ZIIMkZirsriil COURANT.
voor het arrondis-
sement Zierikzee.
1886. No. 73. Zaterdag 25 September. 89ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Binnenland.
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND,
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden ƒ1,-. Franco per post ƒ1,-
Afzonderlijke nommers 5 Cent, met Bijblad '10 Cent.
PRIJS DER ADVERTENTIE N:
Per gewone regel '10 Cent. II u w e 1 ij k s -Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 Cent.
Dienstaanbiedingen van '1-5 regels, mits contant betaald, 25 Ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKENHAN.
ZIE RIK ZEE, 24 September 1 8 8 6.
De Haagsche kroniekschrijver van de IV. Gr on. Ct.
maakt melding van een ongeval, dat op den jaardag
van onze kleine kroonprinses op het lustslot Soestdijk
plaats^ had. Terwijl de gasten met de koninklijke
- familie en de leden der hofhouding aan den feestdisch
waren gezeten, deed zich eensklaps een geweldige
slag, gevolgd door een oorverdoovend geraas van
brekend glas, hooren. Ontsteld zagen de aanwezigen
elkander aan, maar zwijgend, wijl de hofetiquette
verbiedt bij zulk een gelegenheid van eenige aan
doening blijk te geven. Zelfs de lieve kleine prinses
sprak geen woord, maar zag haar vader", gelijk
zij Z. M. gewoon is burgerlijk eenvoudig te noemen,
min of meer angstig aan. Weldra bleek, dat een
zeer kostbare en artistieke kroon, in de vestibule
van het paleis opgehangen en met tal van lampen
bezet, van den haak gevallen en verbrijzeld was.
Geen half uur te voren waren H. M. de koningin met
het prinsesje onder die kroon naar de eetzaal gegaan.
Gelukkig had er geen persoonlijk ongeval bij plaats
en het feestmaal werd er geen oogenblik door
verstoord.
Na een vrij langdurig stilzwijgen vroeg Z. M.
omtrent het feit ingelicht zeer kalm of 't niet
de firmate A. was, die deze kroon had
geleverd en opgehangen. Men begrijpt het overige.
Een honderdtal paren heeft zich aangemeld ter
vervulling der betrekkingen van binnenvader en moeder
in het St. Pieters- en Biokland's gasthuis te Amersfoort.
Heeft Amsterdam zijne kerkelijke questiën, in
Franeker is nu een schoolquestie aanhangig. De
Leeuw. Ct. meldt daaromtrent: Een der onderwijzers,
bezield met groote zorg voor het welzijn zijner collega's,
schijnt nauwkeurig aanteekening te houden van het
doen en laten zijner ambtgenooten aan die inrichting
en daarvan getrouw verslag te geven aan het hoofd
der schoolcommissie, en daar diepresident zelf onder wijzer
ia geweest en een onderwijzerszoon is, weet ook deze
in dezelfde richting van bezorgd vriend te werken en
zendt de eene apostille na de andere, tot vermaning
en opwekking. Nu is het uitgekomen, wie de vriend
was, die de feilen aantoonde, en het hoofd der school
heeft hem gevraagd, of hij dienst deed al* spion. De
aldus aangesprokene beklaagde zich bij den president
der commissie, en deze bracht de klacht over aan
het hoofd der gemeente, die het hoofd der schooi
voor zich liet komen en in verhoor nam. Het onderzoek
schijnt in den vorm nog al te wênschen overgelaten
te hebben, althans het hoofd der school ging opstaan
en verklaarde zich ongenegen om langer op die wijze
te worden uitgehoord. Daarop heeft de Burgemeester
proces-verbaal tegen bedoeld hoofd der schooi opgemaakt,
als zijnde deze weigerachtig hem de gevraagde in
lichtingen te geven.
Naar aanleiding van het proces Domela Nieuwenhuis
schrijft de Tijd:
Wij herinneren ons een langdradig proces, 't welk
vóór eenigen tijd in Engeland werd afgesponnen
tusschen een beeldhouwer en een persoon, die van
eerstgenoemde had beweerd, dat hij de door hem
als eigen werk verkochte beelden zelf niet maakte.
De beeldhouwer heeft toen in de gerechtszaal eene
proeve van zijne bekwaamheid afgelegd. Zou men
Boelens niet aan een zelfde vuurproef kunnen onder
werpen, om te toonen, dat hij in staat is artikelen
als het geïncrimineerde te schrijven, evenals men
bijv. iemand, die verdacht wordt van het zenden van
brandbrieven, laat schrijven, om uit te maken of het
zijn handschrift is?
Er bestaat kans, dat Domela Nieuwenhuis, als
vei antwoordelijk redacteur van zijn blad Recht voor
Alleneen nieuwe vervolging op zijn rekening krijgt.
In het pas verschenen nummer van dat blad wordt
gelasterd, dat de politie te 's Hage als bezetenen de
menigte afranselde, die D. N. na zijn proces huiswaarts
wilde brengen en een harer beambten zelfs een
revolver te voorschijn haalde. Daar dit van begin tot
einde gelogen is, zal deswege vermoedelijk weer een
vervolging worden ingesteld.
Onder het nieuwe wetboek worden dergelijke
lasteringen niet malsch gestraft.
Het Gerechtshof te 'sGravenhage deed heden in
hooger beroep uitspraak in de zaak van F. Domela
Nieuwenhuis en bevestigde het vonnis der
Rechtbank, waarbij hij, wegens smaad van den persoon
des Konings en beleediging van den Amsterdamschen
Commissaris van politie Stork, veroordeeld werd tot
één jaar cellulaire gevangenisstraf
en 50 boete.
Het gerechtshof te Amsterdam heeft J. H, Geel
schuldig verklaard aan poging tot doodslag, en hem
deswege veroordeeld tot 8 jaren gevangenisstraf. Het
arrest neemt niet aan, dat Geel met voorbedachten
rade heeft gehandeld.
Eene aan het Dagbl. v. Z. Ii. geworden zeer vertrouw
bare mededeeling bevestigt de door de mail-couranten"
als gerucht vermelde tijding, dat mevr. Hansen en de
stuurman van de »Hok Canton" door Toengkoe Oeraar,
tegen inwisseling van gevangenen, in vrijheid zijn
gesteld.
Reeds is gemeld, dat de «Schorpioen" gelicht en in
het groote droogdok geplaatst is. Zoodra het schip
drijvende was, werden aan boord vlag en wimpel in
top geheschen, terwijl de kapt.-luit.-ter-zee G. J. Buijskes
weder het commando aanvaardde. De «Schorpioen" is nl.
nog steeds een in dienst zijnde oorlogsbodem, dewijl
na de aanvaring buitendienststelling achterwege bleef.
Al wat zich aan boord bevond is, op zeer enkele
uitzonderingen na, bedorven. De machine is zwaar geroest.
Om haar te beproeven zal men, nadat het lek vol
doende zal zijn voorzien, op de reede proef stoomen.
Kloppers, die zich sedert zijn arrestatie in de gevan
genis op de Beek te Arnhem bevond, is Zaterdag op
last van den minister van justitie naar de cellulaire
gevangenis aldaar overgebracht, om daar het overige
van zijn straftijd te verblijven. Dientengevolge is hij
ontheven van de voorrechten der pistole, die hij tot
dusver genoot.
De Londensche correspondent van de N. R. Ct.
verneemt, dat «een bekend rechtsgeleerde en geacht
lid der Tweede Kamer" eerstdaags eene brochure zal.
uitgeven over de zaak van den Engelschman John
Godden, die zich beklaagt over onrechtmatige en
willekeurige handelingen te zijnen opzichte door de
regeering van Curagaó, ter wille van de Aruba Phos-
phaat-maatschappij, begaan.
Naar men meldt, zal door de assurantie-maatschappij
de «Union beige", voor den wederopbouw van het
Kurhaus te Scheveningen, ongeveer een millioen gulden
uitgekeerd worden.
Te Dordrecht is de tentoonstelling van gastoestellen
voor verwarming en drijfkracht geopend.
Terwijl men Dinsdag te 's Hertogenbosch bezig was
met het afbreken van de tent van het Theater «Spriet",
brak uit een der naastbijzijnde tenten een aap los
deze liep door het volk en vloog aan op een der
omstanders. Hij beet een jongen in zijn been, en op
diens hulpgeroep schoot een knecht van het Theater
toe, rukte den aap met geweld los, en drukte hem
tegen den grond, om het ontvluchten te voorkomen.
De aap liet zich dit welgevallen, breekt los en werpt
zich op denzelfden jongen, wien hij nu een wonde in
den arm toebrengt. De wonde was van zoo'n ernstigen
aard, dat geneeskundige hulp moest ingeroepen worden.
Naar men zegt zou de jongen het dier in zijn hok
geplaagd hebben, waarna deze losbrak en wraak nam.
Toen de aap weder in zijn tent terug was gebracht,
keek hij zijn meesteres zoo onnoozel aan, alsof hij
zeggen wilde: «Heb ik dan iemand kwaad gedaan?"
Op de vraag, die men in den laatsten tijd veelvuldig
hoort stellen: of de aandeelen in «de geldleening ten
behoeve der wacht en visscherij op de «Lutine" nog
waarde hebben, worden door den heer W. II. ter
Meulen, den man, die sedert 1867 die wacht heeft
gehouden en door wien destijds de pogingen werden
gedaan om tot dat doel eene leening te sluiten, een
antwoord gegeven, 't welk hierop neerkomt, dat aan de
genoemde aandeelen in de gestaakte leening geen
handelswaarde kan worden toegekend. Wel wenscht
de heer t. M., zoodra hij daartoe in staat zal zijn,
zijne zedelijke verplichting na te komen jegens hen,
die indertijd in die leening deelnamen.
Dit antwoord steunt op een door den heer t. M.,
ingewonnen rechtsgeleerd advies, dat werd versterkt
na '1879, toen de uiterste pogingen van den heer t. M.,
om genoegzame deelneming in zijne geldleening te
krijgen, ten eenenmale mislukt waren.
Uit het wrak der «Lutine" zijn den 17den dezer
opgevischt '12 heele en 2 halve Spaansche matten,
benevens een ring, en den 18dcn 9 matten en groote
stukken wrakhout.
De toenemende verzanding der pas gezogen gaten
maakt het noodig. dat men naar een werktuig omziet,
dat het duiken ook in het zand mogelijk maakt.
Alleen daarmede zal men het zekerst de mogelijk nog
aanwezige schatten kunnen bovenbrengen. Ondertusschen
worden nog steeds velerlei artikelen met het zand
opgezogen, welke zamen een niet onaardige verzameling
vormen. De gevonden gouden munten dragen meest
allen het borstbeeld van Karei IV of Lode wijk XVI;
sommige der Spaansche matten schijnen geheel nieuw,
andere zijn dun en geheel zwart aangezet.
Uit Terschelling meldt men, dat Maandag uit het
goudschip de «Lutine" 34 heele en 5 halve Spaansche
matten, '1 goudstukje en een gouden ring zijn opgehaald.
In een vergadering der Asser werklieden-vereeniging
is een voorstel aangenomen, om door het geheele land
eene adresbeweging op touw te zetten, ten einde de
regeering te bewegen in alle hoofdsteden des Rijks
goed ingerichte ambachtsscholen te stichten.
Het verslag van het college der zeevisscherijen over
het afgeloopen jaar is verschenen. Het houdt zich in
het breede bezig met de slechte uitkomsten der haring-
visscherij en de redenen die daartoe hebben geleid,
en met de gunstige uitkomsten der oestercultuur,
behalve op de Zuiderzee, waar echter nu wordt onder
steld, dat die cultuur wel eene toekomst zou kunnen
hebben. De productie der haringvisscherij was 295
millioen stuks tegen 320 millioen in 1884; de gelde
lijke opbrengst was 836,000 minder, 't Jaar was
dus zeer ongunstig. In één opzicht echter steekt het
althans hier te lande gunstig af bij het voorgaande
jaar; men is n.l. nog vóór het einde van het jaar in
de mogelijkheid geweest, den aanwezigen voorraad op
te ruimen, terwijl dat, wat hier of op de buitenlandsche