Buitenland.
reactie, of eenvoudig instrument, hetwelk bij het
uitschrijven van een prijsvraag met het oog op één
bepaald verv&lschingsmiddel, als proefhoudend bevonden
en bekroond is geworden.
Niets natuurlijker dan dat de knoeiers, eveneens
geholpen door de wetenschap, hun ingrediënten zóó
zullen kiezen, dat de leeken bij het hanteeren van
het herkenningsmiddel van de wijs gebracht zullen
worden, en soms onvervalscht zullen noemen, wat
dien naam niet verdient.
Wij bedoelen geenszins door deze regelen bij niets
anders te zweren, dan bij volledige scheikundige en
microscopische expertises. Integendeel, wij gelooven
dat hoe meer onze handelaren en huisvrouwen op
de hoogte komen van degelijke warenkennis, d. i. van
de kenmerken van deugdelijke voedingsmiddelen, hoe
minder de hulp van een scheikundige noodig zal zijn.
Doch met kracht komen wij op, tegen een onfeil
baarheids-verklaring van middeltjes of instrumentjes
in handen van leeken, die, doordien zij in de meeste
gevallen niet genoegzaam met de samenstelling en
eigenschappen der te onderzoeken stoffen bekend zijn,
en evenmin met de zaken, die ter vervalsching aan
gewend kunnen worden, de schromelijkste misgrepen
kunnen doen. Waar wij steeds ijveren zooveel wij
vermogen, voor de verspreiding van kennis onder het
publiek ten opzichte van ons voedsel, en de toepassing
van eenvoudige herkenningsmiddelen voor de deug
delijkheid der waren, ook door reactieven of instru
menten voor sommige bepaalde vervalschingsmiddelen,
willen wij als onze besliste overtuiging tevens te kennen
geven, dat slechts zij, die voldoende ervaring op het
gebied van warenkennis, scheikunde en microscopie
bezitten, geroepen kunnen zijn, een beslissend oordeel
bij vermoedelijke vervalsching uit te spreken, en dat
een prijsvraag als bovengenoemde voor instrumenten
of reactieven, slechts met het oog op het gebruik
door deskundigen waarde kan bezitten, doch nimmer
voor algemeen gebruik dienstig zal kunnen zijn.
De wetenschap heeft scherpe wapenen in haar
arsenaal, en stelt ze iedereen ter beschikking, doch
slechts in handen van kundige on beproefde soldaten
treffeti zij het juiste doel.
Inhoud van No. 11 van den Zesden Jaargang van
het Maandblad van de Vereeniging tegen de Kwak
zalverij.
BerichtenHet adres van de Vereeniging aan de
Tweede Kamer. Onvoldoende wetten onvoldoende
toegepast. Weer twee bladen zonder kwakzalvers
advertenties. Uit Oostenrijk. Johann Hoff en
de Sultan van Turkije. Warners Safe Cure genees
middelen. Uit Rotterdam.
Grootere artikelenNog iets over belasting op
geheimmiddelen. Reinholt Retzlaff en zijn zooge
naamde genezing van dronkenschap. Een maag
poeder uit Meppel. Vermeerdering van het getal
geheimmiddelen. Het toppunt van brutaal adver-
teeren.
Varia. Correspondentie: (o.a. over Spijkerbalsem.)
Herhaalde ivaarscliuwingenHypophosphiten van
Churchill. Reconfortatiefpillen, Antimiasmatiek
van Koene. Suikerpillen Cantel.
De «Vereeniging tegen de Kwakzalverij" telt 1115
leden.
De Ned.-Ind. kan niet verklaren, dat het wets
ontwerp tot bevordering van Zondagrust, met het oog
op de belangen der nijverheid, een verbetering zou
aanbrengen. Een geboden stilstand zou voor vele fa
brieken eene aanmerkelijke schade opleveren, en wordt
om deze reden een uitzondering voor openbare middelen
van vervoer toegestaan, dan zouden de fabrieken om
dezelfde reden daarop aanspraak hebben. Het gesloten
houden van gebouwen en werkplaatsen is niet onder
alle omstandigheden uitvoerbaar, het voorkomen dat
de werkzaamheden van den openbaren weg zichtbaar
of hoorbaar zijn bovenal bij stoomfabrieken onmogelijk.
Indien na zes dagen arbeids aan de werktuigen, ketels
en vuren een zevende dag en nacht van rust, stilstand
en uitdoving moet bevolen worden, dan zal daaruit
zoo groot veriies aan werkkracht voortvloeien, dat de
concurrentie onmogelijk zou worden. Voorts zijn er
fabrieken, o.a. de meel- en broodfabrieken, die alle
dagen moeten doorwerken om in de maatschappelijke
behoeften te voorzien. Nu kunnen wel is waar vrij
stellingen verleend worden, maar vooral ten platten-
lande zullen de fabrieken daarbij aan veel bekrompen
heid bloot staan. De N.-I. begrijpt ook niet waarom
met de vereering van den rustdag wel vereenigbaar
zou zijn het veel geraasmakend bedrijf van middelen
van vervoer, alsook het openstellen van de tapperijen
na het middaguur, maar eene fabriek haar zedig
bedrijf zou moeten staken. Aan de diep ingrijpende
belangen onzer fabrieksnijverheid is derhalve bij de
samenstelling van dit ontwerp niet genoeg gedacht,
maar het blad blijft de hoop koesteren, dat het gemeen
overleg daarin zal voorzien.
Kunst, Wetenschap en Letteren.
Een paar hoeren mouleurs zijn bezig met een
afgietsel te maken van den reusachtigen, prachtig
gebeeldhouwden, hardsteenen schoorsteenmantel, welke
eeuwen geleden een der vertrekken van het voor
malige markiezenhof (tegenwoordig kazerne) versierde
en later op het Stadhuis te Bergen op Zoom werd
geplaatst, waar hij thans in de trouwzaal prijkt. Het
afgietsel is bestemd voor het Rijksmuseum te Amsterdam.
Naar men wil is deze schoorsteenmantel eenig in zijn
soort in ons land. Ondanks zijn eerbiedwaardigen
ouderdom is hij nog volkomen gaaf en men zou het
hem waarlijk niet aanzeggen, dat hij reeds zoo
ontzaglijk veel in rook zag opgaan.
De commissie voor het oprichten van een standbeeld
voor Dumas, heeft in overleg met de jury eene
keuze gedaan uit alle modellen, die waren ingezonden,
en heeft besloten, dat het standbeeld zou vervaardigd
worden naar een model van de heeren Pech (beeld
houwer) en Delmas (architect).
De eerste eervolle vermelding, met eene premie
van '1000 gulden, is toegekend aan den heer Gaudez.
De tweede, met eene premie van 500 francs, verwierf
de heer Guilbert.
Ongelukken, Kampen, Misdaden, enz.
Op enkele personen na, is al het werkvolk van de
Ned. Stoombranderij en Distilleerderij, onder directie
van den heer E. Kiderlen, in het voormalig Delfshaven
(thans Rotterdam) bedankt.
Een orkaan, die de eerste dagen dezer maand het
geheele eiland Sardinië teisterde, heeft groote ver
woestingen aangericht. Het aantal ongelukken is groot,
ofschoon er geen mensch is omgekomen. Op zee was
het echter nog erger. Er bestaat weinig hoop, dat
de schepen, die uit Genua en Tunis vertrokken zijn,
den orkaan zijn ontloopen. In de nabijheid van Pola
strandde het Oostenrijksche schip «Fomica"zes ma
trozen en de dochter van den reeder werden gered,
deze laatste zelf en de kapitein, kwamen in de golven
om. De goelet «San Francisco di Sales" verging met
man en muis. De havenloodsen vonden in zee een
schip zonder roer en masten, waarop zich drie uit
geputte mannen bevonden.
De ongelukkigen werden goed verpleegd en ver
telden dat ze uit Malta waren vertrokken met het
prachtigste weerkort daarop waren ze door den
orkaan overvallen, en met een verschrikkelijke snel
heid verder gedreven. In 24 uren hadden zij de afstand
tusschen Malta en Sardinië afgelegd.
Dergelijke treurmaren komen ook van de omliggende
eilanden en van de westkust van Italië.
De procureur-generaal te Cincinnati weigerde, in
een der jongste terechtzittingen, gehoor te geven
aan den president, die hem het woord had ontnomen.
De president beval zijn inhechtenisneming «wegens
ongehoorzaamheid aan het Hof". De politie-chef
wilde hem arresteeren, maar de achtbare procureur-
generaal stompte den boutigen chef van zich af.
Een agent wilde zich daarop van het orgaan van
het Openbaar Ministerie meester maken, maar kreeg
een hevigen kaakslag, die hem deed omtuimelen.
Ten slotte moest de hulp van verscheidene politie
agenten worden ingeroepen, om zich van den weer-
spannigen procureur-generaal meester te maken.
Een tragisch-comisch ongeval is te Stettin voor
gevallen. Nadat daar n.l. de stoomboot «Breslau"
voor anker was gekomen, begaf zich de equipage
aan wal.
Toen de matrozen nu een voor een op de aanleg
plaats terugkeerden, waar zich nog voor korten tijd
de mooie boot trotsch op de blauwe wateren gewiegd
had, ontdekten zij tot hun schrik geen spoor van het
vaartuig.
Toen ze nog druk bezig waren, orn te overleggen
hoe dan toch de vork in den steel zat, werden zij
opnieuw verrast door de mededeeling dat de stoom
boot reeds een poos 15 voet diep onder water lag.
Zooals verteld wordt zou de machinist vergeten hebben
eene kraan te sluiten, die het water toegang verleende
tot het ruim van het schip.
Door het instroomen van het töater is nu natuurlijk
de boot gezonken. Eene vrouw, die zich met haar
kind aan boord bevond, werd nog juist bijtijds gered.
Een comisch voorval had eenigen tijd geleden plaats
op eene kermis in Duitschland. Een goed gekleed heer
slenterde met een wandelstok met gouden knop in de
hand over de kermis, toen hij staande werd gehouden
door een armoedig gekleed man, die zich op krukken
voortsleepte en om een aalmoes vroeg. De heer, tot
medelijden bewogen, gaf den armen man een zilverstuk.
«Hoe kunt ge zoo dwaas zijn?" riep een man, die
dicht daarbij stond. «Die kerel is een bedrieger en
evenmin lam als wij. Leen mij uw stok voor een
oogenblik, en ik zal u, door hem een dracht stokslagen
te geven, overtuigen van de waarheid mijner woorden."
De heer gaf den man zijn stok en de bedelaar,
zijne krukken neergooiende, liep weg zoo hard hij
kon. De ander liep hem onder het gelach en geschreeuw
der omstanders na, steeds met den stok dreigende,
en zoo liepen zij een eind weg, tot zij eene zijstraat
insloegen en niet meer gezien werden.
De heer wachtte eenigen tijd, hopende den man
met zijn stok te zien terugkeeren, üuci. vergeefs.
Het was duidelijk, dat alles een afgesproken grap
was tusschen twee slimme schurken. De heer kon
niets doen dan huiswaarts gaan, boos op zichzelf,
dat hij zich zoo had laten beetnemen.
K* rank i* ij li.
«Burgeres" Ilubertine Auclert, directrice der Citoyenne,
en Marie Martin, penningmeesteres der Vereeniging
voor het vrouwenstemrecht, hebben, naar aanleiding
van een door den heer Lockroy voorgesteld wetsontwerp
betreffende de instelling van raden van scheidslieden,
aan de Kamer een adres gericht, waarin men o.a.
leest: «Indien gij rechtvaardige wetgevers zijt, zult
gij beseffen, dat, welke verbeteringen het ontwerp
ook behelzen moge, het ten aanzien van de vrouwen,
fabriekeigenaarsters en werkvrouwenwerkgeefsters
en dienstdoenden eene groote onrechtvaardigheid laat
voortduren, daar het den mannen uitsluitend de be
voegdheid verleent om in geschillen tusschen patro
nessen en werklieden, tusschen werkvrouwen en patroons
te beslissen. Neemt in overweging, dat in menig
geval de scheidslieden verlegen zullen staandat het
b.v. veel meer tot de bevoegdheid der vrouw behoort,
te beoordeelen of keurslijven en halsdoeken goed of
slecht gemaakt zijn, dan tot dia des mans." De dames
verlangen mitsdien, dat de raden van scheidslieden
voor de helft uit vrouwen zullen bestaan en mede
door fabriekeigenaarsters «cheffesses d'ateliers" en
werksters gekozen worden.
Italië.
Over het tegenbezoek, dat de keizer van Oostenrijk
aan den koning van Italië te Florence zou brengen,
schrijft de Gazzettci Piemontese het volgende: «Van
een ontmoeting tusschen den koning van Italië en
den keizer van Oostenrijk kwam de heer Mancini voor
het eerst op de gedachte, toen hij Italië tijdens de
gebeurtenissen van Tunis in September 1881 een
oorlog met Frankrijk aanstaande achtte. Omstreeks
dien tijd zou de keizer zich naar de groote manoeuvres
in Tirol begeven en Mancini wilde daarvan partij
trekken, om de beide vorsten elkander in een grens
stad te doen ontmoeten. Graaf di Robilant werd be
last in dien geest stappen te doen. De keizer van
Oostenrijk liet weten, dat hij niet aan de grenzen,
maar in de hoofdstad van het rijk den koning en de
koningin van Italië met genoegen zou ontmoeten.
Daar men echter de onbeleefdheden, welke aan Victor
Emanuel, toen hij zich naar Weenen begaf, te beurt
gevallen waren, niet vergeten was, aarzelde men de
uitnoodiging aan te nemenmaar op de verzekeringen
van den keizer, dat de keizerin zoowel den koning
als de koningin van Italië met de grootste eerbewijzen
zou ontvangen, werd tot een bezoek besloten. De minister
Mancini hield zich daarna met het tegenbezoek be
zig en ook nu weer werd graaf Di Robilant met
deze teedere quaestie belast. De keizer erkende de
juistheid van het verzoek, maar verklaarde kortweg,
dat, om redenen van bloedverwantschap en gewetens
bezwaren, het tegenbezoek slechts in Opper-Italië zou
kunnen plaats hebben, maar noch te Rome, noch te
Florence, noch te Napels. Graaf Di Robilant, wetende
dat hij den keizer niet van zijn besluit kon terug
brengen, stelde zich niet met telegrammen in cijfer
schrift tevreden, maar begaf zich met opzet naar
Napels, waar de Minister Mancini op de Koninklijke
villa van Capodimonte den zomer doorbracht. De
Minister had verscheiden malen een onderhoud met
graaf Di Robilant en men besloot, deze quaestie voors
hands te laten rusten, alles aan de ridderlijkheid van
den Keizer over te laten, en intusschen het bezoek
van het Italiaansch Koningspaar te doen plaats hebben,
om Frankrijk de tanden te laten zien, dat met de
«chasses aux Italiens" en de hevige taal der pers
alle dagen ons meer bedreigde.
Het Koninklijk bezoek had in de eerste dagen van
November 4881 plaats, en de ontvangst, welke aan
onze souveveinen te Weenen te beurt viel, bracht als
door een tooverslag de zenuwachtige opgewondenheid
der Franschen tot bedaren. In het begin van 1883
hernieuwde de Minister Mancini de stappen tot het
verkrijgen van een tegenbezoek, en de Keizer van
Oostenrijk toonde zich geneigd om naar Turijn over
te komendoch het Italiaansche Ministerie stond er
op, dat het tegenbezoek te Rome zou plaats hebben.
De Keizer daarentegen herinnerde aan zijn vroeger
afgelegde verklaringen, wilde niet komen en van het