De volledige uitslag van de loting voor de periodieke aftreding der leden van de Tweede Kamer is, dat aan de beurt van aftreding zijn, in 188? do heerenDe Ruiter Zylker, Goeman Borgesius, Srneenge, Zaaijer, Meldt, Buma, Kielstra, Van Asch van Wijck, Van Alphen, Van üelden, De Ranitz, Van der Sleyden, Reuther, Van Aylva van Pallandt, Van Bylandt, yE. Mackay, Visser van Hazerswoude, De Bruyn Kops, llartogh, Rutgers van Rozenburg, De Beaufort, Cremer, Farncombe Sanders, Van Wasse- naer van Catvvijck, Muber, Van Berckel, Van Gennep, Verniers van der Loelï', Van der Goes van Dirksland, Van Osenbruggen, De Geer van Jutphaas, Buteux, De Savornin Lohman, Van der Biesen, Borret, Ver meulen, Ruys van Beerenbroek, Brouwers, Ilaffmnns en Van der Schrieck. 1889 de heeren Schepel, De Vos van Steenwijk, Van der Feltz, Lieftinck, VVybenga, Van Weideren Rengers, A. Van Dedem, Oorver Mooft, Blussé, Willink, Roose- boom, Kolkman, Beelaerts van Blokland, (het nog te Amersfoort te verkiezen lid), J. E. N. Schimmelpenninck van der Oye, W. van Dedem, Van der Kaay, Gilde- rneester, Kist, Gleichman, De Meyier, Smeele, Godin de Beaufort, Fabius, Viruly Verbrugge, Mees, Greeve, Van der Linden, Seret, Smit, A. Schimmelpenninck van der Oye, Schaepman, Bahlman, Van Baar, Ruland, Lambrochts, Clercx en Vos de Wael. De aftreding in de enkele districten Groningen, Zuidhorn, Steenwijk, Hilversum, Haarlemmermeer, Brielle, Zierikzee en Zevenbergen is geregeld bij de kiestabel van 1878, zoodat aftreden in 188? de heeren Cremers, Van Kerkwijk, Van der Borch; 1889 de heeren Van Houten, Meesters, T. Mackay, Reekers en Goekoop. Tot leden van de huishoudelijke commissie zijn door de Kamer benoemd de heeren A. Mackay en Borgesius tot leden der gemengde commissie voor de steno graphic de heeren De Beaufort, Beelaerts van Blokland en Schaepman. Naar de Landbouw-Ct. toevallig vernam, heeft er weinige dagen geleden eene samenkomst plaats gehad, waarin 't oprichten eener groote Landbouw- Banlc besproken is. Aan 't hoofd moet, naar men mede deelde, de heer D. F. A. Boudin, thans te 's Hage, staan. Er zouden provinciale vertakkingen wezen, elk met op en voor zichzelf verantwoordelijke besturen. In dat plan moet ook het Ned. comité betrokken zijn. De heer S. van Aken, leernar in de gymnastiek aan het Erasmiaansch gymnasium te Rotterdam, heeft op het Zwitsersche turnfeest te Bazel den prijs in het schermen behaald. De Spaansche Regeering heeft den heer H. Witte, hortulanus te Leiden, benoemd tot ridder der orde van Isabella la Cattolica, wegens zijn bij die regeering ingediend rapport over de cultuur der helmplant op onze duinen. Door de Nederlandsche Vereeniging voor Lijkver branding, hoofdzetel te 's Gravenhage, wordt een brochure verspreid, waarin de noodige gegevens voor komen voor het vervoer van lijken naar den crematie oven te Gotha en het gebruik van den toestel aldaar. De Provinciale Staten van Zuid-Holland hebben het voorstel om f 2000 subsidie per jaar te verleenen aan de Industrieschool voor meisjes te Rotterdam goedgekeurd. Eveneens is het voorstel om de jaar- lijksche subsidie aan de Vereeniging van minvermogende ooglijders te Rotterdam van f 1000 op f 2000 te brengen, goedgekeurd. De zoogenaamde Brabantsche centen, waarvan men in de zuidelijke streken van Noord-Br. de laatste twee jaar verschoond was, dreigen daar weder bij raassa's in omloop te komen. Naar het Hand. meldt, heeft de Rotterdamsche wielrijder E. Kiderlen Jr., die verleden Zaterdag weder de held van den wedstrijd te Amsterdam was, thans in 'tgeheel 67 gouden medailles gewonnen. Gelukkig voor hem, dat hij niet verplicht is .ze te dragen; hij zou ten slotte onder den eerelast moeten bezwijken. Een eigenaardige tooneel-scène heeft te Schiedam plaats gehad. Bij gelegenheid der kermis speelt daar de heer Van Lier met zijn gezelschap, en daarbij behoort ook de bekende komiek Bigot. Evenals meer tooneelspelers kan deze heer het met de critiek niet te best vinden. De heer Horn, op tooneelgebied hier welbekend, schreef in zijne tooneelverslagen in de Schied. Ct. dat de heer Bigot in alle rollen Bigot blijft en zoo weinig moeite zich geeft om ook eens iemand anders voor j te stellen, wat hij wel kon als hij maar wilde. Boven- dien verweet de resencent den heer Bigot dat hij nooit, zooals Judels, zich eens inwerkte in de locale toestanden, en in een kermisstuk nooit iets van localen aard te hooren geeft. In al zijne coupletten zinspeelde hij op Amsterdamsche toestanden en op zaken van nlgemeenen aard. En het publiek wil zoo gaarne iets hooren uit eigen kring. Om zich over die opmerkingen te wreken, richtte nu de heer Bigot den volgenden avond in een brief, dien hij in zijn rol had voor te lezen, allerlei lage insinuaties aan het adres van den heer Hom, en tastte hij daarin diens privaat leven aan. Het publiek toonde echter op afdoende wijze dat het die handelwijze sterk afkeurde; den volgenden avond bleef het bij de voorstelling van een stuk, waarin de heer Bigot de hoofdrol zou vervullen, een voudig weg en de voorstelling kon niet plaats hebben. Het Tijdschrift voor. geneeskunde bericht, dat weder eene bij Pasteur ingeente boerin is bezweken. Zij had zich onmiddellijk na den beet aan de inenting onder worpen en was reeds als genezen ontslagen, toen zij op den Oden dag daar overleed. Door de heeren dr. P. J. II. Cuypers, W. C. Met selaar, C. Dyserinck, C. M. Drooglever Fortuyn, F. II. van Malsen, J. E. Noorderdorp en G. A. Scholten, allen leden van de Maatschappij tot bevordering dei- Bouwkunst, is gerapporteerd in zake de hun opgedragen vraag Welke eischen dient men te stellen aan eene goede regeling van vakonderwijs voor handswerkslieden in bouwambachten? Zij geven, volgens de Werkmansbodein overweging ten spoedigste bij de wet te regelenambachts-avond- scholen en ambachts-dagscholen. Het onderwijs wordt gegeven aan avondscholen in gemeenten boven 8000 zielen en mede aan dagscholen in gemeenten boven de 30,000 zielen. De scholen sluiten aan de lagere school aan. Het onderwijs omvat: teekenen, ambachtsrekenen, kennis van grondstoffen, gereedschappen, werktuigen en boet- seeren. Het onderwijs in timmeren, metselen, smeden en verwen is verplichtend voor alle scholenvoor andere ambachten regelt zich het onderwijs naar plaatselijke behoeften. Aan de dagscholen kómt bij het onderwijs het practisch leeren werken. Scholen, waar in de bovengenoemde vakken onder wijs wordt gegeven, ontheffen de gemeenten van de verplichting van het hebben eener ambachtsschool; zij genieten rijkssubsidie. Het toezicht wordt uitgeoefend door een inspecteur voor ambachtsonder wijs en een plaatselijke commissie van minstens 3 leden, door den gemeenteraad te benoemen. Het onderwijs wordt gegeven door een directeur- leeraar, leeraren en bazen. De leeraren ontleenen hunne bevoegdheid aan de wet op het M. O. en aan een bewijs, dat zij minstens gedurende 3 jaren zijn werk zaam geweest in de practijkde bazen ontleenen hunne bevoegdheid aan een practisch examen. De benoemingen behoeven alleen de goedkeuring van den inspecteur. Het rijk en de gemeente dragen ieder de helft der kosten. Het ambachts-onderwijs zal zijn een deel van het middelbaar onderwijs. De wereld wordt beter. Als zelfs tusschen kat en hond vrede wordt gesloten, wie zou aan die beter schap dan nog twijfelen? In Hellevoetsluis wordt "thans een jong katje gezoogd door een hond. Dat is een goed teeken De N. IJselbode noemt de negen leden der Tweede Kamer, die tegen de toelating van dr. Schaepman als lid gestemd hebbenneepjesmutsen". In de inrichtingen, waar sterke drank in het klein wordt verkocht, zal na 1 Sept. a.s. weder een nieuw exemplaar der drankwet moeten worden op gehangen, aangezien die wet, o. a. de artt. 4 en 18, is gewijzigd bij de wet van 15 April 1886 (Staatsblad No. 66), regelende het in werking treden van het nieuwe wetboek van strafrecht. Art. 13 der drankwet bepaalt n.l. dat in bedoelde inrichtingen o. m. moet worden opgehangen een gedrukt exemplaar van de wettelijke bepalingen tot regeling van den kleinhandel in sterken drank en tot beteugeling van openbare dronkenschap, zoodat na elke wijziging dier wet, hoe gering ook, het aanwezige exemplaar moet worden vernieuwd. Het saldo van 's rijks schatkist op 17 Juli be droeg: bij de Nederlandsche Bank 21,338,396,45 en bij de betaalmeesters f 1,590,872,005; te zamen f 22,929,268,45». Het Noordpoolscheepje Willem Barents" is op de jongste veiling aangekocht voor rekening van den heer Sebbelee, scheepsbouwkundige te Amsterdam. Naar de Amst. verneemt, is van verschillende zijden daarvoor reeds een bod gedaan, o. a. door den heer Grant, den bekenden poolreiziger, die een der expedition heeft medegemaakt. De eigenaardige inrichting van het scheepje moet echter nogal eenige moeielijklieden opleveren om het voor andere doeleinden dan een pool-expoditio in te richten. Dr. S. Sr. Coronel schrijft in de Huisvrouw »De grondvercischten tot behoud der zenuwkracht zijn: '1°. voldoende voeding van het zenuwstelsel; 2°. juiste verhouding tusschen de opname en het verbruik van zenuwkracht, m. a. vv. eene gpede afwisseling van werkzaamheid en rust. »Met de toenemende duurte van levensmiddelen wordt voor vele menschen het genot van vleeschvoedsel schier onbereikbaar. Die onvoldoende voeding tracht men kunstmatig te vergoeden door zekere genotmiddelen, zooals koffie, thee en sterke dranken. Deze zelfstandig heden zijn in staat de stofwisseling te vertragen en kunstmatig tijdelijk de zenuwen op te wekken, tot arbeid te prikkelen en den arbeid te doen volbrengen. Maar daardoor wordt slechts voedsel gegeven aan bloedarmoede en zenuwzwakte, en als gevolgen daarvan klierziekte en longtering. »Het tweede vereischte tot behoud van de zenuw kracht is eene juiste verhouding tusschen zenuwkapitaal en zenuwverbruik, tusschen rust en werkzaamheid. Het belangrijkste herstellingsmiddel voor het zenuwstelsel is de slaap. Dan worden voldoende krachten verzameld om de uitgaven aan de geestelijke en lichamelijke behoeften van den dag te dekken. Daarom voelt zich een gezond gestel 's morgens het best tot den arbeid in staat, en geldt voor dit de spreuk: »De morgenstond heeft goud in den mond." Maar met den zenuwzwakken mensch is het anders gesteld. Hij gevoelt zich niet verkwikt door den slaap, maar dof in zijn hoofd, loom in zijne leden en ongeschikt tot den arbeid. Zijn beste tijd is in den regel des avonds. Yan hem kan men zeggen: »'s Morgens hectisch (uitgeput), en 's avonds electrisch."" De heer J. H. Taat, gezagvoerder van het stoom schip »Edam," heeft eenige fraaie exemplaren van den grooten Amerikaanschen brulvorsch (brullfrog) in uit stekenden staat van Amerika naar Amsterdam over gebracht. De brulvorsch leeft deels in stroomende wateren, deels in moerassen van Canada en het grootste gedeelte der Vereenigde Staten, en behoort tot de grootste soort van kikvorschen, die tot nog toe zijn aangetroffen. Het eigenlijke lichaam kan eene grootte bereiken van 21 c. M., de achterpooten daarentegen ieder eene lengte-afmeting- van 26 c. M. De dieren, thans in het aquarium van Artis aanwezig, hebben deze grootte echter nog niet bereikt, doch overtreffen reeds de afmetingen van onzen gewonen groenen kikvorsch. De brulvorsch is begaafd met een sterk, brullend stemgeluid, dat zich bij deze soort niet alleen gedurende den paartijd doet hooren, doch gedurende het warmere jaargetijde steeds kan vernomen worden. Merkwaardig is de sterk ontwikkelde vraatzucht dezer vorschen. Niet alleen verslinden zij andere kleinere kikvorschen, doch zelfs jonge eenden, kuikens en visschen worden soms bij voorkeur als voedsel gebruikt, zoodat zij dan ook door de Amerikaansche kolonisten en vischkweekers inderdaad als groote vijanden worden beschouwd en als zoodanig behandeld. Hiertegenover staat, dat de achterste ledematen van den brulvorsch in Amerika voor vele menschen eene groote lekkernij uitmaken, zoodat voor een zestal volwassen dieren in Amerika gewoonlijk 50 cents (f 1,50) en meer wordt betaald. In sommige streken van de Vereenigde Staten heeft men zelfs getracht de brul vorschen voor de consumptie op kunstmatige wijze te telen, en wel over het algemeen met goed succes. Dat konijnen niet altijd wel geschapen ter wereld komen, ondervond dezer dagen, naar men meldt, een landbouwer onder Woudrichem. Yan de vier jongen, die geworpen werden, was een zonder achterpooten, een tweede miste den staart en allen waren zonder ooren. Een lastig geval. Een militair oppasser in Den Haag was uitgezonden om vier flesschen inmaakbrandewijn te halen en in iedere hand er twee aan den hals vasthoudende, was hij de Willemstraat ingeslagen. Toen hij die halverwege ten einde was, zag hij een kapitein, die hem van de Mauritskade af te gernoet kwam. Niet wetende op welke wijze hij dien nu zou groeten, besloot hij maar terug te gaan, om dan de Parkstraat te nemen. Het rechtsomkeer in den marsch werd onmiddellijk in vijf bewegingen door den soldaat ten uitvoer gebracht; doch het gezegde: een ongeluk komt zelden alleen, werd ook hier bewaarheid; want de zoon van Mars kreeg nu een luitenant in 't vizier, die uit de Kazernestraat komende, hem thans passeeren

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1886 | | pagina 2