Buitenland. De heer van G. meent verder de accijnsen op vleescli en suiker op zijde te kunnen zetten, omdat daarvan in de werkiuansgezinnen weinig wordt ge bruikt. Ook dat is onjuist; wel wordt in de gezinnen der meer gegoeden veel meer vleesch en suiker gebruikt dan in dat van een gezeten werkman, maar daar tegenover staat, dat het aantal werkmansgezinnen zeker drie- of viermaal zoo groot is als het aantal dergenen, die tot de gegoeden behoor en. Al is ook het verbruik van elk gezin op zichzelf betrekkelijk gering, door hun groot aantal brengen de lagere klassen een aanzienlijk deel in deze belastingen op. Verder blijven zout, zeep, azijn, bier, petroleum, thee, als even zooveel noodzakelijke levensbehoeften, waarop de fiscus beslag beeft gelegd, om er geld voor de schatkist uit te slaan. Van de beide laatstgenoemde artikelen wordt wel geen accijns geheven, maar er wordt invoerrecht van betaald, en dat komt voor de verbruikers op hetzelfde neer. Het cijfer van 5 rnillioen, door ror. v. G. aange nomen als het bedrag der bijdrage der mingegoeden in 's rijks belastingen, komt den heer Borgesius zeer stellig onjuist voor. Alleen de accijns op het zout een levensmiddel, dat in geen enkel gezin, zelfs niet in dat van den proletariër, gemist kan worden brengt meer dan 3l/2 rnillioen gulden op, en de zeep bijna 2 rnillioen. Nauwkeurig uitrekenen, hoeveel van de opbrengst der gezamenlijke accijnsen voor rekening der lagere klassen komt, is natuurlijk onmogelijk, maar nir. Borgesius meent te mogen volhouden, dat het cyfer, door den heer van Goltstein globaal aan gegeven, wel viermaal te laag is. Verder doet mr, v. G. het voorkomen, alsof de Jageren klassen in de directe belastingen niets betalen. Daartegen protesteert de heer Borgesius. Wel degelijk dragen zij daarin ook rechtstreeks bij, maar bovendien komen grond- en patentbelasting voor een deel ten laste van de verbruikers, omdat zij, die de«e belasting betalen, den druk op anderen trachten over te brengen. Daar nu de lagere standen de overgroote meerderheid der verbruikers uitmaken, worden de lasten, die op mingegoede' drukken, door dezg. verschuifbaarheid der belastingen nog grooter; al is natuurlijk het bedrag, dat aldus op hunne schouders wordt overgebracht, onmogelijk met juistheid te schatten en afwisselend naar de omstandigheden. Mr. Borgesius meent, dat er wel degelijk aan de machthebbenden in den staat een grief van mag worden gemaakt, dat sinds '1865, toen aan het ge meentelijk accijnsen-stelsel een einde is gemaakt, het hervormingswerk op belastinggebied bijna geheel is gestaakt. En door het openlijk uit te spreken, dat in deze nog niet de volle, rechtvaardigheid is betracht, zal men, in plaats van den socialen vrede in gevaar te brengen, integendeel regeer'mg en volksvertegen woordiging nopen haar plicht te doen, en daardoor aan opruiers en onruststokers den grond onder de voeten weg te halen. Niet zij, die aan gegronde grieven willen tegemoetkomen, maar wel zij, die blind blijven voor het dreigende gevaar en afkeerig zijn van elke verandering, welke hunne eigen belangen zou kunnen schaden, zijn de wegbereiders vuor de vreeselijke revolutie, die op den duur allq^n wordt voorkomen, indien ook in het staatsbestuur tegenover allen en in alles strikte rechtvaardigheid wordt in acht genomen. U. D. Gedurende een achttal weken zijn thans bij de commissie tot werkverschaffing te Leeuwarden in dienst 80 personen. Daarvan worden een '12-tal, allen leerlingen, bezig gehouden met het maken van klompen; 15 maken z. g. polderkruiwagens, 11 breeuw werk, een 30-tal houdt zich onledig met het kloppen vart puin; de overigen venichten onderscheiden andere werkzaam heden, zooals brandhout maken, enz, Van de ingekomen giften, p. m. f 2600, moest worden besteed voor het bouwen van eene loods f 500, voor gereedschappen, enz. enz. f 500, zoodat er over bleef f 1600. In de fabriek van de heeren Regout te Maastricht zijn thans in de ovens thermometers aangebracht en is verordend, dat alleen tot het ledigen van die ovens mag worden overgegaan, wanneer de temperatuur tot eene zekere laagte is gedaald. Zooals men weet, is dit onderwerp bij de verhooren voor de enquête commissie herhaaldelijk ter sprake gekomen. N. R. Ct. Te Amersfoort bleek bij het houden eener inspectie, dat van een vijftigtal paarden der blauwe huzaren, daar in garnizoen, de staarten aan de benedenzijde waren afgesneden. Onderofficieren en manschappen zijn in arrest genomen tot de dader ontdekt zal zijn. D.v.N. Men schijnt verzuimd te hebben gedurende de jongste ijsperiode luchtgaten te hakken in het ijs op de vijvers in het Haagsche Bosch, ten einde de waterbewoners in 't leven te houden. Nu het ijs verdwenen is. drijven in de vijvers honderden doode visschen, die blijkbaar gestikt zijn. Gratie voor Domela Nieuwenhuis? Er gaan in de pers stemmen op, gunstig voor het eventueel verleenen van gratie (eigenlijkkwijtschelding van ll/l2 der straf) aan liet hoofd der omwentelings- gezinrleii. Men redeneert volgenderwijs »Juist in de reden, waarom de vervolging en ver- oorde.eling hebben plaats gehad, juist daarin is een gereede aanleiding te vinden tot toepassing van het recht van gratie. Wij laten daar, of liet staatsbelang, dat bij de toepassing van dat recht zoo vaak op den voorgrond zal treden, niet reeds door een daad van goedertierenheid tegenover een verwoeden bestrijder van de bestaande orde van zaken werkelijk zou worden bevorderd. Wij wijzen enkel op bet feit, dat in het algemeen liet Koninklijk recht van gratie nergens beter toepassing kan vinden, dan waar de straf is uitgesproken wegens beleediging des Konings." tiet is noudig, dat de wet, welke zulk een be leediging strafbaar stelt, worde nageleefd; dat de beleediger niet ongemoeid wordt gelaten, maar het ware tevens een zegenrijke uiting van de Koninklijke Majesteit, indien den beleediger door den beleedigde gratie werd geschonken. Op geen duidelijker wijze kan tevens worden getoond, niet alleen dat liet gezag zich sterk gevoelt, maar ook dat de vervolging en de veroordeeling enkel en alleen volgens de wetten des lands hebben plaats gehad wegens het feit, in de dagvaarding vermeld, en niet om welke andere reden ook." Vrouwen zijn geen menschen maar engelen! Lees maar: Een vijftal vrouwen te Amsterdam, die met visch langs straat loopen, kregen het te kwaad met een collega van het sterkere geslacht. De laatste werd dooi- de vijf furiën met haar poezele vingertjes zoo aardig toegetakeld, en met bokkingmanden zoo lief afgeranseld, dat zijn gelaat onkenbaar was Twee vuri de vijf gratiën Waren zoo opgewonden, dat ze een flauwte kregen. De aanleiding van den twist was broodnijd. De directeur van de Weesinrichting te Neerbösch ontving dezer dagen eene gift van f '10,000 van een weezen vriend, voor aankoop van land. kunst, Wetenschap en Letteren. Mej. Cornelia van Zanten, uit Dordrecht peboortig, die in Itadë en Duitschland als opera-zangeres reeds zooveel roem in oogst té, en tiu voor drie winterseizoens verbonden is aan »tlï«'American Opera" te New-York, tegen eene gage van niet minder dan f 45,000 per seizoen, brengt, naar de L)ord. Ct. bericht, de gelieele muzikale wereld aldaar in beweging. Alle bladen te Chicago, Washington, boston, Philadelphia, enz., waar zij successievelijk optrad, roemen als om strijd haar zang, spel en artistieke opvatting. Wij vernemen uit Rome het overlijden van den Nederlaudscheu kunstschilder Jan Hendrik Koetman, een van de drie vaderlandsclie ariisten van denzellden naam, van wie Jan Daniel, de begaafde landschaps- en heestenscliilder, reeds in 1857 op jeugdigen leeftijd overleed, in hetzelfde jaar dat de thans nog krachtige Johan Philip uit Italië terugkeerde. Daar heeft hij met zijn nu overleden broeder Jan Hendrik gestudeerd en de grondslagen gelegd voor die breede artistieke ontwikkeling, die ook in het werk van laatstgenoemden kunstenaar gewaardeerd werd. In de latere jaren trad Koelman minder op den voorgrond, maar als zijn studiën, schetsen en wellicht ook nagelaten schilderijen eens voor 't licht kwamen en hier door de zorgen van zijn broeder tentoongesteld konden worden, zou de tegenwoordige generatie beselfen, dat Nederland in den vreemde een degelijk kunstenaar beeft verloren. Hij bereikte den ouderdom van 67 jaren. D. v. Z.-H. De heer R. A. Ezerman te Dordrecht is tegen 1 April benoemd tot, leeraar aan bet Instituut-Tiedeman te Kiel, in Duitschland. 1 Jos. Hollman heeft dezer dagen te Parijs voor 12,000 francs eene prachtige Stradivarius-violoncel gekocht. Ongelukken, Kampen, Misdaden, enz. Een vreeselijk ongeluk had te Comlé-sur-Noireau in Frankrijk plaats. Op het oogenblik dat de werkplaatsen werden verlicht, wilden twee weiklieden in de weverij van den heer Hugeur een machine in beweging brengen, boven welke do electrische draden zijn gespannen. Ongelukkig raakten zij die draden aan, en als door den bliksem getrolfon werden zij ter aarde geworpen. De gansclie lading had zich in hun lichaam gelust en hen oogeublikkelijk gedood. Aan boord van de «Duke of Wellington" te Ports mouth wist de bemanning een vat rum van 42 gallons meester te worden. Zij dionken er zoo rijkelijk van, dat men hen te middernacht voor dood vond liggen. Het duurde geruimen tijd voordat de dronken mannen weer op hun verbaal kwamen. Zij zullen voor den krijgsraad moeten verschijnen. De inwoners van San Francisco, in Californië. werden drie weken geleden, 's avonds laat, zeer verschrikt door eene vreeselijke ontploffing, die velen voor eene aard beving hielden, zoodat velen in kunne nachtkleeding de straat opliepen. Het bleek evenwel dat de ontploffing niet door eene aardbeving veroorzaakt werd, maar door een dynamiet-patroon, die onder het spoor geplaatst en daar ontploft was. Vele gebouwen in den omtrek werden beschadigd, alsmede het spoor, maar persoonlijke ongelukken hebben niet plaats gehad, daar de dynamiet niet ontplofte door het rijden van een spourlrein, maar waarschijnlijk door een lont. Ook in Amerika trachten de anarchisten door geweldpleging te heerschen Italië. De ministerieele crisis is na de nederlaag der Italianen te Massowah niet lang uitgebleven. In de Dinsdag gehouden zitting der Kamer van Afgevaar digden heeft de heer Üepretis medegedeeld, dat het kabinet zijn ontslag aangeboden heeft en dat de koning zich voorbehoudt zijn besluit nader te doen kermen. De heer Depretis voegde er bij, dat de ministers voor loopig aanbleven, ter regeling der dagelijksche zaken. Hij verzocht der Kamer, met de behandeling der begrooting van openbare werken voort te gaan. De Kamer bracht in een votum hulde aan de dapperheid van het leger, en nam daarop de boven genoemde begrooting aan. Deze crisis is van groot belang voor den politieken toestand in Europa, Vooral te Weenen ziet men met leedwezen den minister van buitenl. zaken aftreden, want graaf Rubilant, die voorheen gezant te Weenen was, sloot zich steeds aan bij liet Duitsch-Oostenrijksch verbond, dat in de eerste plaats tegen Rusland is geiiclrt. Zoo schreef dan ook bet officieuze VVeener Fremdenblatt, naar aanleiding van Robilant's verzoek om ontslag: »De belangen van Italië en Europa vereischten, dat bij de alom heerschende behoefte aan rust, de minister van huitenlandsche zaken werd gespaard. Zijn naam en zijne aangename en invloedrijke persoonlijkheid hebben een zeldzaam gewicht in de politieke wereld. Juist nu heeft Europa zijn verstandigen raad en Italië een man uit één stuk noodig. Een verandering in dit opzicht zou in de ernstige dagen, welke wij tegen woordig beleven, van zoo gewichtige betoekenis zijn, dat alleen een kortzichtige partij-politiek daarnaar kan streven." Over den toestand te Massowah is gelijk men weet, nu te Rome een meer uitvoerig telegram van generaal Gené ontvangen. Daarin deelt bij mede, dat Ras Alula voorloopig naar Asmara is teruggetrokken en den majoor Piano, een der drie gevangen genomen Itali aansclie officieren, tuet brieven van den Negus van Abessinië en zijn legerhoofd naar Massowah zond. De brief van koning Joannes is gedagleekend Macotte 26 Januari en luidt aldus: Eerst hebt gij Massowah genomen, en daarna zijt gij naar Saati gegaan, ten einde daar versterkingen aan te leggen. Wat komt gij hier doen? Behourt dit land niet aan mij? Ontruim mijn gebied. Wanneer gij met goede bedoelingen komt, waarom brengt gij dan kanonnen, geweren en soldaten meê en waarom bouwt gij dan vestingen? Behalve dezen brief van den koning bracht majoor Piano nog een br ief van Ras Alula, van dezen inhoud: »Gij zijt de schuld van hetgeen is gebeurd. Laten wij weer vrienden zijn als te voren. Blijf gij in uw land, want liet geheele gebied van Massowah, tot hier behoort den Negus. Ik heb een broeder tot u gezonden om met u te spreken." Generaal Gené zegt dat hij zich in het antwoord, waarmede bij majoor Piano naar Asmara terugzond, tot niets heeft verbonden, maar daarbij in de eerste plaats de bevrijding der Italiaansclie officieren in het oog hield. De generaal acht het zoo goed als zeker, dat de Abessiniërs, die zelfs zware verliezen leden, voorloopig niets tegen de Italiaansclie troepen zullen ondernemen. Frankrijk. Er waren veel nieuwsgierigen in bet Paleis-Bourbon voor de Kamerzitting, daar men algemeen dacht dat de discussie over het credit van 86 rnillioen ten behoeve van het departement van oorlog zou uitgesteld worden tot gisteren, ondanks het verzet der legrootings- commissie en der regeering. Het vermoeden is echter niet bewaarheid; de artikelen, welke betrekking hebben op de hervorming van het materieel voor het leger en de vloot, zijn zonder eenig incident goedgekeurd, evenals de overige artikelen van de wet op de middelen.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1887 | | pagina 2