1 BIJVOEGSEL f V van Zaterdag 111 Juli 1887. f k1 li V' BIJ DE VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD ZIERIKZEE, I ZIERIKZEESCHE C TE gehouden den 8 J'ulij 1887 Yoorzitter Mr. J. P. N. Ermerins, Burgemeester. Afwezig zijn de heeren Moolenburgh en Six, buiten de gemeente en de heer de Looze, volgens kennisgeving ver hinderd. De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering worden voorgelezen en goedgekeurd, nadat daarin, op ver zoek van den heer W. A. Ochtman nog was opgenomen, dat ook hij zich als lid der Commissie voor de gasfabriek heeft onthouden van deelneming aan het besluit omtrent de rekening en balans dier fabriek. De Voorzitter deelt mede: a. dat zijn ingekomen: d°. een brief van de Gedep. Staten, houdende kennis geving dat door hen worden goedgekeurdde raadsbesluiten van den 13 Junij 1.1. tot af- en overschrijving van - en op posten der gemeentebegrooting voor 1886. Yoor kennisgeving aangenomen; 2°. de door den Gemeente-Ontvanger opgemaakte staten van oninbare posten van den hoofdelijken omslag en de hondenbelasting. Na voorlezing daarvan worden die staten, na eenige toe lichting van den Voorzitter, vastgesteld als volgt: die van den hoofdelijken omslag over 1886 op f 395,73 1885 30,66® 3> 1884 32,18° de hondenbelasting 1886 25,39 j> 1885 i> 2,85 3°. kennisgevingen, ter bekoming van afschrijving van hoofdelijken omslag over 1887, van personen die de ge meente metterwoon hebben verlaten. Op voorstel van Burgem. en Weth. wordt afschrijving verleend aan Mej. B. H. Koning voor f 1,86® en aan de heeren J. L. Lemmens voor f 7,46® en Mr. J. P. van Outeren voor f 93,33® 4°. een verzoekschrift van D. Struijk te Oosterland, zoo voor zichals voor de overige elders gevestigde erfgenamen van Mej. de "Wed. S. van den Berg, om afschrijving op den aanslag in den hoofdelijken omslag van genoemde wed. van den Berg, op den 29 Januarij 1.1. overleden. Op voorstel van Burgem. en Weth. wordt afschrijving verleend tot een bedrag van f 14,97; h. dat op den 14 Junij 1.1. zijn opgenomen, de boeken en kas van den Gemeente-Ontvanger, waarbij bleek, dat over de dienstjaren 1886 en 1887 is ontvangen f 137660,91® en uitgegeven 140519,69 zoodat minder ontvangen dan uitgegeven is f 2858,77® waarbij komt het goed slot der rekening over 1885, voor zoover het niet op de loo- pende begrooting in ontvang is gebragt ad 3685,65° Er moest dus in kas zijnf 826,88 juist overeenkomende met de vertoonde gelden en gelds waarden. Yoor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter geeft daarop het woord aan den heer Houwer als Yoorzitter der Commissie voor de Gasfabriek, ter beantwoording der vragen door den heer Zuurdeeg in de vorige vergadering gedaanbij de behandeling der reke ning van de gasfabriek. De heer Houioer leest het schriftelijk antwoord der Commissie voor de Gasfabriek en Straatverlichting voor. De eerste opmerking van den heer Zuurdeeg was, dat in de staten der wekelijksche uitgaven 2 posten voorkomen, die in verband schijnen te staan met de meerdere of mindere oppassendheid van het personeel der fabriek. Naar aanleiding daarvan werd door hem de vraag gedaan of het wel in het belang der gemeente is, als de oppassendheid der be ambten door eene soort van premie moet worden gekocht. Tot toelichting dezer opmerking en beantwoording dei- vraag, zegt de Commissie, dat deze regeling geschiedt in het belang der gasfabriek en in dat van den belanghebbende dien het geldt. Reeds vele jaren geleden heeft de Commissie het billijk geacht, om aan dien belanghebbende verhooging van zijn weekloon te geven. De Commissie heeft toen besloten om de uitkeering dier verhooging zooals dit ook in enkele andere gemeenten geschiedt om de 3 maanden te doen onder voorwaarde, dat naauwgezette pligtsbetrachting daartoe voldoende redenen gaf. Een al of niet bijzonder geldelijk voordeel moge over het algemeen eene groote aansporing zijn tot ijverige pligtsbetrachting, de Commissie meent, dat dit niet liet minst het geval is voor personen van dien maatschappelijken stand, waartoe de belanghebbende behoort. De volgende vragen warenof er nu en dan wordt onderzocht of de gasmeters juist zijn en de verbruikte hoeveel heid gas naauwkeurig aanwijzen, hetwelk in het belang is, zoowel van de gemeente als van de gasverbruikers en of er, behalve door den persoon die met de opneming van het verbruikte gas belast is, ook nog van wege de gemeente op het verbruik eenige controle wordt gehouden. De Commissie antwoordt hierop, dat al de gasmeters, welke geplaatst zijn en nog geplaatst wordenvan wege het Rijk voor de naauwkeurige aanwijzing van het te ver bruiken gas geijkt zijn en daarvan ook een zigtbaar merk dragen. Deze ijk heeft aan de Gasfabriek reeds veel geld gekost, doch de Commissie is met dezen door het Rijk in 1872 ingevoerden maatregel zeer ingenomen. Immers daardoor toch worden alle gissingen omtrent het al of niet naauw keurig aanwijzen der gasmeters, zoowel in het belang der gemeente als in dat der gasverbruikers opgeheven. Behalve de maandelijksche opneming door den daarmede belasten persoon, wordt er voortdurend van wege de ge meente op het gasverbruik en de juiste aanwijzing dei- meters naauwkeurig controle gehouden, in voege zooals de Commissie dit het meest geschikt acht. De Commissie merkt daarbij op, dat de gasverbruikers zelf ook in de gelegenheid zijn om het door hen verbruikte gas na te gaan, door de wijzerplaten van den meter af te lezen, welke aflezing zeer gemakkelijk te doen is. Ingeval door den verbruiker daaromtrent nog eenige inlichting wordt verlangd, wordt hem die onmiddellijk verstrekt. Yerder zegt de Commissie nog, dat bij het einde van het jaar aan ieder gasverbruiker een staat van de maande lijksche opneming van het door hem verbruikte gas wordt afgegeven. Hierdoor zijn de gasverbruikers niet alleen in de gelegenheid gesteld om een overzig-t to hebben van hun maandelijksch gasverbruik over het afgeloopen jaar, maar ook om op dat tijdstip den wijzerstand van den gasmeter zelf na te zien en zich daardoor te vergewissen van den opgegeven stand in de voornoemde staten vermeld. De heer Zuurdeeg betuigt der Commissie voor de gas fabriek dank voor de door haar verstrekte inlichtingen en stelt voor, dat het verslag ter inzage van de leden zal worden gelegd. Dienovereenkomstig wordt besloten. Komt ter tafel, eene aanbeveling van Burgem. en Weth. ter benoeming van een afslager en keurmeester op de Yischmarkt, waarop voorkomen 1°. A. J. Ribbens en 2°. C. Paterik. De Voorzitter doet opgave van de personen, die naar deze betrekking hebben gesolliciteerd en stelt voor, tot de benoeming over te gaan. rrr

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1887 | | pagina 5