bezoeker ging aan het tellen en vond er vijf." »Dat is onze kanker", ging de directeur voort, «al het goeds, dat wij trachten te stichten, wordt hierdoor teniet gedaan. Het aantal kroegen vermeerdert in rechtstreeksche verhouding van de opofferingen die j wij ons getroosten. Zoodra wij het loon verhoogen en daardoor onze voortbrengselen duurder maken, verrijzen er nieuwe kroegen, om van die nieuwe loonsverhooging partij te trekken. Hoe zou de werkman aan de ver zoeking yan den drankduivel kunnen weerstaan, als hij, om naar de mijn te gaan, twintig kroegen voorbij komt, die reeds bezet zijn door zijn kameraden, welke hem uitnoodigen om een glaasje met hen te drinken? De werklieden houden zich goed voor vijf of zes kroegen, maar bij de zevende gekomen, bezwijken 2ij noodlottig voor de verleiding. Ziedaar waar een goed deel van het arbeidsloon blijft, soms ook de spaar penningen van het huisgezin. En toch zijn de Fransche werklieden geen hardnekkige dronkaards. Indien zij zekeren afstand moesten afleggen,, om een kroeg te bereiken, zouden zij het drinken laten en rustig naar huis terugkeeren." Bulgarije. In een der Bulgaarsche bladen, de Swoboda, wordt versing gegeven van de toedracht der zaak van den kavas te Philippopel, die het voorwendsel opleverde voor het vei trek van generaal Kaulbars uit Bulgarije. De Russische consul te Philippopel, de heer Igelström, ontving bericht, dat een zijner kavassen, Nicolaas genaamd, op het bureau van politie was gebracht door Bulgaarsche gendarmes, wegens door hem in dronkenschap gedane bedreigingen met een revolver. De consul zond den kavas om Nikolaas te halen, maar deze wilde niet medegaan, zoodat aan Christo een gedarnie moest worden medegegeven. Zij brachten samen hem naar den consul, die hem vroeg wat er geschied was. Nikolaas zeide, dat de Bulgaren hem hadden willen verworgen, waarop de consul zijn hals onderzocht en. hem toevoegende «gij liegt", bevel gaf, hem een pak slaag toe te dienen. Dat ontving hij dan ook van zijn kameraad Christo, terwijl de gendarme hem vasthield. Dat deze zich daartoe niet had moeten leenen, noch op verzoek van Christo, noch op bevel van den consul, wordt door de Bulgaren eikend; maar voor het overige begrijpen zij nog niet, waarom generaal Kaulbars voor het gebeurde eene voldoening verlangde en nog minder, waarom de kavas Nikolaas van den Czaar een ridderorde ontving. J >uitsclila nel- Tegen het streven in Duitschland, alle vreemde woorden uit de taal te verdrijven, heeft bij de opening van het laatste semester te Tubingen de YVuriem- bergsche kanselier von Rüinelin eene verstandige waar schuwing uitgesproken. Niet alleen voor de zoogenaamde technische termen brak hij eene lans, maar ook voor nog vele andere vreemde woorden. In het belang van het internationaal wetenschappelijk verkeer zouden de technische termen wel behouden blijven, maar ook zonder die waren er volgens dien spreker mg omstreeks 5000 eigenlijk gezegde vreemde woorden, waarvan beschaafde Duitschers zich bedienen, omdat zij door een Duitsch woord niet goed te vervangen zijn. Dat moge hun verwonderen, die het aantal Duitsclie woorden met Grim op 216,000 stellen en de Fransche woorden schat op niet meer dan de helft van dat cijfer. Maar di'. von Rümelin toonde aan, dat die zoogenaamde rijkdom der Duitsclie taal grootendeels op rekening kwam van de samengestelde woorden en dat het Duitsch niet meer dan 3000 wortelwoorden telt, tegen 4500 in het Fransch en nog veel meer in het Engelsch. Voor nieuwe zaken, denkbeelden, uitvindingen enz. had de taal bij het steeds toenemend verkeer in de laatste eeuwen telkens behoefte gehad aan woorden, die men aan andere talen ontleende, omdat de eigene ze niet bezat, en nu gaat liet niet aan, ze allen te verdringen door nieuw gevormde, welke dikwijls niemand dan de samensteller der nieuwe woorden verstaat. De zoogenaamde taalzuiveraars hebben van de taal een veel te geringen dunk. Zij laat zich niet door enkelen dwingen. Zelfs de goede voorstellen tot ver- duitsching toonen de moeielijkheden der zaak het duidelijkst aan. Al is een vreemd woord toevallig goed verduitscht, dan kan dat riiet altijd even goed geschieden met de daarmede verwanie en daarvan afgeleide woorden. Dikwijls ook wordt hetzelfde Duitsche woord aanbevolen voor een reeks van in beteekenis iets verschillende vreemde woorden. Daarmede gaat fijnere onderscheiding verloren, en wie deze verbiedt, belemmert het denken. <»emeii»<l Buiteiilsiiidseli Nieuws. Het verslag, dat Moryenbladet van den te Chris- tinnia gehouden wedstrijd op schaatsen tusschen Paulsen en Hagen geeft, komt hieiop neder, dat Paulsen de baan van 5000 nieter (12'/2 rondgangen) in 10 min. 55"2/5 sec. aflegde, Hagen in 10 min. 553/s sec. De baarr van 1600 meter (4 rondgangen) werd door Paulsen in 3 min. 18"2/5 sec. en door Hagen in 3 min. 183/5 sec. afgelegd. Paulsen overwon niet dan met de grootste inspanning in de beide ritten, en was slechts eene schaatslengte voor. De rijders bevonden zich na den afloop beiden in betrekkelijk goeden toestand. De wedstrijd werd door 6000 a 7000 menschen bijgewoond. De gedachtenlezer Cumberland heeft zijne kunst- stukjes ook beproefd met Dumas, van wien hij ver klaarde, dat hij het lastigste srrjet was, dat hij ooit had gehad, ofschoon het gedachtenlezen ook bij hem is gelukt. Dumas verklaart de poging echter voor mislukt. «Geen enkele poging van dien aard", zegt hij, «zal met mij of met iemand anders gelukken, die niet de noodige lichtgeloovigheid en zenuwachtigheid bezit." In Parijs werd onlangs eene verkooping gehouden van de nalatenschap eener overleden aristocratische vrouw. Onder de voorwerpen, die verkocht werden, was ook een haarlok van de ex-keizerin Eugenie, die deze bij haar huwelijk met Napoleon JII aan die dame geschonken had. Niemand deed een bod, totdat eindelijk de lok voor den prijs van drie francs overging in het bezit van een kapper, die haar kocht met het doel, om naar hare rood-goude tint een haarkleurmiddel te vervaardigen. Aan de kantonnale zelfstandigheid bij 't uitoefenen van recht in strafzaken heeft een Zwitsersche dief hen het te danken, dat hij tot 44 jaar gevangenisstraf is veroordeeld. Daar hij in verschillende kantons ge stolen had, kreeg hij in Lucern 10, in Zürich en Aargau elk 8, in Schweiz 6, in Basallarid en Zug elk 5 en in Glarus en St. Gallen elk 1 jaar tucht huisstraf. Te Thurgau moet zijn vonnis nog uitgesproken worden. Al dezen straftijd moet de dief in de ver schillende kantonnale gevangenissen doorbrengen. Was zijn zaak voor slechts één rechtbank behandeld, dan had hij hoogstens 15 jaar gekregen. Een aardige jonge huishoudster had Matthew West- brook, een rijke boer te Greenfold (Noord-Amei ika) in zijn dienst genomen. Reeds na koiten tijd wilde zij hare betrekking verlaten en verlangde haar loon, dat haar evenwel werd geweigerd. Zij riep nu rechter lijke hulp in en verscheen n.et den beklaagde voor den rechter. Westbrook liet een wagenvracht huisraad en af braak in de zaal dragen. «Kijk nu dit venster eens aan. mijnheer de rechter", begon hij, «het is in zes maanden niet schoon gemaakt en hier dezen spiegelEn dan dit stuk plank uit de zoldering dei- keuken, het is zoo zwatt als roet Ze heeft niets gedaan dan gedichten gelezen, UEdelachtbare, en beproefd mij op haar verliefd te maken; maar dat lukte niet. Karnen deed ze niet en de room wierp ze weg. Hier zijn borden en pannen. Je kan er wel lijm van koken. En al het glaswerk dat zij gebroken heeft!" Maar hoe welsprekend deze stomme getuigen ook mochten zijn, meer welspiekend waren de mooie oogjes van het huishoudstertje. De smeekbede, die de rechter er in las, roeide zijn gevoelig hart, en Westbrook moest het meisje geven, wat zij vorderde, terwijl hij bovendien nog tot de kosten van het geding werd veroordeeld. De invloed der jaargetijden op de misdaden. De Duitsche statistiek van misdaden heeft het ver band nagegaan, dat er bestaat tusschen de misdrijven en het jaargetijde, waarin zij gepleegd worden. Hieruit blijkt, dat in Duitschland de meeste misdrijven in het najaar worden begaan, de minste in het voorjaar, terwijl de getallen voor den zomer en den winter geheel dezelfde zijn. Worden de strafbare handelingen groepsgewijze beschouwd, dan blijkt dat aanrandingen, verwondingen en dergelijken 't meest des zomers gepleegd worden; van de '129,193 veroordeelingen kwamen er 36,335 voor het zomer kwartaal, en slechs 26,096 voor den winter; voor de lente en den herfst stonden de getallen tamelijk gelijk. Geheel anders echter was het met de groep diefstal, oplichterij en dergelijke. Zij worden het meestin den winter gepleegd; van de 198.443 misdrijven dezer soort komen er 55,496 voor den winter en slechts 45,398 gevallen voor den zomer. Wat betreft de misdrijven tegen den staat, den godsdienst en de openbare orde, zij bereiken hun grootste aantal in den zomer, en hun minimum in den winter; tusschen herfst en voorjaar is het onderscheid niet groot. Reeds hieruit blijkt, ook zonder I dat men in de verdere details van de afzonderlijke vergtijpen treedt, dat de strafbare handelingen, die uit nood of hebzucht voortspruiten, veel meer gepleegd worden in den herfst en den winter, dan in 't voorjaar of den zomer, terwijl die, welke haar grond vinden in hartstochtelijke opwelling en drift, juist het tegenovergestelde aanwijzen; zij worden het meest in den zomer gepleegd, de andere in den winter. De reden hiervan is niet ver te zoeken. Des winters is de gelegenheid voor voldoende verdiensten niet zoo groot als in den zomer, aan den anderen kant zijn j de behoeften grooter; het is dus begrijpelijk, dat j diefstal en afzetterij des winters het meest voorkomt. De groote hitte in den zomer geeft aanleiding tot uitbarstingen van diift en hartstocht, vooral op sexueel gebied; ook zelfmoorden komen in het warme jaar getijde het meest voor. Door berichten van de ontdekkers der Congo is het reeds lang bekend, dat er in het Congo-gebied verscheidene stammen van dwergen zijn. Reeds in 1870 zag Geoige Schweinfurth tot zijne verwondering bij Mounza een grijsaard, die 1,30 M. lang was; eenige dagen later zag hij nog meer dwergen, en toen hij bij een naburig vorst vertoefde, zag hij een geheel regiment van dwergen, die alle met kleine lansen en pijlen gewapend waren. Sedert hoorde men veel van dwergen en dr. Wolff zag op zijn reis dorpen, die uitsluitend door dwergen waren bewoond. Elke stam heeft zijn dwergendorp, waarvan de be woners zich uitsluitend toeleggen op de jacht en het maken van palmwijn. Gewoonlijk leven zij geheel op zichzelf; somtijds verbinden zij zich echter met de grootere rassen. Deze dwergstammen vormen geen volksstam meerze zijn onder de andere volkeren verstrooid en zijn ongetwijfeld de overbrengselen van een vroegeren volksstam. Op een soirée werd een jong man aan een heer voorgesteld als «doctor". Aan 't souper komen ze toe vallig tegenover elkaar te zitten. Zij spreken over het een of andere onderwerp, maar uit liet gesprek kan de heer niet wijs worden of hij in zijn vis a vis een doctor in de medicijnen of in de rechten moet zijn. Om zekerheid te bekomen doet hij de fijne vraag: «Waarde doctor, zijt gij gewoon om een proces lang of kort te maken?" Een Duitsch blad weet te vertellen van een, die het hart zijner moeder in zijn portemonnaie had. Het was een voorname jonge Griek, die reeds langen tijd tot de klanten behoorde van een welbekenden boter en kaashandel te Berlijn en er smaak in vond, hetgeen hij aan boter en kaas enz. noodig had eiken dag in hoogst eigen persoon te komen halen. Onlangs verscheen hij weder in den winkel en wel tegen zijn gewoonte zeer neerslachtig. Hij vertelde den winkelier, dat hem een zwaar onherstelbaar verlies had getroffenhij had namelijk zijn portemonnaie verloren. De portemonnaie bevatte een groote som geldsdat kon hem echter niet veel schelen; maar ze hield ook een kleinood in, dat hmi boven alles dierbaar was. Gelukkiir en toe vallig was er den vorigen dag in den winkel eene portemonnaie gevonden, die nu het eigendom bleek van den jongen Griek. Deze was buiten zich zelve van vreugde, «want," zeide hij en haalde een opge vouwen stukje papier uit een der vakjes te voorschijn, «hierin is het hart mijner moeder." Voorzichtig ont vouwde hij het papier en toonde zijn schat: een weinig asch. Troonpretendenten. Sedert maanden wordt er gezocht naar een vorst voor een vacanten troon. Er heeft wel is waar geen advertentie in de bladen gestaan «Een vorst gevraagd voor Bulgarije. Hij zal zich vooraf moeten verzekeien van de toestemming van de Euro- peesche mogendheden en vooral van Rusland", doch men verbeeldt zich toch dat er al haast aangeklopt is bij iedereen, die in aanmerking zou kunnen komen. Men vergist zich, zegt de Neue freie Presse, want volgens de zoo juist vei schenen statistiek, zien wij dat er 408 prinsen van den bloede zijn, bevoegd tot regeeren doch zonder troon. Het bloeiendste vorstenhuis is wel dat van Holsteiu, waartoe de dynastieën van Rusland, Denemarken, Griekenland en Oldenburg behooren. Rusland telt 25 prinsen, Denemarken 13, Griekenland 4. Daarop volgt het Wettinsche huis, waartoe behooren het koninkrijk Saksen met 6, Weimar niet 11, Coburg met 9, Engeland met 8, België en Portugal elk met 4 prinsen. Overvloed van dergelijke titularissen heeft vooral het nietregeerenile huis Bourbon, namelijk 47 18 daarvan behooren tot de Fransche linie, 11 tot de Siciliaansche, 5 tot de Panneznansche, 13 tot de Spaansche linie. Wie wist dat er 35 vorsten en graven van Lippe zijn? liet huis Habsburg-Lotharingen telt 33 aartshertogen en het Beiersche huis Wittelsbach 23 prinsen. De huizen Hohenzollern, Reuss en Lichten- stein tellen elk 20 prinsenHessen en Weideck elk een dozijn en Scbauniburg 10. Daarentegen hebben de vorstenhuizen van Italië en van Wurtemberg elk slechts 9 mannelijke leden; Baden slechts 6; Montenegro 3 en Servië slechts 2. Aan vorstenhuizen verwante en daarmede «eben- bürtige" families hebben daarenboven nog een reserve van 724 mannelijke leden, die zeer goed voor den troon van Bulgarije in aanmerking zouden kunnen komen. Toch moesten de Bulgaren kerstfeest vieren zonder vorst. Laat ons hopen, zegt de Pressedat het Grieksche kerstfeest (dat op Driekoningen valt) de Bulgaren een vorst en ons misschien rust j brengt.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1887 | | pagina 3