satie onzer levende strijdkrachten mogelijk is met,
behoud, in hoofdzaak, van de tegenwoordige inrichting
onzer militie. De nieuwe richting op militair gebied,
die vooral bijval vindt bij de jongere officieren, ont
moet bij de meer bezadigden beslisten tegenstand.
Onder de burgerlijke bevolking koester men voor haar
volstrekt geen sympathie.
De tegenwoordige minister van oorlog is echter een
voorstander van de afschaffing van nummerverwisseling
en plaatsvervanging. Aan zijn invloed zal het dan ook
wel te wijten zijn, meent de Rott. Ct., dat de minister
Heemskerk er toe gebracht is, om een nieuw achtste
hoofdstuk der grondwet te ontwerpen, 't welk voor
den gewonen wetgever de gelegenheid opent om het
beginsel van den persoonlijken dienstplicht in de wet
geving op te nemen. Hij ging zelfs nog verder. Volgens
het wijzigings-ontwerp zullen de dienstplichtigen bij
eene speciale wet genoodzaakt kunnen worden om in
de koloniën dienst te doen. In de stemming in de
afdeelingen nopens dit laatste punt bezitten wij, zegt
de Rott. Cteen verblijvenden waarborg, dat het
voorstel der regeering bij de Staten-Generaal zal
afstuiten op een onbedwingbaren en in het nationaal
karakter ge wortelden wederstand.
De Rott. Ct. geeft toe, dat militie en schutterij
aan een belangrijke hervorming zullen moeten worden
onderworpen. Dat kan echter, meent zij, uitnemend
geschieden zonder de verzwaring van lasten, door de
regeering beoogd. Geen persoonlijken of algemeenen
dienstplicht wenscht het blad, maar algemeenen
oefeningsplicht acht het onmisbaar. Ieder Nederlander
zal moeten worden geoefend in den wapenhandel, en
daartoe zal hij kunnen worden genoodzaakt door eene
ingrijpende reformatie der schutterij.
Mr. Heemskerk zou zich, meent het blad, wel
nederleggen bij het in hoofdzaak behouden van het
tegenwoordige achtste hoofdstuk der grondwet, en in
de verwerping van dit gedeelte zijner grondwets
voorstellen geen aanleiding vinden om het geheel terug
te nemen. Bovenal, een man als mr. Heemskerk zal
er prijs op stellen, dat de grondwetsherziening een
nationaal karakter drage. En dat zou zij missen, als
de draconische hepalingen nopens de defensie gehand
haafd bleven. Wat de politieke vrienden der Rott. Ct.
betreft, zij gelooft, dat die onder geen voorwaarde
hunne stem zouden geven aan eene grondwetshervor
ming, die de invoering van den persoonlijken dienst
plicht en de verplichte uitzending van 's lands zonen
naar de koloniën of "bezittingen mogelijk maakte,
acht de Rott. Ct. gevaarlijk, dit alles over te laten
aan den gewonen wetgever.
De heer J. Van 'tLindenhout en zijn zoon zijn op
hun reis door een gedeelte van Amerika zeer goed
ontvangen. Zij hebben het plan den terugtocht te doen
met het stoomschip Scholten" op 11 September a.s.
Het door den heer Ed. G. A. Fol, architect te
Rotterdam, ontworpen kerkgebouw der Ned. Herv.
gemeente te Terneuzen is plechtig ingewijd. Het ge
bouw wordt een sieraad van de gemeente genoemd.
Tegen Belderok werd Dinsdag door den advocaat-
generaal by het gerechtshof te Amsterdam, een
gevangenisstraf van drie jaren geëisclit, wegens het
aanplakken der bekende biljetten. Hij droeg, na door
mr. Clausing ambtshalve verdedigd te zijn, ook zelf
nog eene verdediging voor.
Te Groningen zal met 1 October verschijnen een
Groninger Weekbladradicale courant voor geheel
Nederland." Blijkens de aankondiging zal het nieuwe
blad zijn een weekblad van den eersten rang."
Ook aan het station te Arnhem is thans een van
die geheimzinnige weegtoestellen geplaatst, welke,
wanneer een persoon drie stukken van een cent in
de hiervoor bestemde sleuf laat glijden, na zelf op
de voetplank te hebben plaats genomen, diens zwaarte
aangeeft op een wijzerbord.
Deze vernuftige inrichting is voortdurend omringd
door een aantal nieuwsgierigen, die, bij elke weging,
opnieuw hunne verwondering betuigen en verzekeren,
dat zij het niet begrijpen.
Het raadselachtige toch wordt nog verhoogd door
het feit, dat bij een kleiner of grooter zwaarte dan
die van drie centen, de wijzer in rust blijft.
Toch kan men, meent een onzer lezers, dat weeg
werktuig wel verschalken, om namelijk voor één geld
meer dan een persoon te laten wegen. Wellicht als
geen levend persoon den toestel bestuurt! is het
zelfs mogelijk voor één drie centen den ganschen dag
door personen te wegen.
Hoe zou men dat kunnen beproeven?
Heel eenvoudig: men werpt drie centen in het
daarvoor bestemde sleufje en onmiddellijk doet het
weegwerktuig zijn dienst. In plaats van één persoon
springen b.v. twee personen op de plank. De wijzer
wijst dan het gewicht van beiden aan. De tweede
persoon springt dan van de plank. Wat de wijzer
dan minder aangeeft is het gewicht van den vertrokken
persoon. Een derde persoon plaatst zich nu naast
den eerste, die staan blijft of na een poosje vervangen
wordt, en het verder wegen gaat gemakkelijk genoeg.
Wij geven het middel aan de hand, ofschoon het
misschien wel een weinig ondeugend is den weeg-
lustigen zoo goedkoope gelegenheid aan te bieden
om hun gewicht te doen bepalen. R. Nbl.
Door de besturen van de Maatschappij ter bevordering
van Nijverheid en van de Vereeniging voor fabrieks-
en handwerksnijverheid is eene commissie benoemd tot
het onderzoeken van de volgende vragen
1. Kan de ontginning der heidevelden dienstbaar
gemaakt worden tot verschaffing van werk 2. Wat
leert de ervaring op dit gebied in Nederland en
elders, o. a. in België en Hannover? 3. Is het
wenschelijk in Nederland pogingen tot verwezenlijking
van dat denkbeeld in het werk te stellen? 4. Van
wie moeten zulke pogingen uitgaan, en op welke
wijze moet men trachten dit doel te bereiken?
Om die vragen goed te kunnen beantwoorden,
wendde de commissie zich per circulaire tot de
burgemeesters van gemeenten waar heidevelden zijn,
met het beleefd verzoek om te willen mededeelen
'1. Of eventueel de aan de gemeente toebehoorende
heidegronden voor zoodanig doel ter ontginning zouden
kunnen worden afgestaan. En zoo ja, tot welken prijs?
2. Hoe groot de uitgestrektheid en welke de
hoedanigheid dier gronden is en hoe zij gelegen zijn
ten opzichte van spoor- en waterwegen?
De commissie vertrouwde, dat met het oog op het
doel, waarnaar het onderzoek streefde, n.l. het pogen
om eenigszins te voorzien in den arbeidsnood, die in
meerdere of mindere mate alom in den lande heerscht,
de burgemeesters die vragen zoo spoedig mogelijk
zouden beantwoorden. Men meent echter, dat slechts
de helft der betrokken burgemeesters zich gehaast
heeft, aan het verzoek der commissie te voldoen. Van
anderen wordt het antwoord nog ingewacht.
Het is te wenschen, dat hunne antwoorden zich
niet te lang laten wachten.
De geruchten omtrent het bestaan van plannen tot
verkoop van de Staatsspoorwegen op Java aan parti
culieren hebben in den laatsten tijd in Indië zoozeer
veld gewonnen, dat de Kamer van Koophandel en
Nijverheid te Soerabaia meent te mogen aannemen,
dat daartoe in begin^l reeds zou zijn besloten.
Zij heeft zich daarom verplicht geacht, de hulp van
den gouverneur-generaal in te roepen, om het opper
bestuur van dien stap terug te houden.
Hieraan heeft zij gevolg gegeven bij uitvoerig adres,
d.d. 4 Juli j.l., waarin zij betoogt, dat de maatregel:
1. niet gerechtvaardigd is door de circa 8-jarige
ondervinding2. niet is in het belang van den staat
3. eene ramp zou zijn voor land en volk, een terugtred,
waardoor vele belanghebbenden gebracht zouden worden
onder het juk eener groote maatschappij, welke meer
hare belangen dan die van het algemeen in het oog
zal houden.
Zij wijst in de eerste plaats op de politieke gevolgen,
welke de aanleg van spoorwegen, ten aanzien van het
leven en de inzichten der inlandsche bevolking, moet
hebben en in verband hiermede op de noodzakelijkheid
om, zoolang die maatschappelijke revolutie nog niet
volledig is afgeloopen, de' toestanden zich nog niet
geheel geplooid hebben naar de omkeering door de
spoorwegen teweeggebracht, dat verbindingsmiddel niet
aan particulieren over te laten. Voor het Duitsche
rijk heeft von Bismarck het hebben van de hoofd
spoorwegen in handen van den staat als een der
voornaamste factoren van een gecentraliseerd staats
gezag beschouwdis dit geen vingerwijziging voor
onze regeering, wat Indië betreft?
Financieel zou de verkoop nadeelig zijn voor den
staat; want de rente van de eventueelé koopsom,
gesteld zij ware gelijk aan de kosten van aanleg, zou
eenige tonnen minder bedragen dan nu de winst op
de exploitatie.
De gronden waarop dit betwist wordt, worden
dan ook in het adres weerlegd. Weerlegd evenzeer
de bewering, als zou de staats-exploitatie duurder zijn
dan de particuliere. Alles met aanhaling op officieele
cijfers.
Het adres doet daarbij voorts uitkomen, dat de
staat zelf voor het vervoer van zijn eigen goederen
en van landsreizigers voor een aanzienlijk bedrag bij
de exploitatie betrokken is.
Het levert voorts een uitvoerig betoog ten bewijze
dat de opbrengst van de staatsspoorwegen nog veel
aanzienlijker had kunnen zijn, als het koloniaal bestuur
hier te lande niet vastgehouden had aan het onver
standig hoog houden van de suiker vrachten, waardoor
het transport wordt afgeweerd in stede van het tot
zich getrokken, en waardoor alzoo de industrie zwaar
belast blijft en de staat groote voordeelen van de
spoorweg-exploitatie missen blijft. D. v. Z.-H.
Uit Samarang is dd. 5 Augustus aan het Bat. Hbl.
getelegrafeerdDe eisch van bet openbaar ministerie
in de zaak van den vroegeren redacteur van het
Ind. Vaderlandden heer P. A. Daum, thans
redacteur van het Bat. Nieuwsblad, is achttien
maanden gevangenisstraf.
Kunst, Wetenschap en Letteren.
Hollman heeft op een concert te Homburg veel
succes gehad. De prins van Wales, die het concert
bijwoonde, betuigde hem zijne groote ingenomenheid
en schonk hem een fraaien bloemkrans.
Liszt heeft zijn muziek, zijn brieven en zijn roerende
goederen nagelaten aan prinses Wittgenstein, zijn
exécutrice-testamentaire. Ondei de meubelen zijn het
merkwaardigst het klavier van Liszt en de piano
van Beethoven. Zooals reeds vroeger werd medegedeeld,
erven zijn dochter, wed. van Richard Wagner, en zijn
kleinzoon, de zoon van mevrouw Emile Olivier, zijn
vermogen in geld.
Het GOtal fraaie schilderijen, door wijlen jhr. Fabricius
van Leyenburg aan de gemeente Haarlem vermaakt,
heeft op het stedelijk museum aldaar eene uitstekende
verblijfplaats verkregen in eene daarvoor nieuw aan
gebouwde zaal, welke vooral door goed licht uitmunt.
De natuurkundige Lodge merkte op, dat, wanneer
hij onder een glazen stolp magnesium verbrandde,
waardoor de stolp met rook gevuld werd, het, indien
de rook aan zichzelven werd overgelaten, geruimen
tijd duurde tot deze zich aanzette, dat wil zeggen
op de wanden der stolp nedersloeg. Nu bracht Lodge
echter een metalen spits in de stolp en liet daarop
electriciteit (wrijvingselectriciteit) werken. Toen nam
hij waar, dat de rook zich om de punt verzamelde,
er om heen draaide en zich bijzonder spoedig in vlokken
en strepen samenpakte en aan de wanden der stolp
vasthechtte, Deze waarneming heeft geleid tot het
vinden van een middel om de schadelijke dampen
van loodwit- en andere chemische fabrieken, snel te
vernietigen. Proeveu hebben aangetoond, dat alle soorten
van stof en rook door electrische ontladingen, zooals
Lodge die toepaste, onschadelijk gemaakt wordea. Er
is dus zoodoende een middel gevonden, waarnaar in
industrieele kringen te vergeefs gezocht werd, om
namelijk de dampen, die gedeeltelijk kostbaar, gedeelte
lijk schadelijk zijn en tot nog toe ongebruikt bleven,
onmiddellijk na hun onstaan te verdichten. In de
loodwitfabriek van Walker, Parker en Comp., te Bagillt,
in Engeland, wordt deze methode reeds toegepast en
blijken de uitkomsten zeer voordeelig te zijn. Zooals
reeds aangevoerd werd, is deze handelwijze in alle
chemische industrieën toe te passen, vooral ook tot
condenseering van arsenic- en zinkdampen, zoomede
van phosphor-, zwavel- en koperrook enz. in groote
chemische fabrieken.
Suiker uit steenkolen. De bereiding der prachtige
kleuren uit het steenkolenteer komt ons thans niet
meer voor als een wonder der scheikunde, omdat wij
met de merkwaardige aneline-kleurstoffen en hare
afkomst zijn vertrouwd geworden. Thans is het echter
gelukt eene suikerachtige stof af te zonderen uit
sommige bestanddeelen van het vroeger bijna waarde-
looze teer, dat thans zulk eene hooge beteekenis heeft
gekregen. Dit bracht zelfs onder de mannen van het
vak eene zekere opschudding teweeg.
Op de wereldtentoonstelling te Antwerpen in het
vorige jaar werd in de Duitsche afdeeling voor het
eerst eene stof vertoond, die van haar ontdekker den
naam van «Saccharine" heeft verkregen, daar haar
eigenlijke naamAnhydro-ortho-sulphamin-benzoëzuur,
te vreemd in de ooren van de groote menigte klinkt
om ooit in gebruik te komen.
De Saccharine is een wit poeder, dat het voorkomen
bezit van fijngestooten suiker. Het lost gemakkelijk
op in kokend, daarentegen moeilijker in koud water
en bezit een ongeloofelijk zoeten smaak. In eene
homoöpatische verdunning van één deel Saccharine
op '10,000 deelen water smaakt het nog sterk zoet.
Deze buitengewone zoetheid is van zeer groote
beteekenis, want men zal, ofschoon de Saccharine nog
zeer hoog in prijs is, haar overal kunnen gebruiken,
waar geen suiker kan worden aangewend, zooals tot
het verzoeten van spijzen, dranken en artsenijen voor
zulke zieken (zooals vetzuchtigen en lijders aan
suikerziekte), voor wie het gebruik van andere suiker
schadelijk is. Eveneens zal de Saccharine kunnen
aangewend worden bij de bereiding van likeuren en
in de banketbakkerij. Verder hoopt men met behulp
der Saccharine de minder zoete aardappelsuiker zoozeer
te verbeteren, dat zij de rietsuiker zal kunnen
verdringen. Wij wenschen niet, dat het zoover zal
komen, want zuivere eetwaren zijn in het algemeen
beter voor de gezondheid dan vervalschte. Proeven
op dieren hebben echter geleerd, dat de Saccharine,
zelfs in groote giften toegediend, niet schadelijk werkt.