ZIIRIKZEESCHE COURANT. 1886. No. 53. Zaterdag 17 Juli. 89ste jaargang. 0 Binnenland. ZIE RIK ZEE, 16 Juli 4'8 8 6. Van de «Liberale Unie" is weder een manifest uitgegaan, als antwoord op de Juni-verkiezingen van de Tweede Kamer. In het manifest wordt de .wensch uitgedrukt, dat een hervormende staatkunde worde gevolgd, opdat een frissche en vreedzame ontwikkeling van ons politiek Jeven intrede. De Nederlandsche afdeeling van de «Alliance Israelite Universelle" hield Zondag te Zutfen hare algemeene vergadering, welke door een honderdtal personen werd bijgewoond. Uit de mededeelingen van den thesaurier bleek, dat de bond zich in een bloeienden Pmancieelen toestand verheugt. Ook het fonds voor het ongelukkige Rumeensche meisje stond gunstig. Toch was nog altijd de behoefte groot voor dat kind. De Bonrl telt thans 2000 leden. Na afloop van eenige huishoudelijke zaken, werd door den heer mr. B. Denekamp, van Rotterdam, op welsprekende wijze de verhouding der tegenwoordige maatschappij tegenover de Joden en hunne houding tegenover haar geschetst. Bestreed hij het verkeerde in de verhouding, met niet minder ernst en waar heidsliefde wees hij de zijnen op hunne houding, evenmin het dwaze verbloemende als het goede in hun streven, hun werken en optreden miskennende. Aan leiding tot de behandeling van dit onderwerp vond hij in de verschijning van een tweetal werken van den jongsten tijd, een boek van den abt Leman en een van den heer ürumont. Titel van het eerste boek was: «l'entrée des Israëlites dans la Societé Franchise", die van het tweede: «Ia race semitique." De rede, welke met de grootste aandacht werd aangehoord, zal weldra in druk verschijnen. Volgens voorstel, door den heer Van Schermbeek, - hoofdcommissaris van politie te 's Gravenhage, ingediend op het te Londen gehouden prostilutie-congi'es, werd met algemeene stemmen aangenomen «Het congres, lettende op het belang dat langs den weg van internationale overeenkomsten geregeld worde alles wat "betrekking heeft op het terugvoeren van minderjarigen naar hun vaderland en de zaak der blanke slavinnen, spreekt den wensch uit, dat die quaestie een onderworp zal uitmaken ter behandeling in de volgende vergadering." Het congres werd gehouden onder voorzitterschap van den bekenden staathuishoudkundige Emile de Laveleye. Tot definitief candidaat voor het lidmaatschap der Tweede Kamer in het hoofdkiesdistrict Amersfoort is door de vrijzinnige kiesvereenigingen in dit district gesteld Jhr. Mr. J. E. Huydecoper van Nigtevegt, te Utrecht. De heer J. J. F. Noordzie.k, laatstelijk referendaris, bibliothecaris en directeur van de stenografische inrich ting bij de Tweede Kamer, is in 75-jarigen ouderdom te 's Gravenhage overleden. De orde van den Nederlandschen Leeuw, van de Eikenkroon en het officierskruis van de Leopoldsorde, zoomede de Zweedsche oi'de van de Poolstar versierden zijn borst. Zondagmiddag hebben de leden van de zangvereeniging uit den socialistischen bond te Rotterdam, vergezeld van een aantal nieuwsgierigen, een voetreis gemaakt naar de Zwet, gemeente Vrijenban. Nadat zij daar eenige socialistische liederen hadden ten gehoore gebracht, wilden zij, vermoeid van hunne wandeling, met een stoomboot van de reederij «De Schie" weder naar hunne woonplaats terugkeeren. Toen hun echter geld gevraagd werd, begonnen zij met te weigeren voor hun overtocht te betalen. De kapitein dier boot wilde daarmede natuurlijk geen genoegen nemen en dreigde hun, dat, wanneer zij niet betaalden, hij de reis niet wilde voortzetten. Toen zij bemerkten, dat dit ernst werd, haalden zij schoorvoetend het geld voor den dagmaar nu kwam de beurt aan de medegeloopen nieuwsgierigen, die zoo vrij waren geweest zich op de boot bij hen aan te sluiten, waarvan verscheidenen niet in staat waren te betalen. Om hen voor verdere onaangenaam heden te bewaren, werd door een der heeren van voornoemd gezelschap een collecte gehouden onder de aanwezigen, zoodat zij na voldoende inzameling, zonder verderen stoornis naar Rotterdam werden overgebracht. D. Gt. Te Amsterdam zijn op dit oogenblik 1218 ge- abonneerden aan het centrale telephoonnet aangesloten, terwijl nog een 25-tal op aansluiting wacht. Heden vóór vijf jaren bedroeg het aantal geabonneerden slechts 190. Te Kerkracle (Limburg) is iemand op SOjarigen leeftijd voor de 5de maal in het huwelijksbootje getreden. Een waarzegster heeft den bruidegom indertijd gezegd, dat hij 105 jaar oud kon vvoi'den en van de waarheid daarvan houdt de man zich vast overtuigd. Wie weet of hij dan van zijn vijfde huwelijk nog niet zijn zilveren bruiloft viert! «De Jobsiade," met de vermakelijke «printverbeel dingen" van Wilh. Busch, waarvan dezer dagen een 2e goedkoope druk bij den uitgever Tj. van Holkema verscheen, eindigt met de volgende even weemoedige als dichterlijke uitboezeming: Ach, zoo slijt alles hier op aarde. Je pen, je laars, je bloemengaarde, Je pijp raakt leeg, je inkt verdunt, En 't einde is een groote Nu zou men meenen, dat de aanschouwelijke voor stelling van die «groote punt" nog al duidelijk is. Maar neen 1 Dezer dagen ontving de uitgever de vol gende mededeeling vari een boekhandelaar: «Hierbij terug één »De Jobsiade",mijn principaal vvenscht dezelve verruild te zien voor een ongeschonden exemplaar; in het bijgaande is een groote inktvlak op de laatste bladzijde." Iibl. De Arnh. Ct. acht de zitting der Staten-Generaal, die gisterenmiddag werd geopend, een hoogst belang rijke, omdat de toekomst van het land voor een groot deel afhangt van den weg, dien de meerderheid in de nieuwe Tweede Kamer zal opgaan. Wat het blad dan van die meerderheid verwacht? In de eerste plaats, dat zij de teugels van het bewind zal overnemen. Dat de liberale partij niet staat tegenover een ander, mededingende staatspartij, maar tegenover een coalitie van twee, waarvan de de een, zelfs te midden van de gedwongen samen werking aan de stembus, nog het middel weet te vinden om der andere afbreuk te doen en zichzelf te haren koste te bevoordeelen, is een feit, dat tot werkzaamheid en beginselvastheid opwekt. Tegenover zulk een saamgeraapte oppositie mag aan transigeeren, op welk punt ook, niet gedacht worden. Men wachte zich echter alleen in het belang der eigen partij te regeeren. Geen transactie dus op beginselen, hoe aanlokkelijk ze ook schijne met oog op voorgespiegelde resultaten maar conciliante geest in hooge mate, opdat het voor iedereen zicht-' en voelbaar worde, dat een wezenlijk liberaal bestuur naar ieders recht en vrijheid streeft, maar het gemeen belang nadrukkelijk handhaaft tegen over elke inbreuk, van welke zijde ook beproefd. Ziedaar nu wel niet eene opgave van de daden, die de Arnli. Ct. van de meerderheid verwacht, maar eene korte schets van den geest, waarin zij zal behooren werkzaam te zijn, wil zij de natie niet teleurstellen en haar eigen graf delven. Het Iibl. is van oordeel, dat de liberale meerder heid behoeft, kan, mag noch zal zich thans bepalen tot vrijzinnig behoud alleen. De akker van hare werk zaamheden is voorbereid, en met het bewustzijn der groote verantwoordelijkheid, welke op haar drukt, aanvaardt zij deze week hare taak. De toon, in de liberale pers aangeslagen, getuigt aanvankelijk van veel goeden wil tot samenwerken, van veel gematigdheid tegen de overwonnen partijen tevens. En dat is goed. Zal de arbeid der nieuwe meerderheid niet met onvruchtbaarheid geslagen zijn, dan past groote wel willendheid tegenover gematigde tegenstanders. De genegenheid tot samenwerken moet zich openbaren tegenover de goedgezinde elementen der rechterzijde, die vaderlandsliefde hooger stellen dan eerzucht of partijbelang. Elke noodelooze verbittering behoort daarom te worden vermeden. Onverwijld de hand aan het werk geslagen, ten einde de grondwetsherziening tot stand te brengen, dat is onze plicht! De weg, door de liberale partij verder te bewandelen, is duidelijk geteekend, wanneer zij slechts indachtig is aan de oorzaken, welke haar tot de overwinning hebben geleid. Tegen het clericalisme, het obstructionistische clericalisme met zijn non pos- snmus, is door de kiezers partij gekozen. Dit blijkt uit het groote aantal stemmen ook in de niet veroverde districten op de liberale candidaten uitgebracht. Men bedenke evenwel, dat onder hen, die op de liberale candidaten hebben gestemd, vele voorstanders waren der bijzondere school. Gelukkig behoeft de grondwets herziening den schoolstrijd niet op te lossen en kan van deze herziening slechts worden gevorderd, dat zij het terrein voor eene oplossing effene. Het Hbl. waarschuwt -ten slotte, dat de overgroote meerderheid van het Ned. volk is liberaal, is vooral gekant tegen te groote staatsbemoeiing. Op vrije beweging, onder handhaving van orde en recht, is ons volk gesteld. De partij, die hier tegen zondigt, die aan den Staat te veel bemoeiing wil opdragen, of die de maatschappelijke orde in gevaar brengt, kan er verzekerd van zijn, in ons goede vaderland geen toekomst te hebben. De troonrede geeft verschillenden bladen stof tot beschouwingen. Het Hbl. verheugt zich, dat de regeering de grond wetsvoorstellen reeds thans weder wil indienen. Daar door zal de Kamer in de gelegenheid zijn, de reeds vroeger overwogen ontwerpen nog dezen zomer weder in cïe afdeelingen te onderzoeken, zoodat zij bij de hervatting der werkzaamheden in September in het bezit kan wezen van het eind-antwoord der regeering. Over twee gewichtige vragen, welke daarbij rijzen, zwijgt echter de openingsrede. Zij zegt niet, of de voorstellen zullen worden ingediend zooals zij aan hangig zijn geweest, dan wel gewijzigd, bepaaldelijk wat het kiesrecht betreft. Maar wel voegt zij er bij, dat nog enkele andere spoedeischende ontwerpen zullen worden aangeboden. Welke zijn die ontwerpen? Staan zij in verband met de grondwetsherziening? Is daaronder begrepen eene nieuwe poging om de Tweede Kamer aan te vullen, wegens de toegenomen bevolking? Omtrent deze beide vragen mag geen twijfel bestaan. Eene nieuwe poging om de kamer aan te vullen, waardoor weder verkiezingen moeten worden uitgeschreven, ja eene ontbinding noodig zou kunnen worden, kan slechts dienen om het hervatten van den afgebroken arbeid te belemmeren. Zij zal dan ook zeker door de liberale meerderheid worden verijdeld. Noodig is ook eene duidelijke verklaring omtrent het kiesrecht. Het is, volgens het Hbl.zondereenigen twijfel de plicht der liberale meerderheid om, in geval de regeering omtrent het kiesrecht geen bevredigende inlichtingen verschaft, in het adres van antwoord haar gevoelen duidelijk uit te spreken. Het Vad. leidt uit den vorm, waarin de mededeeling der aanstaande wederindiening van de wetsontwerpen betreffende grondwetsherziening is gedaan, af, dat de regeering aan het maken van belangrijke wijzigingen op dit oogenblik niet ernstig denkt. Toch is er voor haar alle reden om ernstig te overwegen, of niet, althans met betrekking tot de regeling van het kies recht, eene andere formule moet worden voorgesteld dan het regeerings-artikel, dat niet in behandeling is gekomen reden evenzeer om ernstig te overwegen of het goed gezien zou zijn, art. 494 niet meer in de herziening te begrijpen. Dat de regeering geen rekening zou willen houden met de geringe instemming, die het huurwaarde-stelsel, zooals het door minister Heemskerk was geformuleerd, over 't algemeen vond, weigert het Vcid. vooralsnog te gelooven. Bleef zij aan hare eigen formule vasthouden, dan zou de kans op het tot stand komen eener grondwetsherziening gering, maar de kans op nieuwe botsing groot worden. Het Vaderland eindigt met te wijzen op de drin gende noodzakelijkheid van belasting-hervorming. Welk ministerie achter de groene tafel gezeten zij, de eerste eisch is en moet zijn, dat de liberale beginselen worden gehandhaafd en in practijk gebracht. Het D. v. Z.-H. voelt zich verplicht bij de tijdelijke hervatting van de parlementaire werkzaamheden den wensch uit te spreken, dat de vertegenwoordiging hare zorg schenke aan meer, aan veel meer dan de troonrede aanwijst, als de voornaamste belangen van land en volk. Om slechts enkele te noemen, stipt het D. v. Z.-H. aan den stand van zaken in Atjeh en Deli en de Tjiomaszaak, verder het voortduren van de algemeene kwijning der welvaart. «Dit eischt het heil van het vaderland dringend. En onder Gods zegen kan daarmee de volksvertegenwoordiging, zoo al niet alles ten goede dwingen, evenwel toorien doordrongen te zijn van den gewichtigen plicht, welke op haar rust". De N. R. Ct. schrijftMoest de nu geopende zitting hare beteekenis en haar gewicht ontleenen aan den indruk, dien de openingsrede maakt, onze verwachtingen zouden zeker niet hoog gespannen kunnen zijn. Al ligt het in de bedoeling der bewindslieden (wat in ernst geen oogenblik kon betwijfeld worden), met

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1886 | | pagina 1