ZIIJÏIkZI KSrili: COÖtANT.
voor het arrondis- sement Zierikzee.
1887. No. 50.
Zaterdag 2 Juli.
90ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
'4
f
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden f 4,-. Franco per post f 4,-.
Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad 10 Cent.
PRIJS DER AD VERTENTIEN:
Per gewone regel 10 Cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 Cent.
Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. LAKENMAN.
Binnenland.
ZIERIKZEE, 1 Juli 1 8 8 7.
Bij het openen der stembusson op Woensdag j.l.,
ter verkiezing van een lid voor de Prov. Staten, is
gebleken, dat van de 850 kiezers 528 van hun recht
hadden gebruik gemaakt, waaronder 10 van onwaarde.
Gekozen is de heer M. Bolle Lz. te Haamstede met
304 stemmen. Voorts verkregen de heeren D. tlocke Dz.
105, Mr. J. P. Cau 73, Mr. J. P. N. Ermerins 20
en F. Bouman 9 stemmen, de overige waren op
verschillende personen uitgebracht.
Tot directrice der kookschool te 's Gravenhage is
benoemd mejuffrouw Manden te Groningen.
Niet algemeen bekend is, dat nabij Limburg's
Valkenburg, op den Schaesberg, een wezenlijke klui
zenaar of heremiet verblyf houdt. Zondag j.l. heerschte
daar een buitengewone drukte vanwege den ontzag
gelijken toevloed van pelgrims, die reeds in den nacht
te voren uit Maastricht en elders opgetrokken waren
om in de kleine kapel van den kluizenaar den Heiligen
Leonard us te vereeren en na afloop der mis de
predikatiën bij te wonen, die op verschillende plaatsen
in de open lucht gehouden werden. Na afloop van
deze godsdienstige plechtigheden werd kermis gehouden
en den dag verder in vroolijkheid doorgebracht. Ook
voor de vele vreemdelingen, die thans te Valkenburg
en omstreken verblijf houden, was deze kermis met
zulk een groote menigte bedevaartgangers een aan
gename verrassing.
Niet onaardig is te vernemen, dat bedoelde kluizenaar
zijn huishouden en zijn moestuin zelf geheel in orde
houdt, zelf zijn pot kookt, zijn woning en kleeding
rein houdt en overigens bidt en leest. Hij leeft van
liefdegiften. Heeft hij gebrek (aldus leest men in
Hobbel's werkje »Langs de Geul"), dan luidt hij zijn
klok en gedienstige geesten uit het kasteel Schaloen
voorzien hem van het noodige. Na zouaaf in Pauselijken
dienst geweest te zijn en het Heilige Land bezocht
te hebben, leeft hij hier eenzaam op dezen berg.
Gewoonlijk verschijnt hij aan zijn bezoekers in een
pij; elk bezoek laat hem volmaakt koud. Vroeger
vooral riep men zijn hulp in om de honden te
branden, waarin men een voorbehoedmiddel tegen
hondsdolheid wilde zien.
Te Maastricht is door de rijksambtenaren een
belangrijke aanhaling gedaan van 434 kilo zeep, die
men in drogen toestand als poeder onder de benaming
van soda had getracht in te voeren. De zeep is
verbeurd verklaard, terwijl de afzender nu een tiendubbel
recht zal hebben te betalen.
In de eerste vier maanden van dit jaar werden in
Midden-Java voor het leger aangeworven 1600 Javanen,
of gemiddeld per maand 400 man.
Aan de ZwCf. wordt uit 's Gravenhage geschreven,
dat de minister Heemskerk opnieuw in overleg is ge
treden met den heer Conrad, inspecteur van den
waterstaat, over de aanvaarding der portefeuille in
plaats van den heer Van den Bergh. Het is nog
onzeker, of de heer Conrad aan dien hernieuwden
aandrang zal blijven weerstand bieden.
Het verslag met de beschouwingen der commissie
van enquête uit de Tweede Kamer naar den toestand
van fabrieken en werkplaatsen, alsmede naar de werking
der wet op den kinderarbeid, zal binnenkort verschijnen.
Het bestuur der Liberale Unie heeft de afgevaardigden
opgeroepen tot de gewone algemeene vergadering,
welke zal gehouden worden te Amsterdam, Zaterdag
9 Juli a. s. te 10 uur v. m., in het gebouw der
Maatschappij van den werkenden stand", Kloveniers
burgwal no. 87/89.
Er zullen drie bestuursleden benoemd worden in de
plaats der, naar een bij loting vastgestelden rooster,
periodiek aftredende en niet herkiesbare heeren G. H.
van Bolhuis, G. A. van Hamel en J. B. Kan.
Verder zal verslag worden uitgebracht omtrent den
toestand der Liberale Unie en de werkzaamheden van
het bestuur gedurende het jaar 1886, en zal eene
bespreking gehouden worden van maatregelen, te nemen
met het oog op de aanstaande verkiezingen voor de
Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Voorts zal beraadslaagd worden naar aanleiding van
een rondschrijven, dat het bestuur der Unie bij den
beschrijvingsbrief heeft gevoegd. Het bevat een advies
over de houding, die de Unie zal hebben aan te nemen
ten aanzien van de door de Tweede Kamer in eerste
lezing aangenomen wetsontwerpen tot herziening der
grondwet. Het bestuur adviseert daarover in dezer vroege:
«Over het algemeen zal, naar ons oordeel, door de
aanneming van de in ontwerp vastgestelde hoofdstukken
der herziene grondwet menige verbetering wordeu
verkregen: met name mogen de verandering van den
grondslag der kiesbevoegdheid en zijne ruime om
schrijving, de erkenning, in beginsel, van eene zelf
standige administratieve rechtsmacht, de toekenning
van grootere vrijheid aan den wetgever in zake de
regeling der defensie, de bepaling van een vast aantal
leden voor de Tweede Kamer, met gelijktijdige aftreding
van allen om de vier jaren, ongetwijfeld belangrijke
aanwinsten heeten. Wij geven u dan ook in overweging,
om, door uwen arbeid voor de verkiezingen, de aan
neming der wijzigingen in de eerste negen hoofdstukken
met kracht te bevorderen.
Dat de eerste regeling der kiesbevoegdheid, zooals
zij nu in de »additioneele artikelen" is neergelegd,
niet overeenstemt met wat wij hadden gewenscht,
is u bekend. In de gegeven omstandigheden echter
aarzelen wij, om u onvoorwaardelijk te adviseeren,
de verwerping van die voorstellen uwerzijds te bevorderen.
Maar tegenover de wijziging, welke in eerste lezing
in het Xe hoofdstuk werd aangebracht, aarzelen wij
niet. Het ontworpen artikel, in volgorde thans art.
192, achten wij onaannemelijk. En wij vertrouwen,
dat, mocht het onverhoopt mede door de Eerste Kamer
worden aangenomen, het, ook door uwe medewerking,
in de Tweede Kamer bij de tweede lezing de vereischte
meerderheid niet vinde.
Wij waren in zake de onderwijs-questie steeds ver
zoeningsgezind, en meenden een open oog te hebben
voor de gegronde wenschen van anderen. Wij hebben
dit standpunt ook geen oogenblik verlaten, en zijn
nog steeds van oordeel, dat in wet en practijk aan
deugdelijke grieven wel kan worden te gemoet gekomen
dat ook aannemelijke tegemoetkoming in de grondwet
mogelijk ware geweest.
Maar, naar onze vaste overtuiging mag in de grond
wet niet worden gemist de waarborg voor zoodanige
inrichting van het openbaar lager onderwijs, «dat
ouders, voogden en verzorgers de gelegenheid niet
ontbreke, om de kinderen, die onder hunne macht
zijn of aan hunne zorg zijn toevertrouwd, in het genot
te stellen van voldoend lager onderwijs, waarbij hunne
godsdienstige overtuigingen niet worden gekrenkt."
Dit is een waarborg voor ieder, die deugdelijk onder
wijs verlangt en voor ieder, die op eerbiediging van
godsdienstige overtuigingen prijs stelt, onverschillig tot
welke partij hij behoore; een waarborg inderdaad voor
alle minderheden.
Aan dien waarborg heeft de liberale partij altijd de
allerhoogste waarde gehecht en gij hebt u zeer na
drukkelijk daarover uitgesproken.
Onze overtuiging op dit punt is geen andere dan
de uwe, en reeds in ons advies van 9 October 1885
stond ze met zooveel woorden neergeschreven.
Nu het thans alleen de vraag geldt, of het nieuwe
artikel betreffende het onderwijs definitief moet worden
aangenomen, of dus de zooeven omschreven waarborg
uit de grondwet moet vervallen, geven wij een beslist
ontkennend antwoord, dus een votum tot verwerping
van dat artikel zeer nadrukkelijk in overweging.
Vinden bovenstaande beschouwingen weerklank bij
u, dan zult ge wellicht eene uitspraak willen geven
als deze:
«De vergadering, zich vereenigende met de denk
beelden, neergelegd in het rondschrijven van het bestuur,
spreekt uitdrukkelijk den wensch uit, dat het reeds
door de Tweede Kamer in eerste lezing aangenomen
voorstel tot wijziging van hoofdstuk X der grondwet
bij de verdere behandeling moge worden verworpen."
Naar het Vad. verneemt, heeft de Nederlandsch-
Indische Stoomvaartmaatschappij, haar contracten van
doorvoer met, de «Nederland" en de »Lloyd" opgezegd,
welke opzegging ingaat over 6 maanden. Van betrouw
bare zijde meldt men aan het blad, dat dit besluit
in verband staat met een plan tot oprichting eener
nieuwe stoomvaartmaatschappij te Amsterdam voor
een geregelden dienst rechtstreeks tusschen Nederland
en de verschillende Indische havens, die de Ned.-Indische
Stoomvaartmaatschappij bedient.
Aan de N. R. Ct. wordt medegedeeld, dat de minister
van waterstaat afwijzend beschikt heeft op een verzoek
van eenige particulieren te Amsterdam, om kosteloos
alle benoodigde graaf- en baggerwerken aan de gepro
jecteerde visschershaven en de toeJeidingskanalen voor
de nieuwe sluiswerkeri te IJmuiden uit te voeren.
De weigering is gegrond op den wensch der regeering,
om ook de bedoelde werken - waarvan alleen de uit
voering verscheiden tonnen kosten zal - onder beheer
van het rijk" tot stand te brengen.
Maandagavond is het 40ste Nederl. landhuishoudkundig
congres te Haarlem geopend. De bureaux der afdeelingen
zijn aldus samengesteld:
Van de eerste afdeeling (landbouw) werd tot eersten
voorzitter benoemd de heer C. F. Cremertot tweeden
voorzitter de heer Broekema, directeur aan de Rijks
landbouwschooltot secretarissen de heeren J. Nagel
jr. en K. R. Veldhuis.
Het bestuur der tweede afdeeling (volkshuishoudkunde,
natuurkunde enz.) werd volgenderwijs samengesteld:
D. Fontein de Jong, eerste voorzitter; H. F. Bultman,
tweede voorzitter: A. J. C. Daamen en A. Van Rossum,
secretarissen.
De heer E. A. uit Den Bosch, die aan de noodrem
van een spoortrein had getrokken, omdat hij meende
vonken op den wagen te zien en door het piepen en
sissen van het rijtuig ongerust was geworden, is door
het kantongerecht van Tilburg veroordeeld tot f 75
boete of '10 dagen hechtenis.
Op een nieuw adres om gratie voor Domela Nieuwenhuis
is door den Minister van Justitie afwijzend beschikt.
De Zwólsche Ct. deelt mede, dat het adres aan den
Koning, waarvan wij reeds gewag maakten, en waarin
op gronden van billijkheid en wet wordt aangedrongen
op het verleenen van gratie aan den heer Domela
Nieuwenhuis, uitgaat van de heeren mr. A. Kerdijk,
mrs. G. A. van Hamel, en J. P. Moltzer, hoogleeraren
aan de Amsterdamsche universiteit, alsmede van de
heeren P. H. Hugenholtz Junior en Senior, in Amster
dam en den Haag.