Buitenland.
Over de ontwerp-Zondagswet bevat ook de Israëliet
(te Rotterdam verschijnende) een afkeurend artikel.
Hoofdzaak is, zegt het blad, dat de staat den Zondag,
door de christenkerk tot rustdag gewild, stempelt tot
een maatschappelijken, officieelen rustdag, tot een
«rustdag van Staat." En juist dat is bedenkelijk bij
zijne neutraliteit jegens de verschillende belijdenissen
in zijn midden. Tegenover den staat is er, wat zijne
wetgeving en houding betreft, noch meerderheid, noch
minderheid uit het oogpunt van «belijdenis" en wat van
«kerkelijk karakter" is. Elke inmenging, elke bemoeiing,
elke voorkeur zou het burgerlijk karakter van den staat
bederven, terwijl juist zijne onpartijdigheid ten deze
de beste staatkunde voor rust en orde is. Onder de
tegenwoordige wet, hoezeer bij ons niet meer toe
gepast, gaven en geven de Israëlieten blijk, dat zij de
consciëntie hunner christen-medeburgers in de Zondags
viering eerbiedigden. Wederkeerig respecteert die
meerderheid de viering van een anderen rustdag dan
den hare. Dat bewerkt het religieus bewustzijn over
en weder, niet de wet, niet de vrees voor rechtsstraf.
De behoefte der maatschappij aan periodieke verpoozing
en de godsdienstzin der natie, zij zullen, beter dan
het staatsgezag, de kerkelijke rustdagen, zoo goed als
het volk zelf, beschermen en bestendigen.
De Haagsche afd. der Ned. Vereeniging tot bevor
dering van Zondagsrust nam Donderdagavond kennis
van eene gunstige beschikking op het verzoek, dat
brieven, waarop daartoe de wensch staat uitgedrukt,
op Zondag niet besteld zullen worden.
Gesproken werd over een punt van beschrijving
voor de a. s. algemeene vergadering) op 24 Nov. te
Leiden) «welke middelen kunnen worden aangewend
om de vrouw meer handelend te doen optreden voor
de zaak der Zondagsrust?" De voorzitter, dr. J. A.
Heiwig, wees op den grooten invloed, welken de vrouw
als bestierdster van de huishouding kan uitoefenen,
en na eenig debat werd besloten, ter algemeene ver
gadering in overweging te geven om te dezer zake
circulaires te verspreiden, waaruit dan de oprichting
van vrouwen-comités kan voortvloeien.
Vermoedelijk zal dezen winter eene openbare ver
gadering voor propaganda worden gehouden.
Door den minister van financiën is bepaald, dat
mosterd, met azijn aangemaakt, bij den invoer aan
een recht is onderworpen van f 3 per liter (alzoo
gelijk aan azijn.)
Het Hbl, maakt melding van een plan, om in de
zaal van het Rijksmuseum, die de portretten bevat
van onze zeehelden, een eenvoudig huldeblijk van
't Nederlandsche volk aan de nagedachtenis dier helden
op te richten. Binnen niet zeer lang tijdsverloop zal
de gelegenheid worden gegeven om van instemming
met dit denkbeeld te doen blijken. Eene commissie
van uitvoering is in wording, met den gepensionneerden
vice-admiraal jhr. F. de Casembroot aan het hoofd,
terwijl de burgemeester van Amsterdam, mr. van
Tienhoven, het eere-voorzittevschap heeft aanvaard.
Een ambtenaar op Sumatra voerde met een maleisch
hoofd een gesprek, waarvan de loop aanleiding gaf,
dat over den ouderdom der beide interlocutoren van
gedachten werd gewisseld.
De ambtenaar, de regelen der Europeesche beleefd
heid in acht nemende, schatte den Maleier eenige
jaren jonger dan hij was, en prees ook, om hem
ingewikkeld een compliment te maken, zijn goed
voorkomen. Nu was de Maleier aan de beurt om den
ouderdom van den 35jarigen ambtenaar te schatten,
en hij schreef dezen niet minder dan 60 jaren toe.
Onze ambtenaar was zeer verbaasd, en trachtte, met
die soort van meerderheid, welke de Europeaan tegen
over den inlander teekent, hem onder het oog te
brengen, dat hij zich aan de wetten der beleefdheid,
naar Europeesche begrippen, vergrepen had door hem
blijkbaar een veel te hoogen ouderdom toe te kennen.
«Mijnheer", antwoordde de Maleier, «ik schat uw
leeftijd niet naar uw voorkomen, maar naar uw
verstand".
De Maleier acht, evenals de oude Homerus in het
voorbeeld van Nestor, de wijsheid het attribuut der
grijsheid.
knnst, Wetenschap en Letteren.
Te Ouderkerk a/d. IJsel vertoonde zich Vrijdagavond
te ruim 10 uur een vuurbol, voor den waarnemer
ter grootte van een gewonen appel, in het luchtruim,
zich langzaam bewegende van het noorden naar het
zuiden en een helder licht verspreidende, waardoor
de straatverlichting als het ware verduisterde. Slechts
enkele seconden duuide de waarneming, daar de vuur
bol weldra aan den horizont verdween.
Sprookjes
Voor de kinderen heeft men tegenwoordig heel wat
over het beste is voor hen dan ook niet goed genoeg.
Schrijvers en uitgevers wedijveren in bet verschaffen
van het meeste en degelijkste genot aan de kinder
wereld. Boven vertellingen gaat niets. Wie een weinigje
tact heeft, weet die gasten dan ook gemakkelijk te
boeien en aangenaam bezig te houden door den ver
haaltrant aan te nemen en in kinderlijke taal hen
iets te genieten te geven. Onder de werken van den
laatsten tijd mag met eere vermeld worden Sprookjes
van Anna Lindau, door Gerard Keller. Zeiven lazen
wij dezen bundel met het grootste genoegen door en
het tweetal kleinen, die ze aanhoorden, moesten be
kennen, dat zij «nooit, neen nooit" iets mooiers gehoord
hadden.
Wij vestigen met voorliefde de aandacht onzer lezers
op dit begeerlijk boek, dat te Amsterdam bij den
heer C. L. Brinkman het licht zag en in zulk een
behagelijk kleed is gestoken en met zulke nette
illustratiën prijkt, dat het onweerstaanbaar tot koopen
lokt. De inhoud, een dozijn aantrekkelijke sprookjes,
is in geheel Nederlandsch gewaad gestoken, zooals
dit trouwens van den heer Keiler te wachten is.
Voor feestgeschenk leent zich dit boek uitstekend en
verdient het alle aanbeveling.
De academische senaat der universiteit van Bologna,
heeft op grond van nieuw ontdekte oorkonden over
het jaar van de stichting der universiteit, besloten,
om het achtste eeuwfeest in het voorjaar van 1888-
feestelijk te vieren, en de vreemde universiteiten hiertoe
uit te noodigen. Vroeger meende men, dat de hooge-
school eerst in 1119 gesticht was.
Te Brussel is op 85jarigen leeftijd overleden prof.
Lequime, eere-voorzitter van den gezondheidsraad,
eere-lid der Belgische Academie van geneeskunde,
dirigeerend geneesheer der hospitalen van Brussel, enz.
Prof. Lequime nam een levendig deel aan de be
sprekingen omtrent het ontstaan der cholera, dat hij
in verband bracht met het aard-magnelisme.
De Fransche Senaat heeft eene prijsvraag uitge
schreven, om een middel machtig te worden, waar
door quantitatief zoowel als qualitatief vervalsching
van wijn met alcohol op eenvoudige en snelle wijze
kan worden onderkend.
Bij den boekhandelaar Otto Hendel te Halle a/S.
is dezer dagen uitgegeven eene Duitsche vertaling van
De Genestet's werken door dr. J. R. Ilanne, predikant
te Ilamburg-Eppendorf. De -vertaler heeft 69 leke-
dichtjes en 32 van de overige gedichten in zijne
moedertaal overgebracht.
Te Rome heeft men op eene diepte van 17 meter
gebouwen opgegraven, die vroeger tot badhuizen
dienden.
Men vond o. a. eene zaal van 7 meter lang en 3.94
meter breed. De wanden en de gewelfde zoldering van
dit vertrek zijn met een zeer oorspronkelijk mozaïk
bekleed, dat voortreffelijk bewaard is gebleven en dat
landschappen, dieren en bloemen voorstelt. Plet oud
heidkundig genootschap zal op zijne kosten de opgra
vingen voortzetten, in de hoop nog veel merkwaardigs
te ontdekken.
Ongelukken, Kampen, Misdaden, enz.
Korten tijd geleden stierf te Atrecht het driejarig
dochtertje van gegoede echtelieden, Carron genaamd.
Toen men het kind in de doodkist legde, wilde de
moeder het een paar diamanten oorknoppen uit de
ooren nemen, die de kleine van haar peet gekregen
had en die ze altijd droeg. De man verzette zich er
tegen. De vrouw kon zich echter de gedachte aan
de knopjes niet uit het hoofd brengen's nachts sloop
zij naar het kerkhof, opende met eene spade het
graf, schroefde het deksel van de kist en nam het
lijkje de kostbare steenen uit de ooren. Hierna sloot
zij het graf weer en legde er een krans op, die zij
had medegebracht.
De vrouw werd wegens dit misdrijf in hechtenis
genomenhaar echtgenoot heeft in de gerechtszaal
eene poging gedaan om haar te dooden.
Eene vroolijke soldaten-geschiedenis met een ernstig
einde gebeurde tijdens de tentoonstelling in Altenburg.
Dagelijks stroomden honderden vreemdelingen naar
het oude slot dat door een wacht bewaakt wordt.
Op zekeren dag kwam een dappere landsverdediger
op het denkbeeld om in het voorportaal van het slot
een bus op te hangen met het opschrift: «Voor
dorstige soldatenkelen". tiet ophangen van deze bus
miste zijn doel niet; geen der bezoekers ging voorbij,
zonder er een geldstukje in te laten verdwijnen, en
nog was de dag niet ten einde toen de bus al vol
was. Er was zooveel opgezameld, dat de dorstige
soldatenkelen, rijkelijk gelaafd konden worden. De
poging was gelukt en toen de wacht werd afgelost,
kregen de plaatsvervangers de bus in gebruik en deze
was ook hun ten zegen. Eindelijk kwam de zaak door
een afgunstig hofbediende ter oore van een hoofd
officier, en nu volgde het ernstige deel der geschiedenis:
Een onderofficier werd uit het leger gejaagd en alle
overige medeplichtigen moesten den vroolijken dag op
de hoofdwacht met een wekenlang arrest boeten.
Een verschrikkelijk ongeluk is in eene familie te
Penzing, een plaatsje in Oostenrijk, voorgevallen. De
vrouw des huizes, die ziek was, gebruikte als genees
middel salicylzuur.
Toen eenige dagen geleden de zieke zich weer
minder wel gevoelde, ging haar zoon, die chemicus
was, naar de apotheek om het salicylzuur te halen.
Zijne moeder nam eene groote hoeveelheid van het
medicament in, doch voelde terstond een verschrikkelijk
branden. Bij nader onderzoek bleek het, dat zij braak
wijnsteen in plaats van salicylzuur had ingenomen.
De ongelukkige stierf nog dienzelfden dag. De zoon
is radeloos van smart, men vreest dat hij krank
zinnig zal worden.
Vóór een paar dagen kwam in een hotel te Agram
een vrouw aan, die zich Theresia Mallus noemde, en
voorgaf, uit Stiermarken te komen. Zij bracht eene
groote kist mee, die, naar zij zeide, met appelen ge
vuld was, en die ze in 't hotel liet bewaren, 's Avonds
van dienzelfden dag kwam haar schoonbroeder Anton
Gerschak aan. Beide hanteerden de kist op een vreemde
manier, brachten die weg en verlieten Agram. De
politie had haar opmerkzaamheid reeds op de twee
vreemdelingen gevestigd, toen er een bericht kwam,
dat een zekere Mallus plotseling verdwenen was. Nadat
de politie nog nadere inlichtingen had gekregen, werden
beide personen gevangen genomen. Zij legden eene
bekentenis af, waarbij Theresia Mallus verklaarde, dat
ze met behulp van Gerschak haar echtgenoot had
gedood, het lijk in eene groote kist gestopt én dat
ze die naar Agram hadden gebrachtuit het hotel
hadden ze de kist naar de rivier de Sau gebracht en
die in 't water geworpen.
Een geweldige brand heeft Vrijdagnacht te Hoei
gewoed. De gebouwen der instellingen van onderwijs,
als daar zijnde middelbare school, het atheneum,
de normaalschool, zijn tot den grond toe afgebrand.
Alleen een gedeelte der normaalschool is behouden.
Een kostleerling gaf het alarmsignaal en alle anderen
vluchtten daarop in nachtgewaad naar buiten. Gelukkig
konden allen ongedeerd ontkomen, zoodat inen geen
persoonlijke ongelukken te betreuren heeft. De stoffe
lijke schade is echter zooveel te grooter, men schat
die op 200,000 francs. De leerlingen zijn bij de buren
onder dak gebracht en de gemeenteraad van Hoei
geeft zich moeite om spoedig in andere gebouwen in
het onderwijs te kunnen voorzien. Daar er volkomen
gebrek was aan water, kon er bijna geen hulp geboden
worden om den brand te blusschen.
IV oord-Amerika.
De heer Arthur, die korten tijd president der Ver-
eenigde Staten geweest is, overleed Donderdag. Chester
M. Arthur was in 1831 in den staat Vermont ge
boren, en in het Union college te Greenwich opge
voed. Hij ging vervolgens naar de juridische faculteit
te Albany in den staat New-York en werd weldra
advocaat. Als associé van den New-Yorkschen advocaat
C. D. Culver, nam hij levendig aandeel in de be
weging tot afschaffing der slavernij en was ook ver
tegenwoordiger der stad New-York in de vergadering
van vrienden der slaven-emancipatie te Syracuse.
Gedurende den oorlog maakte- hij zich zeer verdienste
lijk in het organiseeren der vrijwillige corpsen en
werd daarvoor door president Lincoln tot generaal
benoemd. Sinds dien tijd wijdde hij zich aan de politiek
en stuurde mede in het troebele water, dat Grants
presidentschap kenmerkte. Grant benoemde hem in
het jaar 1872 tot ontvanger der haventollen te New-
York, waar hij, naar men beweert, en naar destijds
algemeen onder de ambtenaren de gewoonte was,
zijn zakken behoorlijk gevuld moet hebben. President
Hayes zette hem in 1875 af, wegens «ongeregeld
heden." Toen in 1876 dan ook de republikeinen voor
de nieuwe bezetting der ambten in '1877 dezen man
als candidaat voor het vice-presidentschap voordroegen
en aanbevalen, wekte deze candidatuur bij vele eerlijke
lieden iti de Unie verbazing en tegenzin, en wanneer
men had kunnen vermoeden, dat dit vice-president
schap eenmaal tot het presidentschap der Unie zou
leiden, zou zij nog veel meer tegenstand ondervonden
hebben. Dit geval deed zich voor, toen op 15 Juli
1881 de president Garfield, na vier maanden het be
wind te hebben gevoerd, door den kogel van den
sluipmoordenaar Guiteau getroffen werd en '19 Sep
tember overleed. Toen werd Arthur president; eene
volkomene verandering was nu echter in zijn gedrag
op te merken. Gedurende de vier jaren van zijn be
wind is de administratie krachtig en eerlijk gevoerd;