ZIERIRZEESCHE COURANT. voor liet arrondis- cement Zierikzee. 1887. No. 26. Woensdag 30 Maart. 90ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Binnenland. Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden f 1,-. Franco per post f 1 Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad '10 Cent. PRIJS DER ADVERTENTIE N: Per gewone regel 10 Cent. H u w e 1 ij k s -Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 00 Cent. Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk ecu dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKFNMAiV. ZIERIKZEE, 29 Maart 188 7. De commissaris des konings in Zeeland is gemachtigd tot het bijeenroepen van de Staten dier provincie in buitengewone vergadering, in de eerste helft van April, voor de verkiezing van een lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, in plaats van wijlen mr. C. J. Pické, en van een lid van Ged. Staten van genoemde provincie. Het onderstaande komt voor in de Ierseksche en Thoolsche Courant van 19 Maart 1.1. Ierseke, 16 Maart 1887. Aan den Heer A. H. VAN BERGEN, Brandspuit-, Uurwerk- en Iilokken- fabrikant te Iieiligerlee. Mijnheer Eerst had ik plan geheel te zwijgen, Doch voor 't goede doel der zaak Kan ik dat niet over me verkrijgen, En stel 't spreken me tot taak. Mijnheer, ik breng aan U mijn hulde Als maker van zóó'n puike spuit Want zoo die spuit den eisch vervulde, 'k Zeg dat je dat nog wat beduidt! Zoowaar, ik zag in heel mijn leven Een brandspuit zóó geen water geven. En is ze van vermogen krachtig, Ook 't fabrikaat is extra prachtig. Zóó ingenieus solied en fijn, 't Kan volmaakter al niet zijn. Het pomp- en kleppen-mechaniek, Is eenig in zijn soort te noemen, En zóó om den eenvoud interessiek, Dat 'k dat nog eens apart wil noemen. Tot in het kleinst niet uitgezonderd, Heb ik me stil er in verwonderd. Kortom mijn waarde Heer van Bergen, Men kan van een handspuit niet meer vergen. En daar 'k óók vakman ben zoo'n beetje, Heb ik recht van dit te zeggen, weetje! Voor de rest hoor ik zoo maar bij de lompers, (Want ik ben maar stokman" bij de pompers) Doch ik en mijn pompers zijn content, En maken U ons compliment. Ik doe u deze mededeeling, Kan 't mogelijkter aanbeveling. Hoogachtend, UEds. Ond. Dienaar, J. H. Het D. v. Z.-H. bevat eene beschouwing naar aan leiding van het wetsvoorstel, dat thans bij het Engelsche parlement aanhangig is, strekkende om de geldende bepalingen ten aanzien van net Engelsche loodswezen in dien geest te wijzigen, dat het recht om een certi ficaat als loods te vorderen voortaan zal worden be perkt tot de kapiteins en stuurlieden, die Britsche burgers zijn en gezag voeren op Britsche schepen. Aanvankelijk werd beweerd, met een beroep op het tractaat, tusschen beide landen bestaande, dat wij recht zouden hebben om voor ons uitzondering op deze te maken bepaling te eischen. Dit beroep is echter, volgens het D. v. Z.-H.onjuist. Recht van beklag zouden wij hebben, wanneer onze schepen o. a. belast werden met de betaling van loodsgelden, welke niet voldaan zouden behoeven te worden door Engelsche schepen. Maar daarvan is hier geen sprake. Er wordt niet voorgesteld, de Engelsche schepen van het betalen van loodsgeld te ontheffenalleen is voorgesteld, voortaan het recht om het bedrijf" van loods voor eigen gebruik uit te oefenen, op te heffen en ieder te verplichten, ge- gebruik te maken van Engelsche loodsen. Deze bepa lingen worden zij aangenomen mogen nu niet aangenaam zijn voor de vreemde schepen, en inzonderheid voor de onze, maar wij hebben zeker, met het oog op onze eigen wetgeving op dit punt, ons niet te beklagen. Sedert de wet van 20 Augustus 1859 heeft de Staat der Nederlanden de geheele zaak van het loodswezen aan zich getrokken. De gezagvoerders van zeeschepen, zonder onderscheid van nationaliteit, zijn verplicht, zich van de door den Staat aangestelde loodsen te bedienen; ja, zelfs moet het loodsgeld worden betaald, ook wanneer geen loods gebezigd wordt, in de gevallen waarin men een loods zou hebben kunnen verkrijgen. Maar al kunnen wij ons niet op een recht beroepen, uit het oogpunt van billijkheid zou er, meent het D. v. Z.-H., wel aanleiding zijn om op vriendschappe lijke wijze zich tot de Engelsche regeering te wenden, opdat wij in 't genot blijven van de nu reeds meer dan dertig jaren bestaande vrijzinnige bepaling der Britsche wetgeving. En bij de bekende welwillende verhouding, die tusschen de beide gouvernementen bestaat, mag verwacht worden, dat het onzer regee ring zal gelukken, zich omtrent deze quaestie van het loodswezen met Engeland te verstaan op eene wijze, waardoor de billijke belangen van de Nederlandsche scheepvaart op Engeland zullen worden gebaat, ook al zou dit dan gepaard moeten gaan met eene of andere wijziging in onze eigen wetgeving. Het algemeen stemrecht zal en moet komen zegt De Amsterdammer en het blad blijft dat consequent volhouden. »Nu eenmaal de werklieden begrijpen, dat zij niet langer over zichzelf zullen laten beschikken zonder zelf geraadpleegd te worden, loopt het census kiesrecht, in welken vorm men het ook wil geven, op zijn einde." »Nog gedurende eenigen tijd het algemeen stemrecht het volk te onthouden, kan niet anders dan tot teleurstelling, verbittering, spanning leidenen wie ziet niet in, dat men door dat stemrecht te weigeren, toch eigenlijk niets wint. Nu men, het algemeen stemrecht weigerend, het volk niets tot vergoeding geen enkelen waarborg voor een behoorlijke be hartiging der volksbelangen kan aanbieden, zal, juist na een zoogenaamd geleidelijke uitbreiding van het kiesrecht, de volkseisch slechts des te luider en algemeener worden herhaald inmiddels zijn onze liberalen bezig hun eigen graf te delven. Instede van het volk aan zich te verbinden, verwijderen zij het steeds meer, dringen het den weg der anarchisten op; men voert het, als wilde men niets anders, den ultra's te gemoet. En zoo zal een nieuwe strijd noodig zijn om te bereiken wat men thans zoo gemakkelijk had kunnen verwerven en zal alweder het politiek ge harrewar in plaats komen van een vruchtdragenden wetgevenden arbeid." Een opstel van den Engelschen Staatsman Gladstone, geplaatst in de '19th Century, bevat een terugblik op de afgeloopen 50 jaren. Met betrekking tot de Engelsche koloniën zegt de geleerde schrijver: «Wanneer wij nu letten op wat over zee in dit tijdsverloop heeft plaats gehad en het aandeel dat het moederland daarin heeft gehad, dan hebben wij reden van tevredenheid. Ik spreek met respect van de Oost-Indische Compagnie en van de Staatslieden, die onder haar hebben gediend. De overgang aan de Britsche kroon was niet in alle opzichten een voordeel voor Indië. Maar over het algemeen genomen was het een brengen van licht in de duisternis. Zijn sedert verkeerde maatregelen genomen, Engeland heeft daaraan geen schuld gehad, van haar gingen die niet uit Voor dat Lord Gray's reform-act in werking trad, werden de koloniën in en van uit Downingstreet bestuurd. Ware die wijze van besturen voortgezet, het koloniale rijk zou uit elkaar zijn gespat. Het eigen bestuur der koloniën gegeven heeft alle moeielijkheden tot een oplossing gebracht en heeft onze koloniën een nieuw tijdperk van vrede en bloei doen intreden." Op en van uit het Plein te 's Ilage wordt Neder- landsch-Indië nog steeds bestuurd, tot in de kleinste détails. De verkeerde maatregelen daar genomen gaan direct van Nederland uit. Zal men niet letten op het ervaringrijke woord van Engeland's grooten Staatsman? Belanghebbende vakmannen te Amsterdam wenden pogingen aan om van het gemeentebestuur eene ver plichte keuring op trichinen in het varkensvleesch te verkrijgen. Zaterdagavond heeft het schildergenootschap «Pulchri Studio" den 70jarigen schilder Johannes Bosboom te 's Ilage, in het fraai versierd «Hofje van «Nieuwkoop" een feestmaaltijd aangeboden ter gezamenlijke viering van den dag, waarop hij 70 jaar geworden was 18 Febr. en bij welke gelegenheid het genoot schap hem gehuldigd had, door hem het eere-lidmaat- sehap aan te bieden. Te G ure werd hij in een rijtuig afgehaald en ontvangen in de zaal, waar men o. a. Israels, Jacob en Willem Maris, v. d. Sande Bakhuijzen, Artz, Blommers en vele anderen bijeen zag, en waar Mesdag slechts ontbrak omdat hij uit- landig was. Eene deputatie van «Arti et Amicitise" te Amsterdam en eenige schilders van daar zaten mede aan, evenals prof. Jan ten Brink, Lode wijk Mulder, de beeldhouwer Bart van Hove, de oprichters Harden- berg en Kruseman, leden van de pers, enz., in 't geheel een honderdtal personen. Hartelijke, ernstige, zoowel als luimige toespraken gaven weer wat allen gevoelden. Nadat Johan Gram de eerste toespraak tot den jubilaris gehouden had, j ging eene deur tegenover de eeretafel open, en had I men het gezicht op een fraai verlicht kerkgewelf, een meesterstuk van decoratieve kunst, het werk van de jeugdige leden van het genootschap, die de zaal zelve mede op smaak- en kunstvolle wijze hadden versierd. Statige orgeltonen verhoogden den indruk, die het gezicht op de kerk maakte. In optocht met fakkellicht werd de jubilaris, na afloop van het feest, door nagenoeg alle leden huis waarts geleid. Naar aanleiding der bij hen ingekomen antwoorden, hebben directeuren van Teylers Stichting te Haarlem in eene door hen gehouden vergadering besloten: 1°. Aan het eenige antwoord op de prijsvraag uit het vak der Penningkunde de in het vooruitzicht gestelde belooning toe te kennen, daarbij den schrijver in overweging gevende om, bij de opname in de werken des Genootschaps, gebruik te maken van de door dat Genootschap gèwenschte aanvulling en wijziging. Bij de opening van het verzegeld, met het motto »Huc usque" geteekend naambriefje, bleek de schrijver van het bekroonde antwoord te zijn mr. Jacob Dirks te Leeuwarden. 2°. Het eenige antwoord op de prijsvraag uit het vak der natuurkunde niet te bekronen. 3°. Geen der twaalf antwoorden op de prijsvraag uit het vak der dichtkunde te bekronen. Van de 11,000 miliciens der lichting van 1887, die in de maand Mei a.s. in dienst zullen treden, zullen 600 voor de zeemilitie worden bestemd en voorts worden ingedeeld: bij de infanterie 7695, bij de cavalerie 375, bij de artillerie 2240 en bij het corps genietroepen 160.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1887 | | pagina 1