Algemeene Vergadering en de quai du Midi. Verschillende straten staan onder water. De rijtuigen kunnen niet meer rijden. De zee was vreeselijk om te aanschouwen, en de oudste be woners herinnerden zich niet. zulke hooge baren gezien te hebben. De prachtige promenade des Anglais is totaal verwoest, boomen, planten, bloemen, alles werd meegesleurd door de baren. Verschillende ongelukken, zonder doodelijken afloop echter, zijn ie betreuren. Op de kust te Cannes zijn twee schepen vergaan. Een man werd op de quai Place door eene baar 0 meters ver geslingerd. De wandelingen aan de zee zijn verwoest. Men bericht, dat de heer Paul Bert aan bloedstorting in de ingewanden overleden is. De familie zal in het laatst van November van Hanoi vertrekken. De minister president De Freycinet heeft per telegraaf mevrouw Paul Bert, namens de geheele regeering, gecondoleerd. De heer Floquet heeft dit uit naam der Kamer gedaan. De Univers zegt, dat van het Vaticaan een nota is verzonden aan de Fransche regeering om te protesteeren tegen de bepalingen der nieuwe schoolwet, welke den godsdienst vijandig zijn. Het blad zegt, dat de nota gematigd in den vorm, maar krachtig van inhoud is. B e 1 g' i e. Het ontwerp-d'Oultremont bevat, volgens het Journal cle Bruxelles: dat elke Belg, op zijn 20e jaar dienst plichtig ishet leger wordt gevormd door burgers van 20 jaar en door vrijwilligers; de dienst is persoonlijk in vredestrijd, maar in oorlogstijd is iedereen soldaat. De vrijstellingen worden uitgesproken vóór, en niet na de loting. De jaarlijksche klasse der militie bevat de beschikbare manschappen, na aftrek der vrijstellingen. In twee klassen verdeeld, vormt het eene deel het jaarlijksche aktiefhet tweede is het beschikbaar contingentdat zijn die, welke in oorlogstijd moeten opkomen. Een deel van het laatste contingent kan opgeroepen worden, om dienst te doen gedurende drie maanden. De duur van den dienst is 10 jaar; 3 jaar werkelijke dienst, 4 jaar dienst in de reserve van het aktive leger en 3 jaar dienst in de nationale reserve; De miliciens, die genoegzaam onderwezen zijn na een of twee jaar, kunnen verlof krijgen. De miliciens kunnen, een jaar voor de loting, een examen ondergaanals zij slagen, zullen zij, in oorlogstijd, deel uitmaken van het tweede contingent. Het Journal de Bruxelles, het officieuse orgaan der regeering, schrijft: »De Koning heeft een ruim gebruik gemaakt van zijn recht van gratie. Tot heden zijn ruim 700 veroordeelingen, waarvoor gratie is gevraagd, onderzocht, en nauwelijks 10 pet. dezer verzoeken zijn ter zijde gelegd." Oostenrij k. Uit Londen wordt van 12 Nov. aan de Neue freie Presse gemeldZij, die na de rede van lord Salisbury meenden, dat een afspraak of zelfs een forineele overeenkomst over een gemeenschappelijk handelen tusschen Oostenrijk en Engeland bestond, gingen te ver. Wel bestaan in de opvatting van den toestand van Bulgarije vele gemeenschappelijke gezichtspunten. De Oostenrijksche regeering is nog altijd niet zeker en overlegt ook na Salisbury's rede, of de Engelsche regeering in staat is, de openbare meening van Engeland en het Parlement te bewegen, alleen wegens de Bulgaarsche moeielijkheid en zonder dat gewichtige Engelsche belangen worden bedreigd, tot een actief optreden met Oostenrijk te bewegen en of de duur van het kabinet Salisbury wel genoeg is verzekerd om onder alle omstandigheden eene samenwerking te waarborgen. Uit dit oogpunt beschouwt de Oostenrijksche regeering de Engelsche voorslagen en hoe talrijk ooit de aanrakingspunten eener gemeenschappelijke opvatting der Bulgaarsche quaestie zijn, kan toch nog niet van eene volkomen Engelsch-Oostenrijksche overeenstemming omtrent alle punten der Bulgaarsche moeielijkheid, veel minder van eene alliantie sprake zijn. Nog bestaat b. v. eene verschillende opvatting van de gebeurtenissen "van September in Rumelië en over de wettigheid van het regentschap. Over deze beide punten heeft de Oostenrijksche regeering eene eenigszins van de Engelsche afwijkende meening. Desniettemin kunnen de reeds bestaande gemeenschap van inzichten van Oostenrijk en Engeland, die op de meeste punten ook door Duitschland en Italië worden gedeeld en hunne duidelijke uitlegging te Petersburg voldoende zijn om den Europeeschen vrede te verzekeren. Gemeugd Buiteiilandscli Nieuws. Een vijf-cents Nieuw-Brunswijksche postzegel is dezer dagen voor 250 verkocht. Wij lachten onze voor vaderen uit wegens den dollen tulpenhandel. Wat zullen onze nazaten van onze postzegel-manie zeggen? Een spoorweg-beambte in Frankfort redde voor eenigen tijd een hoed van een voornaam oud heer, die, terwijl de trein zich reeds in beweging zette, door onachtzaamheid uit het portier viel. De vreemde vroeg den beambte, toen deze zijn kaartje kwam ophalen, diens naam en woonplaats, noteerde het en daarna scheen de zaak afgedaan. Dezer dagen kreeg de arme beambte uit Weenen een brief met 500 mark, waarbij het volgende schrijven was gevoegd: »voor de in Juli '1886 geredde cilinderhoed, met de vriendelijkste groeten, een klein aandenken. Had ik den hoed toen verloren, dan was ik bij eene gewichtige gelegenheid te laat gekomen. Graaf X Bij de Epson-wedrennen in Engeland, die in den zomer van het vorige jaar werden gehouden, bevonden de beide broeders Samson zich onder de toeschouwers. De hitte was drukkend en de jongste, Charles Samson, vroeg zijn broeder, of hij met hem de verfrisschingen mocht deelen, die deze had meegebracht. Lachend zeide de oudste, William; »Wat ik heb, is maar genoeg voor één persoonik geef het je echter, wan neer je me je vaderlijk erfdeel afstaat, dat is bovendien toch niet veel waard." Charles, die alles als scherts opnam, bewilligde in dit verzoek en teekende zelfs een bewijs, dat William uit zijn notitieboekje scheurde. Kort geleden stierf de oude Samson en liet een groot hotel en vier flinke huizen na. Een groot vermogen, dat hij voor eenige jaren van een verren bloedverwant te Melbourne geërfd had, vermaakte hij aan zijn oudsten zoon William. Deze wilde nu inderdaad nog voor de verfrisschingen, die hij met Charles had gedeeld, diens erfdeel aan zich trekken. Het geteekend bewijs werd echter voor ongeldig verklaard, terwijl eenige vrienden van Charles, ver ontwaardigd over deze handelwijze, den modernen Ezau, William zóó afrosten, dat hij zich in 't vervolg wel niet meer aan dergelijke practijken zal bezondigen. Te Chicago is eene maatschappij gesticht, bij welke men zich voor 3 dollars 's jaars abonneeren kan voor alle kleine herstellingen, alsvan gebroken ruiten, gas- en waterleidingslekken, electrische schellen enz. Elke week komt iemand hooren of er iets te doen is, en in gevallen van dringenden aard kan men hulp ontbieden. De Berliner Börsenzeitung bevat de mededeeling van eene uitvinding, die eene groote geldbesparing ten gevolge zal hebben. Zij betreft het verharden van petroleum, en dat wel in alle vormen, welke men wenscht. De verharde petroleum heeft 't groote voordeel, dat zij niet ontplofbaar en veel minder brandbaar is dan de vloeibare zelfstandigheid. Dooi de uitvinding zullen de kosten van vervoer minder worden en afzonderlijke waggons en schepen met reservoirs niet meer noodig zijn. Bij de verharding heeft men geenerlei verlies te betreuren, en zijn de stukken eenmaal bereid, dan loopt men geen gevaar meer door een lek, door vervlieging of door het overgieten bij lading en lossing eenig nadeel te lijden. Weet gij wel hoeveel een millioen is? vroeg baron von Rothschild aan generaal von Manteuffel, die als leider van eene deputatie hem kwam vragen, of hij de belasting van 25 millioen, die der stad Frankfort was opgelegd, zou willen voorschieten. De generaal wist hier niet op te antwoorden. Dat het verzoek der deputatie ingewilligd werd, is bekend. Ook de voorganger van Manteuffel, generaal Vogel von Falkenstein, moet geen erge nauwkeurige voor stelling van een millioen hebben gehad, want hij zond eens, om eene som van 5,700,000 gulden in ontvangst te nemen, twee soldaten met gewone handkarren naar de Frankforter bank, in de meening dat deze het geld op die vehikels wel zouden kunnen vervoeren. De generaal was niet weinig verwonderd, te hooren, dat die som meer dan 1000 centenaars woog, en zond toen dadelijk eenige groote, sterke wagens. Te Parijs zijn de nieuwe hondenmodes voor het winterseizoen reeds verschenen. Voor schoothondjes is het nieuwste wandelcostuum van bont peluche, met pelswerk afgezet, waarbij een zelfde kapotmutsje gevoegd wordt, wanneer het stormt, opdat de lieve diertjes geen koude kopjes of ooren zouden bekomen. Bij gematigd weer zijn geplisseerde kleedjes van gestreept flanel eene schoone nieuwigheid; zij worden met bijzonder coquette banden onder het lijf vast gebonden. Zeer elegante honden dragen 's morgens, nadat ze gewasschen en gefriseerd zijn, stofmantels van batist of linnen, die hen tegen de schadelijke en bezoedelende werking der buitenwereld beveiligen. De halsbanden bestaan voor kleine honden uit stukken kostbaar kant, voor groote uit ree-leer, dat met bloemen bewerkt is. De ringen, welke de honden aan hunne pooten droegen, gaan uit de mode, omdat zij, dank zij de jacht, die de dieven er op maakten, menigmaal ver loren gingen. Vrouwelijke schoothondjes dragen dikwijls een bont zijden doekje om den hals, waarop, in een der hoeken, de naam van de draagster gewerkt is. De bekende Afrika-reiziger, dr. Fischer, is te Berlijn aan gastrische koortsen overleden. De beroemde geograaf en cartograaf Heinrich Kiepert, de G8jarige Berlijnsche hoogleeraar is het niet, die bij het onderzoek van het Boz-Dagh-gebergte in Klein-Azië in een afgrond stortte, noch zijn zoon en medewerker Richard Kiepert, doch zekere Wiepert, die zich eveneens op aardrijkskundig gebied reeds eenigen naam verwierf. Hij kwam er ditmaal, zooals reeds gemeld is, met eenige lichte kwetsuren af. Pasteur spreekt openlijk de bewering tegen, dat verscheiden van de door hem ingeente Russen toch aan de gevolgen der beten van een dollen wolf ge storven waren. Hij heeft zich gewend tot den burge meester van Beloï, om te weten te komen of het bericht, dat daar '16 Russen, door hem ingeënt, ge storven zijn, waar was, en heeft daarop het volgende telegram van den burgemeester ontvangen: »Het be richt van het Duitsche blad is een brutale leugen. De 16 Russen uit Beloï, die in Parijs geweest zijn, zijn nog zeer wel. De begrafenis van den beroemden jockey Fred. Archer, op 12 November jl., was buitengewoon prachtig. Alle magazijnen in Newmarket waren gesloten en het sterfhuis was letterlijk overstroomd door kransen en bouquetten. Een der kransen was gezonden door den prins van Wales, anderen door lord Falmouth, de hertogin van Montrose, sir George Chetwynd, den hertog van Westminster, den markies d'Orinande, door Pierre Lorillard, den bekenden Amerikaan, voor wien Archer den Derby-prijs op Iroquois won. Vóór dien berg van kransen en bouquetten waren de Engel sche, Fransche en Amerikaansche vlaggen geplaatst. Een onafzienbare menigte volgde den lijkstoet; een wagen, die bijna bezweek onder alle kransen, ging den lijkwagen vooraf, toen volgden 14 rouw wagens en 16 equipages, waarin gezeten waren zij, die een naam in de Sport gemaakt hebben, o. a. de rijtuigen van lord Abington en Tattersall. Er waren dien dag wedrennen in het hypodröme te Newmarket, maar verschillende eigenaars hebben, als teeken van rouw, hunne paarden niet laten loopen. Van het pas overleden lid van den Duitschen Rijks dag Löwe Calbe verhaalt de Magdeburger Zeitung het volgende: »Van wien Löwe den raad kreeg, om in 1848 na zijne vrijspraak te Maagdenburg de uit spraak van het hoog gerechtshof, dat levenslange gevangenisstraf eischte, niet af te wachten, is hem een geheim gebleven. Het papier van den brief was van boven van een vorstenkroontje voorzien, en de hand verried, dat eene dame hem geschreven had. Van dezelfde hand kreeg hij een brief te Londen, waarin hem gevraagd werd of hij, »de laatste Duitsche Parle- ments-president", ook geld noodig had. Indien dit het geval was, zou een Londensche bankier daar wel voor zorgen. Löwe kon aan een opgegeven adres te Berlijn schrijven, dat het hem gelukkig niet aan het noodige ontbrak. In New-York kreeg hij een laatste teeken van leven van zijne beschermster, die hem met eene spoedige amnestie troostte. Nooit is Löwe iets naders omtrent de dame te weten gekomenzelfs in de verste verte kon hij niet vermoeden wie de schrijfster geweest zou kunnen zijn." zeetIjdijvgbn. BINNENGEKOMEN. ZIERIKZEE. 15 Nov. Agnes Ellen", kapt. Libbey, van Runcorn, laatst van Durtmouth. »Undaanted", kapt. Roode, van Runcorn. WELDADIGHEID. DIAKENEN der Hervormde Gemeente alhier geven onder hartelijke dankbetuiging kennis, dat door hen in de avond-godsdienstoefening op Zondag 14- dezer ten behoeve hunner Armen is gecollecteerd een bankbiljet van 40« Zierikzee, '15 November 1886. Namens Diakenen voornoemd J. P. CAU, Voorzitter. H, LAKENMAN, Secretaris, ADVERTENTIEN. op DINSDACr 30 HOVEMMER 1886, 's voorinirïrtag-s lO ure, in het Directie-Lokaal te Zierikzee. Zierikzee, 15 November '1886. De Voorzitter van het Waterschapsbestuur van Schouwen, J. h. DE .JONGE.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1886 | | pagina 3