Burgerlijke Stand te Zierikzee.
uwing
laiaan
roepen
markt
achtig
ningin
i voor-
illende
en ter
lomen,
iarine,
onalen
liuxley
Archer
B e 1 g: i e.
Stanley, die op het oogenblik in Amerika vertoeft,
heeft een telegram van den koning der Belgen
ontvangen betrekking hebbende op een nieuwe expeditie
naar Afrika voor de bevrijding van Emin-Bey. Woensdag
ging Stanley reeds scheep naar Europa.
Denemarken.
Maandag is te Kopenhagen overleden de heer Joh.
Nic. Madvig, die niet alleen als uitstekend wijsgeer
en kritikus, maar ook als staatsman en staathuishoud
kundige hoog stond aangeschreven. Hij werd op het
eiland Bornholm geboren en doceerde van '1826 aan
die hoogeschool de Latijnsche taal en letterkunde.
Hij behandelde in '1848 reeds als afgevaardigde de
eedsquaestie en werd vervolgens minister van eere-
dienst wat hij tot in 1851 bleef. Van '1854 beurte
lings lid der Kamers wendde hij zijn grooten invloed
aan ten gunste van zijn land. Nog kort geleden
wilde hij in den strijd der partijen zijn oordeel uit
spreken, zijn tijd was echter voorbij en niemand
hoorde meer naar hem.
Gri-ielienlancl.
Een prachtig weer heeft te Athene de feesten der
meerderjarigverklaring van den kroonprins Constantijn
begunstigd. De straten waren schitterend versierd. Op
den tocht van het koninklijk paleis naar de kathedraal,
waar de 18jarige prins den eed heeft afgelegd, werd
hij met geestdrift door de bevolking toegejuicht. De
deputaties der Grieksche provinciën van Turkije werden
mede luide toegejuicht. De koning en de kroonprins
hebben van het balcon van 't paleis het woord gericht
tot de menigte. Des avonds was er aan het hof een
gala-feestmaal en daarna een groot bal. De stad was
prachtig verlicht.
Gemengd ttuiteiilaiiriscli Nieuws.
De Parijsche élite heeft een nieuw wintervermaak
uitgedacht. Heeren en dames laten zich op bepaalde
uren in de Parijsche riolen, die, zooals men weet,
reusachtig zijn aangelegd, rondleiden, en bezichtigen,
met fakkels gewapend, deze belangwekkende bouw
werken.
In lange mantels gehuld, dalen de bezoekers in
't hoofdkanaal af; deze tochten worden natuurlijk
onder begeleiding van een gids ondernomen, daar
zulke uitstapjes bij eene plotselinge regenbui of als er
een pijp brak, wel eens gevaarlijk zouden kunnen
worden.
't Moet wel vreemd klinken, als twee voorname
dames elkaar in 't Bois de Boulogne toeroepen«Tot
weerziens van middag in de riolen!"
Dezer dagen kwam eene boerin op het stadhuis te
Klausenburg, eene plaats in Zevenbergen, om den
burgemeester te verzoeken, of zij op eene plaats, die
zij aanduidde, mocht laten graven naar den schat
van Darius. Een toovenaar, die tevens waarzegger was,
had haar verteld, dat op eene diepte, bijna zoo diep
als de kerktoren van Klausenburg hoog is, een on
metelijke schat begraven lag. Als men eenigen tijd
gegraven had, kwam men, zoo verzekerde zij, aan
een trap, die tot heel diep in de aarde leidde en uit
kwam op een ijzeren deur. Door op eene bijzondere
wijze op deze deur te kloppen, sprong ze wijd open;
men kwam dan in een steenen gewelf met twaalf
ijzeren deuren. Aan den wand hingen twaalf gouden
sleutels, die elk op een der deuren pasten. Deze deuren
eindelijk verleenden toegang tot schatkamers, die tot
aan den zolder met goud en edelgesteenten waren
gevuld. Slechts drie menschen (zoo had de waar
zegger gesproken) mogen te gelijkertijd graven; hij,
de onbaatzuchtige, graaft niet mede, want hij heeft
afstand gedaan van alle aardsche goederen
Te vergeefs trachtte men de boerin dezen onzin
uit het hoofd te praten, maar zonder gevolg, want
ze heeft drie gravers gehuurd, die er dapper op los
graven, om de twaalf gouden sleutels en de onmete
lijke schatten te vinden.
Verscheidene medelijdende Parijsche dames hebben
zich tot den vader van Merlatti gewend, met het
verzoek, dat deze van zijn vaderlijk gezag moge
gebruik maken, om zijn minderjarigen zoon het verdere
vasten te verbieden. Het antwoord van papa Merlatti
liet zich lang wachten, maar eindelijk kwam het toch.
Het luidde: »Mijn zotskap van een zoon is den kinder
schoenen ontgroeid; bovendien ben ik geen kinder
meid, die stoute jongens tot eten moet dwingen. Als
het schilderen hem zoo weinig opbrengt, dat hij op
dergelijke manier den kost moet verdienen, per dio!
dan heb ik geen berouw over het duchtig pak, dat
ik hem indertijd om zijn kunstenaarsplanaen heb
toegediend."
Wat een president van de Vereenigde Staten al
niet doen moet. Een blad uit Washington weet te
verhalen dat de heer Cleveland sedert zijn benoeming
tot president 25 pond zwaarder geworden is, tot
groote spijt van zijn jonge vrouw, die met den dag
's mans omvang ziet vergrooten. De president heeft
zich nu tot een jong Zweedsch geneesheer gewend,
die aangenomen heeft hem te zullen dunnen, mits hij
de voorschriften stipteüjk volge, welke hij hem geven
zal. De president moet drie uur daags vlak op den
rug blijven liggen totdat hij aan deze ligging gewoon
is. Alsdan moet hij op den rug liggende zijn beenen
zoo hoog mogelijk naar de zoldering richten, totdat
hij gewoon is het drie uur vol te houden ten slotte
moet hij in die houding met zijn voeten cirkels
beschrijven, en om de tien minuten zich omkeeren.
Als deze kuur afgeloopen is verzekert de geneesheer,
zal de president geen last van dikte meer hebben,
en anders zal hij hem daarna een badkuur met
gymnastische bewegingen onder water laien ondergaan.
Het is nu de vraag of de president er zooveel tijd
zal kunnen afnemen om zijn lichaam te vermageien,
daar hij een der ijverigste presidenten is, welke ooit
in het Witte Huis" gezeteld hebben.
Het hospitaal voor cholera-lijders, dat de paus in
Rome liet bouwen, is van het verkeer met de buiten
wereld zorgvuldig afgesloten.
De vensters zijn van traliewerk voorziendoor
middel van de telephoon kan de directeur gesprekken
voeren met personen in de stad, terwijl de proviand
in een half open cylinder in het hospitaal wordt ge
bracht. Een bron, geheel afgesloten van die, waardoor
het water voor de stad wordt geleverd, voorziet de
inrichting van drinkwater. Tot ontsmetting dient een
ketel met sublimaat. De lijken worden gedurende
eenigen tijd bewaard in een vertrek, dat door stoom
wordt verwarmd en dat door een electrisch toestel
met de directeurskamer is verbonden.
Daar, zooals bekend is, bij choleralijders dikwijls
gevallen voorkomen, dat ze schijndood zijn, worden de
lichamen langen tijd in deze kamer gelaten, op een
bed gelegd en de handen in een soort van koperen
cylinder gesloten, op dezelfde wijze als bij ons de
dames een mof dragen. Door een kunstig uitgedacht
toestel wordt bij de minste beweging van de handen
of van elk ander lichaamsdeel een electrische keten
gesloten, en klinkt er in de kamer van den directeur
een schei, terwijl tegelijkertijd een ander toestel het
nummer van het bed aanwijst. Bij het verlaten der
inrichting worden de kleederen en het bed van den
herstelde dadelijk verbrand en worden hem nieuwe
kleederen gegeven. De ventilatie geschiedt door schoor-
steenen. waarin steeds gasvlammen branden De bouw
van het hospitaal werd in October 1884 begonnen
en geëindigd in April 1885.
De kruistocht, door de Fransche bladen gepredikt
tegen den invoer van kinderspeelgoed uit Duitscbland,
is niet zonder resultaat geweest. Er werden dit jaar
in Duitscbland geen bestellingen gedaan en de Pa
rijsche fabrikanten van dit artikel hebben thans
ongeveer 25000 mannen, vrouwen en kinderen in het
werk. De strijd, dien men tegen het Duitsche bier
voert, heeft echter nog weinig gevolg opgeleverd. De
France herinnert, hoe de Italianen in Lombardije zich
indertijd het iooken ontzegden, omdat zij van geen
Oostenrijksche sigaven gediend bliefden. Een dergelijke
maatregel tegen het Duitsche bier te Parijs schijnt
echter minder goed uitvoerbaar.
De firma Krupp te Essen heeft een middel uit
gedacht, om het vastgroeien van schelp- en koraal-
dieren aan den buitenkant van schepen te voorkomen.
Dit middel bestaat in het vernikkelen van de platen
der buitenhuid.
Een brave, bejaarde schoenmaker uit een der voor
steden van Weenen ving eens op een goeden morgen
twee eenden, die reeds sedert lang hun honger in
zijn tuin kwamen stillen. Hij besloot de arme dieren
te voederen totdat de eigenaar, dien hij overal liet
zoeken, gevonden was. Toen de eenden echter vet
geworden waren en er nog altijd geen eigenaar op
daagde, maakte de brave schoenmaker zich langzamer
hand vertrouwd met de gedachte aan een lekker
gebraad.
Op de mogelijkheid dat de eigenaar nog zou komen,
had hij volstrekt niet gerekend; men kan zich dus
voorstellen hoe hij op zijn neus keek, toen op zekeren
dag een deftig heer met een streng uiterlijk bij hem
kwam en op barschen toon vroeg: »Zijn bij u de
weggevlogen eenden?"
»Ja", antwoordde ke schoenmaker eerlijk, maar een
beetje teleurgesteld, terwijl hij verlegen de glazen van
zijn bril afveegde. «In naam der wet haal ik de
eenden," zeide de onbekende, terwijl bij zich de gouden
adelaar op de borst hechtte. «Goed, goed," stamelde
de oude verschiikt, en hij bracht den «commissaris"
naar het eendenhok. De heer haalde een zak voor
den dag, stopte de eenden er in en vertrok, terwijl
hij den schoenmaker welwillend verzekerde, dat hij het
voedergeld aan 't bureau van politie kon komen halen.
Toen de oude man dit den volgenden dag wilde doen,
wist men niets van de heele zaak, en hij kon gaan
met de overtuiging, dat hij was opgelicht. Woedend
ging onze schoenmaker naar huis, en eenige dagen
later kreeg hij een pakje met de overblijfselen van
de eenden en een koperen doekspeld in den vorm
van een adelaar. Toen werd de schoenmaker een
menschenhater.
Mag eene vrouw zich in 't publiek begeven in
mannenkleeren?
Deze vraag had de rechtbank te Dantzig in den
loop der vorige week te beantwoorden. Een jonge
weduwe van goede familie, die zich van tijd tot tijd in
het openbaar als man gekleed vertoonde, was door den
kantonrechter wegens openbare schennis der eerbaar
heid tot 30 Mark boete veroordeeld.
Zij eischte nu voor de rechtbank, waar zij in mannen-
kleeding haar eigen zaak kwam verdedigen, vernietiging
van het vonnis; zij vertelde, dat ze reeds als kind in
jongenskleeren placht te loopen en dat de mannen
kleeren haar veel aangenamer waren, vooral in hare
tegenwoordige betrekking van kantoorbediende.
De rechtbank vond in het nette costuum, dat de
jonge dame droeg, niets onvoegzaams, vernietigde
het vonnis van den kantonvechter en sprak de manne
lijke schoone vrij.
KUNSTNIEUWS.
Zierikzee. Woensdag j.l. werd het aangekondigde
Concert van den heer Ezerman gegeven, en zoo wij
vertrouwen zeer ten genoege van het vrij talrijk
opgekomen publiek.
Gaf de uitvoering stof tot algemeene tevredenheid,
zij gaf mede bij vernieuwing het bewijs, dat met
eenige samenwerking ook met eigen kracht wel iets
goeds ten beste kan worden gegeven. Het muziek
gezelschap «Kunst en Eer", zoowel als de Mannen-
Zangvereeniging «Luctor et Emergo", toonden dien
avond ieder voor zich, wat met eenige studie en
goeden wil kan worden gedaan. Tevens komt een
woord van lof toe aan den heer M., van Rotterdam,
voor zijn zeer verdienstelijk spel op de piano. In één
woord, wij kunnen den Heer Ezerman geluk wenschen
met den goeden uitslag van het gegeven Concert en
hopen dat hij hierin aanleiding moge vinden, gedurende
dezen winter, meermalen ons een dergelijken genot
vollen avond te verschaffen.
Wij vernemen, dat den 28sten dezer maand de
Afdeeling Zierikzee der Maatschappij tot Bevordering
der Toonkunstharen Leden en Dames eene Soirée-
Musicale denkt aan te bieden. Voor de bijzonderheden
verwijzen wij naar de advevtentiën der volgende week
en de programma's.
Een tweede Soirée zoude in Februari of Maart e.k.
plaats hebben.
Ingevolge de bepalingen der Algemeene Wet der
Maatschappij kan (behoudens uitzonderings-gevallen)
alléén aan LedenDonateurs en Dames, kosteloozen
toegang worden verleend. Zij, die geen Leden of
Donateurs der Maatschappij zijn, kunnen dus niet
worden toegelaten. Voor het verkrijgen van het Lid
maatschap wende men zich derhalve tot de Bestuurs
leden (in casu óók tot den Bode der Afdeeling).
Indien stormen en verbrokene communicatie ons
geen parten spelen, kan de Portefeuille van Arti et
Amicüiae nog vóór het einde dezes jaars ter expositie
alhier komen.
K e r k n i e ii w s.
Dr. E. H. van Leeuwen, beroepen kerkelijk hoog-
leeraar te Utrecht, nam Zondag j.l. afscheid van de
gemeente Zutfen en van zijn werkkring als predikant,
met eene leerrede, die tot tekst had, Col. '1 16Z>
en vers 17&.
Van 10-17 Deo. 1886.
Geboren:
Een dochter van J. C. Verschuur en M. Berrevoets.
G. J. Bakker en J. van der Wekken.
zoon C. Schults en J. P. de Graaf.
dochter A, Elscot en A. Logmans.
zoon H. Leidekker en W. J. den Dekker.
Gehuwd:
M. Th. Jacobi, 24 j., jm. en W. C. Vonk, 23 j., jd
Overleden:
J. Bol ij n, 68 j., wed. van J. Beuzenberg.
J. C. Geers, 2 m.> z.