Z1ERIKZEESCHE COURANT. voor het arrondis- seinen! Zierikzee. 1886. No. 81. Zaterdag 23 October. 89ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Binnenland. Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden f 1,-. Franco per post 4,-. Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad '10 Cent. PRIJS DER ADVERTENTIE N: Per gewone regel "10 Cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 Cent. Dienstaanbiedingen van '1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct. Alle stukken, (le redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKENMAN. ZIE RIK ZEE, 22 October '1 8 8 6. Door Z. M. den Koning is aan Jhr. Mr. M. J. Schuurbeque Boeijg, gewezen president der arrond.- rechtbank te Zierikzee, een pensioen verleend van f 2334 'sjaars. Het Kamerlid Heldt is, naar de Amst. Ct. bericht, ernstig ongesteld; zware koortsen paren zich aan een ontsteking in de keel. De Arnh. Ct. schrijft»Er werd eens wij meenen door den Minister Nedermeijer van Rosenthal eene wet op het recht van vereeniging en vergadering ingediend, en dat wetsontwerp is spoorloos verdwenen. Men zegt tusschen de deur van de sectiekamer en de vergaderzaal. Met zekerheid echter heeft nooit iemand kunnen zeggen, waar het gebleven is. »Zou men niet kunnen beproeven, de thans inge diende wijziging der later ingediende en aangenomen wet denzelfden weg te doen gaan? »Het komt ons voor, dat het ontwerp alle ver- eischten daartoe bezit en dat minister noch vertegen woordiging zich bijzonder zullen beijveren, om er naar te gaan'zoeken." Onder voorzitterschap van den heer mr. S. Katz werd Woensdagavond eene huishoudelijke vergadering gehouden van »De Unie", Vereeniging tot opwekking van staatkundig leven en bevordering van maatschappe lijke belangen te Amsterdam, waarop de heer mr. E. van Lier de voorgestelde wijziging der wet tot regeling en beperking van het recht van vereeniging en vergadering besprak. De vergadering nam na breedvoerige bespreking de volgende motie aan: »De vergadering, van oordeel, dat het onlangs door de Regeering ingediende voorstel tot wijziging der wet tot regeling en beperking van het recht van ver eeniging en vergadering een even onnoodige als gevaar lijke schrede op den weg der reactie is, waardoor een onzer meest gewaardeerde volksrechten wordt bedreigd, spreekt den wensch uit, dat dit voorstel door de Volksvertegenwoordiging worde verworpen." De Minister van Waterstaat enz. heeft uitgemaakt, dat visitekaartjes, ook wanneer daarop geschreven is, als drukwerk kunnen verzonden worden. Het saldo van 's rijks schatkist op 16 dezer bedroeg bij de Nederlandsche Bank 4.7,879,150,44, en bij de be taalmeesters f 4,770,247,775; samen ƒ49,649,368,245. De burgemeesters van een 13tal gemeenten in Noord-Brabant hebben zich bij adres tot de provinciale staten gewend, met verzoek, dat het provinciale regle- -ment op het gebruik der openbare wegen in dier voege worde gewijzigd, dat honden als trekdieren gebruikt, niet anders mogen worden gespannen dan onder den wagen. Men twijfelt geenszins, of dat verzoek zal bij de staten een gunstig onthaal vindenvooreerst toch valt jiiet te ontkennen, dat hondenkarren, wanneer de hond vóór den wagen gespannen is, de wegen in hooge mate onveilig maken, terwijl, werd dergelijke aanspanning verboden, tevens zou ophouden het door de geleiders op den wagen plaats nemen en daarmede een einde gemaakt zijn aan vaak ergernis verwekkende tooneelen van dierenmishandeling. Het bestuur van de te Leeuwarden gevestigde ver eeniging »Het Paardenstamboek" heeft besloten, de commissie, belast met den aankoop van paarden voor de remonte, te verzoeken, opnieuw te beproeven in Friesland paarden voor de artillerie aan te koopen, en haar tevens uit te noodigen ditmaal den aankoop te doen aan huis, dus op de boerenplaatsen, zooals met goed gevolg in andere provinciën plaats vindt. Men heeft gemeld, dat het ontslag van mevr. Bulkley uit de gevangenis geheel alleen van Z. M. zou zijn uitgegaan. Dit wordt thans ook door het D. v. Z.-R. tegengesproken. De Min. van Justitie is degeen, van wien het is uitgegaan. Hij heeft reeds voorlang Z. M. op de hoogte gesteld van den toestand van Mevr. B. door overlegging van geneeskundige rapporten, deels op grond van de ingediende verroeken om gratie, deels op uitdrukkelijken last van den Minister zelf, uitge bracht. Vervolgens is zonder eenigen aandrang of zelfs eenig verzoek van den Koning aan Z. M. een ontwerp besluit ter teekening voorgelegd tot volledige kwijt schelding van den verderen straftijd. Bij dat ontwerp zijn, zooals steeds gebruikelijk is, overgelegd de requesten waarop het steunt, de adviezen over die verzoeken uitgebracht en verschillende geneeskundige rapporten. Eerst toen het besluit reeds geteekend was, heeft de Minister met den raadsman van mevr. B. gesproken, naar aanleiding van eene zinsnede der adressen, volgens welke de veroordeelde zou beloof; lebben zich voortaan van alle onwettige middelen ten aanzien van mr. Hoek en zijne kinderen te zullen onthouden. De Minister verlangde zekerheid, dat die belofte zou worden gestand gedaan, maar tevens dat ook geen andere, zij het ook wettige middelen zouden gebezigd worden om het den heer Hoek lastig te maken, en verzocht daarom den bekenden advocaat van mevr. B., die belofte in ont vangst te nemen en den Min. van het afleggen daarvan mededeeling te doen. Het gevolg hiervan was, dat die advocaat naar eigen goedvinden eene verklaring opstelde, die hij de veroordeelde uitnoodigde te onderteekenen, waaraan zij heeft voldaan. Dat de Min. het ontslag afhankelijk zou hebben gesteld van de belofte, dat mevr. B. niet meer te Apeldoorn zou komen, is onwaar. Uit 's Gravenhage meldt men aan de Arnh. Ct., dat op het verzoek om gratie door Kloppers ingediend, afwijzend is beschikt. Natuurlijk kan een veroordeelde, als aan een mede- beklaagde, die tot een zwaardere straf is veroordeeld, verzachting of ontheffing van straf is verleend, aan die omstandigheid nimmer voor zichzelf eenig recht op gratie ontleenen. Toch zou, meenen wij, een be slissing in tegenovergestelden zin als thans ten opzichte van K. is genomen, niet geheel ongemotiveerd zijn geweest. Immers 22 Januari 1886 werd K. tot één jaar celstraf veroordeeld. Sedert 30 September 1885, dus bijna vier maanden, bevond hij zich toen in preventieve hechtenis. Dientengevolge had hij op het oogenblik, dat op zijn verzoek om gratie afwijzend werd beschikt, reeds langeren tijd in de gevangenis doorgebracht dan de straftijd, dien hij volgens rechterlijk vonnis moest ondergaan. Kloppers werd volgens het oude Wetboek van Straf recht veroordeeld. Zijn langdurige preventieve hechtenis kan dus niet in mindering worden gebracht met de opgelegde straf. Sedert is hierin verandering gebracht en had dit volgens artikel 27 van het Nieuwe Wet boek van Strafrecht wel kunnen geschieden. In dat geval had hij zich op het oogenblik reeds gedurende drie weken op vrije voeten bevonden. In- tusschen is dit niet zoo, en zal Kloppers in de cellulaire gevangenis te Arnhem opgesloten blijven, tot op 22 Januari '1887 zijn straftijd ten volle zal zijn verstreken. Behoort de aansprakelijkheid van den werkgever voor ongelukken, die den werkman bij den arbeid overkomen, nader geregeld te worden? Dit is een der gewichtigste vraagstukken, zegt het Hbl., die zich zullen voordoen bij de arbeids-enquête, want maat regelen van voorzorg behooren tot de voornaamste middelen om de oplossing der sociale quaestie, zoo niet te verzekeren, dan toch gemakkelijk te maken. In verschillende buitenlandsche staten is dit vraagstuk zeer uiteenloopend opgelost. In Frankrijk en België geldt de leer van het burgerlijk recht omtrent de aansprakelijkheid voor de schade, die ook door onder geschikten of door zaken, waarover men het opzicht heeft, wordt veroorzaakt. In Italië is nog een speciale wet aanhangig, welke den patroon aansprakelijk stelt, behalve indien hij voor eigen rekening zijn werklieden tegen ongelukken heeft verzekert. In Zwitserland is de wettelijke aansprakelijkheid beperkt tot fabrieken, maar met beperking van het recht op schadevergoeding ingeval er ook schuld is aan de zijde van den werkman. In Duitschland staat het stelsel van verplichte ver zekering op den voorgrond; in Oostenrijk heeft men een gelijksoortig stelsel van verzekeringskassen ingevoerd. De enquête-commissie ten onzent zal hebben na te gaan, niet enkel of de algemeene bepaling van het Burgerlijk Wetboek omtrent de aansprakelijkheid vol doende is om de werklieden naar billijkheid vergoeding te verschaffen wegens ongeluk of ziekte, door de uit oefening van het bedrijf veroorzaakt, maar ook, in welke mate thans reeds in de gevolgen wordt voorzien. Vermoedelijk zal het stelsel van gedwongen verzekering hier te lande geen grooten aanhang vinden. Maar wel is het van belang na te gaan, waarom de vrijwillige verzekering, waartoe in den laatsten tijd de gelegen heid is* geopend, niet ruimer wordt toegepast, zoowel door werkgevers als door werklieden. Nu de visscherij op de »Lutine", wegens het gure jaargetijde, tot het voorjaar is uitgesteld, is besloten een tentoonstelling te houden van de goederen uit dat goudschip opgevischt; van elke soort der gevonden munten zal minstens één exemplaar aanwezig zijn. De groofce zaal in het Tolhuis, aan den overkant van het IJ te Amsterdam, is door den eigenaar daartoe welwillend ter beschikking gesteld. De opbrengst komt ten bate van het aldaar gevestigde Willem Barends- fonds", opgericht ten behoeve van oude of nagelaten betrekkingen van verongelukte zeelieden. Het door het provinciaal bestuur van Zuid-Holland aanbesteede werkde bovenbouw van de brug over de Oude Maas bij Barendrecht, is gegund aan de firma Kloos en Zoon te Alblasserdam. Ofschoon deze firma niet het laagste had ingeschreven, is haar het werk gegund tegen den prijs van den laagsten buitenlandschen inschrijver. Deze beslissing werd door Ged. Staten genomen, na inroeping van de hulp, van het buitengewoon lid dier Staten, den heer Burgerschools-eergevoel. Een leerling van de H. Burgerschool te Harlingen kreeg strafwerk en om zich aan die schande te onttrekken, verliet hij heimelijk het ouderlijk huis, de stad, het land en wandelde naar Bremerhaven, waar zijn vader hem na lang zoeken terugvond, gereed om zich op een schip te engageeren. Het vereischte bedrag voor de Nederlandsche Land- bouwbank is niet volteekend. Men wendt pogingen aan om het ontbrekende aan te vullen. Dat iemand soms gauw geraakt kan wezen, werd Dinsdagmorgen op het Spui in den Haag bewezen, door een persoon, die met negotie langs de huizen loopt. Aan eene dienstbode, die de bel stond te poetsen, bood hij zijn waar aan, doch slaagde er niet

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1886 | | pagina 1