j^—r
re
dragen van droefenis, en men hem daarom zal
uitlachen, dat hij het in een plooi zet, alsof hij
voor zijn genoegen uit kuieren is; viert hij daarentegen
feest, dan is hij zóó benauwd, aan anderen te naïef
en te "uitgelaten te schijnen, dat hij een gezicht
trekt als een aanspreker in functie. Zoo zijn uwe
vrouwenhaters gewoonlijk niets anders dan verlegen
vrouwenminnaars, en uwe stoïcijnen slecht*- verkapte
enthousiasten. Zoo wordt een juichtoon gesmoord uit
vrees voor den buurman, en een vroolijk hoezee
ingehouden door een gevoel van valsche schaamte.
Zoo verstomt allengs de aloude volkskreet
Met uw verlof, mevrouw! «Oranje boven!"
En ik kreeg een kleur als vuur."
De rede, waarmede gisteren de zitting der Staten-
Generaal geopend werd, is van den volgenden inhoud:
De betrekkingen des Konings met alle mogendheden
zijn van den meest vriendschappelijken aard.
De zee- en landmacht geven reden tot tevredenheid.
De druk in vele takken van handel en nijverheid
is niet zonder invloed op de opbrengst der geldmiddelen.
Lettende op dit, naar wij hopen, voorbijgaand verschijnsel,
is 's lands llnancieele toestand bevredigend. Vermeerde
ring der middelen door hoogere belasting behoeft niet
te worden gevraagd.
De berichten omtrent den oogst luiden over het
algemeen gunstig; de gezondheid van den veestapel
is zeer voldoende. Dat de bedrijven van den landman
en den veehouder, behoudens uitzonderingen, minder
winstgevend zijn dan voor eenige jaren, is aan velschil
lende oorzaken toe te schrijven. De regeering is voor
nemens een onderzoek aan eene koninklijke commissie
van deskundigen op te dragen zoowel naar de oorzaken,
als naar hetgeen nader in 't belang van den landbouw
van staatswege is te doen.
Wij hopen zoo spoedig als de aard der zaak toelaat,
voor zoover dit van de regeering afhangt, de herzie
ning der Grondwet in staat van openbare behandeling
te brengen en vleien ons, dat de beslissing der wetgevende
macht over dat gewichtige onderwerp niet laat in deze
zitting moge plaats hebben.
Met het oog daarop heeft de regeering bij de samen
stelling der staatsbegrooting, alleen voor zoover strikt
noodig, nieuwe onderwerpen ter sprake gebracht.
Voorts zullen voorstellen omtrent de herziening dei-
wet op het notarisambt, betreffende het recht van
vereeniging en vergadering en betreffende de Nederland-
sche Bank, worden ingediend.
Spoedig zullen aan uwe overweging maatregelen
onderworpen worden tot afwering der schade, die
het algemeen belang zou lijden door eventueelen
stilstand der suiker-ondernemingen in Oost-Indië.
In het noorden van Sumatra is voortdurende waak
zaamheid noodig. Van volharding bij de nu aangenomen
gedragslijn wordt, op goede gronden, allengs verbetering
van den toestand verwacht. In het oostelijke deel
van dat eiland beleeft de Europeesche landbouw een
tijdvak van bloei, aldaar werden groote belangen
ernstig bedreigd door vijandelijke invallen, waartegen
echter met goed gevolg krachtige maatregelen werden
gesteld. Het leger, dat, evenals de zeemacht, aldaar
loffelijk de gevorderde diensten verricht, wordt ge
teisterd door eene ziekte, die, ofschoon thans ver
minderende, zorg baart en tot wier bestrijding niets
onbeproefd wordt gelaten. Door tijdelijke uitbreiding
der legersterkte wordt zooveel mogelijk te gemoet
gekomen aan de bezwaren, die uit het groot getal
zieken en herstellenden, vooral onder het inlandsche
gedeelte van het krijgsvolk, voortvloeien.
Van Batavia schrijft men aan het Dagblad
«Met zekerheid kan ik u mededeelen, dat onze
suiker-industrie van den Gouverneur-Generaal niets
te hopen heeft. Z.Exc. is tegen elke hulp,
haai' te verleenen, onder welken vorm ook; hij wil
haar niet helpen.
»Mij dunkt, dat het geen kwaad kan als men dit
in Nederland weet. Natuurlijk vleit men zich hier
met de hoop, dat het Opperbestuur iets zal doen
met de bedoeling om den ondergang der cultuur te
voorkomen. Maar bestaat die wil oprecht, laat men
dan vooral scherp toezien, de maatregelen
zoo te verordenen, dat de Gouverneur-Generaal z e
niet illusoir kan maken; anders toch, dit
verzeker ik u, zou de Nederlandsche goede wil
niets baten."
Uit Indië wordt gemeld, dat de Gouv.-Gen., ter
oorzake van de mededeelingen betreffende de zaak van
Tjiomas, voorkomende in De Locomotief, den resident
van Samarang gelast heeft streng de hand te houden
aan het reglement op de drukwerken in N.-Indië en
aan de bepalingen ter verzekering der regelmatige
werking van dit reglement.
Uit Samarang meldt men d.d. 12 Aug.: De heer
P. A. Daum, redacteur van het Bat. Nieuwsblad
is heden door den raad van justitie alhier veroordeeld
tot een jaar gevangenisstraf.
Ongelukken, Kampen, Misdaden, enz.
Zaterdag wierp in de Buiten Brouwerstraat te Am
sterdam een half beschonken kerel moedwillig een
petroleumkarretje omver, waarmede een bejaarde man
zijn waar ventte. Toen de oude man over het onbe
hoorlijke dier behandeling het zijne zeide, greep de
kerel hem vast en bracht hem met een mes een drietal
steken toe. In bewusteloozen toestand is de ongelukkige
naar het Gasthuis vervoerd, terwijl de dader door een
vijftal agenten naar het politie-bureau werd overgebracht.
Woensdagavond werden door twee in de Ooij ge-
stationneerde rijksambtenaren in de nabijheid van den
Tornschen molen aangehouden twee vrouwspersonen,
beide wonende in de Boddelstraat te Nijmegen, die
ongeveer 19 liter spiritus in blazen of darmen onder
hare kleeding hadden verborgen. Nadat de spiritus
was in beslag genomen en de vrouwen door haar
opgegeven naam bekend waren, zijn zij voorloopig op
vrije voeten gesteld.
Te Belfast is Woensdagavond het middengedeelte
van de Albertbrug over de Lugan ingevallen. De
brug was onveilig en Donderdag zou het verkeer er over
worden gestremd, om met het werk der herstelling
te beginnen. Reeds waren de voorbereidende werk
zaamheden gedaan. Twee bogen zijn ingestort, al de
steenen met zich slepende. Van de personen, op dat
oogenblik op de brug, worden 15 vermist. Een vrouw
en een kind werden uit het water gered. Een andere
poging om een kind te redden mislukte. De bewaker
van de stellaadjes voor de werkzaamheden aan de
brug is verdwenen. De gaspijpen braken midden dooi',
maar gelukkig vatte het uitstroomende gas geen vlam
door een dicht bijzijnd vuur, dat de bewaker had
ontstoken. Dadelijk werd naar de lijken gedregd, maar
zonder resultaat. De brug was 50 jaar oud.
Te Sindon heeft een jongen van 7 jaar zich dood-
gedronken aan sterken drank. Hij was twee flesschen
jenever meester geworden en had er een leeggedronken.
Men vond hem bewusteloos, en kort daarop stierf hij
aan stuipen.
Te Gent is den 11 den dezer de botermarkt, plotse
ling door de politie overvallen. Niet minder dan 2000
kilo vervalschte boter werden in beslag genomen, en
tegen 200 dusgenoemde boterboeren en boerinnen werd
proces-verbaal opgemaakt.
Luzern werd dezer dagen bedreigd met een opstand
der waschvrouwen. Het stedelijk waschhuis was op
geverfd en door den schilder met een vers versierd,
dat eindigde: Wandrer glaub's und zweifle nicht
Dasz man hier kein Wörtchen spricht. Het opschrift
was oorzaak, dat alle voorbijgangers bleven stilstaan
en het met een veelzeggend lachen lazen. De algemeene
vroolijkheid trok de aandacht der dames van het
waschhuis. Welk een verontwaardiging! Zij dreigden
allen met werkstaking, indien het vers niet onmiddellijk
werd verwijderd. Het gemeentebestuur voldeed aan
dien wensch en heeft hierdoor een gevaarlijken opstand
voorkomen.
Buitenland.
Bulgarij e.
Het door de Sobranje aangenomen antwoord op de
regentschapsboodschap, begint met de volgende woorden
»De volksvertegenwoordigers beschouwen 't als hun
plicht jegens het vaderland, de afschuwelijke misdaad,
welke den 21 Augustus door eenige slechte, op een
dwaalspoor gebrachte personen gepleegd werd, als een
misdrijf tegen de eer en onafhankelijkheid van Bulgarije
en tegen de kroon van onzen geliefden vorst Alexander
te brandmerken en den vorst de verzekeiing te geven,
dat de geheele natie met den grootsten weerzin op
dien lagen aanslag neerziet. Het Bulgaarsche volk is
den vorst voor zijne verzekering, dat de onafhankelijk
heid, de vrijheid en de rechten des vaderlands onge
schonden zullen blijven, den grootsten dank schuldig,
evenzeer als voor het verheven besluit om den Bul-
gaarschen troon vaarwel te zeggen tot herstel van de
goede betrekkingen tusschen Rusland en Bulgarije.
Wij hopen, dat deze aangelegenheid moge opgelost
worden op een wijze, waardoor de belangen des vader
lands worden beveiligd." De zinsnede waarin van de
verkiezing van den vorst sprake is, luidt: »De Kamer
vertrouwt op de zoo spoedig mogelijke bijeenroeping
van de groote Sobranje om, in overeenstemming met
de grondwet, onzen vorst krachtens den volkswil te
kunnen kiezen." Aan het slot van het adres wordt
het vertrouwen in het regentschap uitgesproken.
In de Sobranje is behandeld het ontwerp tot regeling
var. prins Alexanders geldmiddelen. Het voorstel luidde
aldusAlle roemende en onroerende goederen des
vorsten worden door den Staat gekocht tegen een
koopprijs van 2,500,000 fres., waarvan 840,000 fres.
wordt afgetrokken, omdat de vorst een voorschot tot
dit bedrag uit de Nationale Bank ontving. Toen een
der leden voorstelde^ om de bijzondere posten te be
spreken, verliet de meerderheid onder groot rumoer
de zaal. Na vijf minuten kwamen de afgevaardigden
weer binnen en toen werd de gevraagde som zonder
discussie en met algemeene stemmen toegestaan.
Oosten rij Lr.
Volgens di* PolCorr. zal de invoering der repeteer
geweren in deOostenrijksch-Hongaarsche armee ongeveer
50 rnillioen fl. bedragen. Op de begrooting voor 1887
zou daarvoor 2J/2 rnillioen worden uitgetrokken.
De Neue Freie Pr esse betoogt, dat Rusland aller
eerst tracht het Bulgaarsche leger Russisch te maken;
zoodoende zal de militaire bezetting feitelijk bestaan,
zonder dat de mogendheden er iets tegen kunnen doen
en Oostenrijk zal twee Russische legercorpsen aan
zijne grenzen hebben. De vrees voor een Russisch-
Fransch verbond acht het blad overdreven, Frankrijk
zal zich niet opofferen voor Rusland, indien de overige
mogendheden zich verbinden om de uitbreiding van
den Russischen invloed in het Oosten tegen te gaan.
De Wiener Allg. Ztg. bevat een artikel over de
mobilisatie van het Oostenrijksch-IIongaarsch leger.
De cavalerie, zegt het blad. kan in 48 uren, de in
fanterie in 8 dagen, de artillerie in 11 dagen en de
landweer in 15 dagen gereed zijn. De Russen hebben
langer tijd noodig, minstens vier of vijf weken, niet
alleen om de groote afstanden, maar ook omdat de
troepen, die uit Bessarabië, Polen en de Oostzee-provinciën
afkomstig zijn, met andere troepen moeten worden
vermengd, omdat zij niet te vertrouwen zijn. Rusland
heeft zijne vier cavalerie-divisiën aan de Oostenrijksche
grenzen opgesteld, gereed Galizië binnen te rukken,
om alle middelen van verkeer te vernielen en de
mobilisatie in Galizië te verhinderen. Oostenrijk moet
derhalve zijn ruiterij beschikbaar hebben, voordat de
oorlog wordt verklaard. Mocht het zoover komen, dan
rekent men te Weenen op den bijstand der Balkan-
Staten en op een algemeenen opstand in Polen.
Engeland.
Volgens een telegram uit Melbourne d.d. 9 dezer,
maakte men zich daar in toenemende mate ongerust
over Frankrijks optreden op de Nieuwe Hebriden, naar
men meende met het doel om zich op den duur aldaar
te vestigen. Men beweert o. a., dat eene Fransche
maatschappij landerijen in bezit heeft genomen, be-
hoorende aan een inlandsch zendingsgenootschap, maar
welk land de Franschen beweren in 1871 te hebben
gekocht en de Fransche commandant dreigt, desnoods
geweld te zullen gebruiken. De Franschen en inboor
lingen moeten op zeer gespannen voet tegenover
elkander staan. Daar de Fransche regeering, merkt
hierbij de Times aan, de stelligste verzekeringen heeft
gegeven, dat tot eene duurzame bezetting niet zal
worden overgegaan, is hare eer er mede gemoeid,
maatregelen te nemen om te verhinderen, dat de
misplaatste ijver harer ambtsbekleeders verwikkelingen
veroorzaakte, welke zij alleen op grond van wettelijk
bezit zouden mogen uitlokken.
Duitschland.
De keizer was aanvankelijk voornemens zich van
uit Straatsburg naar Metz te begeven, doch zijn
gezondheidstoestand laat dit niet toe. Vandaar dat
Z. M. Zondag naar Baden-Baden is vertrokken, om
daar nog zooveel mogelijk van de buitenlucht te
profiteeren en van de vermoeidheid der laatste dagen
te bekomen.
Nu de keizer niet naar Metz kan komen, zullen
eenige leden van den gemeenteraad aldaar zich naar
Straatsburg begeven, om daar de keizer te begroeten.
In den Rijksdag zal nu misschien toch eene
interpellatie over de Bulgaarsche quaestie gehouden
worden. De socialisten zullen beproeven die uit te
lokken. Zij moeten echter de hulp van andere fractiën
inroepen om het benoodigde aantal stemmen te
hebben, die de interpellatie zullen ondersteunen, en
het is de vraag of andere partijschappen met de
socialisten willen meegaan. Wanneer echter een
voldoend aantal stemmen gevonden wordt, zal de
regeering toch vermoedelijk een antwoord weigeren.
Vorst Alexander Von Bottenberg heeft een schrijven
gericht aan den burgemeester van Darmstadt, waarin
hij dien ambtenaar en de inwoners zijner stad dank
zegt voor de uitstekende sympathieke ontvangst, die
hem aldaar ten deel viel.
De buitengewone zitting van den Rijksdag is door
den staatssecretaris von Bötticher met de volgende
rede geopend: «Mijne Heeren! Het heeft Z. M. den
Keizer behaagd, mij op te dragen, den Rijksdag te
openen. Zijne bijeenroeping geschiedt, om u de over
eenkomst aan te bieden, welke met de koninklijke
Spaansche regeering gesloten is omtrent de verlenging
van het op '12 Juli 1883 tusschen het Duitsche Rijk
en Spanje, tot stand gekomen handels- en scheepvaarts
verdrag, hetwelk met den 30 Juli '1887 afloopt. De
tot verlenging van dit tractaat gesloten overeenkomst