ZÏERIKZEESCHE COURANT.
voor het arrondis- sement Zierikzee.
1887. No. 7. Zaterdag 22 Januari.
90ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Binnenland.
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND,
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden f 1,-. Franco per post f 1,-.
Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad '10 Cent.
PRIJS DER ADVERTENTIE N:
Per gewone regel 10 Cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 Cent.
Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. LAKENMAN.
ZIERIKZEE, 21 Januari '1 88 7.
Thans hebben ook een 100-tal kiezers voor leden
van de Tweede Kamer zich bij adres tot dit Staats
lichaam gewend met verzoek, dat in de tabel, voor
komende in het wetsontwerp tot verandering in de
additioneele artikelen van de Grondwet, zoodanige
wijziging worde gebracht, dat de gemeenten Ooltgens-
plaat, Den Bommel en Stad aan 't Haringvliet, niet
worden gevoegd bij het district Brielle, waarmede zij
niet de minste belangen gemeen hebben, maar ge
laten bij het district Zierikzee, waartoe zij reeds 35
jaren hebben behoord, en waarmee zij in alle op
zichten dezelfde belangen en veelvuldige punten van
aanraking hebben.
Naar het Vaderland verneemt hebben zich totnogtoe,
voor de reeds 4 weken geleden opengevallen, toch
waarlijk niet te versmaden betrekking van griffier bij
de Rechtbank te Zierikzee, pas drie kandidaten bij de
leden van dat college aangemeld.
Volgens eene mededeeling van het Gron. Weekbl.
is te Groningen een man overleden, die in den
hoofdelijken omslag was aangeslagen tegen een jaarlijksch
inkomen van f 6000. Bij zijn dood bleek dat hij
anderhalf millioen naliet.
De Spectator beeldt op zijn laatste plaat dr. Kuyper
af, bezig de cijfers van het jaaital 1816 om te zetten
in 1618, door de 1 en de 6 vóór de 1 en 8 te
plaatsen.
Het onderschrift luidt«Och, het is toch maar een
cijferkwesti e."
Domela Nieuwenhuis was Dinsdagavond laat opge
roepen om zich Woensdagochtend 10 ure bij het
parket aan te melden tot het ondergaan van zijn straf.
Dit werd Woensdagochtend in een rouwbulletin van
Recht voor Allen in Den Haag hekend gemaakt, met
het heimelijk doel om de nieuwsgierigheid van het
publiek op te wekken.
Werkelijk waren velen, meest werkeloozen, naar
het gebouw der rechtbank getrokken.
Op een lang na het bepaalde uur verscheen de
leider niet.
De politie kwam intusschen te weten dat hij zich
met een paar honderd partijgenooten in Walhalla
ophield.
Tegen 11 uur werd hij daar in hechtenis genomen
en per gereedstaand rijtuig voorloopig naar het huis
van bewaring op de Prinsengracht overgebracht.
Domela Nieuwenhuis was werkelijk ontsteld toen
hij aanzegging kreeg de justitie te volgen.
Op zijn weg van de zaal naar het rijtuig ver
zuimde hij niet menigeen onder zijn aanhangers nog
een handdruk te geven.
De politie had maatregelen genomen, dat de ge
vangene in zijn rijtuig niet kon worden gevolgd door
de menigte, die weldra uiteenging, ook op de Vijver-
weg, toen zij vernam dat Domela reeds uit Walhalla
in de doos gestopt was.
In de Friesche couranten bieden zich flinke schaatsen
rijders aan als voorrijders voor dames en heeren,
alsmede tot het geven van onderwijs aan kinderen
en volwassenen. Een heer te Groningen, die met een
viertal dochters is gezegend, heeft zulk een voorrijder
voor dezen winter geëngageerd tenen f 5 per dag,
zoolang het vriezend weer is. Daarvoor moet hij de
dames brengen, waarheen zij verkiezen, en iederen
avond weer thuis leveren.
Een Nederlander won den eersten prijs!
Bij den wedstrijd op schaUsen te Hamburg reed
A. van den Berg uit Benthuizen de baan (1609 Meter)
af in 3 min. en 164/s sec. en won daarmede den
eersten prijs.
De baan van 3500 Meter werd afgelegd door den
Zweed Harald Hagen in 7 min. 26VG sec. en won
hij daarmede het »meesterschap van Duitschland."
De Fries Veninga legde dien afstand af in 7 min.
37 sec.; de Hollander Arie van den Berg in 8 min.
31 sec. en de Fries Kingma in 8 min. 34 sec.
Uit Rotterdam wordt geschreven:
Wat eene teleurstelling! Na al de wederwaardig
heden, bij de voorgenomen hardrijderijen te Slikkerveer
reeds ondervonden, nu ten slotte kras dooiweer, nadat
de strenge vorst van de vorige dagen zooveel hoop
had gegeven. Heden was het de dag, voor de lief
hebbers (of zooals het in de sparttaal heet, de
amateurs) bestemd. Maar het ijs was door den dooi
in een onmogelijken toestand gebracht. Er lag eene
laag pap op. Met botte schaatsen was het nog even
te berijden, maar scherpe schaatsen eischen eene
spiegelgladde en harde baan.
Het bestuur van den Ned. Schaatsenrijdersbond
en de eigenaars van de baan hebben alles gedaan
wat zij konden doen om de baan bruikbaar te maken,
maar de wintervorst had nu eenmaal besloten om
dit feest in de war te sturen. Er was anders lief
hebberij genoeg. Vele aanzienlijke voorstanders van
ijssport, uit binnen- en buitenland, waren aanwezig,
en het publiek was op de beide terreinen, voor toe
schouwers bestemd, vrij talrijk. Men had er zich nu
eenmaal op gespitst om dit zeldzame schouwspel bij
te wonen, en liet zich door het slechte weer niet
afschiikken.
Voor de ontvangst van H. M. de Koningin en het
Prinsesje was op vorstelijke wijze gezorgd. Eene
afzonderlijke tent was ten gebruike van H. M. ingel icht
met kostbaar meubilair en behangen met fraaie
gordijnen. Onder de teleurstellingen van den dag was
de grootste, dat II. M. en de Piinses zich dooi' het
ongunstige weer hadden laten weerhouden om naar
Slikkerveer te reizen. Van de fraaie tent werd nu
door eenige dames gebruik gemaakt.
Hagen en Werner, de twee beroemde buitenlandsche
schaatsenrijders, waren met baron de Salis, het
ijverige bestuurslid van onzen schaatsenrijdersbond,
terstond na afloop der wedstrijden te Hamburg naar
Slikkerveer gereisd en aldaar tijdig aangekomen. Zij
waren beiden op schaatsen op het terrein. Hagen zou
echter eerst den tweeden dag, bestemd voor beroeps-
rijders, mededingen. Heden bewoog hij zich onder de
toeschouwers. Werner, de doofstomme rijder, legde
reeds heden proefen af van zijne kunst, hoe slecht
het ijs ook was. Hij is inderdaad een meester in het
schonnrijden, zooals er misschien geen tweede bestaat.
Wat hij op schaatsen doet, wekt bewondering en
verbazing.
Vijf buitenlanders, de heeren Crollman uit Drontheim,
Waldfried uit Christiania, Straathuis uit Hamburg en
de beide broeders Tebbit uit St. Ives (Engeland)
waren voor heden onder de deelnemers ingeschreven;
de overige mededingers waren allen Nederlanders,
uit verschillende provinciën van het land. De broeders
Tebbit, wier reis hierheen vertraagd was door den
mist, waren te 1 uur nog niet aanwezig; ook
Waldfried was weggebleven; Grollman en Straathuis
zagen wegens den toestand van het ijs van hun
voornemen om mede te dingen af. Nog even bijtijds
echter arriveerden de beide Engelschen, tot groote
vreugde van hunne aanwezige landgenooten. Zij waren
terstond gereed om de schaatsen onder te binden en
met de Nederlandsche heeren in het strijdperk te
treden.
Volgens het oorspronkelijke programma zou de
hardrijderij aanvangen te 10 uren; heden werd die
op 11% uur gesteld, uit vrees dat de reis naar
Slikkerveer te lang zou durenen ten slotte begon
men eerst te ruim 1 uur, omdat er anderhalf uur
verloren ging met het schoonmaken van de baan en
met delibereeren of men zou uitstellen of niet. Het
geduld der toeschouwers werd dus wel op eene harde
proef gesteld. Zij die op schaatsen waren, vermaakten
zich intusschen met rijden op de bijbanen, maar veel
genot was daaraan niet verbonden van wege de
weekheid van het ijs, en menigeen maakte eenige
buitelingen, wat dubbel onaangenaam was omdat er
zooveel water op het ijs stond.
De uitslag werd u uit Slikkerveer, of eigenlijk uit
Ridderkerk, geseindte Slikkerveer kon men alleen
telephoneeren. Een naam schijnt verkeerd overgebracht
te zijn. De winner van de derde prijs namelijk is niet
de Noordsche god Pau, maar heet Pander, een
ongeveer 25jarige Haarlemmer.
Charles Tebbit, die de gouden medaille won (waaraan
het meesterschap van Nederland verbonden is), is
een ruim 20jarige Engelschman. Hij en zijn broeder
waren op reis hierheen vergezeld van hunne ouders,
die beiden mede op schaatsen op het terrein waren.
Dit schijnt dus eene schaatsenrijdende familie te
zijnTebbit heeft flink gereden, maar hij was toch
den heer W. J. van Vollenhoven uit Kralingen slechts
3/5 seconde voor, zoodat deze rijder de eer van den
dag met hem deelt.
Willem van Vollenhoven is een onzer beste sportsmen.
Hij is onder de roeiers van onze roei- en zeilvereeniging
»De Maas" een der krachtigsten, en heeft herhaaldelijk
bij roeiwedstrijden prijzen behaald. Hij is ook een
vlugge wielrijder en maakte heden met zijn jongen
broeder op een tandem de reis van Kralingen naar
Slikkerveer; een vermoeiende tocht, die hem even wei
niet belet heeft om de eer der Nederlandsche hard
rijders op schaatsen heden op de loffelijkste wijze te
handhaven, zelfs niettegenstaande hij met Pander nog
een extra-kainprit had te maken. Na afloop der
wedstrijden was bij hem van overspanning niets te
merken, terwijl anderen uitgeput aan het einddoel
aankwamen.
Van den wedstrijd tusschen beroepsrijders zal, nu
de dooi sterk aanhoudt, wel niets komen. Voor allen,
die zich terecht juist daarvan het meest hadden voor
gesteld, eene smartelijke teleurstelling, üe gelegenheid
om Hagen en Straathuis hier te lande tegen elkander
te zien rijden, komt misschien nooit weer.
De redacteur van het Sociaal Weekblad geeft reken
schap, waarom hij, die twaalf jaren geleden ten aanzien
van den eisch om ook de niet-beziltenden tot de ver
kiezing der vertegenwoordiging in staat en gemeente
toe te laten, schreef, dat toegeven daaraan een onver
geeflijke politieke fout zou zijn, thans tot de tegen
overgestelde opvatting is bekeerd. De schr. meent dat
het bestaande in zake kiesrecht voor geen betere
kenschetsing vatbaar is dan met het beeld der voogdij
schap. Hij betoogt nu, dat de staatkundige voogdijschap
onzer huidige kiezers te kort geschoten is op menig
gebied: op dat van volksonderwijs, van vakopleiding
der aanstaande werklieden, van belastinghervorming,
van 's lands weerbaarheid, van de arbeidswetgeving
na die ervaring is hem de moed ontzonken om het
stelsel van staatkundige voogdijschap te verdedigen.
«Gaarne genoeg zouden wij het op den dag van
heden doen gelijk voorheen; want blind zijn wij niet
voor de gevaren, die een algemeen of aan algemeenheid
grenzend kiesrecht bergt in zijn schoot Wie er gouden
bergen van dronmen, zullen bedrogen uitkomen; en
bij den gebrekkiger! stand der volksbeschaving zal het
heel wat teleurstelling brengen op zijn beurt. Doch
bezorgheid voor zijn werking alleen, rechtvaardigt niet