lïïififflims»
SCHOUWBURG TAN LIER.
'I Wis IBH Lilt
TOL BIJ SCHUDDEBEURS.
ROTTERDAM.
BOUWLAND,
Burgerlijke Stand te Zierikzee.
VISITEKAAR TJES.
Zaterdag 18 September,
(Een Kroon voor den ouden
Zeeman).
AD VERTEN TIEN.
en ter wille het degelijke spel van het gezelschap
veel genoegen deed. Vooral moeten we ditmaal hulde
brengen aan de verdienstelijke wijze, waarop de
heer Mooi- Woensdagavond in het stuk »de Oude
Korporaal" de rol van »de oude Korporaal" vervulde; de
bijvalsbetuigingen, hem dien avond geschonken, waren
dan ook met recht verdiend. Niet minder verdienstelijk
was de wijze, waarop mej. Roos de rol van Geneviève
en de heer Malherbe de rol van Lucien vervulde.
Doch ook mevr. Meeuwissen komt een woord van
hulde toe voor de uitstekende wijze waarop zij de
rol van Mariotte tot haar recht deed komen, terwijl
verder mevr. van Rossum in haar rol van Mina van
Rantzberg, de heer I. van Lier in die van Picard en
de heer André in die van Fochard op even uitstekende
wijze medewerkten het stuk tot zijn volle recht te
doen komen, daarin trouw bijgestaan door de overige
leden van het gezelschap.
Donderdagavond werd opgevoerd het Blijspel »Mensch,
erger je niet!" een echt jolig en prettig kermisstuk,
meer in overeenstemming met de vroolijkheid
van het publiek dat zich buiten de tent bevond.
Immers wanneer men zoo gezellig daar zittende, in
de pauzen tusschen de verschillende bedrijven de
luidruchtigheid en pret op straat kan hooren, gevoelt
men zich onwillekeurig mede opgewekt tot vroolijkheid
en pret en daaitoe is zulk een blijspel dan ook
uitnemend geschikt. Het stuk werd, zooals we dat
gewoon zijn, goed afgespeeldterwijl de zang ook
niets te wenschen overliet. Ook thans waren de
hoofdrollen weder in goede handen.
Schoolnieu w s.
Z. M. de koning heeft machtiging verleend aan
dr. II. Japikse, om tegelijk met zijn ambt van leeraar
aan de rijks hoogere burgerschool te Middelburg, dat
van onderwijzer in de kennis der natuur aan eene
openbare lagere school voor meisjes aldaar te bekleeden.
Van -10-17 Sept. 1886.
Geboren:
Een zoon van J. Ver kaart en W. Gerloo.
F. Brandenburg en L. Dorst.
M. v. d. Schelde en P. v. Westenbrugge.
L. Peute en M. Logmans.
Ph. Schults en A. van Espen.
P. Oudenbroek en B. J. van Dijk.
A. J. Gilden en W. de Bie.
Overleden:
J. J. de Rijke, 2y2 m., z.
C. M. C. Groeneveld de Kater, 5 jd.
I. Moermond, 55 j., man van D. Boumans.
R. P. Ermen, 17 d., z.
J. D. Yerhage, 2 m., z.
J. Jobse, 33 jweduwn.
J. de Graaf, 3 m., d.
C. J. Bogers, 35 j., ongeh. d.
P. Roovers, 62 j.man van C. van As.
100 stuks voor 50, 60, 80 cent
en één gulden,
allen in net étui.
Bovenstaande worden steeds geleverd ter Snelpers
drukkerij van H. LAKENMAN te Zierikzeealsmede
door den Boekhandelaar A. C. DE MOOIJ.
Sluit beleeningen op Effecten van 50 en hooger.
Geeft voorschot op solieden borgtocht.
De rente van Deposito's voor '1 maand 3 per jaar.
Standplaats Havenplein.
TOT SLUITUVG VAST MET TOOM1KL,
Op vereereml verxoeïc
OorspronltelijK Tooneelspel in 5 bedrijven,
door A. RUYSCH.
Aanvang 8 ure.
Bij het eindigen zijner Voorstellingen al-
WS*™*» hier gevoelt zich de ondergeteekende genoopt,
het geachte Publiek van Zierikzee en omstreken zijnen
hartelijke» (lank te betuigen voor den groolen
toeloop en bijvcd, wélke zijne Voorstellingen weder
mochten ie beurt vallen. Hij hoopt zich die gunst
ook voor het vervolg waardAg te toonen en roept ten
slotte allen een hartelijk tot weerzienstoe.
Hoogachtend
UEd. Dw. Dienaar,
A. VAN LIER,
Tooneéldirecteur.
dan een aantal vischjes van een tot nnderhalven palm
lang te voorschijn. Die diertjes hebben den vorm van
baars, maar bezitten schubben noch oogen.
In den oogsttijd wordt door het landvolk heel wat
visch gevangen.
De laatste dwaasheid der jonge Amerikaansche
dames bestaat in het gebruik van alligators als hondjes.
Deze dieren worden zeer jong in de poelen van het
zuiden gevangen en naar New-York gezonden, waar
ze op de markt voor 1 a 2 dollars verkocht worden.
Volgens de N. Y. World is de alligator van eene
bekende schoone in Levington Ademe 14 duim lang,
heeft hij een zilveren halsband om en volgt hij zijne
meesteres, die hem aan een ketting houdt, als een
hondje over straat.
Op het Belgische badplaatsje Middelkerke, bij Ostende,
zijn slechts twaalf badkoetsjes, terwijl op het drukste
uur wel honderd badgasten in zee willen, en het
gemeentebestuur verkiest het aantal badkoetsjes niet
te vermeerderen.
Maar een groot aantal badgasten weet het zonder
badkoets te doen. Heeren, dames en kinderen trekken
eiken morgen in badcostuum, met een waterproofmantel
daarover heen, in optocht naar het strand, vooraf
gegaan door een fluitblazer. Op het strand gekomen,
gooien zij de mantels af, en gaan in zee voor de oogen
der geërgerde badbedienden. Na het bad trekken allen
in dezelfde orde weder naar het dorp, om zich thuis
af te drogen en aan te kleeden.
Felix Mendelssohn Bartholdy heeft onlangs het onder
werp uitgemaakt eener studie van Dr. W. A. Lampadius.
Hij handelt in zijn werk »Felix Mendelsohn Bartholdy,
ein Gesammtbild seines Lebens und Werke," niet
alleen over de werken van den toonzetter, maar ook
over de persoonlijkheid van Mendelssohn. De schrijver
haalt eenige staaltjes aan, waaruit zijn beminlijk
karakter duidelijk spreekt. Dit heeft een zijner tegen
standers Frans Liszt ondervonden. Deze kwam in
Januari 1840 het-eerst naar Leipzig om een concert
te geven. Door zijn zaakwaarnemer, die de geldzaak
wat te sterk op den voorgrond stelde en eenige on
gehoorde nieuwigheden had ingevoerd met de plaatsen
in de zaal, was het groote publiek reeds te voren
tegen hem ingenomen. Toen hij zich aan den vleugel
plaatste werd hij niet met teekenen van bijval ver
welkomd, maar sommige lieten zelfs een gesis hooren.
Liszt wierp een leeuwenblik over de toehoorders en
begon rustig te spelen, waarop zich na het einde van
het eerste en van alle volgende stukken luide bijvals
betuigingen lieten hooren. Maar toch/was eene nood
lottige spanning tusschen den kunstenaar en het publiek
merkbaar. Wat doet Mendelssohn? Hij gaf aan Liszt
in de zaal van het »Gewandhaus" eene zeer schitterende
soire'e, waartoe hij de halve muzikale wereld der stad
uitnoodigde en niet slechts op het ambrozijn der
muziek, maar ook op andere wijze rijkelijk onthaalde.
Het was een feest op grootsche leest geschoeid, waarop
Mendelssohn en -zijn echtgenoote op de aangenaamste
wijze de rol van gastheer en gastvrouw vervulden.
Deze nieuwe levensbeschrijving verklaart ook de
liefde, die Mendelssohn van de musici en de leden der
koren ondervond. Allerliefst was het" zoo verhaalt
Lampadius wanneer hij de dames prees. Werkelijk,
mijne dames,"" zeide'hij, wanneer een koor voor de
eerste maal redelijk van stapel liep, »»zeer goed, voor
de eerste maal recht goed, maar juist daarom zullen
wij het nog eens overdoen."" Het geheele koor barstte
in een vroolijk gelach uit en zong later met dubbele
bezieling. Langer de noten aan te houden dan voor
geschreven was, duldde hij niet, ook niet aan het slot
van een koor. Waarom rust gij zoo lang op dezen
toon, mijne heeren, daar staat een achtste, weg daar
mede."" Eveneens stond hem het sleepen tegen.
»»Mijne heeren - zeide hij eenmaal - let toch daarop,
ook als gij te huis zingt, draagt nooit een lied voor
zoodat men daarbij kan inslapen, zelfs geen wiegelied.""
Een kolonel van de artillerie bezocht onlangs een
buskruitmagazijn. Hij komt met een uitstekende pana-
tella, pas opgestoken, voor de poort. «Hier mag niet
gerookt wordenroept de schildwacht«Wat?
«Hier mag niet gerookt worden! het is in strijd met
de voorschriften!" «Flink zoo, mijn jongen! riep
de kolonel, ik zal je ijver niet vergeten en de
kolonel wierp de sigaar weg vóór hij naar binnen
stapte. Nauwelijks was hij verdwenen, of onze maat
raapte haar op en rookte ze met een vergenoegd gezicht
verder op.
KUNSTNIEUWS.
Na hetgeen we reeds mededeelden aangaande de
voorstellingen in den schouwburg van den heer
van Lier, wenschen we nog met een enkel woord
stil te staan bij dec opvoeringen van Woensdag en
Donderdag. Beide avonden was de tent weer flink
gevuld, hetgeen ons èn ter wille der gekozen stukken
COMMISSARISSEN van den STRAATWEG
van ZIERIKZEE naar BROUWERSHAVEN maken
bij deze bekend
dat de HEFFING van den TOL bij
SCHUDDEBEURS bij inschrijving
is te pachten voor den tijd van
twee jaar, ingaande 1°. Januari
1887 tot Uit. December 1888.
Inschrijvingsbiljetten worden ingewacht bij den
tweeden ondergeteekenden (die de noodige informatiën
geeft) tot 1°. October 188 6.
Zierikzee, 31 Augustus 1886.
Commissarissen voornoemd,
Mr. J. M. ISEBREE MOENS, Voorz.
DE JONGE, Secretaris.
sr. b.
Aan den aan te stellen TOLPACHTER wordt bij
deze kennis gegevendat legen overeen te komen
pachtprijs van den ondergeteekenden is te pachten:
de numbre van
5 Heet. 03 Ares 30 Cent.
in Gooijkens-STieuwland en ST©ordgouwes
('t zij geheel, 't zij gedeeltelijk.)
Informatiën zijn te bekomen ten kantore van
Jhr. W. M. H. DE JONGE.
«MoiV Plaisir", 31 Augustus 1886.