Buitenland.
ieder spoor van de misdaad zorgvuldig uitgewischt,
zoodat er niet het minste vermoeden ontstond. Eerst
toen volgens eene opdracht der Italiaansche regeering
de consul aldaar op verschillende plaatsen onderzoek
liet doen naar den vermiste, werden de moordenaars
bevreesd. Om geheel van de zaak af te zijn, staken
zij de herberg, een oud, houten gebouw, in brand en
gingen naar Varna, om later, toen ze zich ook daar
niet meer veilig achtten, naar Servië te vertrekken.
Hier ontstond dezer dagen tusschen de beide mannen
twist, die zoo hoog liep, dat de herbergier, Yerdura
genaamd, zijn kameraad een revolverkogel door de
borst joeg. Zwaar gewond beduidde deze, dat hij nog
een zware schuld op 't hart had en biechtte hij den
moord op. Verdura is naar Griekenland gevlucht.
Woensdagnamiddag, om 2 uur, had te Breda een
vreeselijk ongeluk plaats. De naar Terheiden terug-
keerende diligence werd aan den spoor-overweg nabij
de Mauritsstraat overvallen door een trein, die den
wagen verbrijzelde. Een inwoner van Terheiden werd
bijna geheel vermorzeld, en alle passagiers bekwamen
zwaardere of lichtere kwetsuren. Voor het leven van
twee in het gasthuis opgenomen personen bestaat
groote vrees.
De boomen van den overweg waren open, naar
men zegt doordat de aankomende trein geen signaal
had gegeven. De justitie doet onderzoek.
In een bank te Brussel werd Maandagmiddag een
moordaanslag gepleegd. De ambtenaar Charlier zat
's middags in zijn kantoor, toen de portier Debrants
plotseling binnentrad en een schot op hem loste. Het
schot miste en Charlier nam de vlucht naar het kantoor
van den directeur. Debrants zond hem nog een kogel
na, die evenwel ook miste en schoot zich toen zelf
voor den kop. Hij is niet dood, doch zijn toestand is
gevaarlijk.
De portier had altijd het land aan Charlier gehad,
was besloten eerst zijn ontslag te nemen en dan den
ambtenaar te dooden.
Dat in Hongarije beschuldigden gepijnigd worden,
om tot eene bekentenis te worden gebracht, bewijst
de volgende gebeurtenis, die door de Zevenbergsche
Gazette vermeld wordt: In Dergea, een plaatsje in
Hongarije, werden twee knapen door een grondbezitter
verdacht van aan een geringen diefstal schuldig te
zijn. De beide beschuldigden ontkenden evenwel hetgeen
bun ten laste werd gelegd, 't welk dadelijk ten
gevolge had, dat de oudste van de twee door drie
gendarmen zoo geslagen werd, dat het bloed hem
uit mond en neus kwam. Toen hierna de beschuldigden
nog hunne onschuld betuigden, grepen de gendarmen
den oudste bij het haar, lieten hem op een stoel
stappen en trokken, nadat ze hem met het haar aan
een balk gebonden hadden, den stoel weg, zoodat de
ongelukkige aan zijne haren hing. Hij gilde als een
razende van de hevige pijn en werd kort daarna
bewusteloos. Dit alles gebeurde in het openbaar en
ten aanschouwe eener groote volksmenigte. Toen de
vader van den gemartelde toesnelde en smeekte, dat
men met deze wreede marteling mocht ophouden,
kreeg hij enkel slagen tot antwoord. De jongste
beschuldigde werd ook op de gruwelykste wijze
gepijnigd. Na eenigen tijd werd de gehangene los
gemaakt, en, nadat hij weer bijgebraeht was, in
gezelschap van zijn broeder geboeid naai' eene naburige
plaats gevoerd en daar aan het kantongerecht over
geleverd. Het gerecht stelde een onderzoek in, waarbij
hunne onschuld bewezen werd, en dat leidde tot
vrijspraak der beide beschuldigden. Van een proces
tegen de folterknechten is nog niets bekend.
Belgie.
Het ontwerp-antwoord op de troonrede is door den
heer Jacobs opgesteld. Daarin leest men o. a.De
koophandel, de nijverheid en de landbouw doorworstelen
eene smartelijke crisis. Het is gemakkelijk degenen, die
lijden, op te hitsen tegen degenen, die van alle lijden
schijnen bevrijd te zijn; de wanorders in het land
van Luik en Charleroi hebben het maar al te zeer
bewezen. Deze rampzalige gebeurtenissen hebben aan
de burgerwacht en het leger de gelegenheid gegeven
den uitmuntenden geest te toonen, die hen bezielt.
Het komt den koning toe, nu de justitie gesproken
heeft, van het recht van genade ruimschoots ten voor-
deele der ongelukkige verdwaalden gebruik te maken.
De kamer juicht deze daad van edelmoedigheid toe
De verbetering van het lot der werkende klassen moet
de aanhoudende bezorgdheid der wetgeving zijnde kamer
volgt met belangstelling de nuttige werkzaamheden
der werkcommissiede belangrijke hervormingen, welke
het gouvernement aankondigt, zullen door haar onder
zocht worden in dezen zin, dat de bescherming der
zwakken overeen worde gebracht met de grondbeginsels
der vrijheid, waarop onze instellingen berusten. De
Kamer keurt het besluit goed van het gouvernement, 1
strekkende om zich toe te leggen op de ontwikkeling
der maatregelen, welke genomen werden om den land-
bouw te begunstigenzij is even als het gouvernement,
overtuigd van het voordeel dat de ontdekking van
nieuwe uitwegen aan de Belgische nijverheid zou bezorgen.
De vraagpunten aangaande de aanwerving van het
leger, hebben steeds de openbare meening bezig ge
houden deze quaesties, die belangen van den hoogsten
graad aanraken, kunnen niet opgelost worden de
regeering heeft het met rede vastgesteld dan door
de overeenstemming der partijen. De herziening der
wetboeken,voorgeschreven door de grondwet, wordt
sedert lang voortgezet met de overweging, die zulk
werk vereischtde begonnen arbeid zal krachtdadig
worden voortgezet. De uitbreiding van het onderwijs
is de voorwaarde van den voorspoed van een volk.
De Kamer heeft de regeering des konings gevolgd in
de voorstellen, die zij neerlegde in zake van openbaar
onderwijs. Even als zij blijft de Kamer overtuigd dat
de eerbied voor de vrijheid van onderwijs, van de ge
meente en der minderheden in deze voorstellen, gewaar
borgd zijn door het noodige toezicht. De overgroote
toeneming van de bevolking der lagere scholen, aan
het toezicht van den Staat onderworpen, en de goede
uitslagen der laatste prijskampen bewijzen, dat de
maatregels, door de wetgevende macht gestemd, gunstig
waren aan het officieel onderwijs, zonder cle vrije scholen
te benadeelen. Het wetsvoorstel op het hooger onderwijs,
de voorstellen die de regeering bij de Kamers zal
neerleggen met het doel, om het professioneel onderwijs
uit te breiden, zullen het voorwerp zijn eener grondige
studie. De maatregels genomen ten gunste van letter
kunde en schoone kunsten de wet op den letterkundigen
eigendomde inrichting der Akademie van Antwerpen
en het hooger gesticht voor schoone kunsten hebben
de algemeene goedkeuring verworven. Het land zal
verheugd zijn te vernemen dat. dank zij de besparingen
aangebracht in de Staatsonkosten, en ondanks verschil
lende verminderingen, de gunstige toestand der schatkist
toelaten zal, zonder vrees, de groote werken van
openbaar nut voort te zetten. De Kamer zal voorstellen
ter behandeling ontvangen strekkende tot verbetering
der gemeente- en provinciale wetten, tot regeling der
titels aan drager, alook om terug te komen tot zekere
bepalingen der wet van 1850 op het middelbaar onderwijs.
Zij zal de bespreking dezer wetsontwerpen aanvangen,
zonder eenig ander doel dan de welvaart van het land.
Luxe mt> n i*gf.
ïn de begrooting voor 1887 worden de inkomsten,
afgezien van de overschotten van vroegere jaren, ten
bedrage van 1,500,000 fres., op 6,581,000 fres. ge
raamd, de uitgaven op 7,277,395 fres. [Iet tekort zal
uit de bovenbedoelde overschotten worden gevonden,
zoodat voor '1888 nog 800,000 fracs. overblijven.
Ondanks den gedrukten staat van handel en nijverheid
hebben de belastingen dit jaar 347/14-0 fres. meer
opgebracht dan de raming. Daarentegen is Luxemburgs
aandeel aan de inkomsten der Tolvereeniging '159,878
fres. beneden de raming gebleven. Van de voor 1886
geraamde uitgaven vervallen er echter tot een bedrag
van 201,000 fres.
Bulg-arije.
Aan het Journal des Dóbats wordt uit Weenen
geschreven, dat men daar, in de diplomatieke kringen,
niet ernstig gelooft aan de candidatuur van Prins
Nicolaas van Mingrelië. Men zegt, dat Rusland een
Slavischen Vorst voor Bulgarije wil, en men noemt
Bozo Petrevics, oom van Vorst Nicolaas van Monte
negro. Dat er door de mogendheden een collectieve
stap te St. Petersburg zou zijn gedaan, is niet waar,
zegt de correspondent. Van den beginne af bestond
er een stilzwijgende overeenstemming tusschen de drie
noordelijke mogendheden. Men wist, dat Rusland Bul
garije niet zou bezetten, mits men het liet doen, wat
noodig scheen om voor zijn belangen in Bulgarije
te waken.
Jta-lie.
Volgens de Univers heeft de paus aan de nun
tiussen bij de vreemde regeeringen eene tweede nota
gezonden met klachten over den toestand, waarin hij
verkeert. Op de anti-cleriale congressen werd hij be
spot en werd de godsdienst gehoondde afschaffing
der waarborgenwet werd gevraagd, zoomede van art. 1
der staatsregeling, waarbij de katholieke godsdienst
tot staatsgodsdienst verklaard wordt, 's Pausen toe
stand wordt nog onhoudbaarder, omdat de Italiaansche
regeering aan dit alles medeplichtig is, daar zij den
anarchisten vrij spel laat in hunne aanvallen tegen
den heiligen stoel.
Ouitscliland.
De Kölnische Zeitung is met Kalnoky's verklaringen
zeer ingenomen, en meent, dat daarin »met groote
duidelijkheid en geestkracht" de grenslijn is getrokken,
welke Rusland niet mag overschrijden. »Wil Rusland
geen Europeesche verwikkelingen doen ontstaan, dan
mag het er niet aan denken, zonder de toestemming
der mogendheden Bulgarije of Bulgaarsche haven
steden zelfs tijdelijk te bezetten, ja zelfs mag het
niet eene aan generaal Kaulbars den titel en de
volmacht van een commissaris geven. De Bulgaren
behoeven dus niet bang te zijn voor de vastgevroren
bliksems der Russische oorlogsschepen. Daarentegen
vormen de Bulgaarsche personen-quaestiën geen onder
werp van Europeesch belangde Bulgaren moeten
dus zelf weten, hoe zij zich hunnen pijniger Kaulbars,
wien overigens de giftanden zijn uitgetrokken, van
den hals schuiven."
r a n k r ij k.
De Temps houdt de verklaringen van graaf Kalnoky
als voor zeer belangrijk. Het blad, dat zich door
scherpzinnigheid en kalm inzicht van het rneerendeel
der Fransche bladen onderscheidt, zegt thans, terwijl
de anderen nagenoeg zwijgen: De verklaringen van
graaf Kalnoky waren tegelijk om hun voorzichtigheid
en om hun flinkheid opmerkelijk. De minister zorgde
wel, dat hij met Rusland de les las. I-Jij gispte alleen
de zending van generaal Kaulbars of nog eer de
wijze, waarop deze eigenaardige diplomaat zijn zending
vervuld had. Volgens hem, moest het optreden van
den Russischen zendeling alleen beschouwd worden
als eene episode, wier einde nabij is, die geen blijvende
sporen zal achterlaten, en welks practische resultaten
alleen zullen zijn, dat Europa te gunstiger jegens
Bulgarije gestemd zal worden. Hetgeen vooral de
belangrijkheid van graaf Kalnoky's rede uitmaakt,
is, het duidelijk onderscheid dat hij" maakte tusschen
voorbijgaande bijzonderheden en essentieele punten in
de Bulgaarsche aangelegenheden, en de helderheid
waarmede hij den juridischen toestand, door het
tracfeaat van Berlijn voor Bulgarije geschapen, uiteen
zette. Het was onmogelijk, in juister termen Rusland's
aanspraken op Bulgarije nietig te verklaren, of uit
drukkelijk te zeggen, dat eene Russische bezetting
eene schending der iractaten zou zijn. Het zal nu te
bezien staan, wat onder zekere omstandigheden Oosten
rijks plicht zou zijn. Zijn plicht zal worden bepaald
door zijn belang, en zijn belang vordert, dat er niets
gedaan worde, wat inbreuk zou kunnen maken op
de bestaande tractaten of op de door Europa gewaar
borgde autonomie."
Gemengd JSuiteiilaiHlscli Nieuws.
Eenige Duitsche bladen komen op het spoorweg-
ongeval te Sleeswijk van 9 November terug. De machi
nist Rodemann had dien dag reeds circa 9 en een
half uur diensttijd achter de rug; de persoon, die de
derde rem bediende en die slapende in zijn remtoestel
gevonden werd, was reeds den geheelen Vrijdag in
touw geweest, en was, na een rusttijd van slechts
twee en een half uur, om 'II uur 's avonds weer
opgeroepen om dienst te doen, welke dienst tot Zaterdag
morgen 6 uur, toen het ongeval plaats had, duurde.
Wanneer nu de man, niettegenstaande de schok, die,
zooals men weet, zeer hevig was en waarbij verscheiden
wagens verbrijzeld werden, toch slapende werd ge
vonden, dan is dat een bewijs van oververmoeienis,
die zeer goed te begrijpen is.
Als een bewijs, dat het bestaan van eene wet niet
altijd te gelijker tijd een waarborg voor de uitvoering
er van aanbiedt, schrijft de Boss. Ztg. het volgende:
Reeds in 1875 werd door het hoofdbestuur der staats
spoorwegen in Duitschland een bevel omtrent het
grootste aantal diensturen van de beambten aan alle
spoorweg-inrichtingen uitgevaardigd, waarbij, om een
voorbeeld te noemen, bepaald werd, dat baanwachters
en wisselwachters op zijn hoogst 14 uur dienst mochten
hebben, en dat men bij het regelen van de diensturen
van het rijdend personeel er om moet denken, hen
niet (e lang en boven hunne krachten onafgebroken
hun dienst te laten waarnemen, en dat bij de rust-
Uren rekening moet gehouden worden met de woon
plaats van den beambte. Niettegenstaande dit bevel
kwam het uit, na een onderzoek van het spoorweg-
bestuur in 1879, omtrent de indeeling en den duur
van dienst van die beambten, aan wien de zorg voor
de veiligheid toevertrouwd is, dat enkele maatschappijen
zich niet aan het bevel gehouden hadden. Zoo hadden
b.v. op eenige lijnen baanwachters een maandelijkschen
diensttijd van 540—555 uren; voor wisselwachters
was deze 555 en vooor machinisten en stokers 522
uren. Dit gaf den Pruisischen minister van nijverheid
aanleiding om in '1879 aan alle spoorwegdirecties het
bevel van 1875 in herinnering te brengen.
Een dikke Sakser in Niederlösnitz heeft een ver
mageringstoestel voor zich uitgedacht. De dikke heer
heeft zich zelf n.l. veroordeeld om in een soort van
tredmolen te loopen, en onafgebroken een trap op te
klimmen, zonder evenwel iets hooger te komen, daar
de treden onder zijn gewicht wegzinken.
Hij zou met zijn uitvinding maar half werk gedaan
hebben, wanneer hij, behalve deze soort van berg-
beklirnming, niet gezorgd had voor de noodige lucht
vel'versching.
Door 't beklimmen van de oneindige trap brengt
de tredmolenaar een blaasbalg in werking, die hem
de buitenlucht in 't gezicht blaast.
De treden zijn ook hooger en lager te stellen,