ZIERIKZEESCHE COURANT.
voor het arrondis- xiêtA seinen! Zierikzee.
1887. No. 16. Woensdag 23 Februari. 90ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Binnenland.
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND,
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden f 1,-. Franco per post f l,-.
Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad 10 Cent.
PRIJS DER AD VERTENTIEN:
Per gewone regel 10 Cent. H u w e I ij k s -Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 Cent.
Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. LAKEIVMAIV.
Zierikzee 22 Februari. Ook hier ter stede is,
dank zij de medewerking van alle standen, de feest
viering op 's Konings 70sten jaardag, naar aller
genoegen en in de beste orde afgeloopen.
Te 8 ure 's morgens werden de feestelijkheden
geopend met een 9ta( saluutschoten, muziek op den
Stadhuistoren en het bespelen van het carillon. Te
half tien had de uitvoering plaats van de Feest
cantate in de Nieuwe Kerk, bij welke gelegenheid
de feestrede werd uitgesproken door den Heer J. A.
de Bruyne, leeraar aan de H. Burgerschool alhier.
Om half elf weiden de kinderen op al de scholen
onthaald en om elf ure werd eene uitdeeüng van
warme spijs en spek aan al de armen gehouden.
Te half een hield de D.D. Schutterij eene parade,
waarbij tegenwoordig waren de alhier aanwezige offi
cieren van de marine en het leger. Te een ure ont
vingen de verpleegden in de verschillende liefdadige
instellingen een extia maaltijd.
Te drie ure werd eene groote optocht gehouden,
waarin verschillende corporatiën werden vertegen
woordigd bijzonder vermelding daarin verdien-n de
zegewagens, voorstellende: «Handel en Scheepvaart" en
die van de vereeniging «Talma".
Van 8 tot '10 ure 's avonds was het Havenplein,
dat voor een feestterrein bijzonder geschikt is, verlicht
en werd er bij tusschenpoozen door het muziekgezelschap
«Kunst en Eer" muziek gegeven, terwijl ten slotte
een schitterend vuurwerk werd afgestoken.
Niettegenstaande eene groote menigte aanhoudend
op de been was, liep de geheele feestviering in de
beste orde af, en had de politie eene zeer gemakke
lijke taak.
Het glanspunt der viering van het koningsfeest
levert natuurlijk de residentie, waar men het voorrecht
bezit, den Koning zeiven te kunnen huldigen.
Den eersten en liefsten gelukwensch ontving de
Koning van zijne gade en dochter, die hem in den
vroegen morgen reeds kwamen begroeten. Het D.v Z.-H.
meldt, dat de kleine prinses haar vader daarbij, be
halve een bloemenmand met levende rozen en eenige
kleine geschenken, een zijden voetenkleed schonk, door
haar zelf met bloemen bewerkt, haar eerste hand
werk.
Na het ontbijt, dat het koninklijk gezin als gewoonlijk
en familie gebruikte, had de aubade plaats van de
kinderen der lagere scholen van den Haag. Onder de
flinke leiding van den hoofdonderwijzer van der Laan,
voor wien een estrade was opgericht vóór den ingang
van het paleis, zongen de 2000 kinderen het «Wil
helmus", «de Koning Leev'en het laatste couplet
van het «Wien Neêrlands bloed". Groot was de geest
drift, toen na het laatste lied de koninklijke familie,
die tot dien tijd voor de vensters was gebleven, op
het balcon verscheen. De Koning dankte de burge
meester bij herhaling voor de schoone hulde, hem
door het gemeentebestuur in dezen vorm gebracht.
Inmiddels geschiedde in alle bedehuizen de kerkelijke
wijding van het feest. Hervormden, christelijk gerefor
meerden, lutherschen. de Duitsche gemeente, katholieken,
israëlieten, allen hielden dank- en bedestonden. In
de groote kerk trad dr. G. J. van der Flier op met
een schoone rede naar aanleiding van I Samuel X
vers 24b: «Toen juichte het gansche volk en zeide:
de Koning Leve".
De parade was, als altijd in de residentie, schitterend.
De kolonel der huzaren jhr. Teding van Berkhout
voerde het bevel over de troepen, die geïnspecteerd
werden door de generaal-majoor jhr. Klerck, in wiens
staf ook Fransche en Russische militaire attache's
werden opgemerkt.
Ten hove eerste een ongewone bedrijvigheid. Bij
honderden en honderden werden uit alle oorden, ook
uit 't buitenland, van vorstelijke personen, hoogge
plaatste Nederlanders en vereenigingen telegrammen
van gelukwensching ontvangen, die langs denzelfden
weg werden beantwoord door den adjudant van dienst,
generaal Dunionceau, 's Konings secretaris.
Talloos waren de feestgeschenken, die Z. M. werden
aangebodendaaronder zijn kostbare kunstwerken
o.a. van het schilder- en teekenkundig genootschap
«Pulchri Studio". Door Zr. Ms. pensionnaires en ex-
pensionnaires van de schilderkunst werd een portefeuille
aangeboden met 65 teekeningen. Het bestuur van de
Scheveningsche vereeniging »de Eendracht" schonk
een statenbijbel met platen van Doré, gebonden in
fijn wit leder met zilveren figuren aan de hoeken.
Te 1 ure verleenden HH. MM. in de receptiezaal
van het paleis, die bijna een bloemenhof geleek,
audiëntie aan de hofdames, de groot-officieren, de
leden van het burgerlijke en militaire huis, de ministers,
hoofden der departementen, den directeur van Zr. Ms.
kabinet, de hofpredikers en den secretaris der Luxem-
burgsche zaken.
Zaterdagmiddag was er gala-diner ten hove van
50 couverts, waarbij Z. M. tusschen de Koningin en
de Prinses gezeten was.
De residentie was in haar feestkleed gedost. Overal
waren groen en bloemen met kwistige hand aange
bracht. Een bijzonder fraaien aanblik leverden het
ruiterstandbeeld van Willem den Zwijger, tegenover
's Konings paleis, dat door tie zorgen van de 'sGraven-
haagsche Tuinbouw vereeniging met de prachtigste
planten omgeven was, ver boven 't beeld uitstekende,
zoodat 't als 't ware scheen alsof het fraaie beeld uit
het groen kwam rijden.
Des avonds nam de schoone residentie weder een
andere tooi en prijkte in eene schitterende verlichting.
11. M. de Koningin nam die in oogenschouw en deed
in een landauer een rijtoer door de versierde stad.
Onderweg hield H. M. zich eene poos op ten huize
van den minister van justitie, baron du Tour van
Bellinchave, om met de prinses getuige te zijn van
'tafsteken van het vuuiwerk in* de Maliebaan.
In den namiddag werd ook eene rijtoer gedaan om
de versieringen in de stad te bezichtigen. Het scheelde
echter niet veel, of die rit was voor Koningin en
Prinses noodlottig geweest. De paarden namelijk, die
waren gespannen voor het koninklijk rijtuig, schrikten
toen zij het voorplein van het paleis verlieten, waardoor
de postillon viel en de paaiden doorgingen.
De agent van politie Van Dijk wilde, volgens een
bericht in het D. v. Z.-H., de paarden grijpen, doch
werd omver geworpen. Het koninklijk rijtuig kwam
toen met een ander rijtuig in botsing, op welk oogen-
blik de agenten van politie Blom en Van Houten,
benevens Van Dijk, die weder dadelijk op de been
was, de paarden grepen. Ook de heeren Wisdom en
Van Sandick verleenden hulp.
11. M. steeg met het prinsesje, dat van angst
schreide, uit het rijtuig, en ging te voet naar het
paleis terug. Noch H. M., noch de prinses, noch een
der andere bij dit ongeval betrokken personen bekwam
eenig letsel. Onmiddellyk werd een ander open rijtuig
ontboden, waarin de Koningin met de prinses hare
rijtoer op nieuw aanvingen. Langs den geheelen weg,
dien het koninklijk rijtuig passeerde, weergalmden de
kreten: «Leve de Koning", «leve de Koningin" en
«leve de Prinses" door de lucht. In het Voorhout
speelde de kapel der schutterij het volkslied en in de
Maliebaan, waar de volksspelen plaats hadden, werd
H. M. door den burgemeester gecomplimenteerd. Ook
daar heerschte onder de ontelbare aanwezigen een
buitengewone geestdrift.
De heer C. P. de Groot, de predikant die zich zeer
veel moeite gegeven heeft voor het minderjarige
Protestantsehe meisje in Limburg, dat tegen den zin
harer moeder in een klooster is gebracht en gehouden,
plaatst in Het Vaderland een uitvoerig schrijven ter
toelichting van 't geen de minister aan de Tweede
Kamer heeft gemeld. De voorstelling, die van 't ge
beurde gegeven is, schijnt hier en daar aan juistheid
le wensclien over te laten. O.a. is het onjuist dat de
verklaring van de moeder, krachtens welke het kind
uit het klooster werd geëischt, niet in orde was. De
volmacht was geheel naar den vorm. De overste van
't klooster wilde haar echter niet inzien.
Mocht deze zaak nog in deze zitting der Tweede
Kamer aan de orde komen, dan zal ongetwijfeld ook
op dat schrijven daarbij moeten worden gelet.
Het gemeentebestuur van Ooststellingwerf heeft
voorgeschreven, dat geen klompen in de nieuwe scholen
mogen toegelaten worden. De leerlingen moeten de
klompen in den gang langs de localen neerzetten en
op hunne kousen, zoo zij geen schoenen aan hebben,
de school binnen gaan en daar plaats nemen. Die be
paling heeft bij sommigen in de gemeente ontevredenheid
gewekt en reeds tot menig onaangenaam woord aan-
leiding gegeven. Men keurt de bepaling af, omdat de
kinderen gedurende den schooltijd in dit jaargetijde
klagen over koude voeten, en dus het belang der ge
zondheid van het kind niet wordt behartigd, door het
verbod om de klompen aan te houden.
Uit Nieder-Ingelheim (Rijnhessen) bereikt ons het
bericht van het overlijden des heeren Eduard Douwes
Dekker, die als Multatuli een wereldbekenden naam
verwierf.
Eduard Douwes Dekker werd in Maart 1820 te
Amsterdam geboren. Door zijn vader, een scheeps
kapitein, werd hij oorspronkelijk voor de studie, daarna
voor den handel bestemd, maar ten slotte nam deze
hem, op zijn twintig of een en twinstigste jaar, op
een reis naar Java mee, waar hij weldra in een
landsbetrekking geplaatst werd en zeventien jaar lang
werkzaam bleef. In verschillende residentiën, het laatst
te Lebak, vervulde hij de betrekking van adsistent-
resident en had zoo ruimschoots de gelegenheid Java
en de Indische toestanden te leeren kennen. Onder
den naam Multatuli schreef hij den «Max Havelaar",
grootendeels zijn eigen geschiedenis, toen hij zich het
lot van den Javaan aangetrokken en zijn ontslag ge
nomen had. Hij leidde daarna een zwervend leven in
Nederland en bracht de laatste jaren door te Wies-
baden en Nieder-Ingelheim.
Zijn voornaamste geschriften zijn Proza: «Max
Havelaar of de koffie-veilingen der Nederl. Handel
maatschappij", 2 deelen, Amsterdam, 1860: «Minne
brieven", aldaar, 1861; «Over vrijen arbeid in Neder-
landsch-Indië en de tegenwoordige koloniale agitatie",
aldaar, '1862; «Iridi ukken van den dag". 2 Nrs.,
Arnhem, 1860; «Ideën", 7 bundels, Amsterdam, 1875;
«Bloemlezing", aldaar, 1865; «Japansche gesprekken",
aldaar, 1865; «Wijs mij de plaats waar ik gezaaid
heb", aldaar, 1865; «Een en ander naar aanleiding
van J. Bossclm's «Pruisen en Nederland", aldaar,
1867; «De Maatschappij tot Nut van den Javaan",
aldaar, 1869; «Duizend en eenige hoofdstukken over
specialiteiten", Dellt '1871; «Verspreide stukken",
Amsterdam, 1871; «Nog eens: Vrije arbeid in Nederl.-
Indië", Delft, '1871; «Millioenenstudiën", aldaar 1872*
«Brief aan den Koning, over de troonrede van Sept.
1872", Amsterdam, 1872, enz.
Tooneelwerken: «De Bruid daarboven", Amsterdam,
1872; «De Vorstenschool", aldaar, '1875,