Buitenland.
houding waarlijk niet te veel betalen in de lasten ten
algemeenen nutte. De schr. betreurt het, dat bekwame
schrijvers door min juiste voorstellingen bij de arbeiders
ontevredenheid trachten op te wekken, in stede van
hen te wijzen op de voorrechten, die zij ten onzent,
in vergelijking met andere landen, genieten. Niet de
arbeiders worden buiten verhouding door de belastingen
gedrukt, maar de kleine industrieel en landbouwer,
door de patentwet, de rechten van overgang, enz.
Tot vermindering van den belastingdruk voor deze
mag de medewei king van regeering en vertegenwoor
diging ingeroepen worden.
Knust, Wetenschap en Letteren.
Naar men meldt, is het Philharmonisch orchest
van Oerlijn voor diie zomers te Scheveningen
geëngageerd.
Ongelukken, Kampen, Misdaden, enz.
Een Duitscher had Zondag zijn intrek genomen in
eene slaapstede te Doetinchem. In den nacht stond
hij stil op, brak eene kast open, stal eenige voor
werpen eruit en zette het op een loopen. Spoedig
achtervolgd zijnde, gelukte het na veel moeite aan
drie veldwachters den dief te vangen onder aan den
Kruisberg.
Een letterzetter werd Maandagavond op de Marnix-
kade te Amsterdam, terwijl hij een hoek omsloeg,
door twee kerels aangerand. Op zijn hulpgeschreeuw
schoten menschen toe en gingen de aanranders er
van door. Met eenige wonden in het gezicht kwam
de man vrij. Dat zoo iets te 6 uur in den avond kan
gebeuren is wel bedenkelijk.
De schipbreuk der «Kapunda". Volgens later bericht
zijn er bepaald niet meer dan '313 personen bij het
ongeval omgekomen, want toen het schip Londen
verliet, waren er aan boord 41 man equipage en 272
passagiers. Niet een Fransch schip, maar een Engelsch,
»de Ada Meimore", heeft het ongeluk veroorzaakt, en
is zelf ten zuiden van Maceio (Brazilië) gezonken. De
»Kapunda" was een ijzeren schip, in 1875 gebouwd,
met een inhoud van 1046 ton. Men meldt uit Londen
dat 213 personen zijn omgekomen, waaronder al de
vrouwen.
Twee matador-inbrekers stonden voor eenige dagen
te Paderborn terecht. Zij hadden in September van
het vorig jaar in de buurtschap Soest en Lippstadt
niet minder dan acht Katholieke kerken van aile kei li-
sieraden beroofd, zoowel gouden als zilveren. Bij hunne
arrestatie in de herberg te Geseke kwam het tot een
formeel gevecht met de politie. Bij hun naderen
wierpen de boeven achter de deur een barricade op
en hielden daarachter geruirnen tijd stand, ze losten
onafgebroken hunne pistolen op de politiemannen,
waardoor een zoo ernstig gewond werd, dat hij levens
lang kreupel blijven zal. Toen eindelijk de deur ver
broken was, trachtten de arrestanten door een venster
te ontkomen. Bij den sprong brak een hunner zijn
been en bleef op de plaats liggen. De andere sloeg
op de vlucht; men kon hem niet bemachtigen, dan
door een slag met ken knuppel, waardoor hij bewuste
loos op den grond viel.
Een in colonne marcheerend garde-regiment trok door
een der straten van Berlijn. Een paard voor een huur
rijtuig gespannen, verschrikt door het roffelen van de
trommels, sloeg aan het hollen. Geheel verward scheen
het beest te vreezen op de menschenmassa in te stormen
en slingerde het rijtuig van links naar rechts, dan
eens voor- dan eens achterwaarts. Een op post staand
politiedienaar sprong het woedende dier tegemoet,
greep het in de manen en het hoofdstel, en Het zich zoolang
heen en weer slingeren door het paard, tot het zich
onmachtig gevoelde en tot staan kwam en ongetwijfeld
een gioot ongeluk voorkomen werd, want de straat
was niet breed en voor uitwijken bleef den militairen
bijna geen ruimte over.
Mevrouw Descartes te Parijs was alleen thuis,
terwijl ze de thuiskomst van haar man wachtte.
Plotseling stormt er een vreemde heer in de kamer;
hij Iaat de vrouw des huizes geen tijd om liern iets
te vragen, maar gaat dadelijk tegenover haar aan
tafel zitten en vertelt met de grootste opgewonden
heid dat hij een beroemd geneesheer is en dat hij
ieder die last van hoofdpijn heeft van die kwaal kan
afhelpen. De dame begreep dat ze met een krank
zinnige te doen had en om den vreemde een weinig
te kalmeeren vroeg zij naar dat wonderbare genees
middel. »0 de zaak is heel eenvoudig", antwoordde
de vreemdeling, terwijl hij een scheermes voor den
dag haalde, sik snijd den patient het hoofd af, en
nadat dit voldoende gereinigd is, zet ik het weer op
zijne plaats tusschen de schouders." Bij deze woorden
stond de zonderlinge geneesheer op, om de operatie
met mevrouw Descartes te volvoeren. Deze verloor hare
tegenwoordigheid van geest niet en antwoordde rustig:
»Ik ben dadelijk tot uw dienst; maar veroorloof
mij, dat ik eerst een handdoek ga halen, om geen
bloedvlekken op mijn japon te krijgen." De krank
zinnige vond dit heel goed en de dame ging de
kamer uit, terwijl ze de deur achter zich sloot. Ze
ging dadelijk hulp halen en toen ze met eenige
politie-agenten naar den krankzinnige terugkeerde,
vond men dezen stervende op den grond liggen; hij
had eene diepe snede in den hals, daar hij na het
vertrek van mevrouw Descartes de operatie op zich
zelve had willen toepassen. Het bleek, dat de on
gelukkige uit een gesticht ontsnapt was.
Een meineedsproces, waarbij om een paar naalden
drie meineden gezworen zijn, verwekte voor de rechtbank
van Kassei groot opzien. Iemand had van een mars
kramer voor enkele centen een paar naalden gekocht;
hij verborg die. terwijl de koopman zich even verwijderde
en verlangde de naalden voor de tweede maal. Het
kwam tot een aanklacht, de aangeklaagde bracht twee
getuigen mede, maar spoedig werden ze alle drie van
meineed schuldig verklaard. De aangeklaagde werd tot
vijf jaren, de beide getuigen ieder tot drie jaren
gevangenisstraf veroordeeld.
I>aitsoliland.
De Parijsche Univers verneemt uit Rome, dat
tusschen het Vaticaan en Pruisen eene overeenstemming
is tot stand gekomen. Er zou zijn bepaald: 1°. Terug
keer der geestelijke orden, uitgezonderd de jezuïeten
orde, omtrent welke laatste de Rijksdag heeft te beslissen.
2°. Opening van twee nieuwe groote seminariën, te
Limburg en te Osnabrüek, zoodat er in Pruisen zes
meer zullen zijn dan vóór den Kerkelijk—politieken
strijd. 3°. Afschaffing der meiwetten aangaande het
administratief beheer over de bisdommen. De onder
handelingen over eenige punten van ondergeschikten
aard werden nog voortgezet.
Spanje.
De Koningin heeft Zaterdag te Aranjuez een wees
huis voor de kinderen van officieren der infanterie
plechtig ingewijd. Groote toebereidselen waren voor
deze gebeurtenis gemaakt. Eerebogen waren allnrwege
opgericht, de vlaggen uitgestoken en aanstalten ge
maakt voor een algemeene illuminatie. De koningin
werd aan alle spoorwegstations zeer hartelijk dooi' de
bevolking ontvangen, 's Namiddags hebben er twee
groote feestmalen voor militairen plaats gehad; aan
een dezer hebben ook de koningin-regentes, de In
fantes Isabella en Eulalia, de minister van oorlog,
maarschalk Martinez Campos en de tachtig kolonels
van de regimenten infanterie deelgenomen. Duizenden
inwoners van Madrid waven naar Aranjuez getrokken
om getuigen van de plechtigheid en de feesten te
zijn. Volgens De Temps zouden de kolonels, die naai'
Madrid gekomen waren om het banket van Aranjuez
bij te wonen, hebben gezegd, dat bij voortduring in
het leger revolutionaire woelingen heerschen onder de
sergeanten en in de reserve- en depót-kaders, maar
dat zij meenen die propaganda, welker gewicht men
heeft overdreven, te kunnen beteugelen.
B e 1 of i e.
De commissie voor de arbeiders-enquête heeft een
voorstel van den heer Montefiore-Levi ontvangen,
strekkende, om te besluiten een «permanente com
missie van toezicht over de industrie" in te stellen.
Zij zal vooral moeten waken voor de uitvoering van
de wetten en reglementen te dezer zake en samen
gesteld zijn voor een derde uit de leden der Kamers,
die zelve niet bij eenige industrie belang hebben; voor
een derde uit. de patroons en voor een derde uit de
werklieden. De leden treden periodiek af. Op voordracht
van deze commissie worden de bezoldigde ambtenaren
van het staatstoezicht van regeeringswege benoemd.
Jaarlijks brengt de commissie verslag uit omtrent haar
bevindingen en aangaande de verbeteringen in wetten
en verordeningen, welke haar noodig mochten voor
komen. Dat rapport wordt aan de wetgevende Kamers
ingediend.
Naar aanleiding van de berichten betreffende de
ontruiming van Port Hamilton door de Engelsehen
vermeldt het officieus-russische weekblad le Nord de
bewering, dat Engelands hoofddoel bij het bezetten
van die havens was, Rusland daarin vóór tezyn; het
schrijft voorts daarvan het volgende- »De verontschuldi
ging deugt niet en de bezorgdheid was overbodig.
Wanneer men ziet, dat Rusland zich meester maakt
van een hetzij afgelegen hetzij zelfs dicht bij zijne
kust gelegen eiland om er een militair etablissement
of eene kolonie, te stichten, dan zal men kunnen zeggen;
dat het afwijkt van een sedert langen tijd getrouwelijk
in acht genomen beginsel, 't welk deel uitmaakt van
zijne kracht. Deze kracht is gelegen in het afgeronde
zelf van zijn gebied, in het feit, dat al zijne bezittingen,
zelfs de afgelegenste, in rechtstreeksch verband staan
met het Russische land. rechtstreeks deel hebben aan
de hulpbronnen en de bescherming van het moederland.
De Russische koloniën zijn op het vasteland gelegen;
aldus hebben zij liet voorrecht van niet bloot te liggen
voor eene andere zeemacht, Engeland bijv. Elke bezitting
van het groote lichaam des Russischen Rijks, ware
het slechts door eene gewone zeeëngte afgescheiden,
zou eene kwetsbare plek zijn. Wel verre van zich naai
de Oceanen met het oog op andere vastelanden te
willen uitbreiden, legt Rusland er zich veeleer op toe,
zijne krachten samen te trekken. De Russische regeering
heeft zich ontdaan van de uitgestrekte gewesten, welke
zij in Amerika bezat. Heeft zij het groote eiland Sag-
lialin, waarvan zij reeds de helft bezat, geheel in haar
bezit gebracht door voor het overige de groep der
Knurile aan Japan af te staan, dan geschiedde zulks
met liet doel om op dit dorre land eene strafkolonie
te vestigen, welke weinig geschikt is om de hebzucht
eener mededingster te prikkelen. Wat de Aland-eilanden
in de Baltisehe zee betreft, hunne ligging in eene zee,
welke geregeld dichtvriest, sluit alle mogelijkheid eerier
duurzame bezetting door een vijand uit. Men verwacht
dus niet, Rusland te zien deelnemen aan de koloniale
beweging, welke tegenwoordig bijna al de mogendheden
noopt om over de gelieele uitgestrektheid des aardbols
zich de beschikbare landen toe te eigenen. Met zijn
uitgestrekt aziatisch Rijk heeft het gelegenheid genoeg
om zijn uïtzettingsvermogen uit te oefenen. Het moet
dien vermagerden gewesten, voorheen het middenpunt
der wereld en het reservoir der historische rassen,
leven en beschaving hergeven: dat is niet het werk
van één dag. Ook van Rusland zou men, naar de in
een van 's heeren Bismarcks laatste redevoeringen aan
gehaalde uitdrukkingen, kunnen zeggen, dat het eene
«verzadigde" mogendheid is, wie niets meer te doen
staat dan haar gebied onkwestbaar te maken en er
de toegangen van te sluiten."
Zwitserland.
Onlangs zijn herhaaldelijk wanordelijkheden voor
gekomen in het stadje Stabio, kanton Tessino. De
aanleiding daartoe was de volgende. Wijlen mgr. Lachat
had te Stabio een pastoor benoemd, te-ren wiens aan
stelling verscheiden leden van den gemeenteraad in
verzet kwamen. Onder de leden bevond zich president
Belloni, die den hoogsten toon had in de aanvallen op
den geestelijke, en die zich in hatelijke bewoordingen
had uitgelaten tegen de vrouwen van Stabio, die de
aanstelling van den nieuwen pastoor hadden gewenscht.
De vrouwen waren in haar eer gekwetst en zwoeren
wel te zullen zorgen, dat Belloni geen voet meer in
het Raadhuis zou zetten. Zij hielden woord; want
telkenmale als hij het gebouw naderde, stonden zij,
met stokken gewapend, hem dreigend in den weg.
Dat ging zoover, dat hij zich eindelijk niet meer op
straat durfde vertoonen. Verleden Vrijdag kwam het
zoover, dat men Belloni, wiens tegenwoordigheid in
het Raadhuis onmisbaar was, met de gendarmerie liet
halen. Nauwelijks was echter de man buiten, of er
ontstond een bloedige botsing, waarbij de gendarmen
gebruik moesten maken van hun wapenen en eenige
vrouwen werden gewond. Belloni werd insgelijks gewond
naar zijn woning gebracht.
Engeland.
Ook het laatste nomrner der Fortnightly Review
bevat een interessant artikel over den tegenwoordigen
toestand der Europeefiche politiek. Voor den schrijver
wordt Sir Charles Dilke gehouden. Hij heeft zich ten
doel gesteld achtereenvolgens te schetsen, welke positie
iedere mogendheid inneemt en ditmaal behandelt hij
Frankrijk. De eenige mogendheden, zegt hij, van welke
men kan vermoeden, dat zij tot een oorlog kunnen
aanleiding geven, zijn Rusland en Frankrijk en van
het laatste land gelooft hij het niet. Zij, die er tegen
woordig aan het bewind zijn, vreezen den oorlog, omdat
zij weten, dat hij waarschijnlijk noodlottig zou zijn
voor de republiek. Een zegepraal zou een nieuwen
Napoleon doen opstaan, een nederlaag zou dooi' den
val van den regeeririgsvorm worden gevolgd. Nu is
het de vraag, of generaal Boulanger tot oorlog voeren
zou kunnen dwingen. Aan zijne populariteit kan niet
worden getwijfeld. Hij is populairder dan Gambetta
ooit is geweest; misschien is na den eersten Napoleon
alleen Lafayette in 1830 met hem te vergelijken. Ge
lukkig haakt generaal Boulanger volstrekt niet naar
oorlog. Ook het isolement van Frankrijk is gunstig
voor het behoud van den vrede.
F r a n k r ij k.
Het artikel van de Duitsohe Post tegen generaal
Boulanger, waarvan de slotsom was,-dat, ondanks alle
vredelievende verzekeringen, alleen de aftreding van
den Franschen minister van oorlog het gevaar van
oorlog kan afwenden, heeft te Parijs groote ongerust
heid gebracht. Men herinnert zich riog zeer goed, dat
hetzelfde blad in 1870 het eerst met een artikel kwam,
waarvan het opschrift luidde.«Krieg im Sicht", op
een oogenblik, dat niemand zich den hachelijken toestand
bewust was.