomen van
den volgenden inhoud:
»De vergadering acht het niet wenschelijk dat bij
de wet, regelende de uitoefening der artsenijmengkunde,
een lijst worde vastgesteld van middelen, waarvan de
verkoop ook buiten de apotheek wordt toegelaten."
Men wenschte nog eene motie tegen de geheim
middelen, die echter niet schijnt voorgesteld te zijn.
Voorts is behandeld een voorstel van het bestuur:
dat de vereeniging zich wende tot de staatscommissie
aan wie is opgedragen het herzien van de Pharmacopoea
Neerlandica, Editio altera, met verzoek daarin ook
op te nemen enkele samengestelde geneesmiddelen
(pillen enz.), die op advies van geneeskundigen, doch
zonder recept van dezen, kunnen afgeleverd worden.
Dr. Coster deelde mede, dat aan dien wensch reeds
voldaan wordt.
Nadat nog eenlge punten besproken waren, werd
de vergadering gesloten.
Op de boerderij der Rqks-Landbouwschool te Wage-
ningen is dit jaar weder een belangrijke hoeveelheid
groene maïs, circa 30,000 kilo, ingekuild, om in den
a.s. winter te dienen voor groen voeder voor het vee,
't welk het steeds met graagte nuttigt.
De minister van financiën heeft voor het toezicht
bij de beetwortelsuikerfabrieken als chefs aangewezen
de heeren P. Bergmans, commies verif. 3e klasse te
Bergen-op-Zoom aan de fabriek van P. Wittouck aldaar;
G. L. Oostingh, commies verif. 2e klasse te Rotterdam,
aan de Gastelsche fabriek te Stampersgat; M. Baeteu,
commies verif. 3e klasse te Maastricht, aan de fabriek
te Statendam; B. L. van Leer, commies verif. 2e
klasse te Harlingen, aan de fabriek te Standaardbuiten
H. Moes, commies verif. 3e klasse te Rotterdam, aan
de fabriek te Dordrecht; B. Kruze, commies verif.
3e klasse te Amsterdam, aan de fabriek Azelma te
Zevenbergen; II. Bekker, commies verif. 3e klasse te
Amsterdam, aan de fabriek de Mark te Oudenbosch
A. M. H. Smits, commies verif. 3e klasse te Zwolle;
aan de fabriek te Werkendam, en F. W. H. Schmitz,
commies verif. 3e klasse te Medemblik, aan de fabriek
De Leur.
De sociaal-democratische sigarenmakers-vereeniging
«Nemesis" te 's Gravenhage, die 25 September te
's Hertogenbosch zou komen om, tot het maken voor
propaganda, optochten en redevoeringen te houden,
is niet verschenen.
Op het voor de komst aangekondigde uur bewoog
eene onoverzienbare menigte volks zich in de nabijheid
van het station.
Mevrouw Bell, echtgenoofce van den Amerikaanschen
gezant, heeft den dwergzebu (Bos indicus pygmaeus),
waarmede haar kinderen in een keurig wagentje in
de residentie en in de omstreken rijtoeren maakten,
aan den Dierentuin te 's Hage ten geschenke aange
boden. Het diertje is niet grooter dan een éénjarig
kalf en glimmend gitzwart van kleur. De heer Bell
bracht het exemplaar, dat «Waida" heet, uit Ceylon
mede.
In den Werkmansbode leest men het onderstaand
oordeel over de hedendaagsche vrouw van den werkman
«Als wij haar beoordeelen, dan mogen wij niet
verzwijgen, dat zij naast de vele deugden, die zij
beoefent, toch in menig opzicht niet meer gelijkt op
haar oud-overgrootmoeder, op die oud-hollandsche vrouw,
welke, spreekwoordelijk gezegd, een gulden tot vijf-en-
twintig stuivers wist te maken. Opschik, lust naar
gezelschappen, komediespel, zang en dans, ziedaar eenige
welputten, waarin, helaas! zooveel dubbeltjes verzwolgen
worden, die beter en nuttiger hadden kunnen worden
aangewend en welke, nadat zij eenmaal in dergelijke
putten verdronken zijn, niet meer ten nutte der
offeraars of hun gezinnen op te pompen zijn. Men
verdenke ons niet, dat wij de hier genoemde genietingen
onze vrouwen misgunnen; dat wij haar bij de vele
moeiten en zorgen geen lieve, vriendelijke kleedjes en
hoedjes of, na een onverpoosden arbeid, geen genoeg
lijke ontspanning zouden wenschen. Integendeel, wij
verklaren gaarne, dat zij, als deel der schepping, recht
hebben op een evenredig deel der genietingen, die het
leven veraangenamen kunnen, die het leven tot een
leven maken; maar wij wenschen ook, dat zij, en
vooral zij in de eerste plaats, medewerken om onzen
stand te verbeteren juist zóóveel van de wereldsche
genoegens als haar deel nemen, dat zij genieten, zonder
dat haar genot tegelijkertijd de oorzaak worde van
latere ontberingen en ellende."
Op het terrein van de tentoonstelling van Voedings
middelen, te Amsterdam, heeft Maandag eene Tentoon
stelling van Visschen, Schaal- en Schelpdieren plaats
gehad.
Z. M. heeft benoemd tot command, van het koL
mil. invalidenhuis op Bronbeek, K. v. d. Heyden, gep.
luit.-gen. van het leger in Ned.-lndië, adj. in buit. dienst.
De elf wetsontwerpen, houdende veranderingen in
de Grondwet, zijn door de Regeering ingezonden met
korte memorie van toelichting, waarin wordt mede
gedeeld, dat de indiening geschiedt krachtens art 197,
in verband met art. 196 der Grondwet. Voor de toe
lichting wordt verwezen naar de over dit onderwerp
reeds tusschen regeering en staten-generaal gewisselde
stukken en de daarover in beide Kamers gevoerde
beraadslagingen. Als bijlage is toegevoegd de tekst van
de Grondwet, zooals die zal luiden na aanneming der
thans voorgedragen veranderingen.
De Tijd verneemt, dat een bij het officiers-examen
geslaagde cadet wegens wangedrag bij het leger is
ingedeeld, terwijl een andere cadet, die zich aan be-
leediging van een leeraar schuldig maakte, gestraft is
met onthouding van zijn verlof van 15 Juli tot 1 Sept.,
zoodat deze al dien tijd geheel alleen op de Kon. Mil.
Academie heeft kunnen doorbrengen.
Uit deze twee straffen blijkt wel, dat de tegenwoor
dige gouverneur, generaal Taets van Amerongen, streng
de hand houdt aan de krijgstucht, welke vooral door
een toekomstig officier moet beoefend worden. De
hierboven bedoelde leeraar is thans reeds elders aan
een andere inrichting van onderwijs werkzaam.
De N. Rott. Ct. vermeld het volgende als historisch
Twee heeren brachten dezer dagen een bezoek aan
het Rijksmuseum te Amsterdam.
Op eene der schilderijen trok eene voorstelling
bijzonder de aandacht van een hunner, en hij wees
die daarom den ander aan.
Onmiddellijk schoot een der fraai uitgedoste wachters
toe. «Meneer, u mag de schilderijen niet aanraken
«Maar, man! ik raak geen schilderij aan. Zie toch
beter uit je oogen, vóórdat je aanmerkingen maakt.
Ik wijs slechts naar de schilderij."
«Dat zie ik wel, meneer! maar u mag niet wijzen
ook, heeft meneer gezegdwas het wederwoord
van den oppasser.