Buitenland.
Een juwelier te Parijs, die gewoon was voor den
nacht de kostbaarheden in zijn winkel in een brandkast
te sluiten, ontdekte, dat daaruit zonder een spoor van
braak, voortdurend allerlei zaken werden ontvreemd.
Hij verdacht zijn bediende en legde een wolfsklena in
de kast. In het holle van den nacht een vervaarlijk
gegil hoorende, schoot hij toe en vond zijn eigen
dochter, met bijna verbrijzelden arm. Het meisje be
kende aan al de diefstallen schuldig te zijn. Naar het
schijnt, gaf zij alles aan haar minnaar.
Eenigen tijd geleden werd er een diefstal gepleegd
aan de Parijsche bank. De directeur, Karl Mouvet,
had een belangrijke som gelds verduisterd en vertrok
met de noorderzon. Ondanks de ijverigste nasporingen
der politie gelukte het den vluchteling, om over
Weenen naar Constantinopel te ontkomen, waar hij
eindelijk in handen der Fransche politie viel. Hij werd
naar Parijs gebracht. Men vermoedde echter, dat
Mouvet een deel van het gestolen geld aan zijne
bloedverwanten in bewaring had gegeven, en hoorde
dat hij familie in België had. Een agent begaf zich
naar België, zonder tot eenig resultaat te komen,
totdat hij eindelijk dezer dagen te weten kwam, dat
er eene nicht van Mouvet in Brussel woonde. Men
liet haar huis bewaken en ontdekte, dat de vader
van Mouvet en diens vrouw zich daar ook ophielden.
Er werd eene huiszoeking gedaan, die in 't eerst tot
niets leidde. De oude Mouvet verklaarde geen ver
mogen te bezitten en niet het minste aandeel te
hebben in de misdaad van zijn zoon. Reeds wilden
de politie-agenten zich verwijderen, toen een hunner
op den inval kwam, de chignon van mevrouw Mouvet
te onderzoeken. Inderdaad vond men daarin zes bank
biljetten van '1000 francs.
De stad Losoncz, bij Pest, is in een verschrikkelijke
spanning. Binnen 36 uren werd er tien malen brand
gesticht. Dank zij de waakzaamheid der bevolking
bleven deze branden beperkt tot de aangestoken
huizen. Des nachts kwamen 300 soldaten met een
extra-trein uit Kaschau om de bevolking, die zich geen
slaap gunde, te oudersteunen. Te Neusiedel brak een
vernielende brand uit, die het halve dorp, ongeveer
150 huizen, in asch legde. Eene vrouw is gestikt,
terwijl er een kind vermist wordt. De geheele oogst
is verloren gegaan. De uitbreiding van de brand werd
begunstigd door een hevigen storm, die juist boven
het plaatsje woedde.
Gri-oot-Brittan j e.
Als illustratie van den toestand in Ierland kan het
volgende dienen
In '1859 was de bevolking van Ierland 6 millioen
zielen en was het aantal personen in de armhuizen
114,600; in 1886 was de bevolking 4 millioen en
het aantal armhuisbewoners 316,000. Het aantal huis
zittende armen klom van 442,000 in '1884 tot 633,000
in '1886, dat is */7 van de geheele bevolking; voor
Engeland is de verhouding y29.
Er is in Engeland eene maatschappij tot exploitatie
van nieuwe ontploffingsmiddelen", die haren aandeel
houders over het afgeloopen boekjaar 10 pCt. uitdeelt.
Frankrijk,
Bij de manoeuvres van Villasavary zijn ongeveer
200 personen uitgenoodigd hun identiteit te bewijzen.
Onder hen is een OostenrijkerBondy genaamd
gevangen genomen, die verklaarde een pleizierreisje te
maken, maar bij alle troepenbewegingen aanteekeningen
maakte. Men heeft opgemerkt dat geen enkele Duitscher
de manoeuvres volgt. De politie is van meening dat
de Duitsche staf inlichtingen ontvangt van de buiten-
landsche journalisten. Een Spaansch generaal der genie,
die aanteekeningen maakte, werd door de politie uit
genoodigd te vertrekken, aan welk verzoek onmiddellijk
voldaan werd.
Jaarlijks wordt aan de deur der schouwburgen,
concerten enz. te Parijs omstreeks 3,200,000 francs
aan armengeld ontvangen.
Door het sluiten der schouwburgen, wegens aan
te brengen voorzorgsmaatregelen tegen brandgevaar,
is er dit jaar reeds een deficit van een half millioen
ontstaan en dit zal nog grooter worden door de ver
traagde opening der meeste schouwburgen.
B e 1 g i e.
De Yondelsfeesten te Antwerpen zullen prachtig
zijn. De groote optocht vereenigt zich Zondag te
12 ure op de Groote Markt. De stoet wordt geopend
door het muziekcorps der burgerwacht; mannen te
paard dragen de stads vlaggen. De optocht is verdeeld
in vier groepen, afgewisseld door muziekcorpsen, door
al de banieren der maatschappijen en de vlaggen van
alle natiën, die hulde brengen aan Vondel. Drie
kroonen, in den stoet gedragen, zijn bestemd: eene
voor Rubens, door Vondel verheerlijkt; eene tweede
ter vereering van Hans van den Vondel, den oom
des dichters, die tijdens de Fransche furie stierf bij
de verdediging der stadeene derde voor Vondels
borstbeeld, dat namens het Vlaamsche volk in het
Paleis van Nijverheid zal worden gekroond, 's Avonds
is er vuurwerk in het Paleis van Nijverheid, betrekking
hebbende op den dichter Vondel, drie steden voor
stellende, Antwerpen, Keulen en Amsterdam, alsmede
het borstbeeld van den dichter. Zondagavond wordt
het drama van Van Peene, «Vondel", opgevoerd. De
gala-voorstelling van Maandag bestaat uit de Leeuwen
dalers, van Vondel. In de tusschenbedrijven treedt
mevr. Jonckers op, met de rijen uit Vondels Lucifer,
waarna de gedichten van Vondel, door Wambach en
Blockx op muziek gebracht, gezongen zullen worden.
Na de Leeuwendalers heeft er een apotheose van
Vondel plaats en de uitvosring eener cantate van
Keurvels, waarbij mevr. Jonckers een gedicht zal
voordragen van den heer Pol de Mont. Zaterdagavond
geeft de heer Segers in het atheneum eene voordracht
over Vondel, om den dichter meer en meer bekend
te maken.
Gemengd lÈuitenlaiidscli Nieuws.
Lingen September. Aan het sinds 8 jaar
bestaande Technicum Lingen (Provincie Hannover)
ontvingen tot nu toe een groot aantal jongelieden
hunne opleiding, waarvan de meesten als bouw- en
werktuigkundigen eene goede betrekking vervullen;
ook in het afgeloopen schooljaar, hetwelk zeer druk
bezocht werd, bekwamen de vertrekkende studenten,
na aflegging van het eindexamen, hunne betrekkelijke
diploma's en nam de directie zeer gaarne de ver
plichting op zich, deze jongelui betrekkingen te bezorgen.
De aanmerkelijke vlucht, welke de electrotechnik in
den jongsten tijd genomen heeft, in aanmerking
nemende, had do directie aanleiding gegeven, de electro
technik als leervak op te nemen. Behalve aan poly
technische scholen had dit nog niet aan dusdanige
inrichtingen plaats. Deze technische school, in de
nabijheid der Hollandsche grenzen, biedt jongelieden,
welke het niet vergund is eene polytechnische school
te bezoeken, gelegenheid aan, zich wetenschappelijk
en technisch in het gezamenlijke machinen- en bouwvak
te bekwamen. Prospectussen verzendt op aanvrage
gratis de directeur W. D a 11 r o p te Lingen.
Hoe men honderd jaar wordt of liever kan worden.
De heer Chevreul, die zooals men weet 11. Woensdag
101 jaar is geworden, leeft volgens een vasten regel,
waarin nimmer verandering komt.
Zijn twee maaltijden, ontbijt en diner, bestaan uit
soep en een schotel vleesch met groenten en als dessert
bijna altijd vruchten. Na het ontbijt drinkt hij een
kop koffie, na het diner een glas melk. Wanneer hij
niet uitgaat leest hij, houdt een overzicht over zijn
werken, in één woord hij is voortdurend bezig. »De
arbeid", zegt hij, »iseen der eerste voorwaarden om
100 jaar te worden." Zooals men weet is de heer
Chevreul bijna nooit ziek.
Het Zwitsersche systeem tot het leggen van tandrad
spoorwegen over bergen zal ook in Engelsch-Indië
worden ingevoerd. Op bestelling van het Engelsch-
Indische gouvernement leverde de ingenieur Abt dezer
dagen een eerste bezending van 720000 kilogram aan
locomotieven en tandraderen in de haven van Antwerpen
af en zullen deze dagen nog eenige bezendingen van
meer dan 100000 kilo volgen, om naar Kurrachee
verscheept te worden.
Daar worden zij ontscheept en per spoor langs den
Indus verzonden tot in het binnenland bij de grenzen
van Afghanistan, om een tandradspoor over de Bolan-
pas te leggen. De locomotieven zijn noch forscher dan
die door genoemden ingenieur voor den Harz-spoorweg
geleverd zijn en kunnen een trein van 150 ton trekken.
Het congres, dat de beoefenaars dei', gezondheidsleer
weldra te Weenen zullen houden, belooft o. a. zeer
belangwekkend te zijn, omdat de hoogleeraar Pasteur
vermoedelijk zelf zijn veelbestreden inentings-methode
bij miltvuur nader zal toelichten en verdedigen.
De verslagen, voor het congres door deskundigen
uit verschillende landen uitgebracht over de waarde
der inentingen, loopen nogal uiteen. Een van hen stelt
voor, een internationale commiseie te belasten met het
verzamelen en schiften van bouwstoffen tot het uit
spreken van een afdoend oordeel.
Omtrent een duel in Amerika wordt het volgende
medegedeeld. Miss Mary Childress, eene jonge leerares
die te Frentin verblijf houdt, ervoer voor eenige weken,
dat een jongman, John Mogois genaamd, zeer boos
aardige berk hten over haar had verspreid. De jonge
leerares nam een geweer, steeg te paard en zocht
den lasteraar op, die 15 mijlen verder woonde. Tuen
zij hem zag, legde zij haar geweer op hem aan en
dwong hem onder bedreiging met den dood, alles
wat hij van haar gezegd had, te herroepen. Nadat
dit was geschied, richtte de jonge dame aan het
meest verspreide blad van de streek een brief, waarin
zij de geheele toedracht der zaak mededeelde. Nauwelijks
was de brief publiek gemaakt, of Mogois zond der
leerares eene uitdaging tot een duel. Mej. Childress
nam de uitdaging aan en verscheen met hare getuigen
precies op den gestelden tijd op de afgesproken plaats.
Mogois echter verscheen niet, en daarmede was
de zaak geëindigd.
Een duiker was dezer dagen bij de haven van Menton
neergedoken. De man, die het veiligheidskoord vasthield,
bemerkte aan verschillende schokken dat de caphander
in gevaar verkeerde. Dadelijk kwam een andere duiker
hem te hulp. Hij vond hem worstelende met eene
reusachtige zeespin, die zich om een been en een arm
van den duiker gekronkeld had. Deze was er in geslaagd
om verschillende pooten van het monster te verbrijzelen,
maar het liet hem niet los. De andere duiker stak
het toen de oogen uit en zij maakten zich meester
van het gedrocht. Het was 2,70 meter in doorsnede.
In het lichaam werden stukken van een kinderschoen
gevonden.
Een Amerikaansch blad over Nederland:
Naar aanleiding van een in den laatsten tijd weer
opgedischt verhaal over Bismarck's plannen tot an
nexatie van Nederland, leest men in de te Cleveland,
in Ohio, verschijnende Leader en Herald van 9 Au
gustus j.l. de volgende vleiende getuigenis aan het
adres van het Nederlandsche volk
»De mededeeling, dat Bismarck plannen maakt, om,
bij den dood van deszelfs Koning, Nederland in te
pakken en dat bloeiende rijk bij het Duitsche keizerrijk
in te lijven, kan men niet maar zoo goedschiks aan
nemen. Er is geen meer onafhankelijk, stoer, nijver
ras op het vaste land van Europa, dan dat van
Nederland. Het volk is vaderlandslievend, heeft zijn
bloeiend land, zijn taal, wetten en instellingen lief.
Verstandig, rijk en stijfhoofdig, zijn de Hollanders
nooit veroverd en tegen hun wil zal Nederland wel
niet bij Duitschland of eenig ander land worden inge-
gelijfd.
»De geschiedenis van het Nederlandsche volk vormt
een der meest grootsche, heldhaftige en aangrijpende
bladzijden in de geschiedenis. Gedurende tachtig jaren
weerstonden zij de macht van den Spaanschen koning,
den machtigsten monarch van zijn tijd, en hun schitte
rende worsteling voor godsdienstige verdraagzaamheid
en persoonlijke vrijheid zal voor altijd de bewondering
der menschheid wegdragen. De afstammelingen van
zulk een volk, trotsch op hun voorouders, met al den
moed en trouw der Puriteinen jegens hun overtuigingen,
zullen niet kalm en rustig hun onafhankelijkheid
afstaan en zich onderwerpen aan het juk eener vreemde
natie. Bismarck zou ongetwijfeld het grondgebied van
Nederland zeer handig gelegen vinden, om van daar
uit gemakkelijker Frankrijk aan te tasten, maar, tenzij
het volk uit zijn eigen wil een deel van het Duitsche
keizerrijk verlangt te worden, zal Bismarck beter doen
om Frankrijk van uit een anderen hoek aan te vallen".
In een Duitsch tijdschrift, der Hund, wordt ver
haald: Vóór ik naar Amerika vertrok, bezat ik een
prachtigen grooten hond, dien ik aan een vriend te
Bremen ten geschenke gaf. Eens, toen mijn vriend
met zijn hond wandelde, zag hij dat een oude vrouw
in het water viel. De hond sprong de ongelukkige
dadelijk na, vatte haar bij de kleeren, verdween met
haar onder water, verscheen echter een oogenblik
later weer boven en haalde de drenkelinge aan den
oever. Slechts op bevel van zijn meester liet hij zich
bewegen, de oogenschijnlijk doode aan den arts over
te laten, doch hij begeleidde haar toch naar het
ziekenhuis en bleef daar zoolang, tot de ongelukkige
te bed was gelegd. Van dien dag af liep hij geregeld
eiken morgen naar het ziekenhuis en ruste niet voor
hij de zieke gezien en besnuffeld had. Toen deze na
verloop van zes weken als hersteld was ontslagen, en
de hond haar den volgenden morgen niet meer vond,
hielden ook zijne bezoeken op. Juist op dien tijd moest
de jaarlijksche hondenbelasting betaald worden. Het
stedelijk bestuur, dat van de daad van den hond
gehoord had, stelde hem voor den duur van vijfjaren
van de belasting vrij.
Aan de Magd. Ztg. wordt uit Keulen het volgende
gemeld: Zes Nimrods-zonen togen dezer dagen op de
jacht. Een hunner, een man van bijzondere zwaar
lijvigheid, komt op den weg naar het station steeds
hijgende achteraan; bij zijne dikte pleegt hij steeds
wat achter te. blijven, vooral wanneer de portemonnaie
moet worden voor den dag gehaald. Hoestend en
blazend voegt hij zich op het station bij zijne jacht-
genooten, een hunner had natuurlijk reeds de kaartjes
genomen en in de coupé neemt de dikke twee plaatsen
voor zich in. De trein fluit en zet zich in beweging.
»YVie heeft onze kaartjes? vraagt de dikkerd. »Onze?"
is het verwonderde antwoord, ik heb er maar vijf,
ik dacht dat jij er al een voor je zelf genomen had."